Een reeks gebeurtenissen volledig buiten mijn greep laten mij tegen mijn natuurlijke gevoel in, besluiten tot een aanpassing van mijn zwerfplanning. Genoemde 'gebeurtenissen', zijn genoegzaam omschreven in de posts Nederland 2024 en Intermezzo 2024. Gelukkig kon de draad weer opgepikt worden met een verkenning van Nord-Pas-de-Calais.
Langzaam mijn zwerfinstinct volgend, begint mijn geest de brokstukken van een rusteloos gevoel een bepaalde orde te geven. Mijn blik, verlangen en gevoel neigen richting zuiden. Het slotstuk van de Auvergne met de Cantal wacht op me. De Ardèche met de aantrekkelijke magie lonkt. In de Vaucluse oefent de mythische Mont Ventoux een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit. Ik wil ten minste nog eenmaal de 'puist' met mijn mechanische fiets bedwingen.
Onderweg, heen en terug, wil ik me laten verrassen door het onbekende. Wanneer nodig, terugvallen op eerdere 'ontdekkingen'. Maar vooral openstaan voor het nieuwe, spontane, onverwachte en uitdagende, de drijfveer van de verkenner in mij. Richting zuiden kies ik voor een cruise langs rivieren, waterwegen en kanalen om voldoende voorberidingskilometers in de benen te hebben voor de grote uitdaging.
Deel 1
Picardië
Dagen 1-4 - Zo 09 - wo 12 maart
Cambrai - Saint-Quentin - 42 km
Een verontrustend maar onvermijdelijk gevolg van ouder worden is het verlies van tijdsbewustzijn. Bij het ontwaken en afscheid nemen van mijn medecamperaars op dit beursgegeven ben ik in de volle overtuiging dat het maandag is.
De verplaatsing door aanvankelijke lintbebouwing verloopt gemoedelijk maar vooral rustig. De slot 15 km kan er al eens onbekommerd doorgereden worden.
In Saint-Quentin blijkt de aire de CC volzet te zijn - gps N 49.83922; O 03.28677. Een jong echtpaar staat op het punt te vertrekken en ik moet nog even geduld hebben. Deze aan het Canal de Saint-Quentin gelegen parking biedt plaats aan 10 wagens. Alle voorzieningen zijn aanwezig. Afrekening voor waterinname en elektra afname kunnen apart geregeld worden. Rustig ingeplant naast de roeiclub en op ongeveer 1.000 m van het centrum. Ideaal gelegen voor het maken van wandelingen en fietstochten. Binnen wandelafstand vindt je alle handelszaken.

Langzaam maar zeker, maar zeker langzaam volgens de aansporing van mijn 'meester' in het tweede leerjaar van het basisonderwijs, begint mijn zwevende eurocent te vallen. Ik krijg wel degelijk door dat het zondagmiddag is en met die nieuwe realiteit meng ik mij in de drukte van de ontspanning langs het kanaal. De hoge waterstand maakt me nog niet ongerust maar ik bedenk dat het niet overvloedig moet gaan regenen. Als mijn oog dan valt op de rood-witte streepjes van een GR pad kan niets of niemand me nog tegenhouden om een tandje bij te steken in mijn wandelpas.

Naast het kanaal zoekt de Somme haar eigen weg. Ik vermoed dat het eventueel overtollig water daar naar afgevoerd kan worden. Een bewegwijzering leidt naar 'la Source de la Somme' maar het is geen rood-wit...

Ik blijf stug doorwandelen langs de 'juiste' markering tot aan een rondpunt waar jagers in de verf worden gezet. Aan jagers heb ik geen zo'n goede herinneringen en met een blik richting België, waar volgens de kaart Charleroi ergens zou moeten liggen, maak ik rechtsomkeer. Ik heb dan nog ruim een uur terugwandeltijd voor de boeg.
Thuis volg ik mijn medecamperaars die met het gezicht naar de zon van deze pre-zomerdag genieten. Allee, voor ons Belgen valt een temperatuur van 18° toch in die categorie.
...Allas, de zomerse lente was van korte duur. Een sluierbewolking hult de omgeving in een grijze grauwheid. Na de stevige inspanning van gisteren is dat niet zo overdreven erg. Alhoewel, ik zou graag beginnen fietsen.
Na een stevig ontbijt, je begrijpt op een lege maag boodschappen doen nooit een goed idee, trek ik naar de Lidl aan het station. Ik had voor de verandering eens een lijstje maar een mens ziet een aanbieding, een artikel afgeprijsd of gewoon iets lekkers. Gelukkig heb ik altijd een reserve plastiek zak in mijn rugzak zitten. Het was nodig.
Op mijn oriëntatietocht door de binnenstad ben ik op zoek naar het Office du Tourisme. De lieftallige bediende is zo vriendelijk behulpzaam dat ik extra informatie lospeuter, kwestie het gesprek gaande te houden. Men wil al eens zijn beste Frans etaleren niet waar. Gewapend met folders, tips en nuttige informatie slenter ik nog wat rond.
Op de camperplaats heb ik er nieuwe buren bijgekregen. Kentekenplaat UK. Dan weet je dat je maar beter voorzichtig kunt zijn. Het behoren tot een van de landsdelen ligt nogal gevoelig bij sommige overkanaalse buren. Geen nood, hij is van Wales, zij van Schotland. Deze kranige zeventigers komen terug van wintersport en we hebben gelijk een gespreksonderwerp. Door hun enthousiasme word ik zowaar aangestoken om de skidroom nog niet voorgoed op te bergen. Ik ben immers nog jong in hun ogen. Wie weet misschien. Als er een lezer zich in eenzelfde positie bevindt en het avontuur lonkt, laat gerust een berichtje achter. Wie weet valt er wel iets te arrangeren.
Lekker achter glas met de bijverwarming zachtjes blazend, valt mijn oog op de camper van nieuw aangekomen gasten opnieuw uit de UK en met een geschilderde affiche aan de achterzijde. Je kunt er niet naast kijken. LEST WE FORGET. Meer reden heb ik niet nodig om de behaaglijke warmte even te verlaten. De Engelsen, laten we ze gemakshalve zo noemen, zijn de offers die gebracht werden tijdens twee wereldoorlogen niet vergeten. Als er dan ook nog sprake is van een nauwe familieband, de grootvader die niet vergeten moet worden, hebben we voldoende stof om ervaringen aan monumenten die we bezochten te bespreken. De huidige precaire situatie in Oekraïne benadrukt nog maar eens de noodzaak van het levendig houden van de menselijke tol die de gruwel van oorlog met zich brengt. Ik begrijp dat mijn campervriend op vrijwillige basis spreekbeurten in scholen over het onderwerp geeft.
...
Zacht getik van vallende regendruppels dringen langzaam mijn onderbewuste binnen. Eenmaal helemaal wakker is het duidelijk dat de regen ons heeft ingehaald. Geen gietende regen maar het miezerige soort dat de gehele dag aanhoudt.
Ik zie het niet zitten om in regenjas te moeten rondtrekken en blijf lekker thuis. Lezen, schrijven en puzzelen zijn tijdverdrijvers die het plots laat maken.
Nu ik in grote lijnen een plan in mijn hoofd heb, begin ik een rittenschema voor te bereiden. Ik zal nog 20 dagen geduld moeten hebben om een camping open te vinden. Dat wordt verder hoppen van camperplaats naar camperplaats.
...Zou het weerspreekwoord uit mijn jeugd echt opgaan de komende weken? Maartse buien gevolgd door aprilse grillen? Het weer is zo wispelturig als een krolse kat. Het beloofd voor vandaag redelijk te worden vanaf de middag. Dat klinkt veelbelovend voor het bezoek aan de binnenstad.

Saint-Quentin, of volgens de Vlaamse naam Sint Kwintens is een oude stad. Op de plaats van de huidige stad lag in de Romeinse tijd de nederzetting Augusta Viromanduorum, genoemd naar de Keltische stam van de Viromandui. Als stichtingsjaar wordt door de gemeente 27 v.Chr opgegeven. De huidige plaatsnaam is afgeleid van de martelaar Quitinus, die in Gallië missioneerde en rond 300 in Saint-Quentin werd vermoord. De gemeente telt ongeveer 53.000 inwoners (2022). In de lagere school hebben we geleerd dat in het gebied de Schelde ontspringt. En zoals ik recentelijk heb ontdekt ook de Somme.
L' Hôtel de Ville

Gebouwd in het begin van de 16 de eeuw is het een parel van flamboyante gotiek. De gevel wordt omschreven als een waardevol boek in steen met 173 extravagante beelden die mensen en scenes weergeven aangevuld met fabeldieren. De klokkentoren werd in de 18 de eeuw gerestaureerd en in de 19 de en 20 ste eeuw verbouwd.
Baselique

De als een kathedraal uitziende kapittelkerk is sinds 1876 basiliek en geen kathedraal omdat Sint Kwinten geen bisschopszetel is. De kerk werd zwaar beschadigd tijdens het beleg van 1557, geteisterd door een brand 1669 gebombardeerd in 1917 en net niet verwoest in 1918.
Het onderste deel van het portaal dateert uit de 12 de eeuw en de bovenste verdiepingen uit de 17 de eeuw. De toren is 82 m hoog.
Het schip uit de 15 de eeuw moet niet onderdoen voor die van de beroemde kathedralen.
Eén van de weinig bewaard gebleven labyrinten is duidelijk zichtbaar. Volgens de vriendelijke medewerkster zou de lengte van 250 m de afstand geweest zijn tussen het paleis van Pilatus en dat van Kajafas. In vroegere tijden zouden de gelovigen het pad van zulk een labyrint op de knieën hebben afgelegd als symbool van de weg die van zonde over boetedoening naar verlossing moest leiden.
Opvallend zijn de diverse polychrome zuilen. Wij zijn dat niet meer gewoon maar in de oudheid en de middeleeuwen zouden ze de strakke kleurloze zuilen van nu maar niet vinden. De gids maakt me ook attent op de art-deco glasramen.

Op een van de panelen in de kooromgang wordt de begrafenis van Sint kwinten in steen uitgebeeld. Deze evangelist werd op het einde van de 3 de eeuw gedood, zijn lichaam in de Somme geworpen en 55 jaar later ongeschonden 'teruggevonden'. Tijdens de overbrenging weigerden de stieren verder te trekken op de plaats waar de martelaar stierf, zijn lichaam werd dan gedragen naar de plaats waar hij werd begraven.
Le Théatre Jean-Vilar


Aan het Place de l'Hötel de Ville ligt het in Italiaans stijl opgetrokken theater. Gebouwd tussen 1842-1844 door architect Guy en de gevel in neoklassieke stijl is van de hand van Matagrin.
Op de hoek van de Rue de la Sellerie en de Rue d'Isle ligt het imposante Viennevoisrie Paul dat deel uitmaakt van het Ancien magasin Seret.

Het kloppende hart van de stad is het
Place d'Hotel de Ville. Tijdens mijn bezoek ingenomen door een reusachtige feeststent waardoor het moeilijk werd van de gevels te genieten. Als blijk van hun weerstand tegen de aanval van Filips II van Spanje in 1557 dient het monument met het opschrift : SIVIS MURUS ERAT wat zoveel betekent als "mijn burgers zijn mijn verdediging". Eventuele aanvallers zijn gewaarschuwd!
Op zoek naar l'Art Deco

Le Conservatoire de musiqe. (L) In 1929 gebouwd gebouwd onder de vleugels van architect Jean-Bernard Charavel en is daarmee een van de juweeltjes van de wederopbouw.
Chambre de Commerce. (R) Voormalige Kamer van Koophandel, gevel 14 rue de la Sellerie . Tegenwoordig is op de begane grond het Espace Saint-Jacques gevestigd, een kunstgalerie en tentoonstellingsruimte van de stad Saint-Quentin. Op de bovenste verdieping bevindt zich de kamer van de consuls en verder het vlindermuseum. Het gebouw dateert uit 1927 en is grotendeels gebouwd van gewapend beton. De voorgevel is echter van steen.
Het uitgangsbord is ongetwijfeld
La Gare. Het station werd door een brand verwoest in het begin van de 20 ste eeuw en schitterend gerestaureerd door architect Urbain Cassan.
Dagen 5-8 - do 09 - zo 13 maart
Saint-Quentin - Coucy-le-Chateau - 43 km
Bij de ochtendwandeling moeten we ons warm aankleden. Het is frisjes maar droog. Allerlei klusjes moeten geklaard en de klok in de gaten gehouden worden. Tegen ten laatste 12 u loopt de parkeertijd af.
De verplaatsing verloopt vlotjes en om 12:45 u ben ik geïnstalleerd op de Aire de CC te Coucy-le-Chateau - gps N 49.52013; O 03.31406. Deze mooi ingeplante aire biedt plaats aan 11 wagens. Alle faciliteiten zijn aanwezig ook een toilet. Prachtig gelegen met zicht op de wallen van het kasteel. Vlak voor de deur loopt een GR pad. Op een paar minuten stappen een kleine Carrefour en om de hoek een bakker en apotheek.
Naast mij hoor ik mijn buren onvervalst Vlaams, beter gezegd West-Vlaams praten. Dat opent gelijk de deur voor een gesprek. De schitterende locatie met zicht op het kasteel voert ons naadloos naar de geschiedenis. Net als ik zijn ze afgegaan op het prachtige boek van Barbara Tuchman : 'De waanzinnige 14 de eeuw'. De leidraad door haar boek is Enguerrand VII de Coucy bouwheer en verfraaier van het kasteel.

Aan de ingang van de aire wacht mij een uitdagende keuze. Wordt het links of rechts. Uiteindelijk kies ik voor links en volg de rood-witte streepjes van de GR 12a richting Coucy-le-Château-Auffrique de bijna volledig ommuurde stad.

Tussen twee afsluithekken op een stukje weiland ontdek ik een nieuwe diersoort - De Capra Castrum Picardensis of de Picardische burchtgeit duidelijk in het natuurlijke habitat. Een uitkijkpunt geeft de mens een minder gewaagd mooi overzicht op de rondwandeling.
Een ander uitzichtpunt biedt een kijk op de camperparking.
Een dikke mercie aan het gemeentebestuur om in deze mooie plaats te voorzien.
De weg wordt vervolgd en ter hoogte van de aire neigt de zon ter kimme. Voldoende reden om de rood-witte streepjes nog iets verder te volgen.
De ondergaande zon creëert een sfeer van een heidebrand. Heel apart.
Een historisch monument benader je met de nodige behoedzaamheid en trage pas.
Geschiedenis
 |
| Porte de Soissons |
Ergens in het tweede decennium van de tiende eeuw begint de geschiedenis van Coucy-le-Château met de bouw van een kasteel en kapel op de heuvel die met een muur omringd werd door de aartsbisschop van Reims, Hervé. De aanleiding voor de bouw zouden de invallen van Noormannen in de vallei van de Oise geweest zijn. De sterk verdedigde positie was aantrekkelijk voor de lokale bevolking, die binnen de muren de stad Coucy-le-Château bouwde.
In 975 werd het leengoed door de aartsbisschop van Reims – Adalbero - afgestaan aan Odo I van Blois de stichter van de adellijke dynastie van Coucy.
Onder Engelram III de Grote verrees het kasteel in zijn gekende vorm. De oorlogszuchtige Engelram, heer van 1191 tot 1242, bouwde verschillende kastelen en nam deel aan een lange reeks oorlogen. De dreiging van een conflict met de kroon tijdens de minderjarigheid van Lodewijk IX noopte Engelram III tot de bouw van een sterke burcht. In 1223 werd de eerste steen gelegd en binnen het tijdsbestek van zeven jaar werd het hele complex met donjon, torens, muren en onderaardse gangen aangelegd. Het nieuwe bouwwerk, dat met zijn zestig meter hoge donjon de noordelijke toegang tot Parijs en de doorgang van het dal van de Ailette tot het dal van de Oise beheerste, was een duidelijke uitdaging aan het adres van de Franse vorsten.
De ster van de Coucy's rees verder onder Engelram IV, die ondanks zijn decadente levensstijl en vele conflicten de gezegende leeftijd van vijfenzeventig bereikte en daarna onder zijn neef Engelram V en diens nazaten.
Het leengoed Coucy verschafte de familie een rijke bron van inkomsten en noch qua uitgaven, noch qua aantal vazallen, noch qua familiebanden moesten de heren van Coucy onderdoen voor de hoogste adel van Frankrijk. Hun lijfspreuk kan tellen!
De familie bereikte het hoogtepunt van haar macht en faam onder Engelram VII – 1340-1397 (de centrale figuur in de “Waanzinnige 14 de eeuw”), die een van de hoogste Franse edelen was tijdens de eerste decennia van de Honderdjarige Oorlog. Hij liet het kasteel verfraaien en van een gotische zaal voorzien. Hij had geen mannelijke erfgenamen en na zijn dood verkocht zijn dochter het kasteel voor 400.000 livre tournois aan Lodewijk van Orléans. Die voegde het toe aan zijn keten van kastelen waarmee hij vanuit het hertogdom Valois de macht van de hertogen van Bourgondië in toom wilde houden.
Kasteelterrein
Het neerhof
Het neerhof bood in de middeleeuwen plaats aan het kasteeldorp dat geleidelijk verdween om een dienstbinnenplaats te worden. De restanten (fundamenten) van de romaanse Saint-Remy kerk werden tijdens consolidatiewerken blootgelegd.

De keukens van Lodewijk van Orléans dateren uit 1403 en werden tijdens recente opgravingen (die nog altijd aan de gang zijn) teruggevonden.
Het hooghof of feitelijke kasteel
Gedurende de eeuwen heeft het kasteel vele ontwikkelingen meegemaakt. Restanten daarvan zijn nu te bezoeken. Infoborden helpen je te begrijpen waar je naar kijkt en proberen inzicht te verschaffen in de diverse overlappingen.

De ingang tot het kasteel zoals op foto in 1915 vastgelegd.

In 1917 werd de donjon, de parel van het kasteel met zijn uitzonderlijke afmetingen : 54 m hoog, 31 m diameter en 7.5 m dikke muren door de Duitse troepen opgeblazen. Daarvoor was de uitdrukkelijke toestemming van de keizer nodig.


Een enorme steenberg is de stille getuige van wat de Fransen een daad van vandalisme noemen en de Duitsers een noodzakelijke militaire noodzaak om 'observatieposten' te verwijderen.
Grande Salle d'Honeur - de Grote Zaal
Er zat een idee en planning achter de bouw van de Grote Zaal. Ook in de middeleeuwen onderkende men het belang van het opslaan van goederen. De 'kelders' van het kasteel zijn best indrukwekkend. Hier werd naast een strategische voorraad (niet dikwijls nodig) vooral de pachtinning opgeslagen. Het dagelijks verbruik van de 'hofhouding' laat zich vertalen in de grootte van de opslagruimten.

De summiere resten van de Grote Zaal laten een bepaalde grandeur vermoeden. Zeker na de gotische 'aanpassingen' van Enguerrand (of Engelram) VII die er in 1380 een weelderig paleis van maakt. De gebeeldhouwde nisgewelven waarin de Negen Preux(*) geroemd werden, moest de roemrijke 'daden' van de kasteelheer luister bij zetten. Een duidelijke afspiegeling van zijn karakter.
(*) Preux - geïnspireerd op de Bijbel, de Oudheid en de Middeleeuwen. Deze 'besten' waren David, Judas Makkabeüs, Jozua, Caesar, Alexander, Hector, Karel de Grote, koning Arthur en Godfried van Bouillon.
Het onderhoud en de instandhouding van de hofhouding moet ongetwijfeld een flinke duit gekost hebben. Merkwaardig dat de 'inningstafel' die als middeleeuws belastingkantoor dienst deed, de tand des tijds, verwoestingen, plunderingen en het in feite opblazen van het kasteel heeft overleeft. Een waarschuwing voor volgende generaties?
Om deze desolate nutteloze verwoesting even te verwerken, beklim ik de zogenaamde Terrastoren die een goede inkijk heeft op de indrukwekkende versterkingen. De diverse verdiepingen met schietgaten laten een aanzienlijke verdedigingsmacht vermoeden of anderzijds een pienter uitgekiend strategisch plan tot verweer en afweer.
Terug bij de camper tref ik Rita en Hans thuis aan. We raken aan de babbel terwijl we met de zon meedraaien. In vergelijking met deze doorwinterde camperaars ben ik nog maar een tiener. We wisselen ervaringen en indrukken uit die we onderweg hebben opgedaan. Maar vooral ook de dingen die we gemeen hebben en waarvan we kunnen genieten. Ervaren wandelaars met een even grote passie voor het GR wandelen als ik. We hebben het even over de besognes van zeventigers en zeventig plussers en vragen ons af wat de regelgeving van Europa voor ons in petto heeft. Hoe lang kunnen en mogen we nog onbekommerd rondzwerven? De tijd zal het uitwijzen. Ondertussen laten we het niet al te veel aan ons hart komen en leven en beleven we onze droom.
Er staat pizza op het menu aangevuld met lokale ingrediënten. Waarschijnlijk iets dat ze niet kenden in het middeleeuwse Coucy maar met strijder Enguerrand die ook in Italië gevochten heeft weet je maar nooit.
Bij al dat mentaal en fysiek genieten komt nog de uitdaging om een coherent verhaal te schrijven over deze tot de verbeelding sprekende vesting. Ik ben het met Hans eens dat je om grip op het heden te krijgen en met verwachting naar de toekomst te kunnen kijken, je een begrip van het verleden moet hebben en daarbij nostalgische valkuilen alsof vroeger alles beter was, moet vermijden. Inzicht in het verleden leert je wel iets anders.
...
Terwijl ik nog aan het schrijven ben, hoor ik gestommel bij de camper naast mij. Hans en (G)rita 😉maken zich op om te vertrekken. Ik ben er vrij zeker van dat met dit sportieve koppel mijn camperfamilie is gegroeid. We kijken uit naar een verdere kennismaking in de hoop eens iets samen te kunnen doen. Hou het veilig en gezond en tot ziens.
Ik ben nog altijd aan het zwoegen op het verhaal maar ga dat toch even onderbreken voor een wandeling met de aanbeveling van mijn nieuwe kennissen.

Om de hoek, allee 150 m rechts (even opgemeten via Google) ligt de wandelroute die ik wegens gebrek aan juiste gegevens de
Frontwandeling noem. Aangegeven met groengele streepjes. GR wandelaars zitten hier op het verkeerde pad. Voor liefhebbers van stilte - gemotoriseerd verkeer is verboden. De kans op een aanrijding verkleint ziender ogen en buiten een paar zeer geëngageerde volledig uitgeruste wandelaars die no nonsens doorstappen, ah waar is de tijd, kom ik alleen hondenliefhebbers tegen. De eerste stop is het
étang communal.
Het lijkt erop dat we op een ontmantelde spoorwegbedding wandelen. Enkele verrotte biels wijzen in die richting. Alle twijfel wordt weggenomen als we voorbij het in 1926 herbouwde station komen. Die spoorweg bleek voor de Duitse troepen zeer belangrijk te zijn qua aanvoer materieel en manschappen.


Ik zie mijn mede wandelaars steeds kleiner worden tot ze geheel uit het oog geraken. bij een open plek in het bos blijkt maar eens hoe prachtig de natuur hier is. En dan moet de echte lente nog beginnen.
Ik was verwittigd over de modderstroken en in het bos begrijp ik wat ze bedoelden. Onder het bladerdek waar de zon moeilijk door kan, blijven poelen langer staan. Als dan ook nog wagens diepe voren trekken, wordt het zoeken naar manieren om die stroken te omzeilen.

Plots sta ik voor een betonnen constructie dat een monument uit de eerste wereldoorlog blijkt te zijn. Een kanon emplacement. Vijf tot zes maanden arbeid heeft het de Duitse genie gekost om dit 210 ton wegende kanon op zijn plaats te krijgen. Dat alles voor het afvuren van 'slechts' 90 projectielen over een periode van zes maand.
De keuze is vlug gemaakt welk beeld ik verkies. Geef mij maar het idyllische bijna romantische.
...
Doordat de wind is gaan liggen is de ijzige angel uit de temperatuur verdwenen. Prachtig wandelweer!

De andere kant van de GR 12a wacht om bewandelt te worden. Door velden en bossen met zicht op de liefelijke heuvels van Picardië.
Mappy.CZ de wandelapp die ik in Montenegro en Albanië gebruikt heb, houdt me op 'het rechte pad'. Nieuw voor mij dat Frankrijk standaard is ingesteld en de GR paden heeft ingetekend.

De Ailette, een 59,5 km lange zijrivier van de Oise heeft ondertussen een degelijk stevige brug waardoor er geen halsbrekende toeren moeten worden gedaan via de oude brug. Op dit stuk van de rivier wordt er niet veel gevaren.

De industrialisatie maakte het noodzakelijk dat de waterwegen bevaarbaar werden. Dat is het geval op het Canal de l'Oise à l'Aisne. Dit is een verbindingskanaal tussen de valleien van de Oise en de Aisne. Is 47,775 kilometer lang en telt 13 sluizen (9 aan de kant van de Oise en 4 aan de kant van de Aisne). De bouw werd gestart in 1879 en het werd opengesteld voor de scheepvaart in 1890.

Het pad volgt een stukje de openbare weg waar ik zowaar een medewandelaarster tegenkom. Het mooiste komt als we het bos induiken en onderweg ontdekken waar de witte kalksteen vandaan komt waar onder andere Coucy mee gebouwd is.
Ik kan niet blijven doorwandelen en maak een traverse via het rustige Guny over Les Michettes naar Pont Saint Mard waar ik de rood-witte streepjes van de heenweg weer oppik richting camper.
De door de zon beschenen witte zandsteen van Coucy-le-Château-Auffrique is een prachtige afsluiter van deze vierdaagse. Met een wandeling van 23.100 stappen eentje die kan tellen.

Dagen 9&10- - ma 17 en di 18 maart
Coucy-le-Chateau - Ciry-Salsogne - 31 km
Er moeten dringend inkopen worden gedaan. Als milieu bewuste camperaar heb ik weinig zin om op en af te rijden. Dus op weg naar mijn volgende bestemming, wordt een inkoopbeurt te Soissons ingelast.
Tegen 13 u ben ik geïnstalleerd op de Aire de CC Park van Ciry-Salsogne - gps N 49.38254; O 03.47489. Rustig gelegen aan een vijver waar plaatsen op grind voorzien zijn. Aan de andere zijde van de aire zijn enkele plaatsen op gras. Alle gewone voorzieningen zijn voorhanden. Het is aan te raden bevoorraad toe te komen. De dichtste supermarkt ligt op 5 km. Dit is een ideale plek als tussenstop of om even tot rust te komen. Minder geschikt om te wandelen of te fietsen.
Bij het wegbrengen van wat afval stoot ik op een bekende wagen. Zo snel had ik het weerzien met Rita en Hans niet verwacht. De zon schijnt volop bij een aangename temperatuur, de zetel wordt erbij gehaald, een flesje wijn wordt ontkurkt en er ontspint zich een levendig gesprek. Anekdotes worden verteld, reiservaringen uitgewisseld en dat alles terwijl we met de zon meedraaien. Een ander Vlaams echtpaar komt even groeten. Net terug uit Spanje waar het nogal veel geregend had tijdens hun winterverblijf dat ze ten slotte vroegtijdig onderbroken hebben. Tja, het ene jaar is het andere niet, maar we zijn het er wel over eens dat het beter is dat we geen zeggenschap over het weer hebben, dat zou pas vonken en vuur geven.
Om de stijfheid uit onze ledematen te verdrijven besluiten Hans en ik tot een verkenning van het dorp. De wandeling ernaar toe loopt over de weg omdat de N 31/E 45 moet overgestoken worden. Op de ongeveer 3 km is het goed uitkijken voor het verkeer. Ook niet de meest geschikte weg om te fietsen lijkt me. We bekijken wat geveltjes en hebben oog voor de lokale bouwstijl. De blikvanger is de Église Saint-Martin de Ciry-Salsogne uit de 20 ste eeuw. Met een opmerkelijk portaal en een trapgevel.
Tevergeefs kijken we uit naar een bruine kroeg maar in een dorp van 900 inwoners is dit in de 21 ste eeuw niet zo evident.
...
Op deze stilteplek is het heerlijk slapen. Bij het ontwaken doet de zon reeds verwoede pogingen om de omgeving op te warmen. Volgens de meteo zou de temperatuur geleidelijk oplopen van 0 tot 14°.
Bij een eerste koffie is de keuze vlug gemaakt tussen een fietstocht naar Soissons of een wandeling. De fietstocht valt af en we zijn het eens over het traject dat Hans heeft uitgezet.
Een tocht door de étangs, kleine vijvers waarvan de meeste in privébezit waardoor er moet geïmproviseerd worden. We passeren Camping Le Domain de la Nature, steken de brug over voor een verkenning van Vailly-sur-Aisne. We volgen het Canal Lateral à l'Ainse waar even voorbij l'écluse double no 7/8 bij Celles-sur-Aisne het kanaal met de Ainse samenvloeien. We laten het Domaine des étangs links liggen, lopen rond het steenwinningsgebied terug naar de aire.

We zijn wat blij de D 531 te kunnen verlaten en het bos in te duiken. De diverse percelen rond de vijvers zijn goed afgezet en nu en dan is het zoeken naar de 'juiste weg'. Op de kris kras door elkaar lopende weggetjes is het prettig stappen. We zijn getuige van het ontluiken der natuur als we het bewijs vinden dat de lente echt begonnen is.
Een natuur waar ik te weinig van weet. Volgens Hans moet je niet alles bij naam en toenaam kennen om te genieten, maar ik weet graag waar ik naar kijk.
Aangenaam keuvelend passeren we langs de Camping die er stil en verlaten bij ligt maar volgens het infobord toch open zou zijn. Voor vissers waarschijnlijk een uitgelezen plek.

Vanaf de dubbele brug krijgen we eerst een zicht op het Canal Lateral (L) en vervolgens is het genieten van een prachtig stiltezicht op de Ainse (R) die een van de valleien van Picardië beheerst.
We wijken even af van onze route voor een verkenning van Vailly-sur-Aisne. In dit dorp met ongeveer 2000 inwoners zijn uitgebreide infrastructuur werken bezig. Op zoek naar een terrasje komen we bij de kerk uit. De Église Notre-Dame de Vailly-sur-Aisne werd in de 12 de eeuw opgericht in Romaanse stijl (portaal) en in de 14 de en 15 de eeuw gerenoveerd met toevoeging van gotische elementen. In 1889 werd het geklasseerd als historisch monument.
Op de terugweg proberen we het pad zoals op het kaartje aangegeven maar lopen op vast in een overgroeide bosschage.
Het pad langs het Canal Lateral dat pal aan de camping ligt gebruiken we als alternatief en we kunnen rustig doorstappen. Bij het brugje wat we volgens planning hadden moeten oversteken (vanaf de andere oever) gaan we op verkenning om te kijken wat er mis is. Er heeft wel degelijk een pad gelegen op de andere over. Wij vervolgen onze weg en verbazen ons bij het waterverval van de dubbele sluis.
We vervolgen onze weg langs het industrieterrein tot we de aansluiting maken met de D 531 richting 'thuis'.
Moe maar voldaan strekken we ons uit in de ligzetel met het gezicht naar de zon genietend van de warmte. Bij het ter kimme gaan van de zon wordt het tijd om de camper op te zoeken en iets te eten te maken.
Dagen 11&12 - wo 19 en do 20 maart
Ciry-Salsogne - Château-Thierry - 50 km
Spijtig van de beperkte mogelijkheden in de omgeving. Soms heb je dat gevoel, de juiste infrastructuur maar op de verkeerde plaats. Tenzij je echt aan rust toe bent en het weer meezit.
Het tot ziens van Rita en Hans lijkt definitiever deze keer. We kijken uit naar een gezamenlijk project in de toekomst. Tegen die tijd rij ik dan ook elektrisch, met de fiets bedoel ik.
De verplaatsing gebeurt voornamelijk langs velden en kleine dorpjes. De streek is ongetwijfeld één van de voorraadschuren van Frankrijk.
Om 12:30 u kom ik bij de Aire de Camping Cars de Château-Thierry aan - gps N 49.03657; O 03.38347. Dit prachtig gelegen service- en parkeerterrein biedt plaats aan 13 wagens. Alle voorzieningen zijn voorhanden waaronder warme douches, toiletten en afwasruimte. Vlak naast een fastfood restaurant en in de buurt van de roeiclub. Gelegen aan de oever van de Marne met mogelijkheid tot fietsen en wandelen langs het jaagpad.

Van wandelen gesproken. Ik heb ontdekt dat op de app Mapy.cz op de kaarten van Frankrijk de GR routes ingetekend zijn. Zo blijkt de camperparking aan de GR 15 te liggen. Nodeloos te stellen dat dit vraagt om een verkenning.
Het pad volgt de loop van de Marne en ik bedenk dat het ideaal zou zijn voor een eerste fietstocht.
...
De wagens die er in de loop van de avond bijgekomen zijn, waren bij het ontwaken reeds vertrokken. Ik heb hier heerlijk geslapen en daar niets van gemerkt.
Meteo beloofd een heerlijke dag en voor het eerst dit jaar wordt de fiets buitengehaald. Ik heb een tochtje van 30 km in gedachten.

Ik pik de GR 15 weer op en ben blij met mijn hybride fiets. De eerste 15 km langs het jaagpad zijn best wel sportief. Veel sightseeing is er niet bij. Alle aandacht moet op het pad blijven.
In Jaulgonne is het pad langs de Marne op de andere oever niet te vinden. Het wordt terugrijden via Varenne over de D 1003. Een eerste test van hoe het met de conditie gesteld is. Op de pittige beklimming moet ik nog geen beroep doen op de kleinste versnelling en valt het hartritme best wel mee. Even de verscheidenheid van activiteiten vast leggen. De naar de zon gekeerde hellingen lenen zich prachtig voor wijnbouw.
In het centrum van Château-Thierry is het onaangenaam druk en ben ik blij de oever van de Marne weer te kunnen opzoeken. Met een gevoel van aangename vermoeidheid zet ik mijn fiets aan de kant.
Statistiek : afstand 30 km - tijd 1:39:48 - snelheid G 18.04; M 48.61 - hoogtemeters 165 m
Bij het bekomen raak ik in gesprek met mijn buur. Dezelfde leeftijd en afkomstig uit Eernegem. Ik heb daar gewoond tot mijn zesde in het oude stationsgebouw (nu afgebroken) en om de hoek had ik een kameraad Eric. Mijn buur heet Eric maar het is helaas niet de buurjongen van weleer.
In de vooravond is er nog tijd en energie voor een bezoek aan de binnenstad.
Geschiedenis
De oorsprong van de huidige stad gaat terug tot de burcht die de Frankische hofmeier Karel Martel rond 721 als residentie voor de Merovingische koning Theuderik IV liet bouwen. De burcht werd naar de koning genoemd: Castrum Theodorici (Latijn) voor "Theodoriks Burcht" of in het Frans Château-Thierry. Van de burcht zijn nog ruïnes uit die tijd over. Moeilijk te zien volledig omsloten door hedendaagse gebouwen.
De
Église Saint-Crépin is gebouwd op de plaats van een kapel en stamt uit eind 14 de eeuw of begin 15 de eeuw in laatgotische stijl.
Vanaf de buitenkant is het de moeite waard om de sierlijke portiek uit de tijd van koning Lodewijk XIII te benadrukken en vooral de 36 meter hoge toren die vanaf veel punten in de stad te zien is.
De kerk staat in de stijgers want is dringend aan renovatie toe.
Leuk wist-je-datje
De familie van de Vlaamse schrijver Johan Daisne, die eigenlijk Herman Thierry heette, was afkomstig van Château-Thierry. Johan Daisne leidde daarom zijn pseudoniem "d' Aisne" af naar het departement waar Château-Thierry ligt.
Om weer volledig zin te raken groeten we nog even de Marne. Helaas zat de zon aan de 'verkeerde' kant.
Dagen 13-16 - vr 21 - ma 24 maart
Château-Thierry - Sézanne - Méry-sur-Seine - 81 km
Sommige plaatsen zijn ondanks de mooie ligging, de goede infrastructuur en de gunstige prijs gedoemd om het predicaat 'doorgangsparking' te krijgen. Bij het ontwaken ontdek ik dat ik helemaal alleen sta. De Vlamingen trekken massaal huiswaarts, op de Duitsers krijg ik geen vat. De Engelsen trekken beide richtingen uit. De eenzame zwerver beslist dan ook maar verder te trekken. We rijden de regio Grand-Est binnen.

Rustig, zeer rustig duik ik dieper het zuiden in. De 'Village caracteristique' Sézanne lijkt me een leuke plaats om het weekeinde door te brengen. De stad heeft op een centraal gelegen parking in enkele plaatsen voorzien met elektra aansluiting - gps N 48.72140; O 03.72123. Alleen had ik graag op voorhand geweten dat er op zaterdag een markt wordt gehouden. Flegmatiek als ze zijn, schijnen mijn Engelse medecamperaars zich daar niet teveel zorgen over te maken.
Bezoek

Sézanne, is een stadje dat nog altijd de stempel draagt van zijn middeleeuwse verleden. Nu de wallen zijn geslecht en de grachten opgevuld is er een groene gordel ontstaan waar het prettig wandelen is. De tien eeuwen geschiedenis zijn terug te vinden in overblijfselen van torens en omwallingen, nauwe straatjes, vakwerkhuizen, al deze oude stenen dragen geschiedenis en verhalen met zich mee en hebben Sézanne gemaakt tot wat het is. Een stadje dat het verdient opnieuw bezocht te worden.
De
Église Saint-Denis uit de 16 de eeuw heeft een massieve vierkante toren van 42 meter hoog die boven de daken uittorent. Geklemd tussen de steunberen, tegen de kerkmuren leunend, bevonden zich kleine winkeltjes. Sinds 1499 waren hier in de 23 nissen zadelmakers, kleermakers, ketellappers, bakkers, edelsmeden en glasmakers geïnstalleerd. Er resten er nog 4, waarin in één het office du tourisme is ondergebracht.
Na dit Blitzbezoek en ook omdat ik geen zin heb om voor 5 u op te staan, beslis ik door te rijden tot de volgende bestemming. Moest ik op doorreis zijn, what's in a name, blijken er enkele praktische halteplaatsen op de route te liggen. Mijn oog is nu eenmaal gefocust op de volgende bestemming en ik laat die parkings voor wat ze zijn. De meeste zijn zo wie zo ingenomen door truckers.
Ongewoon voor mijn doen rij ik om 15:45 u de aire de Camping Car Park te Méry-sur-Seine op - gps N 48.72140, O 03.72123. Deze voormalige camping biedt plaats aan 20 campers voornamelijk op roosterstenen. Het sanitaire blok is afgesloten (waarschijnlijk buiten seizoen). Gunstig gelegen voor het maken van wandelingen en fietstochten. Rustig gelegen tussen het Canal de la Haute Seine en de Seine. Op 1 km ligt een supermarkt.

Dat we nu over de 'haven van Méry-sur-Seine' praten, hebben we aan Napoleon te danken. In 1805 op zijn doortocht door Troyes zou hij gezegd hebben : binnen zes jaar wil ik dat boten op en af kunnen varen tussen Parijs en Bar-sur-Seine. Zijne keizerlijke hoogheid overleed in 1821 en heeft de verwezenlijking van de openstelling van een deel van het kanaal in 1846 niet meegemaakt. De aanleg van het tweede deel vanaf Troyes werd definitief opgegeven in 1848.
De gemeente heeft met zijn ongeveer 1500 inwoners buiten een roemrijk historisch verleden niet veel te bieden. In 451 werd hier slag geleverd met Atilla de Hun en op 22 februari 1814 tijdens de Franse campagne vond hier de slag plaats tussen de legers van het Keizerrijk onder leiding van generaal Antoine Gruver en de Russische troepen.
Dag 14 - za 22 maart
Méry-sur-Seine
In de 21 ste eeuw heeft wapengekletter en kanongebulder plaats gemaakt voor het ruisen van de wind en kwetteren van vogels. Een eventuele spelbreker in deze idyllische rust is een zachte regen tijdens de nacht en een groot gedeelte van de ochtend. Gelukkig geen meer zuiderse toestanden waar buitengewone regens voor overlast hebben gezorgd, naar de verhalen te horen ook onder camperaars.
Het klaart voldoende uit en met het doorbreken van een warmtegevende zon wordt het zelfs T-shirt weer. Even sta ik in beraad tussen een fietstocht of een wandeling. De balans slaat over naar wandelen.
Zonder een doordacht plan kan er niet veel mislopen met het wandelen langs beide oevers van het Ancien Canal de la Haute Seine. Op de heen weg volg ik Voie Verte fietsroute om bij 'een' brug over te steken naar de andere oever waar ik hoop een 'landelijk pad' te vinden voor de terugweg.
De brug werd de D 5 te Clesles en de landelijke weg werd inderdaad landelijk, als in langs een akker.
Een eerste ijkpunt is de Écluse no 11 Saint-Oulph. Opmerkelijk hoe weinig mensen ik ontmoet voor een zaterdag. Een gezinnetje met kinderwagen, een jogger met hoofdtelefoon en twee fietsers. Waarschijnlijk is het in de zomer 'iets' drukker.
In deze oase van stilte is het moeilijk voor te stellen dat het centrum van de wereldstad Parijs op 'slechts' 150 km ligt.

Een opvallende vaststelling: dit ondiepe kanaal wordt niet bevaren. Boomstronken versperren op diverse plaatsen de doorgang. Midden in de natuur probeer ik enkele vogelsoorten te ontwaren. De grasmus gaat nog maar de rietzanger is nieuw voor mij.


Zwanen zijn trouwe partners. Die zie je dikwijls in paren. Eenden slaan op de vlucht voor de kwieke tred van de tweevoeter. De lokale vogelliefhebbers hebben wel gevoel voor humor in het bedenken van vogelhuisjes maar in geen van alle bespeur ik enige activiteit.

De terugweg is op te delen in drie verschillende wandelpad kwaliteiten. Het eerste deel voert langs een landbouwperceel. Sporen van voorgangers wijzen de weg. Dat wordt geleidelijk een bospad wat wacht op meerdere voeten om ten slotte over te gaan in een 'echt' wandelpad. Voor elk wat wils zeg maar.
Na 2:30 u, volgens Google maps ongeveer 11 km of afgerond 14.500 stappen ben ik blij mij in de zetel te kunnen neervlijen.
Tijdens dat bekomen word ik uitgenodigd door mijn buur voor een koffie en de finale van Milaan-San Remo. Terwijl de renners gestaag richting ontknoping fietsen en wij met één oog het gebeuren volgen, ontspint zich een uitwisseling van ervaringen, reisbelevenissen en leer ik de achtergrond van Kristien en Robert uit Oudenaarde beter kennen. Deze levenslustige, goedlachse zeventigers, enfin in feite leeftijdsgenoten, hebben elkaar gevonden in een passie voor reizen. Bewust van de realiteit worden dat kortere tripjes, dichter bij huis maar daarom niet minder intens. Ondertussen ontstaat er op de Podigio een epische strijd tussen Mathieu, Tadej en een niet aflatende Filippo Ganna. Een titanengevecht tussen grote kampioenen. Het duel wordt beslecht in de sprint met als resultaat: 1 Mathieu, 2 Filippo en 3 Tadej. Een finale om duimen en vingers van af te likken. Proficiat mannen! Bedankt buren voor deze aangename middag.
Dag 15 - zo 23 maart
Méry-sur-SeineDe dag begint goed met een zon die door het wolkendek breekt. Helaas houdt de meteo ons in het ongewisse. We mogen regen verwachten. Ik neem afscheid van Kristien en Robert die richting Château-Thierry trekken. Prettige reis en misschien tot ergens in de zomer.
Ik blijf nog even. De streek leent zich uitstekend om de conditie te versterken en trainingskilometers op te bouwen. Mijn hart neigt richting Troyes maar met het onzekere weer kies ik om aan het Canal de la Haute Seine te blijven - richting oosten naar Conflans-sur-Seine.
De eerste 5 km lopen over bekend terrein. Het pad is iets drukker bezet met wandelaars vooral rond de parkings en fietsers. Geen groepen zoals je dat bij ons ziet maar enkele duo's. Eens in het open veld laat de wind zich gevoelen en dat beloofd voor de terugweg.
Enkele spatten doen mij naar de lucht turen maar overwegend blauw doet me besluiten door te rijden. In Marcilly-sur-Seine bij sluis no 15 mondt de l'Aube in de Seine en loopt het Canal samen met de Seine. In Conflans-sur-Seine ontstaat een wirwar van waterlopen. Het Canal splits bij de sluis no 1 weer van de Seine af. Hier mondt ook het Canal de Ravois in de Seine.
In de dagen van weleer moest het best wel een uitdaging geweest zijn de waterhuishouding onder controle te houden.
De wind trekt aan en steeds meer donkere wolken doen de lucht betrekken. De strakke zijwind haalt het tempo er een beetje uit en ik begin zelfs mijn benen te voelen. Er is nog werk aan de winkel om in goede conditie in de Vaucluse te verschijnen.
Statistiek : afstand 35 km - tijd 1:34:07 - snelheid G 22.32 M 31.10 - hoogtemeters 85 m
De fiets is net opgeborgen als de hemelsluizen zich openen en we gezegend worden met de beloofde regen. Na een flinke bui trekken de wolken zich terug en voelt de lucht fris aan. Dat levert volgend beeld.
Dag 16 - ma 24 maart
Méry-sur-SeineAls het weerbericht als muziek in de oren klinkt en de body battery aangeeft dat vandaag een perfecte dag is voor een groot project, wie ben ik dan om zo'n kans te laten voorbijgaan.
Het mooi aangelegd fietspad langs het Canal de la Haute Seine dient ook vandaag als leidraad. Een praktisch voordeel, je hoeft niet om de haverklap de route te controleren. Dit gedeelte van het pad is duidelijk in trek bij buitensportliefhebbers. Enkele vissers, twee rugzaktoeristen, een skeeler, een snelfietser en gezapig kuierende wandelaars.
Alles gaat uitstekend tot waar het kanaal in de Seine uitmondt, of juister gezegd waar het kanaal begint.

Ik pik het tegen-overliggende pad op richting Troyes waar braaf de bordjes met Chemin Verte worden gevolgd. Bij de Ětangs Fouchy, een wandel- en ontspanningspark in la Chapelle-Saint-Luc hou ik het voor bekeken en wordt de terugweg aangevangen.
Onderweg kom ik de rugzaktoerist van bij de aanvang weer tegen en ben verwonderd over de afstand die hij heeft afgelegd. Een fietser vervoegt me en gezellig keuvelend leggen we enkele km samen af.
Op de camperparking berg ik voor de zekerheid de fiets op. De toenemende dreiging van zwarte wolken voorspelt niet veel goeds. De spanning wordt van de benen gehaald bij een praatje met mijn overburen.
Statistiek : afstand 60 km - tijd 2:41:00 - snelheid G 22,37 M 29,56 - hoogtemeters 155 m
Dag 17 - di 25 maart
Méry-sur-Seine - Marcilly-le-Hayer - 30 km
De camperparking wordt met vlag en wimpel opgenomen in het circuit, zowel als doorreisplaats of om te relaxen. In de zomer met alle faciliteiten open, moet het hier aangenaam toeven zijn, mede dank zij de ruime percelen en de spreiding.
Dit gedeelte van de Champagne is duidelijk landbouwgebied. Uitgestrekte akkers op zachte heuvels, misschien te weinig helling voor wijnbouw.
Aan de aire de CC Park, voorheen camping De Mon Village is het even zoeken om binnen te raken. De toegangsprocedure is gewijzigd. De plaats heeft direct mijn hart gestolen - gps N 48.34824; O 03.62649. Er is plaats voor 20 wagens op gravel ondergrond met graspartijen rondom. Het sanitaire blok is beschikbaar tussen 1 april en 30 september. Alle voorzieningen zijn voorhanden. Rustig gelegen. De kleine kruidenier is er mee opgehouden en de bakker is op woensdag en donderdag gesloten. Ideaal om te wandelen en te fietsen of zoals een paar van mijn buren, vissen.
Ook enkele andere camperaars hebben moeite met het nieuwe systeem maar dat uitdokteren zal voor morgen zijn.
Eindelijk is het zover. We hebben er lang naar uitgekeken. Het is short en T-shirt weer en ik ben benieuwd naar de dolmen die in de buurt liggen.
Dolmen Les Blancs Fossés
Dolmen Les Blancs Fossés is een eenvoudige dolmen waarvan de restanten van de kamer bestaan uit drie U-vormige steunstenen, die een ongeveer driehoekige, 3,5 m lange sluitsteen dragen, die aan één kant uitsteekt en waarschijnlijk het restant is van een grotere plaat. De kamer van de dolmen, meet ongeveer 2,0 × 1,0 meter en is ongeveer 1,0 meter hoog. De Dolmen des Fossés Blancs is sinds 1936 geklasseerd als historisch monument.
Dolmen de Vamprin
Ongeveer 750 m verder ligt de dolmen de Vamprin midden in een bewerkte akker en daardoor niet te bezoeken. De dolmen heeft twee evenwijdige, zuidwest-noordoost georiënteerde steunstenen, twee niet-ondersteunende eindstenen, een stenen restant dat waarschijnlijk deel uitmaakt van de sluitsteen en een ovale, rustende sluitsteen.
De uitgestrektheid van dit landbouwlandschap spreekt mij wel aan. Netjes op de onverharde wegen blijvend, zwerf ik wat rond en laat de weidsheid op me inwerken. Boeren hebben hier geen tijd om bij de pakken te blijven zitten. Respect!

De kern van dit 700 inwoners telende dorp ligt op slecht 700 m van de aire. Bij de oude
wasplaats werd gebruikt gemaakt van het verval van de L'Orvin, een 38,1 km lange zijrivier van de Seine. Nu wordt de plats gebruikt om te vissen.
De sobere Église Saint-Loup vertoont kenmerken van diverse invloeden.
Tijdens archeologische opgravingen in 1934 en 1974 werden enkele Merovingische sarcofagen gevonden. Wij kennen uit deze periode van ongeveer 400 tot 750 vooral Clovis. Met de komst van de Merovingers beginnen bij ons de vroege middeleeuwen.
Dag 18 - wo 26 maart
Marcilly-le-Hayer
Bij al die stilte en rust zou je haast vergeten dat er op veel plaatsen in de wereld enorme beroering heerst. Het enige waar wij het hoofd moeten aan bieden is een fijne druilerige motregen.
Op weg naar de vuiltonnen ontmoet ik mijn overburen die een wandeling met de hond maken. Altijd voor een babbel te vinden vergezel ik hen op de ochtendwandeling. Langs de uitgestrekte akkers hebben we het over de kleinschaligheid van bij ons en de moeilijkheid dat rendabel te houden. Deze grotere percelen hebben daar waarschijnlijk geen last van. Karine en Reggy zijn onderweg uit Spanje naar huis. Een Spanje waar het weer duidelijk niet altijd meezat. Ondanks valt hun uitgebreidere reis best mee en smaakt naar meer. Veel plezier op jullie verdere tochten.
Zoals iedereen ben ik oog geconfronteerd met de 'nieuwe' toegangsprocedure. Met telefonische hulp van de vriendelijke maar vooral geduldige medewerker raakt de app geïnstalleerd. Bij het aanmaken van je account is het password dat gebruikt wordt het nummer van je Pass'étapes kaart, 't is maar dat je weet.


In de tussentijd is de miezerigheid vervangen door breder wordende opklaringen, ideaal wandelweer. Het moeten niet altijd de rood witte streepjes van een GR pad zijn, geel is ook een mooie kleur. Het pad voert hoofdzakelijk door en langs landbouwpercelen waar de stilte enkel wordt onderbroken door het vrolijke gekwetter van vogeltjes. Spijtig dat de loop van de l'Orvin niet gevolgd kan worden. Ik vermoed dat de laaggelegen oevers gebruikt worden als spaarbekken om overtollig water in op te vangen.
Dag 19 - do 27 maart
Marcilly-le-Hayer
De lente is nog maar net aangebroken of we ontwaken bij een zomergevoel, ondanks de lichte nachtvorst. Bij de ochtendwandeling met de eerste koffie in de hand kunnen we nog een dikke trui goed verdragen. De wolkeloze hemel met een geleidelijk steeds meer aan warmte winnende zon, houdt de belofte van een schitterende dag in. Ideaal fietsweer.
Mijn blik is noordwestwaarts richting Nogent-sur-Seine gericht. Een ruime 20 km zou geen probleem mogen zijn. Mijn gps stuurt me gelijk het veld in en mijn benen hebben niet alleen af te rekenen met een onverharde boerenweg maar die gaat ook nog eens lichtjes bergop. Bij de aansluiting met de D 54 kan er niets meer mislopen. Het verkeer valt best mee en de automobilisten laten ruim voldoende plaats bij het weliswaar veel te snel voorbijsteken. Het parcours is op sommige plaatsen best wel pittig. Niet alleen gaat het constant op en af, niets overdrevens, maar een felle wind die vrij spel heeft over de vlakte blaast in mijn nadeel.
Zo kom ik in Nogent-sur-Seine toe bij het Office de Tourisme, gevestigd in een soort woonboot voor een gesloten deur met geen mogelijkheid te achterhalen wanneer het weer open gaat. In dit levendig stadje met nauwe straatjes is het even zoeken naar de kerk.

Dit is altijd een ijkpunt voor de toerist. De bouw van de
Église Saint-Laurent heeft zich over twee eeuwen uitgestrekt. Oorspronkelijk romaans uit de 15 de eeuw. Met belangrijke uit-breidingen in 16 de eeuw (vergroting schip, oprichting toren en bijbouwen van renaissance kapellen).
Met haar 53 kunstwerken waaronder schilderijen, beeldhouwwerken en sculpturen een bezoek meer dan waard. Mijn oog valt op één van de weinige seculiere glas-in-loodramen.
Alvorens de terugweg aan te vatten, ga ik op zoek naar de Lidl voor enkele dringende inkopen. Niet te gek want mijn fietstas kan maar een beperkte hoeveelheid hebben.
Op de weg terug is de wind me gunstig gezind wat vooral in mijn voordeel is bij de pittige hellinkjes. In Marcilly-le-Hayer blijf ik netjes op de weg. Geen fantasietjes door het veld deze keer.
Statistiek : afstand 45 km - tijd 2:24:14 u - snelheid G 18,73 M 49,35 - hoogtemeters 267 m
Ik word hartelijk verwelkomt door mijn Duitse overburen en na een welverdiende douche blijft er nog voldoende tijd over om van de zon te genieten.

Ik ben net ietsje te laat voor de zonsondergang maar ruim op tijd om mijn buren bij te halen en een fotoshoot te organiseren bij de dolmen.
Zoals het echte Europeanen past verloopt onze babbel deels in het Duits en deels in het Engels. Deze zeer sociale mensen hebben er net een 3 maanden trip in het zuiden van Europa opzitten en kijken reeds uit naar een volgend avontuur. Ik begrijp dat Albanië en Montenegro op hun bucketlist staan en daar kan mijn blog uiteraard bij helpen.
Dag 20 - vr 28 maart
Marcilly-le-Hayer
Het ontwaken op de aire evenaart bijna het gevoel van wakker worden en je hoofd buiten de tent steken op een rustige bergweide. Voorlopig geen bergen rond me heen, maar dat komt nog wel. Het vrolijke gekwetter van de vogeltjes in een overwegend doodstille omgeving. Zalig. Met mijn eerste koffie in de hand, begroet ik niet alleen de stralende zon maar ook mijn langzaam ontwakende medecamperaars. De vijf netjes verspreidt staande wagens bieden een prettig gevoel van privacy. Enkele vroege vogels beleven hun persoonlijk ochtendritueel.
De plaatselijke bakker is open op vrijdag en ik heb wel zin in een baguette. Het vleugje plaatselijk vakmanschap voegt net dat beetje extra toe. Hoe gaat het gezegde alweer : Vivre comme dieu en France? Meer moet dat af en toe niet zijn.
Bij dit langzaam ontwakend zomergevoel mag de ligzetel buitengehaald worden. Met het gezicht naar de zon en een boek in de hand ontstaat er vanzelf een vakantiegevoel. Af en toe piep ik boven mijn boek uit om het enthousiaste petanquespel van mijn overburen gade te slaan.
Node bergen Christiane, Christian en Dethlef hun spullen op om huiswaarts te keren. Zoon Christian heeft een belangrijke voetbalafspraak met zijn favoriete ploeg borussia mönchengladbach en die mag onder geen beding gemist worden. Er komt nog even telefonische ondersteuning aan te pas om hen van de camperplaats te laten vertrekken. Auf Wiedersehen und gute Reise.

De intense zonne-blootstelling laat zich gevoelen. Gelukkig is daar mijn weeldigere gezichtshaarbegroeing die de nodige bescherming biedt. Tijd om de wandelschoenen aan te trekken, mijn hoofd leeg te maken en mijn ogen aan de horizon te laten wennen. Daarvoor wordt het plaatselijke
Circuit des Dolmen gekozen. De dolmen en omgeving hebben we reeds uitgebreid verkend. Het vervolg van het pad voert door akkers en langs een stuk privaat bos.
Zou Marcilly-le-Hayer een landbouwdorp zijn? Ingekapseld door landbouwpercelen zo ver het oog reikt doet vermoeden van wel.
Zon en wolken spelen een kat en muis spel waarbij de zon definitief het onderspit moet delven. Tevergeefs wacht ik op een kleine doorbraak om een mooi sfeerbeeld te kunnen vastleggen. Helaas. Tot groot genoegen van de plaatselijke landbouwers begint het in de avond zelfs te regenen. Tja, mooie liedjes... maar voer wie?
Dag 21 - za 29 maart
Marcilly-le-Hayer - Aix-en-Othe - 21 km
J'aime la douce France, het camperland bij uitstek. Ook deze plaats wordt aan mijn lijst met favorieten toegevoegd. Alleen kun je maar beter bevoorraad toekomen.
Vooral uit praktisch oogpunt zak ik dieper Frankrijk in. De recensies van Park4night zijn bijzonder lovend over mijn volgende halteplaats. Aire du Moulin à Tan - gps N 48.22882; O 03.72298 wordt omschreven als 'paradis'. Misschien kun je te vroeg in het paradijs belanden? Naar mijn smaak mag de temperatuur iets hoger en de zon iets feller. Niets overdrevens, een helleoven hebben we nu ook niet nodig. Enfin, aan de joviale ontvangst van gastheer François zal het zeker niet liggen. En aan de prachtige inplanting van de aire absoluut niet, ingericht rond de loop van de Nosle. Een top bestemming in het zuidelijk deel van Champagne met alle faciliteiten. Een toiletruimte met douche - bij maximale bezetting zal het aanschuiven zijn, een gezellig ingerichte ontspanningsruimte, broodservice, afwasruimte en mogelijkheid de was te doen. Op 1 km de dorpskern en op 2 km twee supermarkten.

Meer naar de zomer, met een iets gevarieerder publiek moet het er hier gezellig en levendig aan toe gaan. Op de valreep naar de overschakeling op het zomeruur heeft de stilte en rust zeker haar charme. Ik zie mezelf verdiept in een boek bij vrolijk gezang van de vogels en het gekabbel van het stroompje.
De dag sluiten we af met een vriendelijke groet aan de paarden.

Dag 22 - zo 30 maart
Aix-en-Othe
De omschakeling naar zomeruur heeft mijn bioritme verstoord. Veel te vroeg wakker en weer in bed gekropen. Geen goed idee waardoor mijn ritme pas echt helemaal in de war is. Het weer werkt ook al niet mee. Druilerigheid wat overgaat in gemiezer. Rond de middag is het voldoende droog om een poging te wagen om het Circuit Découverte Aix-en-Othe te wandelen.
Op weg naar het startpunt ontmoet ik een plaatselijke boer die zowaar goed Nederlands spreekt. Geboren en getogen in de streek maar een telg uit een Nederlandse familie die zich in de oorlog hier gevestigd heeft. School gelopen in de plaatselijke school maar thuis altijd Nederlands blijven spreken. Best wel grappig dat echt onvervalst Hollandse accent te horen in een kleine landelijke Franse gemeente.
Dit slapende dorpje uit de 17 de eeuw werd onder invloed van de industriële revolutie in de 19 de eeuw een centrum van industrie. Wandelend door het centrum ontdek je nog sporen van enkele fabrieken die nu tot woningen zijn omgebouwd. Talrijke herenhuizen en villa's getuigen van een welvarend verleden. Aix-en-Othe staat nu bekend voor zijn cider.
Getuige van die welstand is terug te vinden in de begrafenis monumenten op het kerkhof rond de Chapelle Saint Avit. Deze van oorsprong parochiekerk uit de 12 de eeuw heeft in de loop der eeuwen veel van haar invloed verloren.




De kern van de gemeente met momenteel 2200 inwoners wordt gevormd door de Église Notre Dame de la Nativité et de l'Assomption. Deze eerder sobere kerk werd aan het begin van de 16 de eeuw gebouwd. De Halle werd opgericht in 1889 door Aristide Fortier naar het model van dergelijke gebouwen door architect Baltard uit Parijs. In 1997 gerestaureerd en nu gebruikt op woensdag en zaterdagmorgen als markt.
Tegenover de kerk ligt het Hôtel de Ville gerealiseerd volgens de plannen van architect Millot uit 1858. Opgetrokken met bruine bakstenen waarbij de ramen voor licht zorgen door het gebruik van witte steen uit Angis. Het plein werd in 1925 aangelegd en de toren met klok is een toevoeging uit 1933.
Het heeft wat voeten in de aarde gekost om de ingang van het Parc des Fontaines te vinden. Waarschijnlijk zat de uitvallende nevel daar wel voor iets tussen. Om maar te zeggen dat het park er volkomen verlaten bij lag op de eenzame toerist na.

Waar de naam Fontaines vandaan komt is mij een raadsel.
Aan de rand van de vijver valt mijn oog op een herkenbare boom. Wij hadden er zo een staan aan de voordeur van ons ouderlijk huis. Uiteraard niet zo'n kanjer maar hij mocht er best wel wezen. De thuya plicata (reuzenlevensboom) doet zijn naam in het park alle eer aan.
Bij zomers weer moet het hier gonzen van de bedrijvigheid. Tevergeefs kijk ik uit naar kuierende paartjes, spelende kinderen of picknickende ouders. Gelukkig is de nattigheid opgehouden en onderweg naar huis breekt de zon er geleidelijk aan door.
Als de zon er helemaal doorkomt wordt ik opgetrommeld om mee te doen aan een spelletje petanque. Best wel leuk om niet helemaal af te gaan tussen de Franse 'kenners'.
Dag 23 - ma 31 maart
Het leven van een zwervende camperaar is niet alleen rozengeur en maneschijn. Dagdagelijkse klusjes hebben niet de gewoonte zichzelf te verhelpen. Gelukkig zijn er in de 21 ste eeuw tal van tijd- en arbeidsbesparende voorzieningen. Zo komt het goed uit dat aire Moulin à Tan over een wasmachine beschikt. Bij dit prachtige voorjaarsweer hebben we geen nood aan de droogkast.
Mijn oog maar vooral mijn hart is gevallen voor een verkenning van de
GR 2 richting Rigny-le-Ferron. De 13,3 km schrikken me niet af en even speel ik met de gedachte het hele stuk te lopen en dan proberen een lift terug te krijgen. Onderweg wordt dat idee opgegeven. Het wordt ongeveer een uur stappen en dan terugkeren.

Langs landwegels en akkers; voorbij een houtwinningsgebied, waar het mij aangenaam verrast dat er aan lange termijn denken gedaan is door de aanplant van nieuwe bomen.
Onderweg even een babbel met een lokale bewoner die mijn sentiment helemaal begrijpt en ook een fervent GR wandelaar blijkt te zijn. Herinneringen aan tochten in 'onze' Ardennen doen het licht in de ogen opflitsen en een lach op het gezicht toveren. Deze tocht heeft ook de nodige afwisseling in zichten terwijl het op en af loopt in een licht heuvellandschap. Balsem voor de ziel en verkwikking voor het hart.
Dag 24 - di 1 april
Het is nog altijd een beetje wennen aan het zomeruur. Vooral 's ochtends is het nog eerder kil. Eens de zon aan hoogte wint gaat de temperatuur mee in stijgende lijn.
Het
Pays d'Othe leent zich niet alleen voor het maken van wandelingen maar ook voor fietstochten. Gisteravond heb ik gewerkt aan een bewerking van het Circuit des
Vallons d'Aix-en-Othe voor mijn Garmin Edge Explore. 55 km moet mij liggen en de ongeveer 600 hoogtemeters gespreid over negen 'hellingen' zullen een test worden. Er is een stevige wind opgestoken en het wordt afwachten wat de gevolgen daarvan zullen zijn. Voor de zekerheid laat ik François weten wat de plannen zijn. In geval van, je weet maar nooit.

Het
eerste deel - 22 km valt best mee. Beschut tegen de wind is het aangenaam fietsen met 250 m stijgen en 169 m dalen. Het zuiden van de Campagne is gekend voor zijn appelboomgaarden en het maken van cider. Ik passeer enkele bordjes met de vermelding dat het mousserende drankje er verkrijgbaar is. Die proeverij zal voor een andere keer zijn.

Deel twee met 30 km is andere koek. Enkele keren op het plateau blaast de wind fel tegen. Als dat ook nog eens op stukken bergop is, wordt het een tandje bijsteken. Met 348 m stijging en 458 m daling wordt het best wel pittig. Niet alleen tijdens de beklimming maar ook bij afdalingen is het zaak het stuur stevig vast te houden. Bij een boerderij op een heuvel is het tijd om de spanning even uit de benen te halen, iets te eten en de runderen gade te slaan. Het is sedert Noorwegen geleden dat ik dergelijk ras nog gezien heb.
De laatste 15 km zijn hoofdzakelijk bergaf en beschermd tegen de wind. Op de D wegen van dit circuit was het heerlijk fietsen bij een sporadisch passeren van een auto. De kleine dorpjes of eerder gehuchten liggen er rustig bij. De duurtraining bij de beklimmingen is al met al goed meegevallen. Een prettige tocht.
Statistiek : 03:06:47 - 55 km snelheid G 17,85 - M 60,80 - hoogtemeters 598 m
Dag 25 - wo 2 april
Ik ben (was) in verlof. 't Is te zeggen. Praatje maken, wasje slaan en boodschappen doen. Beetje in de zon zitten, wat lezen en de dag is zo voorbij.
Dag 26 - do 3 april
Aix-en-Othe - Chaource - 46 km
François en Johan hebben er alles aan gedaan om mijn verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. Het Franse motto vivre et laisser vivre in deze prachtige natuurlijke omgeving gaat volledig op. Andere oorden wenken en het wordt tijd voor Bon voyage et à bientôt.
De verplaatsing is door gekend terrein en elk dorp heeft wel zijn 16 de eeuws kerkje. De uitgestrekte akkers wisselen zich af met meer bospartijen maar het blijft heuvelachtig.
Aan de rand van het charmante Chaource heeft de gemeente een gratis aire voor 10 wagens ingeplant - gps N 48.05950; O 04.13886. Voornamelijk op zeer stabiel gras en gravel. Open zicht op een veld en met enkele picknicktafels. Voor de liefhebbers is er een klein petanqueveld. Er is een Euro Relais servicepunt buiten het terrein met tokens te verkrijgen bij de plaatselijke middenstand. Op enkele minuutjes wandelen van het centrum en op 550 m een supermarkt met afhaalpizza en wasserette. Merci à la communauté!
De verkenning van het centrum levert een gesloten office du tourisme op. De D 444 ofte de Route de Troyes is een belangrijke verkeersader naar de hoofdstad van de Champagne. Er is altijd wel iets wat je kunt gebruiken en de shoppingtrip naar de bi1 voldoet ruimschoots.
De rest van de middag is genieten van een schitterend welhaast zomerweer met binnentemperaturen van 28°. Mijn naaste Vlaamse buren zijn verwoede fietsliefhebbers en het relaas van hun tocht klinkt zeer bekend in de oren.
De dag sluiten we af met een fotoshoot van de zonsondergang.
Dag 27 - vr 4 april
Chaource
In het onderbewuste bij halfslaap gewekt door het vroege vertrek van enkele medecamperaars. Ook dat maakt deel uit van het camperzwerven. Nog altijd beter dan het laag overscheuren van straaljagers die net geen bang veroorzaken bij het doorbreken van de geluidsmuur. Ergens in de buurt moet er een militaire bases zijn.
Bij een eerste koffie, gezellig aan een picknick tafel raak ik in gesprek met een Duitse en wordt mijn buikgevoel (ik heb daar geen concrete aanwijzingen of cijfers voor) versterkt door iets wat al geruime tijd aan het broebelen is. Steeds meer centraal Europeanen maken zich ongerust over de ontwikkelingen in hun landen. Niet iedereen kan zomaar verhuizen, maar tracht de spanningen op het thuisfront te ontlopen door 'zwervend' in Europa rond te trekken. Weinigen zijn in de gezegende positie waarvoor ik gekozen heb maar steeds meer camperaars 'zoeken' naar 'conflictloze' oplossingen in een schijnbaar kleiner wordende actieradius. Zolang we geen overlast veroorzaken en min of meer bijdragen aan de lokale economie, toerisme en een goede verstandhouding onder elkaar en met de lokale bewoners handhaven, zal het wel loslopen. Immers de meeste camperaars hebben iet of wat dezelfde achtergrond. Laten we het vooral zo houden en een voorbeeld zijn voor anderen door wat we doen en juist niet doen.

Wat een verademing! Een medewerkster in het
Office du Tourisme met hart en ziel voor haar job. Gelijk in het ritme vallend van mijn niet perfecte Frans maar met een flair voor haar liefde voor haar moedertaal zich aanpassend aan mijn streven om mij in het Frans te blijven uitdrukken, opent een waaier van wist-je-datjes. Zo 'leer' ik dat Chaourse een samentrekking is van 'Chat' en Ours, zoals uitgedrukt in het wapenschild. Bijna watertandend wordt mij de 'Fromage Chaourse' aanbevolen. Met enthousiasme worden de 'verkenningsmogelijkheden' in de streek uitvoerig besproken. Wat een passie!

Gewapend met een overzichtskaartje en zoals het spreekwoord gaat, met ogen groter dan de buik, kies ik voor het wandeltraject Circuit du Chaourçois.
In mijn gedachten de 18 km wegwuivend als wel te doen en zeker de tijd scherper te stellen. Deze bijna zeventiger werd met de neus op de feiten gedrukt en moest erkennen dat de lokale verenigingen wel weten waar ze het over hebben.
Ik wil geen spelbreker zijn en start de 'wandeling' bij het office du Tourisme. Aan het Place des Arcades krijgen we een middeleeuwse invulling van wat de Grieken een 'stoa' noemden. Of hoe voortschrijdend inzicht zich aan de nieuwe tijd aanpaste.
Met een zucht moest de toeristenmedewerkster erkennen dat de inspanningen van Chaource om een 'Cité Caracteère' te worden te ontoereikend zijn om dat predicaat te krijgen ondanks de diverse vakwerkhuizen. De doortocht van de D 444 schijnt daar voornamelijk debet aan te zijn.

Ingesmeerd met zon protector 30 is het vooral van de stilte genieten. Op dit gedeelte van de tocht kom ik één wandelaarster tegen volgens haar T-shirt een 'Vrai femme'. Aanvankelijk loopt het pad gelijk aan de GRP Des is et de Fomage aangegeven met rood-gele streepjes. Het pad wat ik volg wordt gemarkeerd met wit-gele streepjes waarbij het wit nogal de wensen overlaat.


Het meest uitdagende, sportieve en geaccidenteerde terrein is de traverse door het
Fôret de Cussangy. Wandelschoenen en de ondersteuning van ten minste één wandelstok is geen luxe. Dank zij de drogere periode zijn de 'moddergedeelten' eerder beperkt. Dit gedeelte benaderd het dichts het GR gevoel.
Onderweg naar Lagesse worden we opnieuw meegevoerd in de overweldigende uitgestrektheid van de landbouwpercelen. Soms is het zoeken naar de markeringen maar het plannetje geeft de juiste oplossing.
Als paarden liefhebber is het genieten van het sluitstuk van deze wandeling. Het laatste gedeelte is met de gemeente Chaource recht vooruit. Ik zie die laatste klm op de rug van een paard in galop wel zitten.
Het circuit eindigt waar het is begonnen - bij het Office du Tourisme. Terwijl ik passeer sluit de medewerkster het kantoor af. Ze is zeer geïnteresseerd in mijn ervaringen en staat open voor de enkele suggesties om de bewegwijzering te verbeteren. Bij veel aanduidingen moesten de witte streepjes er bij gedacht worden. Toch chapeau voor de vele medewerkers die erop uit trekken om deze aan te brengen.
Na 4:30 u en 27.300 stappen ben ik maar wat blij om me in de zetel te kunnen uitstrekken en van de inspanning te bekomen.
Dag 28 - za 5 april
Chaource
's Ochtend bij het ontwaken is het best nog frisjes. Reden genoeg om me nog even te nestelen in de knusheid van het dekbed. Als de zon boven de bomen begint te verschijnen, warmt het snel op. De aire is duidelijk een doorgangsplaats. Bij mijn eerste koffie staan we nog met z'n vieren van de elf van gisterenavond. Voor velen schijnt de afstand op weg naar huis of naar een bestemming in het zuiden ideaal te zijn. De Fransen zijn minder berekenend wat dat betreft en nemen hun tijd.
Ik heb voor vanavond, 18 u, poulet rôti besteld en moet dus zorgen op tijd 'thuis' te zijn. Een fietstocht naar en bezoek van het cité caractère Ervy-le-Châtel past precies in dat tijdsbestek.
Met Google Maps wordt er een circuit getekend dat zoveel mogelijk drukke wegen vermijd. Dit wordt overgezet naar mijn Edge Explore en ik kan met gerust gemoed vertrekken. Van de wandeling van gisteren mag ik veel landbouw verwachten met akkers gelegen rond gehuchten en kleine gemeenten.
De beklimmingen zijn minder zwaar dan mijn vorige rit maar de kleine knikjes in een glooiend landschap onder een hete zon maakt de rit best uitdagend.
Bezoek Ervy-le-Châtel
Bij het heuvelopwaarts rijden, versterkingen werden doorgaans zo hoog mogelijk geplaatst, Kijk ik recht op de Porte Saint-Nicolas. Opgericht in de 13 de eeuw getuigt ze van het belang van middeleeuwse versterkingen. De poort is de enige overgebleven middeleeuwse stadspoort in het departement van de l'Aube.
De zaal boven de poort tussen de twee torens heeft gedurende vele eeuwen dienst gedaan voor diverse burgerlijke doeleinden.
Gelegen op de grens tussen de Campagne en Bourgondië heeft
Ervy-le-Châtel van oudsher een belangrijke strategische plaats ingenomen. In de 3 de eeuw was Erratus Vicus een militaire versterking. Het verkreeg in 1199 van Graaf Thibaud III vrije rechten maar werd naar aanleiding van het huwelijk van Philippe de Bel met Jeanne de Navarre in 1274 aan de koninklijke domeinen toegevoegd. Vanaf 1344 is het gekend onder de huidige naam. Na de Honderdjarige Oorlog kende de stad in de 16 de eeuw een Gouden Tijd. De stad heeft haar middeleeuwse karakter weten te behouden en is nu een trekpleister voor toeristen.
In de wirwar van nauwe straatjes zijn enkele interessante panden : Het Maison du Vitrail d'Armance ondergebracht in de oude gevangenis herbergt nu een glas-in-loodraam museum. De Église Saint-Pierre-ès-Liens uit 1546 staat helaas in de stijgers en ook binnen zijn herstelwerken aan de gang. De Ateliers verriers zijn dan weer gewijd aan het schilderen op glas en het glasblazen. In het jardin médieval worden aromatische en medicinale planten gekweekt maar begin april is daar niet de juiste voor.
De cirkelvormige rondwandeling is nu mogelijk wegens het dempen van de grachten.
De
Halle Circulaire gebouwd in 1836-1837 staat op de plaats van de oude slotgracht. Dit merkwaardige drie verdiepingen tellende gebouw is uniek in zijn soort in Europa. Op het gelijkvloers is het Office du Tourisme ondergebracht maar helaas gesloten waardoor we de bijzondere plafondconstructie niet kunnen bewonderen.
De terugweg schijnt vlotter te gaan. Praktisch geen verkeer op een landbouwtractor na. Eens voorbij Cussangy bij de aansluiting op de D 444 wordt het drukker. Na 45 km zet ik mijn tracker af om rustig te kunnen uitbollen.
Statistiek : tijd 02:07:27 - afstand 45 km - snelheid G 21,20 M 41,72 - hoogtemeters 220 m
Thuisgekomen ben ik blij mijn hoofd onder de koudwaterkraan te kunnen steken. Na een opfrisbeurt en in afwachting dat ik mijn braadkip kan gaan ophalen, plaats ik mij in de schaduw met een welverdiend aperitiefje. Een groepje camperaars zit enkele wagens verder gezellig onder de luifel en ik vang flarden van een gesprek op in het Vlaams.
Na de boodschappen ga ik mijn Vlaamse buren even groeten. De stoel wordt er bij gehaald en er ontstaat een levendige uitwisseling van reiservaringen waarbij ik likkebaardend de exploten van hun IJsland avontuur aanhoor. De camper overzetten kan blijkbaar wel degelijk aan een aanvaarbare democratische prijs. Tiens, misschien, wie weet. Jan en zijn gezin zijn sociaal geëngageerde mensen en naast het camperen zijn het verzorgen van enkele alpaca's een andere passie. Zo begeleiden ze anders begaafden op wandelingen in kleine groep waarbij de alpaca's een belangrijke rol vervullen. We zijn het erover eens dat helaas veel hedendaagse mensen de verbinding met de natuur verloren hebben. Mijn buren reizen verder zuidwaarts, een afspraak met een andere dochter. Prettige reis en veel voldoening in jullie sociaal engagement.
Dag 29 - zo 6 april
Chaource
Een en al bedrijvigheid op en rond het camperterrein. De brandweer heeft een oefening en de een na de andere camperaar zwermt uit. Ik loop even tot bij de bar/koffiehuis om te informeren naar de mogelijkheid om de Ronde van Vlaanderen op groot scherm te volgen. Helaas, ze sluiten in de middag.
Rond 10:30 u ben ik de enige overgeblevene en daalt de stilte terug over de plaats. Het symbolische 'niet storen' bordje wordt opgehangen en ik raak stilaan in Ronde modus.
We waren getuige van een masterclass van de wereldkampioenen.
Na uitgebreide sightseeing over plekjes in Vlaanderen die nog verkend moeten worden, belanden we in de zone van de waarheid. Wat een finale! De laatste 50 km een ware tentoonspreiding van wielervakmanschap. De verwachte namen waren op de afspraak en hoe. Het bijeen gefietste palmares van de tenoren is om stil van te worden. Elke generatie heeft zijn kampioenen maar af en toe dient er zich een fenomeen aan die er op duizelingwekkende hoogte boven uitsteekt. Het blijven beuken op de opeenvolgende hellingen zorgde uiteindelijk voor de definitieve afsplitsing. Tadej Pogačar was gaan vliegen en de vereende krachten van de achtervolgers, toch ook niet van de minsten met Wout van Aert, Mathieu Vanderpoel, Mads Pedersen en Jasper Stuyven zagen het fenomeen steeds kleiner worden. Deze vier moesten in een sprint de overige twee podiumplaatsen onder elkaar betwisten. Dat gaf volgend resultaat: na de ongenaakbare Tadej op plaats één, stonden op plaats twee met Mads en drie Mathieu een verzameling van huidige en voormalige wereldkampioenen op het podium. Wout nam plaats vier en Jasper vervolledigd de top vijf. Grenzen werden afgetast en verlegd. Met 45 km/u waren we getuige van de snelste editie ooit. Bedankt mannen voor een schitterende sportnamiddag ook aan de andere deelnemers die door de status en het talent van de kopmannen 'slechts' kunnen dromen van een ereplaats. Bedankt ook aan de VRT sportploeg voor het prachtig in beeld brengen. Tja, de koers is van ons en we blijven uitkijken naar een landgenoot op het hoogste schavotje.
Op het gevaar af chauvinistisch te klinken moet ik bekennen de finale van de vrouwenwedstrijd in uitgesteld relais te hebben bekeken. Lotte Kopekcy heeft de volledige wedstrijd beheerst en het in de sprint vakkundig afgerond. Voor Lotte is het haar derde zege in de Ronde, waardoor ze nu alleen recordhouder is. Proficiat. Dat wordt een nieuw feestje in Assenede! Pauline Ferrand-Prévot en Liane Lippert mochten mee het podium op. Veel sterkte aan de onfortuinlijke Elisa Longo Borghini die met een val en hersenschudding de wedstrijd moest verlaten.
Een schitterende reclame voor de wielersport die ons laat verlangen naar meer van dat.
Dag 30 - ma 7 april
Chaource
Het heeft vannacht gevroren. Bij het ontwaken heb ik de bijverwarming gemist. Zoals eerder opgemerkt warmt het flink op bij het verschijnen van de zon. Het blijft frisjes mede door een koude wind. Het zal zaak zijn mij warm aan te kleden voor de geplande fietstocht.
Ik heb een tocht in gedachte van 75 km met 920 hoogtemeters in een
Circuit rond Chaource. Bij de voorbereiding klonken veel van de namen van de dorpjes bekend en ik weet dus waaraan mij te verwachten.
Het zal een oefening in indelen worden en ik mik op ongeveer 4 u fietsen. Met 11 'hellingen' wordt dat een hele uitdaging.
Reeds vanaf de aanvang word ik door mijn gps op het verkeerde been gezet. De voorbereiding in mijn hoofd is de route in tegenwijzerzin. Ik raak in de war daar de dorpjes 'verkeerd' klinken. In Maisons-les-Chaource rij ik terug om de 'juiste' richting op te pikken.
Te laat valt mijn Eurocent dat ik gewoon kon blijven doorrijden. Enfin, door deze aanvangsperikelen ben ik al gauw een klein uur kwijt. Eenmaal op weg zoals gepland is het prettig doorrijden. In Les Granges bij het opdraaien van de D 59 is het zo ontspannend fietsen dat er al eens een stunt kan uitgehaald worden. Nooit eerder heb ik geprobeerd foto's al rijdend te maken. In Chesley aan de boorden van de Landion, ik ben twee uur onderweg is het tijd om de spanning van de benen te nemen.
Zoals eerder opgevallen, in de kleine dorpskernen is het doodstil. Ik ben onderweg twee wandelaars tegengekomen die de hond uitlieten. De postbode kruist een paar maal mijn pad en het is twee keer uitkijken voor passerende tractors. Van stilte en rust gesproken.
Het zuidelijkste deel van het circuit is sportief uitdagender. Enkele hellingen doen al een beetje aan middengebergte denken. In feite is dat op en af in golvend terrein niet zo mijn ding. Ik heb liever een langzaam blijvend oplopende beklimming. Maar dit is uitstekend als interval training. Waar het iets minder stijgt kan de fotostunt nog eens overgedaan worden.
In Mélisey, ik ben dan drie uur onderweg met ongeveer 60 km op te teller, valt de beslissing het vervolg van de voorgenomen tocht te vervangen door een shortcut over de D 213 en de D 3 om in Maisons-les-Chaource de tocht te besluiten via Pargues en de mooie afdaling langs de D 17.
Statistiek : tijd 04:03:40 - afstand 80 km - snelheid G 18,76 - M 55,06 - hoogtemeters 779 m
Bij de camper wordt de spierstijfheid weggewerkt met rek- en strekoefeningen. Is het nog even bekomen in de zetel met het gezicht naar de zon. Een klein hapje kan ik wel verdragen.
Na het wegbrengen van de afval raak ik in gesprek met mijn Nederlandse buur. We zijn het erover eens dat op onze gezegende leeftijd aandacht voor het kleine waardevoller wordt. We hebben al veel gezien en meegemaakt. Sommige toeristische plaatsen worden inderdaad een beetje te druk. Naast de bekende Europese hoogvliegers, hebben we het over 'onze' trekpleisters. Brugge bij ons en Volendam bij hen. Het toeval wil dat ze in Volendam wonen. In etappes van ongeveer 100 km onderweg naar Portugal zijn enkele tips uit de blog misschien wel nuttig.
Dag 31 - di 8 april
Chaource - Épineuil - 27 km
Mijn medecamperaars ondervinden eveneens de effecten van de nachtvorst. Bij het ontwaken ziet het gras er rijmwit uit en de stappen zijn knisperig op de bevroren dauw. De meesten verkiezen de knusse gezelligheid binnen tot de zon voor warmte zorgt.
Bij die deugddoende zonneschijn aan een helder blauwe hemel maken mijn Nederlandse buren Margo en Rens zich op voor de verdere trek naar het zuiden. Goeie reis en wie weet tot ziens.
Voor mij wenkt de Vaucluse. Begin mei zou ik rond de Mont Ventoux willen zijn en ik begin met het maken van een reisschema. Ik reken op ongeveer 12 ritten en realiseer mij dat ik toch een tandje moet bijsteken. De goede voornemens krijgen gelijk gestalte als ik rond de middag deze aangename omgeving verlaat.
Het wordt een korte verplaatsing door dorpjes die gekend zijn van vorige fietstochten. Tegen 13:30 u ben ik geïnstalleerd op het Terrain de Stationement de Camping-Cars te Épineuil - gps N 47.87359; O 03.98631. De gemeente heeft op de top van het dorp in 6 plaatsen voorzien. Munten voor de EuroRelais sanizuil zijn te verkrijgen bij de plaatselijke middenstand. In de groene zone zijn enkele picknicktafels geplaats onder de bomen. Op 1,5 km bergaf (en bergop) ligt een ALDI.
Het loont de moeite om eens door de hoofdstraat van dit 700 inwoners tellende dorp te lopen. Tegenover de kerk is een warme bakker. Verscheidene panden kreunen onder de ouderdom en geven het plaatsje karakter.
Het dorp is omgeven door wijngaarden waardoor het prettig wandelen is. Het ziet er voorlopig nog kaal uit maar in de zomer als de trossen rijpen krijg je een ander zicht. Ik raak in gesprek met een verzorger die bezig is met het snoeien. Als hij hoort dat ik uit België kom, weet hij de vertellen dat we goede wijn hebben. Das waar, maar niet aan de oplage zoals in Frankrijk maar dat wordt gecompenseerd door onze bierproductie.
Dag 32 - wo 9 april
Épineuil - Mailly-le-Château - 56 km
Als kind werden we door het spreekwoord "de morgenstond heeft goud in de mond" aangespoord vroeg bezig te zijn. Op rijpe leeftijd gaat het gezegde nog steeds op. Ik ben niet eens de vroegste. Na servicen van de wagen ben ik om 09:15 u op pad.
De verplaatsing voert door een prachtig landschap. De vele gezichten van Bourgondië trekken aan je voorbij. Geen wijngaarden of uitgestrekte akkers, eerder weilanden in golvende bewegingen. De eerste 40 km gaan vrij vlot tot Bessy-sur-Cure waar de D 66 overgaat in de D 277 en er in de dorpjes centimeter werk aan te pas komt. Hoe trucks het verzonnen krijgen door de dorpjes te rijden is een raadsel en als die dan een camper moeten kruisen wordt er al eens halsreikend flegmatiek een hoofd opgericht. Enfin, om maar te zeggen dat de laatste 16 km vrij spannend waren. In het dorp leiden goed geplaatste borden je feilloos naar de aire.
Om 10:30 u ben ik geïnstalleerd op de aire de CC de Mailly-le-Château - gps N 47.59316; O 03.63054. Dit is een aangepaste vroegere camping. Er zijn betonnen vloeren om op te parkeren en de mogelijkheid om elektra aan te sluiten. Flot-Bleu zuilen met jetons te verkrijgen in de mairie en bij de handelaren. 5 € per jeton voor 8 u stroom. Bij de sanizuil kun je grijs- en zwart water lozen en water tanken. De andere helft van het terrein is ingenomen door het planetarium. Er is een gloednieuw minivoetbalveldje en een speeltuin voor de kleintjes. Er staan enkele permanente bungalows. De toiletruimte is aan een grondige schoonmaakbeurt toe.
De dorpskern wordt beheerst door de versterkte Saint-Adrien kerk uit de 13 de eeuw en is beschermd als Historisch Monument. Bijzonder detail, de kerk bestaat uit drie beuken met een originele gotische gevel, omringd door twee hoge pijlers.

Vanaf het uitzicht platform is er een onmiskenbaar herkenningsgevoel. De meanders van de Yonne van bovenaf gezien doen denken aan de Semois vanaf Rochehaut in de Belgische Ardennen. Van hieruit heb je een moeilijk zicht op het kasteel wegens de hoge vestingmuur. Aan dit plein begint de
GRP "Les Méanders de l'Yonne". Om een deel daarvan te wandelen ben ik gekomen.

De rood-gele streepjes (waarbij geel het wit vervangt van de nationale Grande Randonneés als lokaal vandaar de P voor Pays) voeren je gelijk het bos in. Op de route krijg je een mooier beeld op het kasteel dat de vallei en het onderliggende dorpje beheerst.

Je bent net als ik en je houdt van stilte en rust zonder de 'snellere' natuurliefhebbers? Dan is dit pad iets voor jou. Ik heb niet de ambitie om het hele pad te lopen en maak een verkenning in beide richtingen. En dan sta ik midden in een geel veld. Zou dat het begin van de zonnebloem zijn? Ik heb geen idee.
Dat 'kleine' wandelingetje levert al gauw 20.000 stappen op en ik ben blij mij een beetje met het gezicht naar de zon te zetten op deze plaats die ik geheel voor mij alleen heb.
Dag 33 - do 10 april
Mailly-le-Château - Clamecy - 24 km
Het ideale aan deze stilteplaats is het ongestoord of niet in rij moeten wachten om te servicen. Een kleine schoonmaak is op z'n plaats en zo meegenomen voordat de zon dat bemoeilijkt.
Bij het wegrijden moet er iets fout gegaan zijn met het ingeven van de coördinaten. Mijn gps voert mij langs de meest landschappelijke route op dito baantjes. Er gebeuren vreemde dingen rondom mij. Tot mijn grote verbazing word ik feilloos geleid naar de verwachte plaats maar in de verkeerde stad.
Zo beland ik bij de Halte Fluviale te Clamecy - gps N 47.45838; O 03.52278. Er zijn verbeteringswerken aan de gang bij de plezierhaven waardoor ik ongestoord naast de sluis kom te staan. Er zijn geen voorzieningen maar prachtig gelegen voor het maken van wandelingen en fietstochten. Het centrum ligt op 400 m.
Het is gelijk meegenieten van het versluizen van een plezierboot door de sluis die nog volledig handmatig bediend wordt.

Mijn standplaats ligt vlak aan het wandelpad
Entre Canal du Nivernais et l'Yonne. Langs het kanaal kan er ook gefietst worden. Een groot deel van de wandeling is letterlijk tussen het kanaal en de rivier. Op dat deel doorwandelen brengt je door Camping du Pont Picot.
Op de terugweg door het historische centrum valt mijn oog op de rood-witte streepjes van een GR pad. Die leiden je door de nauwe straatjes, steegjes en trappartijen eigen aan middeleeuwse steden.

Een veilig en zeker vertrekpunt voor de verkenning van een Franse binnenstad is de kerk. De Collegiale Sint-Martinus van Clamecy uit de 12 de tot de 16 de eeuw heeft een façade die gedecoreerd is in flamboyante gotische stijl met een heel groot Timpaan. In het interieur bevindt zich een schijndoksaal, dat in de 19 de eeuw door Eugène Violelet-le-Duc is ontworpen om het verzakken van twee zuilen te voorkomen. De kerk is een prominent voorbeeld van de Bourgondische stijl en markeert het begin van de gotiek in de streek.
Geschiedenis
In 634 wordt de stad als Clamiciacus genoemd. Monniken van de abdij Saint-Julien in Auxerre vestigden zich op een hoogte boven de Yonne en begonnen het moerasachtige gebied rondom te ontginnen. In de 9 de of de 10 de eeuw bouwden de graven van Nevers een burcht op deze strategische plaats. De graven vestigden in de plaats hun munt en de stad werd een regionaal handelscentrum. Clamecy kreeg een stadsmuur met daarin drie poorten en achttien torens. Naast deze versterkte stad groeiden twee buitenwijken: de Faubourg de Beuvron en de Faubourg de Bethléem.
Van 1225 tot aan de Franse Revolutie was Clamecy een bisschopsstad. De bisschoppen van Bethlehem kwamen na de val van het koninkrijk Jeruzalem in de 13 de eeuw naar het Bourgondische stadje, omdat graaf Guilaume IV van Nevers hun daar een landgoed had nagelaten. De voormalige kathedraal, een klein gebouw, is grotendeels verdwenen. Ook van de burcht van de heren van Clamecy, die naast de Collegiale Sint-Martinus stond, zijn weinig sporen over. Op de plaats van de burcht werd tussen 1859 en 1861 het gemeentehuis gebouwd.
Clamecy was vanaf de 16 de eeuw een centrum voor houttransport. Hier werden gekapte bomen uit de Morvan via het Canal du Nivernais verzameld en in enorme vlotten over de Yonne en de Seine naar Parijs gebracht. Daar werd het hout gebruikt voor verwarming. Het laatste vlot voer in 1923..
De stad groeide dankzij de komst van de spoorweg (1868) en een chemiefabriek (1894). Op haar hoogtepunt stelde de SPCC (Société des Produits Chimiques de Clamecy) tot 500 mensen tewerk.

In het centrum van Clamecy bevindt zich een aantal oude huizen daterend uit de 15 de tot de 18 de eeuw. In het geboortehuis van Romain Rolland, Nobelprijswinnaar literatuur, is het
Musée d'Art et d'Histoire Romain Rolland gevestigd.
De markeringen leiden me naar de rand van de stad voorbij het historische pand waarin de Faiencerie d'Art de Clamecy is ondergebracht. Clamecy is gekend voor faience aardewerk. Over de Pont de Bethléem, genoemd naar de Église Bethléem die helaas helemaal ingepakt staat waarbij mijn eerste idee was dat het een fabriek betrof. We volgen enkele honderden meters de D 951 a waar het uitkijken is voor zwaar vervoer tot aan de Rue de Sembert.

Het gaat stevig bergop tot aan een weide waar je een mooi zicht op het onderliggende Clamecy krijgt.
Geen wijngaarden wel weiden en akkers. Merkwaardig, op het GR pad kom ik buiten een kat, niemand tegen.
Op het plateau sta ik dan terug temidden van wat ik ben gaan geloven zonnebloemen zijn.
Terug in de stad heb ik geen zin om reeds in de camper te gaan zitten. Ik volg de oever van het kanaal tot twee plezierboten mijn kant opkomen. Reden genoeg om rechtsomkeer te maken om de versluizing mee te maken.
De activiteiten worden druk becommentarieerd door de plaatselijke kenners. Een van de opvarenden schiet in filmmodus en legt alles vast. De twee vaartuigen meren af in de
Port de Plaicance en kunnen daarbij wat hulp gebruiken. Lachend merk ik op 'I do a lot for a Beer' aan de Australische bemanning die me na het vastleggen, prompt trakteren op zowaar een Leffe.
Zo komt een einde aan een dag vol onverwachte verrassingen. Als de werken afgerond zijn, is er de mogelijkheid om een aangename mix tussen pleziervaarders en camperaars te creëren.
Dag 34 - vr 11 april
Clamecy - Chaumot - 37 km
Een goede nachtrust is de slaap van de rechtvaardigen, zegt men. Het waarheidsgehalte van die uitspraak laat ik in het midden. Feit is dat ik al enkele dagen op rij zeer goed slaap, mij bijzonder uitgerust voelen kwik en monter aan een nieuwe dag start.
De stad Clamecy met zijn ongeveer 4.000 inwoners heeft een zeer goed gesorteerde E.Leclerc supermarkt en voor de komende dagen in kleine plaatsen kan ik wel 'enkele' dingen gebruiken. Resultaat, een zeer welgevulde kar die me toch de volgende 5 dagen 'uit de nood' zou moeten helpen. Ah wat. Zolang ik tussen de lijntjes van mijn budget kleur, is er geen vuiltje aan de hand.
Met wat omwegen land ik dan toch op de voorziene aire - gps N 47.25899; O 03.64811. De gedeelde plaats aan de Halte Nautique is een prachtige voorziening door de gemeente. Waarvoor dank. Er is een sanizuil waar fris water kan getankt worden en grijs- en zwart water kan geloosd worden. Er is 'slechts' één elektra aansluitpunt, maar mits goede wil kan die gedeeld worden. Wie het niet ontziet om 150 m te stappen, kan zijn afval kwijt in sorteerbakken. Een leuke gedeelde plaats met pleziervaartuigen waarvan de meeste tijdelijk afgemeerd schijnen en er weinig verloop is. De nabijheid van de D 977 bis zou storend kunnen zijn maar het vrolijk getjilp van de vogeltjes overstemt het passeren van een enkele wagen.

Ik ben aangeland in de bakermat van de schrijver
Jules Renard ( 1864-1910) de Franse tegenpool van onze Stijn Streuvels die op een even weergaloze manier de tijdgeest en de karakters die deze vertolkten, wist weer te geven. Het ouderlijke huis is nu een privé woning.

In
Chitry-les-Mines, het naburige dorp, pikken we voor de verandering eens de schildjes van het
Saint-Jacques de Compostella pad op. Om niet over de 'hedendaagse' weg te moeten wandelen, kan gekozen worden voor de Romeinse Heirweg. Alhoewel, naar mijn bescheiden mening ziet de brug er niet bepaald Romeins uit.

Ik laat mij inspireren door de geest van Jules Renard en bestijg de overliggende oever om een kijkje te nemen bij de Gloriette. Toen de schrijver enige bekendheid en financiële status verwierf, kon hij zich het optrekje
La Gloriette veroorloven. Ik ben niet bekend met het werk van de schrijver maar vraag mij af welke ideeën hij opdeed toen hij uit zijn raam het tegenoverliggende Châtaeu Chitry kon gadeslaan.
Buiten een vliegtuig- of drone opname heb ik elke mogelijke hoek geprobeerd om een mooi zicht op het kasteel te hebben. Jules Renard was gezegend met een onbelemmerd zicht. Zou hem dat geïnspireerd hebben tot het tekenen van enkele karakters in zijn werk? Ik ben benieuwd.
Terug bij de camper waag ik mij aan een partijtje petanque met mijn buurvrouw Corinne. Als Fransman in spé verlies ik nipt met 12 tegen 13. Blijven oefenen is het devies.
Dag 35 - za 12 april
Chaumot
Vooral Fransen kennen de plaats en nemen er de zwervende Belg graag bij, want we zijn toch halve Fransen huh.
Bij mijn morgenwandeling, met dikke trui want het blijft frisjes, kom ik één jogger tegen. Niet de juiste persoon voor een praatje. Op een afgemeerd pleziervaartuig is er al volop ambiance. Dergelijke manier van reizen spreekt mij ook wel aan maar dat lijkt me iets om in compagnie te doen.
In de sfeer van onthaasting en reflectie plan ik een fietstocht langs het kanaal. Bij het nemen van de 16 sluizen wil ik mijn hartslag wel opdrijven. Enkele hebben best wel een aardig verval. Ik ben benieuwd naar het aantal hoogtemeters.
Bij vertrek is het licht betrokken met de voorspelling van toenemende bewolking en regen in de late middag. De eerste 15 km lopen licht op maar met een stevige tegenwind. Ik neem me voor niets negatiefs meer te zeggen over de waaiende winden aan de kust. Het
Canal de Nivernais is een vernuftig ingrijpen van de mens in de natuur. Door het sluizensysteem blijft het kanaal bevaarbaar. Zij het enkel voor pleziervaartuigen. Langs het kanaal zijn verscheidene kunstmatige haventjes aangelegd. Ideale ontspanningsmogelijkheden.
In
Châtillon-en-Bazois is het mij te toeristisch druk. Op zich niets mis mee maar ik ben gekomen om te fietsen. Ik pik het kanaal weer op en rij door tot de
Barrage à aiguilles. Dit is de avontuurlijke oversteekplaats van het wandelpad. Met mijn fietsschoenen geen zo'n goed idee en ik instaleer me braafjes op een bankje voor een kleine snack. Ik ben halfweg op km 35 en alhoewel het weer hier best meevalt, denk ik toch aan het weerbericht en maak rechtsomkeer.
Het gaat lichtjes dalend en met de wind in de rug 'vliegen' de km er zo af. Dat is zeker het geval bij de laatste 15 km. In dit prachtige fietsgebied ben ik niet veel medefietsers tegengekomen. Waarschijnlijk blijven de meesten in de buurt van hun auto. Mijn niet gelaten. Ik heb mijn bel maar twee keer moeten gebruiken.
Gelukkig wel op tijd thuis. Mijn bezwete kleren die ik te drogen heb gelegd moeten onverwijld binnengehaald worden. De aangekondigde regen dient zich aan.
Statistiek : tijd 03:10:24 - afstand 70 km - snelheid G 22,06 M 41,89 - hoogtemeters 222 m
Dag 36 - zo 13 april
Chaumot
De dag begint wat in mineur met een betrokken hemel maar in feite is dat niet zo erg met het oog op het vervolg van de wielerhoogmis met vandaag Paris-Robaais. Om 11 u probeer ik in te loggen om te horen dat de livestream pas om 13:30 u begint.

Een wandeling langs de andere kant van het
Canal de Niverais (richting Clamecy) zie ik wel zitten om de tijd te overbruggen. Het rumoerige Frankrijk wordt gezegd. Inderdaad, in een welhaast doodse stilte zijn het de vogeltjes die luidkeels van zich laten horen. Dat wordt afgewisseld met het klaterend geluid van neerstortend water bij de sluizen die we onderweg tegenkomen. Bij een afgemeerd pleziervaartuigje krijg ik een wuivende hand als wedergroet. Verder alleen de tred van de eenzame wandelaar.
Ik bereik na 45 min stappen Mariguy-sur-Yonne. Hier zijn de Yonne en het kanaal in één beeld te vatten. Met het oog op de live uitzending wordt er rechtsomkeer gemaakt.
Paris-Robaais
We haken in met de live uitzending met ongeveer 150 km te gaan. Een overzicht van enkele valpartijen en de aanloop naar de kasseistroken. We volgen de golfbewegingen in het peloton en zijn getuige van de positionering van de grote vier. Op 80 km van de streep vinden de supergrote twee het welletjes en plaatsen een demarrage waarbij Tadej en Mathieu afstand nemen van Wout en Mads. Op de stroken van de waarheid nemen Mathieu, Tadej en Jasper Philipsen een flinke voorsprong en kan de rest het gat niet dichtrijden. Het duel der fenomenen draait uit op stuurbehendigheid en een uitschuiver van Tadej maakt dat Mathieu alleen komt te zitten. Grote klassiekers worden soms op grootse wijze gewonnen. Mathieu houdt stand ondanks een aanslag met een drinkbus van een onsportieve fanatieke supporter en komt solo op de wielerbaan toe. Tadej als wereldkampioen is wel degelijk te kloppen maar bewijst dat een 'lichtgewicht' zeker een rol van betekenis kan spelen op de kasseien van het noorden. In een sprint om de derde plaats wint Mads het van Wout die alweer vrede moet nemen met een eervolle vierde plaats. Zoals Tadej en Mathieu eerste plaatsen aan elkaar rijgen, wordt Wout grossier in ereplaatsen. Voor een kampioen van zijn allure een magere troost of misschien het aanvaarden van een realiteit. Proficiat mannen voor een spannende sportnamiddag. De leeftijd van de protagonisten doet ons uitkijken naar volgende duels. Ik had gehoopt op een 'spannender' strijd maar dat zou onrecht doen aan de glansrijke prestatie van Mathieu. Hoe zou een kampioen als Wout zich voelen als tijdgenoot van ongenaakbaren? Tja, een vorige generatie had af te rekenen met het fenomeen Merckx.
De camperplaats geniet van een genadige zondagsrust. De D 977 bis verandert daar niets aan. Mijn nonchalant slenteren over de weg wordt verstoort door een automobilist die inhoud en de toerist het plezier van het maken van een foto gunt. Oh oui j'aime la France, sans doute! Zeker als het om zonsondergang gaat.
Dag 37 - ma 14 april
Chaumot - Château-Chinon - 41 km
Het was prettig toeven op deze onverhoopte praktische plaats. Andere horizonten wenken en nopen om op te krassen. Niet alvorens te servicen. Grijs- en zwartwater aflaten is geen probleem maar fris water inslaan lukt niet. Als je naar hier komt voorzie een bajonetaansluiting.
Bedankt aan alle trouwe lezers en zij die wereldwijd mijn blog 'ontdekken'. Jullie hebben bijgedragen aan een nieuwe mijlpaal. De 75.000 pagevieuws zijn overschreden.
Het grootste deel van de verplaatsing voert door het Parc Naturel régional du Morvan. Dit Regionaal Natuurpark is een beschermd gebied van bossen, meren en traditionele landbouwgronden maar ook met diverse dorpjes waarvan het op een heuvel gelegen Château-Chinon. Het is even dwars door het dorp heen rijden wegens een route barrée. De hoofdstraat is afgezet voor de plaatselijke markt. Gemeentewerkers rijden even voor om me de plaats te wijzen.
Aan de voet van het dorp is een aire aangelegd naar de standaard die we van CC Park gewoon zijn - gps N 47.06316; O 03.93584. Naast de gebruikelijke faciliteiten is er ook een openbaar toilet maar 'tijdelijk' afgesloten wegens onderhoudswerken. Een flinke klim van enkele honderden meters brengt je in de hoofdstraat. Er liggen twee supermarkten in de buurten diverse handelszaken in de hoofdstraat.
Uit het aanbod van plaatselijke bewegwijzerde wandelingen kies ik voor de Boucle de la Chapelle de Montbois. Een best wel uitdagende wandeling waarbij goede schoenen geen luxe zijn. In een grote lus leidt de wandeling rond het plateau waar de Calvaire een trekpleister is.
Vanaf de Faubourg de Paris krijg je een eerste mooi zicht op de vallei. Het landschap begint stilaan de allure van laaggebergte aan te nemen.

Voormalig president François Mitterand van 1981-1995 had een voorliefde voor de Morvan en in het bijzonder Château-Chinon. Ter zijner gedachtenis is een herdenkingspark aangelegd. Het
Espace François Mitterand. Rond wat allegorisch een dolmen moet voorstellen, is een eikenbos aangelegd.

We verlaten de platgetreden wegen, duiken het bos in en kunnen ons uitleven op een echte trekking. Holle wegen, door de historische boerderij
Montbois, op en af de heuvel naar de
Chapelle Saint Roch met mooi uitzicht en een rondtrekkende beweging langs de heuvel. Het wordt even ploeteren door iets wat aanvoelt als een stroompje begeleidt door koeien in galop.
Voor al die inspanningen is de beloning een groots panoramisch zicht. Ik kan de voorliefde van president Mitterand wel begrijpen.
Bij de camper in mijn zetel met een boek ben ik getuige van het volstromen van de aire. Een prachtige doorreisplaats.
Dag 38 - di 15 april
Château-Chinon - Autun - 39 km
De wijn- en andere boeren zullen blij zijn met de malse regen die hun gewassen doen groeien. Voor ons camperaars maakt dat niet zoveel uit, zolang het maar 's nachts regent en het geen vloedgolven of waterbommen zijn. Een regenbuitje af en toe maakt de lucht schoon en veegt het stof weg.
Het is ontspannen cruisen over de D 978 door het Natuurpark Morvan waarvan het grootste deel langs het riviertje La Canache. Er zijn enkele parkeerplaatsen voorzien voor hen die langere afstanden afleggen.
Ik kan niet echt zeggen dat het een prettig weerzien is met de camperplaats in Autun - gps N 46.95096; O 04.31131. Herkenbaar aan de ligging dat wel. Bijna afgeladen vol. Enkele bussen die wachten op schoolkinderen. Een gemengd gezelschap camperaars met tussendoor enkele personenauto's. De aire krijgt een opwaardering. Bij het oprijden staat de gloednieuwe sanizuil gekend van CC Park. Donderdag worden elektra werken uitgevoerd. Alles wijst in de richting dat het waarschijnlijk de laatste keer is dat we gratis kunnen staan.

Autun heeft de toerist ontdekt of is het omgekeerd?
Het Romeins Theater is afgezet met een hekken. Het park rond het
Plan d'Eau du Vallon is opgewaardeerd met ontspannings-ruimten voor klein en groot. Het is prettig wandelen langs de goed onderhouden paden en de stad doet er alles aan om de biodiversiteit te handhaven. Ook Autun ligt ten slotte in het Natuurpark Morvan. Bij valavond als het minder druk wordt, kan al eens een reiger gespot worden.
In gesprek met mijn Franse buur, die uit de streek komt, hebben we het over de veranderingen in camperwereld. Acht jaar geleden rond ongeveer dezelfde tijd stond ik hier helemaal alleen. Een laatste telling brengt me vandaag op 26. Voor een deel het gevolg van de vakantieperiodes in sommige delen van Frankrijk en Duitsland. Velen doen ook de stad aan op doorreis naar het zuiden of op de terugweg volgens mijn zelfde bron. Gespreide drukte kan ik mee leven, maar afgeladen vol is toch wel teveel van het goede. Afwachten wat het morgen wordt. Ik ben gekomen om te wandelen niet om op de parking rond te hangen. Maar toegegeven het is een fantastische locatie.
De terugkerende regenbuien zouden in de loop van de nacht overtrekken met prachtig wandelweer voor morgen in de aanbieding.
Dag 39 - wo 16 april
Autun
Het weerbericht voor liefhebbers van buitenactiviteiten ziet er voor centraal Frankrijk niet zo gunstig uit. Aanhoudende regen variërend in intensiteit. Breder wordende opklaringen worden rond de middag verwacht.
Tussen de buien door wat tijd om de natuurkennis bij te werken. Bij het bord met de voorkomende vogelsoorten leer ik dat de reiger van gisteren de
ardea cinerea is of de blauwe reiger de meest voorkomende soort. Mijn lieveling is de mooi gekleurde
garrulus glandarius of Vlaamse Gaai. Heel af en toe kan ik er eentje spotten. De
anas platyrhynchos of wilde eend is gemakkelijker te herkennen.
Aan de noordwestkant van het park of de zuidkant van de oude Romeinse stad
Augustodunum zijn tijdens archeologische opgravingen delen van de
Romeinse muur teruggevonden. Ter hoogte van het infobord was de ingang tot het theater. Op andere plaatsen in de stad is duidelijk zichtbaar dat op de oude fundamenten, middeleeuwse versterkingen zijn opgetrokken.

Op het aangekondigde uur lijken de opklaringen veelbelovend te worden. Het GR pad volgt voor een deel het lokale pad Bois et Valées Autun - Le Creusot. Een stukje daarvan loopt gelijk aan het Voies Celtes. De romanticus in mij voelt zich verwant met de lokale Kelten als nazaat van de Morienen of waren het de Menapiërs. Of zou daar niet veel meer van over zijn na alles en iedereen die we over ons heen gekregen hebben? Misschien is het veiliger het niet te weten.

Bij de aanvang van het Voies Celtes volgen we de
Ruisseau de Brisecou. Ik ben in het spoor van een gezin met twee kleintjes. Mama en papa proberen de klein mannen warm te maken voor de wonderen der natuur maar die zijn meer geïnteresseerd in wat er in het beekje te beleven valt. Dat slaat om in kreten van bewondering bij de
Cascade de Brisecou.
Het pad draait weg en de rood-witte streepjes nemen het over. Het wordt uitdagender en stevige wandelschoenen en de ondersteuning van ten minste één wandelstok is sterk aanbevolen. Het gaat stevig bergop tot het Étang des Cloix. Onderweg laat een ouder echtpaar (dit is de leeftijdsgroep tussen leeftijdgenoten en bejaarden) mij voorbij, met de opmerking 'il est encore jeune'. Voldoende aansporing om er gezwind het tempo in te houden.
Nu volg ik de gele streepjes van het lokale pad die me kms langs een muur van een privébezit leiden. Lichtjes golvend passeren we het hoogste punt van de wandeling tot aan het
Croix de Libération waar een schitterend uitzicht over de stad wacht. Ondertussen heb ik de rood-witte streepjes van het GR pad weer opgepikt richting stad. De steile afdaling is best wel pittig en de hulp van mijn stok is meer dan welkom.
Ik ben wat blij mijn wandelschoenen te kunnen uittrekken na drie uren van intensief wandelen.
Dag 40 - do 17 april
Autun - Toulon-sur-Arroux - 42 km
Autun wordt achter me gelaten bij een druilerige miezerigheid. Bij gebrek aan zon zijn mijn batterijen aan een oplaadbeurt toe. De ijskast die minder goed werkt op gas, kan wat extra koeling gebruiken. Door de uitvallende nattigheid kan er minder van het landschap genoten worden maar ik heb de indruk dat de heuvels iets minder hoog zijn.
De voormalige camping te Toulon-sur-Arroux is overgenomen door CC Park - gps N 46.69429; O 04.13262. De meeste van de 36 voorziene plaatsen zijn op grind en min of meer vlak. Een groot deel daarvan heeft vrij zicht op de Arroux. Verdeeld in blokken afgezet met hagen en verscheidene bomen zorgen voor schaduw en privacy. Het sanitaire blok is wat outdated maar alles werkt en er is net schoongemaakt. De gemeente doet er alles aan om het trage toerisme te bevorderen. In het dorp zijn diverse handelszaken en op 1200 m ligt een supermarkt.
De toenemende dreiging van regen, kluistert ons voor een groot deel van de middag aan de camper. Tijd voor kleine klusjes en een verkenning van de omgeving. Zo 'ontdek' ik dat de GR 131 praktisch voor de deur passeert. Dat vraagt om een verkenning. De 10,5 km naar het uitzichtpunt op de Mont Dardon is een beetje ver. Maar een deel van de 7 km in de andere richting moet wel te doen zijn.

De rood-witte streepjes leiden me keurig naar het centrum van het dorp tot bij de
Église Jean-Baptiste. Dit gebouw is de voormalige parochiekerk van de gemeente gebouwd in Romaanse stijl in de 12 de eeuw en bevond zich oorspronkelijk binnen de muren van het landsheerlijke kasteel van het dorp.
Sinds 1878 niet meer in gebruik vanwege de bouw van een nieuw heiligdom. De oude kerk deed daarna achtereenvolgens dienst als houtopslagplaats, wijnkelder, schuur, garage en dorpshuis.
Het is sinds 1945 geclassificeerd als historisch monument. In 1969 is de kerk ontwijd en eigendom van de vereniging Vrienden van Dardon. Een bezichtiging is mogelijk op aanvraag. In de zomer is het museum geopend voor publiek en worden er tentoonstellingen gehouden.
In de late middag met de belofte van breder wordende opklaringen wil ik de iets verder gelegen vijvers bekijken. Als je ooit in de buurt bent kun je je die moeite besparen. Een rustige wandeling, dat wel, maar een blik op de vijvers is alleen mogelijk op plaatsen waar het bladerdek wijkt. Een mooier zicht is de door de avondzon beschenen
Pont du Diable, naar verluidt oorspronkelijk uit 1140.
Na een praatje met de beheerder die komt kijken als alles naar wens is, laat ik mij overtuigen om de douche te proberen. Onder de gegeven omstandigheden een Spartaanse aangelegenheid. Met verwilderde natte haren raak ik in gesprek met mijn buur. Hij weet me te vertellen dat we al bij al van geluk mogen spreken met het weer. In de Alpen is er zware sneeuwval en zoals hij het aangeeft schat ik zo'n 120 a 130 cm. De pistes zouden gesloten zijn.
Genietend van de zonsondergang kijken we uit naar een mooie dag morgen.
Dag 41 - vr 18 april
Toulon-sur-Arroux
Het ochtendritueel, na een zeer stille nacht, gebeurt in de mist. Waarschijnlijk onder invloed van de Arroux niet zo'n klein riviertje. Ze ontspringt in de Côte-d'Or en stroomt 120 km door de departementen Côte-d'Or en Saône-et-Loire. Het is een zijrivier aan de rechteroever van de Loire, waar ze in Digoin, mijn geplande volgende stop, in vloeit.
MeteoFrance geeft goede vooruitzichten en we hopen op een doorbreken van een aan kracht winnende zon. Tegen de middag is de belofte waargemaakt en dat vraagt om een bijpassende sportieve uitdaging. De wandeling over het GR pad naar de Mont Dardon is misschien te hoog gegrepen maar met de fiets?
Ik heb een mooie weg uitgestippeld via zeer rustige wegen. Alleen, op een scherm laat zich dat vlot uittekenen. In de praktijk durft de gps al eens kuren te vertonen en zonder kompas heb je aan een mededeling rij naar het oosten niet zoveel. Enfin, dat in rondjes rijden viel hoop en al best nog mee.
Over dergelijke afstand blijft het op en af rijden best wel lastig. Ik heb liever een gestaag bergopwaarts. Op een dergelijke afdaling waarbij geflirt wordt met de 51 km/u laat de realiteit van de beklimming van de Mont Dardon zich voelen. Ik doe een dappere poging om door te rijden tot de parking maar de laatste meters zijn er teveel aan. Mijn fiets wordt netjes gestald en de 'beklimming' van de heuvel gebeurt te voet. Bij het gebruikelijke kruis is een merkteken ingemetseld en ik ontcijfer 943. Dit kan onmogelijk de hoogte zijn volgens Google, die de top plaatst op 497 m.
De zichten rondom maken al de inspanningen de moeite meer dan waard. Spijtig van de bomen en struiken die een 360° beeld onmogelijk maken. Het glooiende landschap laat zien dat steeds meer land in cultuur wordt gebracht. Gelukkig zijn er nog voldoende bospercelen.
Op de terugweg worden de weidse zichten steeds schaarser en gaat het vlot in dalende lijn.
Mijn hartslag is op dit tochtje een paar keer over de 150 geweest maar daalt heel snel. De conditie zit goed. Terug bij de camper ben ik blij mijn fiets in de garage te kunnen stellen.
Statistiek : tijd 01:40:13 - afstand 30 km - snelheid G 17,98 - M 51,02 hoogtemeters 479 m
Het is nog vroeg in de middag en ik wil wel eens de boorden van de Arroux verkennen. Op een sluipweg kom ik op een erf terecht en eenmaal op de baan word ik lachend toegesproken door een echtpaar medecamperaars. "Vous cherchez également une balade le long de l'Arroux?" Duidelijk niet mogelijk. Tja aan niet bevaarbare rivieren was er geen nood om jachtpaden aan te leggen.
Dag 42 - za 19 april
Toulon-sur-Arroux - Molinet - 33 km
Na het ochtendritueel, servicen en de afwas doen, kan ik om 10:15 u vertrekken. Een enkele vroege vogel wuift mij uit, een bepaalde broederschap onder camperaars. Onderweg zijn het ook de 'anciens' die de hand opsteken. Op deze verplaatsing zijn de besognes vooral om LPG of zoals ze hier zeggen GPL (Gaz Petrole Liquide) te kunnen tanken. Zolang er niet moet verwarmd worden op gas kan de voorraad lang meegaan. Na inkopen bij de E.Leclerc, als halve Fransman ben ik ondertussen klant met kaarthouder. Een taxichauffeur verwijst me door naar het Total Energies station waar ik zeker GPL kan tanken en waar de bediende me zeer graag helpt. Ik ben weer zoet voor enkele maanden.
Van Digoin naar Molinet is het een steenworp. Op de zeer aanbevolen aire - gps N 46.47079; O 03.94172 ben ik om 12 u geïnstalleerd. Een mooi aangelegde aire aan de boorden van het Canal Latéral à la Loire. Dertien ruime, min of meer vlakke plaatsen op gravel zijn beschikbaar. Een Flot Bleu servicezuil voorziet in wat nodig is. Trieer vuiltonnen zijn aanwezig. Een ideale uitvalbasis voor wandelingen en fietstochten. Deze faciliteit wordt door de gemeente gratis aangeboden; waarvoor dank. Een geliefkoosde plaats onder kenners, waaronder enkele vissers en andere liefhebbers van rust.

Na een hazenslaapje, ik ben ten slotte op van 6:30 u wordt het tijd om de wandelschoenen aan te trekken voor een wandeling naar het
Le Pont Canal de Digoin en aansluitend het Port de Plaisance. Langs het kanaal haal ik een koppel medecamperaars in. We hebben het vooral over Vichy, waar ze vandaan komen. Digoin heeft een heus infobureau over het wel en wee van de Loire en het Canal.
Ik wandel door naar het Port de Plaisance maar krijg geen wauw gevoel. Ongetwijfeld praktisch maar geen sfeervolle infrastructuur om het de pleziervaarder echt naar de zin te maken.

Het Canal wordt nu voornamelijk gebruikt voor de pleziervaart en rondvaarten. Frankrijk heeft geen moeite gespaard om mee te deinen op de golf van de industriële revolutie, maar dat was slechts van korte duur. Een tiener is oplettend geweest in de les aardrijkskunde en probeert de toerist op het verkeerde been te zetten.
Wat maakt een camperplaats tot een geliefkoosde topbestemming? Waarschijnlijk de locatie, alhoewel er nog dergelijke pareltjes zijn. De prijs? Idem. Ik denk de nabijheid van afrit A 79 of de ligging tussen grootsteden als Lyon en Vichy. Feit is er blijven camperaars toekomen en de gemeente schijnt de toevloed voorzien te hebben. Een gemaaid grasveld naast het terrein doet dienst als 'tijdelijke' oplossing. Daardoor zijn de 13 ingerichte plaatsen uitgegroeid tot 26. Een van de redenen waarom ik van Frankrijk hou : 'vivre et laisser vivre'. De libertair in mij kan dit alleen maar toejuichen.
Dag 43 - zo 20 april
Molinet
Het is hier zo rustig dat elke rimpeling in de geluidsgolven direct wordt opgepikt. Als de eerste voertuigen om 6:30 u beginnen te vertrekken, draai ik me even om en blijf lekker horizontaal.
Voor je het goed en wel beseft is het zo 9 u, lacht een vrolijk stralende zon je toe en wordt je hartelijk begroet door de medecamperaars. Het begin van een rustige zondag.
De gelegenheid om een snipperdag in te lassen. Het ochtendritueel in aangepaste versie. Met de koffie in de hand een praatje her en der. Belangstelling voor het geduld van de vissers. Een vriendelijke groet aan baasjes en honden. De ligzetel buitengezet en proberen niet al te verdiept in mijn boek te geraken. Er is geen reden om een zonnesteek op te lopen.
Om niet helemaal tot luiheid te vervallen wordt een wandeling in de omgeving gemaakt en zoals dat vaak gaat, wordt de grens steeds vaker verlegd. Het is genieten van een biljardlaken glad jaagpad dat gedeeld wordt met andere buitenliefhebbers.
Het blijft een komen en gaan op de zeer in trek zijnde aire. Rond 19 u duikt iedereen de camper in want we worden gezegend met een aanhoudende regenbui waar niemand om schijnt te balen. Voor de meesten is de dag dan toch voorbij.
Dag 44 - ma 21 april
Molinet
De Paasbezoekers vertrekken één voor één, enkelen blijven staan en de vrije plaatsen worden zo weer ingenomen. De nummerplaten tonen een zeer gevarieerd internationaal Europees gezelschap met bezoekers uit het hoge noorden tot het diepe zuiden en alles daar tussenin.
Van een blik op de lucht word je niet veel wijzer. De zon doet verwoede pogingen om het wolkendek te doorbreken maar die komen steeds opnieuw opzetten met dreigende donkerheid. MeteoFrance stelt een halve bewolking voor met 25% kans op regen. Verwaarloosbaar. Onvoldoende reden om de geplande fietstocht af te lassen.
De route langs het
Canal Latéral à la Loire tot
Diou volgt de Europese waterroute dwars door Europa met de
E 6. Helemaal tot aan de delta van de Donau rijden aan de Zwarte Zee zal niet voor vandaag zijn. Een stevige tocht langs de route moet wel kunnen. De eerste 23 km is het goed doorrijden om het gevoel van de afstand in de benen te krijgen. 23 km is de afstand van Bédoin naar de Mont Ventoux, het plan voor dit jaar. De afstand zal geen probleem zijn, de 1600 hoogtemeters wordt een ander paar mouwen. Maar dat is voor mei.
In
Dompierre-sur-Besbre begint het te spetteren, zeer lichtjes. Ook hier is de camperparking behoorlijk bezet. Dat spetteren wordt een druilerige regen en de het regenjack wordt aangetrokken. De lucht wordt dreigender het signaal om rechtsomkeer te maken. Bij het knooppunt van waterwegen wordt ik door de bordjes op het verkeerde been gezet en het wordt dapper trappen tot
Beaulon waar een vriendelijke bewoner me via de kortste weg terug naar Dompierre stuurt. Er is even weinig animo voor een sightseeing van de
Abbaye de Sept-Fons, maar met het water nu uit mijn ogen vind ik wel de 'juiste' aansluiting. Het is opgehouden met regenen en het jack kan opengezet worden. De wind staat iets gunstiger maar ik heb het gevoel dat het licht oploopt. Ter hoogte van de camping wordt de gps uitgezet voor de cooling down. Een pittig tochtje maar ik hou er een prettig gevoel aan over en de conditie zit wel goed.
Statistiek : tijd 03:30:40 - afstand 80 km - snelheid G 22,94 M 41,92 - hoogtemeters 221 m
Dag 45 - di 22 april
Molinet - Villerest - 68 km
Ik ben benieuwd naar wat ik in Villerest mag verwachten. De positieve berichten klinken veelbelovend. De plaatselijke meteo daarentegen heeft geen goed nieuws, alles bijeen redenen om vroeg te vertrekken. Het laatste deel door Bourgondië voert langs het Canal Latéral waar verscheidene stopplaatsen voor een eventuele verdere verkenning worden 'ontdekt'.
Eenmaal op de D 982 gaat het vlotjes. Als de D 982 D482 wordt, rijden we de Rhône-Alpes binnen en volgen de Loire richting zuiden. Bij het binnenrijden van Villerest begrijp ik ten volle het enthousiasme van eerdere bezoekers. Een eerste zicht op de barrage en het meer nodigen uit tot een verder verkenning.
Eenmaal over de barrage leiden de bordjes je naar de in verdiepingen opgebouwde aire - gps N 45.98609; O 04.04307. De slagboom staat open en we kunnen het terrein vrij op. Er is plaats voor 12 wagens met zicht op het meer. Er is een toiletruimte en een servicepunt. Uitstekend voor het maken van wandelingen en fietstochten of gewoon genieten van het schitterende zicht op het meer.
Een dikke merci aan de gemeente om in deze plaats te voorzien.

Op zoek naar de juiste plek om een mooi zicht op de
barrage, de
Loire en het stuwmeer
Lac de Villerest te krijgen volg ik de rood-witte streepjes naar de
Belvédère du barrage waar ook het stationnetje ligt voor de toeristische
Train de la Loire. Misschien een ideetje voor één van de komende dagen om het traject dat het treintje aflegt te volgen.

Eenmaal in wandelmodus wil ik de streek verder verkennen. De wandel boom wijst naar de
Base de loisirs met een heus strand en een wandeling langs de oever van het meer naar
Le Perron. Een plaatselijke wandelaar waarschuwt voor de aanwezigheid van een vipère, maar als reactie op mijn nieuwsgierigheid voegt hij er aan toe dat het een klein addertje is.
Mij wordt weleens gevraagd waar ik graag zou wonen als het zwerversbloed bekoelt is. De combinatie van water met bergen of heuvels trekt mij wel aan. Een dergelijk optrekje met zicht op het zuiden zou ik wel zien zitten.
Op de aire raak ik in gesprek met mijn onderburen. Een Nederlands echtpaar met twee kleintjes die Europa bereizen met een machine die ik graag tot mijn beschikking zou hebben gehad in Marokko of Albanië. Zij kunnen beamen dat hun wagen zeer handig was op Alaska. Zo te horen hebben ze nog tal van exotische plannen en wordt de volgende generatie de liefde om te reizen en te leren, bijgebracht.
Het is prachtig weer, de stoel wordt buitengehaald en met het gezicht naar de zon verdiep ik mij in mijn boek. Ondertussen komen mijn Franse buren terug van een fietstocht. Zijn lovend over fiets minnend België en hebben enkele suggesties voor een verkenning van de omgeving.
Best wel grappig een echt België gevoel te krijgen als mijn andere buren uit Duitsland blijken te zijn. Nu nog een koppel Engelsen en de cirkel is rond.
Dag 46 - wo 23 april
Villerest
Het is nooit goed op twee gedachten te hinken. Nochtans begon de dag onder een goed gesternte. Bij mijn eerste koffie zag ik het kleintje van de buren, dat een beetje ziekjes was, weer dartel rondhuppelen. Voor hen reden genoeg om met vliegende wimpels te vertrekken. De plaats met open zicht op het meer kwam daardoor vrij en voor anderen op hetzelfde idee komen, verplaats ik mij.
De meteo is niet veelbelovend, toch niet voor liefhebbers van zonnig weer. Zou ik nu wel of niet naar het Office du Tourisme in Roanne fietsen? Wat moet je nu opmaken uit 35% kans op regen? Naarmate het twijfelend getreuzel aanhoud, verhoogt de kans.
Uiteindelijk valt de keuze op het alternatief om het oude gedeelte van Villerest te verkennen wat op slechts 1 km wandelen ligt.
De oude stadskern is een pareltje van een middeleeuwse versterking. Sinds de 10 de eeuw behoorde het toe aan de heren van Cluny. In 1235 liet Guy IV Comte du Ferez de omwalling grotendeels uit graniet optrekken. Gedeelten van die omwalling staan nog steeds overeind of maken deel uit van de behuizing.


Om het stadje te ontdekken, volg ik de wallen en ga binnen via de Porte de Bise.

Volg de
Rue de Bise en de
Grande Rue met zijn prachtige vakwerkhuizen.
Het is niet groot in oppervlakte maar zeer de moeite waard om te bezoeken. Het voelt niet echt 'Frans' aan, eerder 'Duits' door de kraaknetheid, het goed onderhouden en prachtig gerestaureerd geheel.
Met dank aan vader en zoon Noirot, kunstschilders uit de streek, is de sfeer uit de 19 de eeuw vastgelegd. Op diverse plaatsen zijn reproducties te zien die een levendig beeld geven van het betreffende hoekje in het dorp.
Het begint te spetteren. Niet aanhoudend en voorlopig niet echt storend. In plaats van naar Roanne te fietsen, neem ik het wandelpad. Ter hoogte van de
'oude brug', tonen de donkere wolken hun ware gelaat en begint het wel te regenen. Ik heb dan nog 5 km te gaan, zonder de terugweg. Bij een bushokje blijkt dat het nog een uur wachten is op de volgende bus. Dat is geen optie. Voor ik helemaal doorregent raak, trek ik vierklauwens richting camper. Op tijd om de eerste 'echte' bui te ontlopen.
Voor dagen als deze is er gelukkig altijd nog een boek. De kaart wordt er bijgehaald en een fietsroute wordt uitgetekend. Nu maar wachten op ander weer. Met het ondergaan van de zon ziet het er veelbelovend uit.
Dag 47 - do 24 april
Villerest
Een oud spreekwoord zegt "stilte voor de storm". In Villerst kan het ook anders. Na het stormachtige van gisteren werden we tijdens de nacht beloond met rustgevende stilte. Tijdens de ochtendwandeling word ik begroet met een zon die pogingen doet door te breken. Vast onderdeel van het ochtendritueel is de meteo checken : voor vandaag 'halve bewolking' bij een maximum temperatuur van 15° C. Even belangrijk is de stand van de body battery nagaan : met 96% krijg ik te zien 'u hebt voldoende energie voor een groot project'. Dat zou normaal een fietstocht geweest zijn maar de windkracht en de temperatuur vallen me tegen. Het alternatieve 'grote project' wordt de wandeling naar en het bezoek aan Roanne.
In het achterhoofd heb ik besloten er een wandeldagje van te maken. Het eerste stuk tot aan de oude brug is gekend van gisteren. Dan volgen 3,6 km niet zo prettig doorstappen langs de D 84. Bij het binnenstappen van Roanne krijgen we eindelijk een voetpad waarvan een gedeelte langs de volkstuintjes met aansluitend een prettig stuk op de kade langs de Loire. Bij de spoorwegbrug draaien we de binnenstad in. Na 8,3 km sta ik voor een gesloten deur bij het Office du Tourisme. Een Lidl in de buurt verschaft mondvoorraad en na een korte pauze proberen we opnieuw de deur van het toerismekantoor. Ik word vriendelijk te woord gestaan maar alleen met info over Roanne.
Sightseeing Roanne
Roanne is met 16,1 km² een vrij uitgestrekte stad met weinig hoogbouw om onderdak te bieden aan ongeveer 35.000 inwoners. Het oude stadscentrum ligt op ongeveer 1 km van de Loire. Het is een levendige stad met ruime winkelmogelijkheden. Ik volg voor een deel het voorgestelde parcours.
Geschiedenis
Het Gallo-Romeins dorp Rodumna werd rond 150 v.Chr. gesticht. Het dorp lag in de Bronstijd op de handelsroute voor tin van Cornwall naar de Middellandse Zee; tin werd grotendeels per boot vervoerd via de Franse rivieren de Loire en de Rhône. De Romeinse nederzetting Roidumna lag op het kruispunt van twee Romeinse heerwegen: die van Lyon (Lugdunum) naar Saintes (Mediolanum Santonum) en die van Autun (Augustodunum) naar Saint-Paulien (Ruessium). Na een eerste invasie van de Alemannen in 257-259 en de latere invasies in 267 en in 275-277 door Duitse stammen, werd Ro(i)dumna verwoest en verlaten in de derde eeuw.

Het kasteel van Roanne, waarvan nog een gedeelte bestaat, werd in de elfde eeuw gebouwd door Bérard de Roanne. Het Office du Tourisme is er in ondergebracht. Ten tijde van koning Hendrik IV breidde de stad zich uit tot aan de rivier met nieuwe wijken. De binnenvaart werd steeds belangrijker. Roanne lag aan de koninklijke weg van Parijs naar Lyon en Italië. Op het plein tegen de kerk aan liggen een paar mooie
vakwerkhuizen.
Aan het einde van de achttiende eeuw ontwikkelde zich een druk binnenvaartverkeer op de Loire, met onder andere kolenvervoer uit Saint-Étienne naar Parijs. Omdat de Loire tot Roanne alleen goed bevaarbaar was bij een gunstige waterstand werden in 1838 kanalen parallel aan de Loire (Canal latéral à la Loire) en van Digoin tot Roanne (Canal de Roanne à Digoin) geopend. Tot de aanleg van de eerste spoorlijn naar de stad in 1858, had Roanne de tweede drukste binnenhaven van Frankrijk met 250.000 behandelde boten per jaar. In de negentiende eeuw ontwikkelde zich een grote textielindustrie en het aantal inwoners vervijfvoudigde. Uit die tijd stammen ook de meeste nu te bewonderen gebouwen waaronder het Musée Joseph Déchelette - het archeologisch museum en het Hôtel de Ville.
Op de terugweg ben ik blij de gele markeringen te 'ontdekken' van de plaatselijke wandeling die van de D 84 wegleidt. Een stukje door het bos waar de restanten van een middeleeuwse toren liggen, langs weilanden om in Mirandole uit te komen. De meest directe weg vanaf hier is via het kerkhof door het centrum van Villerest naar de camperparking die na 8,8 km bereikt wordt.
Van een groot project gesproken! Na ongeveer 18 km of 28.800 stappen ben ik meer dan blij de wandelschoenen te kunnen uitdoen, de vochtbalans weer in evenwicht te brengen en een klein hongertje te stillen.
Uit ervaring geleerd, weet ik dat het geen goed idee is vroeg te gaan slapen. Dat wordt ongetwijfeld midden in de nacht wakker worden. Maar ja, een mens doet al eens een inspanning die niet zozeer tot lichamelijke maar eerder mentale vermoeidheid leidt en vergeet daardoor verkregen wijsheid.
Enfin, bij het ontwaken vertelt de body battery : 'Uw Body Battery is 65 punten omhoog gegaan tijdens het slapen. Goed gedaan! U hebt veel energie en bent er helemaal klaar voor!' Alvast een goed begin. De weer app voorspelt dan weer : Hafbewolkt en naar verwachting lichtbewolkt rond 11:00u. Met temperaturen tot 15° C. Ik voel me er inderdaad 'helemaal klaar' voor.
Het mocht al eens ambitieuzer zijn. Met inrijden en uitbollen waarvoor de barrage uiterst geschikt is, heb ik een circuit uitgetekend met twee heuse beklimmingen : La Croix Trévigt (op het kaartje 2 Lieu dit) op een hoogte van 852 m en Col du Bouchet op 753 m. De D wegen zijn goed berijdbaar en de automobilisten zijn op wielertoeristen ingesteld. Totale afstand : 50 km.

Om wat in te rijden gebruik ik de barrage. De eerste 8 km gaan geleidelijk aan bergop. De uitdaging begint in Saint-Alban-des-Aux waar we via infoborden geholpen worden de beklimming in te delen. Ik kan een goed tempo aanhouden en moet geen enkele keer naar het kleinste (voor) binnenblad schakelen. In het gehucht krijgen we geen aanduiding van de hoogte en is het even zoeken naar het vervolg wegens kuren van de gps.
Op de goed geasfalteerde D 41 kan er in de afdaling al eens geflirt worden met de 65 km/u. Je kunt natuurlijk nooit voluit gaan, bedacht op tegenliggers maar het is prettig je eens jongensachtig te kunnen uitleven. Zo bol ik Les Moulins-Cherier binnen waar je 'maar' 30 km /u mag. De pret is van korte duur want de beklimming naar de Col du Bouchet wacht al weer goed voor een stijging van 115 m over een afstand van 3,5 km.

Bij de afslag sta ik even in beraad om de 7 km naar Saint-Jean-Saint-Maurice-sur-Loire wel of niet te rijden. De drang naar verkenning en het houden aan mijn schema wint het. Het pittoreske dorpje wordt vooral bezocht voor de burcht ruïne en de gezellige sfeer.
Op de laatste 10 km zit er nog een venijnig knikje naar Villerest maar vandaar gaat het in uitbolmodus richting aire.
Statistiek : tijd 03:35:25 u - afstand 50 km - snelheid G 14,29 - M 65,30 - hoogtemeters 929 m
Nog voor ik mij kan opfrissen en de spullen opbergen, raak ik aan de babbel met mijn Engelse buren. Bezorgde grootouders die net als ik door Europa zwerven, maar hoe kan het ook anders voor uitgeregende eilandbewoners, vooral op zoek naar de zon.
Het is nog vroeg in de middag en met een warmtegevende zon kan er al eens na twee dagen onbestendig weer, ontspannen in de ligzetel van de stralen genoten worden. Om niet helemaal stijf en stram te worden, loop ik af en toe eens rond en word door mijn Franse bovenburen aangesproken. Nieuw in het zwerversleven en verlangend hun vleugels uit te slaan. Met dank aan de stickers met de QR-code van mijn blog worden zij op weg geholpen om hun dromen waar te maken. Shame on me - à ma honte; ik ken van beide koppels niet eens de naam.
De inspanning van gisteren heeft een flinke hap uit mijn Body Battery genomen. Een onregelmatige nachtrust heeft onvoldoende nieuwe energie gegenereerd waardoor ik de vermaning krijg het 'vandaag rustig aan te doen'. Na verloop van tijd leer je naar je lichaam te luisteren en ik heb geen technische ondersteuning nodig om me eraan te herinneren de pauze toets even in te drukken.
Braafjes wordt de zetel buitengezet, mijn boek klaargelegd en mijn medecamperaars links en rechts uitgewuifd voor hun activiteiten. In het Frans weet ik uit te leggen 'je prends un jour de congé aujourd'hui' wat zich in het Engels vertaald als I take a day of today'.
Maar mijn blik dwaalt regelmatig over het meer waar ik weet dat een
GRP (Grande Randonnéé de Pays) ligt. Na een uur heb ik genoeg 'gerust', mijn geest kan zo wie zo geen uren Frans aan. Ik ben bezig in deel twee van de trilogie van Ken Follett over de geschiedenis van de 20 ste eeuw. 'L'Hiver du Monde' behandeld de gebeurtenissen uit de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. Niet de meest vrolijke literatuur maar een periode die we best niet vergeten. Enfin, de wandelschoenen worden aangetrokken en als ondersteuning neem ik ook mijn wandelstok mee voor wat ik mezelf wijsmaak een klein toertje.


Ik volg de spoorberm links en hou mijn oog gericht op het meer rechts. Op de mooi ingeplante aire is te zien dat die volzet is. Op deze zaterdag rijdt het treintje niet en word ik daar niet door gestoord. Na enige tijd krijg ik door dat elke 100 m er een markering op de spoorberm staat en ik wil wel eens zien waar dit toe leidt. Vier km verder kom ik bij de eindbestemming 'Belvédère de Magneux' nota bene het beginpunt van de rondwandeling. Mijn Body Battery in gedachten, die gestaag naar beneden gaat, zie ik af van wandelfantasietjes en keer op mijn stappen terug. Dat worden er in totaal ruim 16.000.
Bij terugkomst zijn mijn Engelse buren reeds thuis. Pech met de fiets noopte hen terug te keren. We proberen nog het euvel te verhelpen, ik heb ten slotte niet voor niets een fietsreparatiekit, maar helaas krijgen we de cassette (de verzameling tandwielen op het achterwiel) niet los. Dat wordt een karwei voor de experts.
Ik praat wat bij met Nadine en Dominique, de Franse bovenburen over hun dag. Ik krijg te horen dat er morgen een fietswedstrijd is voor dames en het waarschijnlijk moeilijk wordt de aire te verlaten.
Veel stilzitten is aan mij niet besteed en de intussen opgestapelde was wordt onder handen genomen. Zo ziet een 'rustig aan' dagje van een doorsnee camperzwerver er uit.
Ik ben in verlof.
Een 'echte' verlofdag dus. In vliegende vaart, de dames zitten in een afdaling, passeert de wielerwedstrijd aan de aire. Ik heb geen idee wie wie is maar de dames gaan er vol voor.
Om in de geest van het wielrijden te blijven, haak ik in bij de liveverslaggeving van de klassieker Liège-Bastogne-Liège. Langzaam maar zeker wordt de voorsprong van de kopgroep opgepeuzeld en maken de grote kanonnen zich op voor de strijd. Op 25 km van de streep 'test' Tadej even de benen en op La Redoute is Remco in geen velden of wegen te bespeuren. Dus besloot ons Sloveens fenomeen een orgelpunt aan zijn weergaloos voorjaar toe te voegen. Met ruime voorsprong steekt hij bij de eindstreep de vinger in de lucht om zijn overleden schoonmoeder te eren. Proficiat.
Zijn we met Tadej vertrokken voor het neerzetten van een indrukwekkende rij overwinningen in klassiekers? Het lijkt zo, maar. Het moderne wielrennen evolueert zo snel dat nieuwe talenten steeds vaker op jonge leeftijd hun neus aan het venster steken. Met 26 jaar kun je niet stellen dat Tadej reeds 'oud' begint te worden alhoewel de druk van de jongeren begint toe te nemen. De jeugd moet en mag de moed niet laten zakken. Een voorbeeld ter navolging de 'jonge' Nys die bij zijn eerste deelname knap vijfde wordt. Fantastisch gedaan.
Na deze alweer snelste editie van een wielerwedstrijd, plooi ik terug op mijn verlofmodus. Lekker met het gezicht naar de zon een beetje lezen tot de buren 'thuiskomen'.

Een praatje over de verdere plannen met Nadine & Dominique (R). Met Michele & Mark (L) worden dan weer anekdotes en ervaringen uitgewisseld. Beide koppels zijn voorbeelden van hoe het camperleven is. Genieten van de kleine dingen en de omgang met leuke mensen of hoe toevallige ontmoetingen bijdragen aan een paar geslaagde dagen. Merci en Thank you.
In zondagse sfeer neem ik afscheid van deze leuke plek die met drie sterren in de lijst van favorieten wordt opgenomen.
Dag 51 - ma 28 april
Villerest - Saint-Étienne - 96 km
Het afscheid van deze plaats is een beetje met gemengde gevoelens. Enerzijds is er de schitterende ligging in een rustige mooie omgeving en anderzijds twee prachtige koppels die achterblijven. Het is een 'who knows, maybe somewhere in France' van Michele en Mark. En na het servicen 'peut-être quelque part en Franche-Comté sur le chemin du retour' van Nadine, Dominique en hondje Thémis die toch liever bij mama en papa blijft.
Na enkele tientallen kilometers op D wegen in een schilderachtig decor, kan er al eens gas gegeven worden op een stukje autostrade. In Saint-Étienne wordt ik door de gps even op het verkeerde been gezet en het traject van de stadsbussen en trams opgestuurd.
Tegen 10:30u rij ik dan probleemloos het terrein van het CC Park op - gps N 45.43574; O 04.39747. De praktisch aangelegde aire ligt op een helling van de stad en is opgebouwd uit drie terrassen die plaats bieden aan 36 wagens. Ruime plaatsen op gravel en alle faciliteiten zijn voorhanden. Via trappen kun je op de parking voor auto's komen en vandaar naar de binnenstad. Op enkele honderden meters ligt een Lidl. GR wandelaars komen aan hun trekken met het passeren van de GR 42 vlak voor de deur die je zo de stad in leidt.
Sightseeing binnenstad
Saint-Étienne met 172,600 inwoners staat al lang bekend als de Franse stad van "het wapen, de fiets en het lint" en als een belangrijk centrum voor steenkoolwinning. Momenteel is de stad bezig met een grootschalig stadsvernieuwingsprogramma dat de overgang moet leiden van de industriële stad uit de 19 de eeuw naar die van "designhoofdstad" van de 21 ste eeuw. Deze aanpak kreeg erkenning toen Saint-Étienne in 2010 toetrad tot het
UNESCO Creative Cities-netwerk. Geschiedenis liefhebbers hebben een vette kluif aan het ontrafelen van gebeurtenissen uit het verleden. Een schoolvoorbeeld van middeleeuwse machtsstrijd, intriges en oorlogsgeweld. De stad beleefde haar hoogtepunt in de 19 de eeuw met de ontginning van steenkool. De laatste mijn werd in 1983 gesloten. Voelballiefhebbers horen dan weer graag zeggen dat Saint-Étienne de meest voetbalvriendelijke stad is.
Ik loop langs het Office du Tourisme maar stoot op een goed vergrendelde poort. Op maandag, net zoals veel musea gesloten en het wordt een nattevinger verkenning van de binnenstad.

Met GoogleMaps ondersteuning wordt ik door de binnenstraten geleid. Er is nog veel opvoedkundig werk aan de winkel naar netheid toe. Hopen vuil en afval wat je in Frankrijk anno 2021 niet meer verwacht. De stad doet inspanningen om de vergane glorie uit de 19 de eeuw te doen herleven, het heeft er de panden voor.
De kathedraal van Saint-Étienne (Cathédrale Saint-Charles-de-Borromé de Saint-Étienne) ligt aan het centraal gelegen Place Jean Jaurès. Sinds de oprichting op 26 december 1970 is het de kathedraal van het bisdom Saint-Étienne.
Het gebouw werd tussen 1912 en 1923 gebouwd als een uitgebreide parochiekerk in primitieve neogotische stijl, op een Latijns kruisgrondplan met transept en driebeukig schip, en een klokkentoren aan de westgevel. Het gebouw is 80 meter lang, 30 meter breed en 17 meter van het midden van het gewelf tot de grond. Het orgel in het koor dateert uit 1930 en er is nog een zeer imposant orgel van A. Durand uit 1968. Het gebouw was vanaf het begin zeer ambitieus en is nog steeds onvoltooid.
Tijdens mijn bezoek was de organist aan het oefenen op een stuk wat op Bach gelijkt. Na een applaus van de enige bezoeker, speelde hij/zij een populair deuntje.
Het Place Jean Jaurès met bomen en bloemen omzoomde plein heeft een vijver, spelletjes, een draaimolen en een muziektent, ontworpen door Louis Mazerat, herbouwd in 1914 en sinds 1987 beschermd als monument. Een verademing om even te genieten van stilte en rust. Alhoewel, zeer opmerkelijk hoeveel mensen er rondhangen en dit voor een maandag.
De trots van de stad is haar Hôtel de Ville. De eerste steen voor het nieuwe gebouw werd op 25 augustus 1822 gelegd door burgemeester Hippolyte Royet. Het werd ontworpen door Jean-Michel Dalgabio in renaissancestijl, opgetrokken in gehouwen steen en voltooid in 1830.
Het ontwerp omvatte een symmetrische hoofdgevel van 13 traveeën die op het zuiden uitkeken op Place Monsieur. Het centrale gedeelte van zeven traveeën had een brede trap die naar een arcade met zeven bogen leidde; op de eerste verdieping bevond zich een rij vensters met ronde koppen met geprofileerde omlijstingen en sluitstenen geflankeerd door zuilen in Dorische orde die een entablement, een kroonlijst en een borstwering ondersteunden. De eindgedeelten van drie traveeën hadden elk bogen op kelderniveau en werden op de begane grond en de eerste verdieping beglaasd door fronton-draairamen : ze werden bekroond door entablementen, kroonlijsten, borstweringen en masardedaken. Een grote achthoekige koepel, ontworpen door Étienne Boisson, werd in 1858 boven het gebouw geïnstalleerd. Na een zware brand werd de koepel in 1953 afgebroken.
Twee beelden, gebeeldhouwd door Étienne Montaggny, werden in november 1872 op sokkels aan weerszijden van de trappen geplaatst : de mannelijke figuur vertegenwoordigde de metaalbewerking en de vrouwelijke figuur de lintenmakerij, beide belangrijke lokale industrieën.
De rustige avond op de aire wordt alleen onderbroken door het toekomen van andere camperaars.
Dag 52 - di 29 april
Saint-Étienne - Serrières - 50 km
De aire van Saint-Étienne is prachtig ingeplant en strategisch goed gelegen voor een bezoek aan de stad. Als uitvalsbasis voor wandel- en fietstochten minder geschikt. Ik ben vroeg op en moet voor 10:30u vertrekken als ik geen extra dag aangerekend wil krijgen.
Mijn gps is ingesteld met voorkeur voor landschappelijke routes. De keuze valt op de D 8. De verplaatsing door het Parc naturel régional du Pilat voldoet daar ruimschoots aan. Prachtige zichten en gedaan met de lieflijke heuvels. We komen in het middengebergte. Het blijft gestaag omhoog gaan en bij het Croix de Chambouret ronden we de kaap van 1201m. Een geliefde klim bij wielerliefhebbers, in beide richtingen. De bordjes met 'route partagé' helpen je daaraan te herinneren. In de 1000 m afdaling moet je bij de les blijven. In sommige bergdorpjes wordt het zeer smalletjes en trucks komen er ook door. Met hoffelijkheid en gezond verstand is dat ook geen probleem.
We zijn ondertussen de
Ardèche binnegereden, worden vergast op een eerste zicht op de Rhône en kunnen reeds proberen uitmaken waar de aire zou liggen. Gelegen op een klein perceel ingericht voor zes wagens - gps N 45.31245; O 04.77334 aan de boord van de Rhône op ongeveer een kilometer van het centrum. Grijs- en zwart water kunnen geloosd worden en fris water is onbeperkt. Rond 19 u komt een gemeentemedewerker de parkeervergoeding van € 10 ophalen. Voor die prijs had een electra aansluiting gemogen. In het centrum is een kleine kruidenier.
Bij een temperatuur van ruim in de dertig graden lijkt het mij het geschikte moment om de camper in zomermodus de plaatsen. Tapijten worden uitgeklopt en opgerold, een kleine; zeer kleine; schoonmaak wordt gedaan en met voldoende water kan een wasje er ook nog bij.

Later op de middag ga ik op zoek naar het Office du Tourisme maar dat is nog niet open. Infoborden maken je warm om de
Via Fluvia te verkennen. De fietstocht van 80 km verbindt de Loire met de Rhône. Heen en terug is een afstand van 160 km voorlopig te hoog gegrepen. Genieten van de vergezichten op de Rhône zijn een mooie troostprijs.
Bij het ondergaan van de zon, die verdwijnt achter de huizen, krijg ik er twee wagens bij. Gezinnen met kinderen die waarschijnlijk nu hun paasverlof hebben.
Dag 53 - wo 30 april
Serrières - La Roche-de-Glun - 42 km
Van het gekwaak van in het riet verscholen kikkers tijdens de nacht geen last gehad. Gewekt worden door een serenade van vogeltjes geeft de dag een vrolijk begin.
Tegen de tijd dat ik de wagen kan servicen, zijn mijn buren vertrokken. Voor de korte verplaatsing blijven we in de vallei van de Rhône en volgen we hoofdzakelijk de D 86.
Tegen 11u draai ik de CC Park te La Roche-de-Glun op - gps N 45.00931; O 04.84591. Gelegen op een eiland tussen Rhône en het Canal du Rhône. Ingericht op een voormalige camping naast de sportvelden en het zwembad. Er zijn 38 plaatsen beschikbaar voornamelijk in de schaduw van hoge bomen. De servicevoorzieningen zijn door FlotBleu. Spijtig dat het voormalige campinggebouw verwaarloosd is. Het heeft zeker mogelijkheden. Ideaal op doorreis wegens de nabijheid van de A 7. Tal van wandel- en fietsmogelijkheden of gewoon om tot rust te komen.
Een suggestie die ik heb gekregen, is het maken van een wandeling rond het eiland. Bij dit pre-zomerweer met temperaturen ver in de 20° kan dit in T-shirt en short, wel met goede wandelschoenen. Ik begin bij de
Centrale Hydroélectrique (1) bij de barrage van de D 222A. Langs de boorden van de Rhône, opgedeeld in de feitelijke rivier met barrages en het bevaarbare kanaal, tref je vooral vissers en gezelschappen die er een dag uit van maken. Vooral het zuidelijke, groene gedeelte is erg in trek. Het pad voert langs enkele boomgaarden en wijnvelden tot bij de
Barrage-pont routier de la Roche-de-Glun van de D 268
(2).

Op zoek naar de
samenvloeiing van de
Rhône met de
Isère leer ik dat dit in twee fasen gebeurd. De eigenlijke samenvloeiing bij de barrage (L)
(2) en samenvloeiing van de
Isère met het
kanaal (R)
(3) iets meer naar het noorden.
De Isère ontspringt op la Galise, nabij de col de l'Iséran, in het departement Savoie en stroomt na 290 km in de Rhône op enkele kilometers ten noorden van Valence, in het departement Drôme. Dat is dus hier.
Na 10 km stappen kunnen voeten, benen en in feite het hele lichaam een relaxe houding in de ligzetel goed gebruiken. Met een drankje en een boek. Het drankje gaat nog, maar het boek valt uit mijn handen als de oogjes dichtvallen.
Naar de avond toe bij een wandeling over de aire op zoek naar Belgen kom ik uit bij Kathy, Geert en de nieuwsgierige Aki, een Japanse vosachtige. Dit reislustige koppel uit Sint-Niklaas is op weg naar het zuiden, 'ergens' rond de Spaanse grens. Het voordeel van het camperen. Je weet waar je vertrekt maar waar je uiteindelijk beland is net de aantrekkingskracht van het vrije avontuur. We raken het eens over de bezetting van de aire en wijten die aan het lang weekeinde rond 1 mei. Tja, als voltijds camperzwerver lijken de dagen op elkaar en ben je niet meer zo aan de kalender gebonden.
Mijn overburen komen ook uit België en die worden natuurlijk even gegroet. Onderweg met een huurwagen naar de Provence proberen ze de 'drive' van het camperleven te pakken te krijgen.
De aire is echt in trek bij vooral Fransen. Bij het afsluiten van het verhaal zijn 36 van de 38 plaatsen ingenomen. Een voltreffer voor het Camping Car Park netwerk.
Dag 54 - do 1 mei
La Roche-de-Glun
Na een rustige nacht, dat schijnt in de zomer soms anders te zijn, word ik gewekt door de eerste vroege vertrekkers. Bij mijn koffiewandeling kom ik Geert tegen op weg naar de vuilcontainers. Die liggen op 700 meter van de aire, een kleine moeite. Rond 9 u is het file aanschuiven voor het servicen maar tegen 10 u is de rust terug neergedaald en moeten de vogeltjes het rumoer van al die menselijke bedrijvigheid niet langer trachten te overstijgen.
Normaal wilde ik onderweg naar de volgende stop inkopen doen maar van een vorige gelegenheid op 1 mei weet ik dat dit verloren moeite is.
Ideale gelegenheid voor een verkenning van de fietsroute Via Rhôna. Ik had een mooi kaartje getekend met op het einde een fantasietje aan de rechterkant van de rivier ter hoogte van Tournon-sur-Rhône maar dat bleek niet praktisch te zijn wegens de nabijheid van de N 7 langs de boord van de rivier.

Deze overwegend goed aangelegde fietsroute voert door velden, bossen, wijn- en boomgaarden. En natuurlijk de diverse kleine dorpjes onderweg. Ik had meer rijden aan de boord van de Rhône verwacht maar met een dynamische rivier met overstromingsgebieden is dit niet haalbaar.
Het gaat zo vlot dat ik doorrij tot
Andancette en ben dan 38 km onderweg. Eenmaal op de terugweg word ik getrakteerd op een stevige kopwind die op sommige open plaatsen fel uit de hoek komt. Vissers en picknickende families die een beschut plekje hebben opgezocht hebben daar geen last van evenals de fietsers met elektrische ondersteuning. Een enkele keer kom ik een 'echte' wielertoerist tegen maar ook deze worden aangemaand de snelheid beneden de 30 km/u te houden. Na 75 km zet ik de teller stop om rustig uit te bollen.
Gelukkig is er op de aire een koudwaterkraan. Heerlijk de koude frisheid te ervaren op een vermoeid hoofd waar de stoom nog net niet vanaf straalt. Ook mijn knikkende knieën en zware benen vinden het zalig om in de ligzetel omhoog tot rust te kunnen komen.
Statistiek : tijd 03:28:02 - afstand 75 km - snelheid G 21,64 - M 35,20 - hoogtemeters 178 m.
Met al dat fietsen en zalig nietsdoen komt mijn stappenplan in het gedrang. Ik kan het niet over mijnhart krijgen de cyclus van 471 dagen te onderbreken. Geert had mij warmgemaakt voor een bezoekje aan het historisch centrum van het dorp.

De
Porte de Roussillon één van de toegangspoorten van de versterkte middeleeuwse plaats is een geklasseerd historisch monument uit de XIV de eeuw. Op precies 650 m van de aire. De andere historische landmark is de
Tour de Diane de Poitiers eveneens uit de XIV eeuw.
De wandeling langs de kade levert alleen gesloten horeca zaken op. De terugweg door de Grand Rue is akelig stil. Slenteren door het dorp geeft een authentiek gevoel. Alles is kraaknet en goed onderhouden. Eenmaal buiten de omwalling is er meer leven te bespeuren. Het slaperige dorp wacht op een bruisend ontwaken in de zomermaanden.
Tegen 22 u ben ik terug op de aire waar stilte en rust heersen. Nochtans zijn er enkele jonge gezinnen neergestreken. Het gebrek aan verlichting noopt de mensen zich in hun camper terug te trekken. Waarschijnlijk zal er meer animo zijn in de zomermaanden. Al bij al een rustige plek om de omgeving te verkennen en even op adem te komen.
Dag 55 - vr 2 mei
La Roche-de-Glun - Crest - 46 km
Het drukke campinggevoel blijft bij mij een bepaald stressniveau opwekken. Volledig irrationeel en een doorwinterd camperaar volledig onwaardig. Ik weet het. Wat zou het mens zijn betekenen moesten we alleen maar rede zijn? De uitdaging van het vervolg van deze eeuw met de doorbraak van AI zal ik waarschijnlijk niet meer meemaken. Enfin. De plaats is afgeladen vol en met het komen en gaan, wil ik tussendoor de wagen servicen. Ik moet voor 11u buiten zijn. Vandaag geen filevorming en alle 'emotie' ten spijt verloopt alles uiteraard gesmeerd.
Even afscheid nemen van Aki, Geert en Kathy (gewoon de alfabetische rangschikking volgen). Aki wil zijn nieuwe vriend niet teleurstellen en kijkt vlak in de lens. Zij blijven nog even in de buurt met een fietstocht naar Valance en dan verder 'zuidwaarts'. Het was een prettige kennismaking en wie weet waar en wanneer we elkaar nog ergens treffen. Frankrijk is voor hen net als voor mij een geliefkoosde bestemming maar o zo uitgestrekt. Via de blog weten ze me altijd te vinden en misschien kruisen onze paden nog wel eens. Een verdere kennismaking met dit sympathieke koppel kijk ik naar uit. Rustig bijpraten bij een natje en een droogje.
Mij wacht een korte verplaatsing met een geplande tussenstop bij de E.Leclerc vestiging te Bourg-les-Valance. Tanken aan minder dan €1,50/liter is al een hele tijd geleden dus niet getwijfeld ende getreuzeld om de tank vol te gooien aan € 1,492. Als een goede huisvader met oog op het budget heb ik een lijstje gemaakt met 'noodzakelijke' aankopen. Bij de overdekte parking op de rand van de vestiging vind ik een 'ruime' winkelwagen. Aldus toegerust trek ik erop uit om mijn 'noodzakelijke' inkopen te doen. Alas, Ik ben ondertussen klant met kaarthouden dus de lijst met noodzakelijke aankopen wordt 'ruim' overschreden van 'op de lijst' naar 'wenselijk'. In mijn achterhoofd hou ik wel rekening met wat 'gezond' is. Mijn winkelwagen raakt 'goed' gevuld en ik ben voor 'enige' tijd gerust. Ik kan zelfs gasten ontvangen. Zou in feite altijd moeten kunnen.
Om 12:30u draai ik de aire de CC te Crest op -gps N 44.72057; O 05.02645 op en begint een half uur ellende. Op beide credit cards wordt de betaling geweigerd. Een Frans echtpaar na mij, kent het euvel en is bereid mij uit de nood te helpen. Met hen 11€ cash te geven, kom ik het terrein op. Deze rustig ingeplante aire op de rand van het dorp is met een prijs van € 15 (parking, water, en electra) best wel prijzig, gezien het gedoogbeleid op het grondgebied. De nabijheid van de D 164 neemt gedurende de avond af tot een verwaarloosbaar niveau. Op 1,2 km van het centrum en vandaar recht omhoog naar de
Tour de Crest.
Bezoek binnenstad
Gelegen aan de oevers van de Drôme, een zijrivier ten oosten van de Rhône met een lengte van 110 km die uitmondt in de Rhône tussen Valence en Montélimar. Vlakbij het Regionaal Natuurpark van de Vercors, dankt Crest zijn toeristische reputatie aan haar middeleeuwse Tour de Crest de donjon van het kasteel die 52 m hoog torent daarmee de hoogst gelegen in Frankrijk. Gesticht in de tiende eeuw, heeft de stad nog steeds een oud centrum, dat het indrukwekkende verleden van deze oude middeleeuwse stad in ere houdt.
Enkele in het oog springende historische gebouwen :


Het Maison Pierre de Richard (1687-1715) wat zich in het smalle straatje eigen aan de middeleeuwse stedenbouw, moeilijk laat fotograferen. Genoemd naar een 17 de eeuwse Magistraat uit Crest, dateert het gebouw uit de 15 de eeuw.
Het meer recente Maison La Tour du Pin Montauban (1750-1810). Opmerkelijk aan de herbouwde façade uit de 18 de eeuw zijn de stenen koppen die de zeven hoofdzonden moeten uitbeelden.

Dynamisch en levendig, met opvallend veel jeugd voor een stad met ongeveer 8.500 inwoners. De stad is een grote toeristische plaats in de regio, zowel door de uitzonderlijke ligging als de vele bezienswaardigheden en architectuur die het biedt. Het doet daarbij aan Bouillon in onze Ardennen denken. Crest straalt het zonnige klimaat en ontspannen levensstijl uit die vooral Franse toeristen aantrekt.
Een aangename aan te raden tussenstop.
Soms moet je van je hart een steen maken. Hoe aangenaam toeven sommige plaatjes ook zijn, blijf ik vasthouden aan mijn Mont Ventoux plan. Bij het servicen van de wagen word ik door een koppel uit Dinant aangespoord de droom niet op te geven.
Hoe dieper we Frankrijk intrekken, des te zuidelijker de sfeer wordt. Zoals de verplaatsing naar de volgende stopplaats langs de 'route touristique des côtes du rhône'. Veel wijnkastelen heb ik niet gezien maar wel talrijke uitgestrekte wijngaarden.
Zonder problemen raak ik op de aire - gps N 44.35793; O 0513848 om 11:15 ingecheckt. De FlotBleu faciliteiten zijn gekend. De afrekening - maximum toegestane tijd 72 u, gebeurt bij het wegrijden. Elektra en water zijn verkrijgbaar bij gebruik van een jeton. De plaats is strategisch goed gelegen maar verhoogde privacy verbeteringen zou de sfeer zeker bevorderen. Het voelt nu een beetje als een parking aan. Binnen wandelafstand liggen de bakkerij, slager en een kleine supermarkt en het centrum.
Bezoek Nyons
De stad Nyons met ongeveer 6800 inwoners is beroemd voor zijn zwarte olijven, ligt aan de oevers van de Eygues, een 114 km lange zijrivier van de Rhône. in het hart van het Parc naturel régional de Baronnies Provençales. Zijn olijfboomgaarden worden gerekend tot Site Remarquable du Goût (Opmerkelijke Smaaklocatie), en de olijfolie heeft in 1994 het AOP keurmerk toegekend gekregen.
Hoewel archeologische bewijzen wijzen op de aanwezigheid van inwoners in het gebied meer dan 5.000 jaar geleden, is het pas in 972 dat de stad voor het eerst in schriftelijke vorm verscheen. Door de eeuwen heen werd Nyons in 1349 eigendom van de dauphin. De aanwezigheid van de paus in Avignon in de 14 de eeuw leidde tot een uitzonderlijke groei tot aan de godsdienstoorlogen. Na het Edict van Nantes in 1598 wordt Nyons een veilige plaats voor de protestanten. Maar in 1622 besluit Lodewijk XIII de vestingwerken van de regio af te breken. De citadel van Nyons wordt in 1633 verwoest, waardoor het een open stad wordt. Alleen de muren zijn bewaard gebleven. Een reis terug in de tijd in dit gezellige plaatsje, één van de Mooiste Omwegen van Frankrijk volgens Michelins 'Les 100 Plus Beaux Détours de France' (editie 2016).

Dwars door de historische stad, bereikbaar via de straat rue des Bas-Bourgs loopt de GR 4 en zit vol architectonische pareltjes. Hier vindt u onder andere de
Porte Saint-Jacques uit de 15 de eeuw, onderdeel van de middeleeuwse wijk. Mijn oog vangt een eerste maal de rood-witte streepjes op. Of de
Saint-Vincent kerk uit de 17 de eeuw, waarin een prachtige collectie schilderijen is ondergebracht. Tevens een vermelding waard is het plein
Place des Arcades, gedateerd uit de 14 de eeuw. Hier wordt nog steeds iedere donderdagmorgen de traditionele markt gehouden, waar smaken en geuren zich vermengen met vrolijke kleuren. Definitief wordt mijn aandacht gevestigd op de GR markeringen en om in wettelijke termen te spreken, val ik ten prooi aan 'onweerstaanbare drang' en volg de aanwijzingen.


Tot bij het waarschijnlijk meest iconische bouwwerk van Nyons de
pont Roman, over de Eygues. die onlangs zijn 600 ste verjaardag heeft gevierd. Naar ontwerp Romeins, naar uitvoering 'slechts' uit de 14 de eeuw. Deze gewelfde brug van grijze steen bestaat slechts uit één boog; heeft een reikwijdte van 43 meter, en een hoogte van 18 meter. Sinds 1925 een
Monument Historique Classé. Het uitzicht op de rivier en het omliggende landschap is zeer fotogeniek! Aan de voet van de brug, herinneren historische oliemolens uit de 18 de en 19 de eeuw eraan dat de olijfolie-productie al eeuwen van belang is.

De GR verleiding is te sterk, de middag is nog jong, en ik heb er wel zin in. Het gaat gelijkelijk aan heuvelopwaarts tot aan de laatste wijken van de stad. Geduld en volharding worden beloond met een onvervalst wandelpad GR normen waardig. Hoe ver kan ik gaan? Onvoorbereid en op niets voorzien nopen donderslagen, alhoewel zeer in de verte, tot enige voorzichtigheid. Na drie kwartier onbekommerd genieten keer ik op mijn stappen terug voor een verdere verkeninning van de stad.

Een ander iconisch bouwwerk van Nyons die u moet zien, is de
Tour Randonne uit de 13 de eeuw, die zich in het hoge deel van het plaatsje bevindt. De beklimming om daar te komen is wat steil, maar zeker de inspanning waard. Want als u eenmaal boven bent, wordt u beloond met een schitterend panorama op de stad en het omliggende landschap! De Randonne toren, in middeleeuwse bouwstijl, diende oorspronkelijk als donjon en militaire gevangenis, voordat het in de 19 de eeuw een religieus bouwwerk werd, de kapel Notre-Dame-de-Bon-Secours, tegenwoordig herkenbaar aan het Mariabeeld dat op de top staat.


Ga vervolgens richting de sfeervolle wijk les Forts. Hier hangt nog steeds een middeleeuwse sfeer, met typische geplaveide straatjes, en gewelfde galerijen. Niet te vergeten natuurlijk het voormalige feodale kasteel.

Ontdek de over-blijfselen in de vorm van muurtjes, torens en andere sporen van dit historische verleden. Waar geschiedenis en moderniteit een symbiose vinden.
Nyons is dus een stad waar het heerlijk vertoeven is. Met de beschutte pleintjes en vele cafeetjes, restaurantjes en boetiekjes heeft het plaatsje het nodige te bieden. Laat uw nieuwsgierigheid u leiden tot de Scourtinerie, laatste fabriek in Frankrijk waar nog "scourtins" gemaakt worden. Dit zijn met kokosvezel gevlochten mandjes, als filter gebruikt bij het olijfolie persen.
In de zomermaanden worden diverse festiviteiten georganiseerd.
Nyons verdient zonder twijfel het citaat van een van de zonen van de streek, de schrijver René Barjavel : “La différance entre Nyons et le Paradis (le ciel), c'est qu'on y est bien vivant”. Als je dat maar weet!
Eens niet gewekt worden door het vrolijk gekwetter van vogeltjes maar met het constant getik van zware regendruppels op het dak luidt een nieuwe dag in. Ik blijf wat luisteren onderwijl weifelend tussen opstaan en mij nog eens uitstrekken en jawel mijn zanggrage gevleugelde kleine vrienden overstijgen het getik van de regen daarmee een boost gevend om toch maar het eigen nest te verlaten.
Bij een onderbreking met koffie in de hand, raak ik in gesprek met mijn overbuur en wordt gewaarschuwd voor een 'orage' met 'crève' (moest ik even opzoeken = hagel) in de middag. Met alle verhalen uit het voorjaar vragen wij ons af hoe ernstig de situatie wordt.
De strijd tussen 'middelmatige bewolking' met kans op 35% regen wordt gewonnen door een doorbrekende zon. Het is
marktdag in Nyons en ik wil de sfeer wel graag opsnuiven. Voor de zekerheid getooid met 'lichte' regenjas. Vooral lokale producten zijn in de aanbieding met legio standjes met zwarte olijven, olijfolie in alle hoeveelheden met het keurmerk AOP, worsten, kazen en om het geheel een exotisch tintje te geven, geurende zeepjes. Even opzij overschouw ik de gezellige bedoening en overdenk dat dit door de eeuwen heen waarschijnlijk altijd zo geweest is.
Bij die onderdompeling in de zondagse marktsfeer blijk ik de enige te zijn die te 'warm' aangekleed is. De zon heeft voorlopig de overhand behaald op de bewolking en bij een toenemende drukte trek ik richting camper om op deze 'rustdag' een korte wandeling langs het water te maken.
Ik kies de 'verkeerde' kant. Volg getrouw de aanwijzingen en wordt wat in de volksmond de
'citadel' wordt genoemd, opgestuurd. Een mooie beklimming rond een rotsformatie die in de middeleeuwen dienst deed als uitkijkpunt. Boven worden we beloond met een schitterend uitzicht op de stad.
Mijn wandelmodus is ingesteld op tijd. Na een groot half uur bereik ik het plateau en sta plots midden tussen de leveranciers van het 'zwarte goud' van de streek. Het is duidelijk niet het oogstseizoen en ik kan geen 'verse' olijf proeven.
Bij de camper heb ik er 'dichte' buren bijgekregen. Letterlijk op spreekafstand. Van open deur tot open venster. Gemoedelijke Fransen die ook in België rondgezworven hebben en vooral 'weg' zijn van enkele van onze bieren. Voor 'des producteur de produits locaux', ik mag even proeven van hun zelfgemaakte worsten, wil dit wel iets zeggen. Ze weten het te waarderen dat ik in Frankrijk kies voor pastis als aperitief en knikken goedkeurend bij mijn bier voorkeur, Saint-Omer.
Later op de middag verliest de zon het van de bewolking en worden we door regen aan de camper gekluisterd. Een afscheid in mineur van een plaats die zich aanbiedt als 'Petit Nice' met een zonnig klimaat.
Ik onderbreek de Rondrit Frankrijk 2025 voor een verkenning en verblijf in de Vaucluse. Mijn ervaringen en belevenissen zijn verder te volgen in de post Vaucluse 2025.
Deel 2
Auvergne - Rhône-Alpes
Dag 57 - vr 20 juni
Malaucène - Viviers - 68 km
Een zon in volle glorie begroet de mensen in Malaucène. Bij mijn eerste koffie kan ik de naarstige bedrijvigheid gadeslaan van de liefhebbers die de Ventoux op willen. Sommigen spreken voorzichtig van een poging. Anderen stralen dan weer de nonchalance van een trainingsrit uit. Bonne chance à tout et à tous.
In de Vlaamse hoek heerst een grote bedrijvigheid. Schoonmaak, opruimen en onderhoud zijn in volle gang. De beslissing is genomen: ik keer huiswaarts, zij het in korte etappes. Nogmaals neem ik afscheid van Nadine en Luc. Dit rustige koppel geniet van de kleine dingen en vormt een inspiratiebron voor anderen, een voorbeeld van hoe het kan onder veranderende omstandigheden. Tot ergens onderweg, of niet, zoals Luc zou zeggen.
Met de verplaatsing naar Viviers is het gedaan met rustig cruisen langs kleine dorpjes. In dit deel van de Rhônevallei is de bevolkingsdichtheid merkbaar hoger.
Het CamperCar Park in Viviers - gps N 44.48239; O 04.68000 is gelegen op het terrein van een voormalige camping. De vlakke percelen met grindondergrond zijn gescheiden door hagen. Voor langere voertuigen (meer dan 7 meter) zijn de ruimtes krap bemeten. Het park ligt naast sportvelden en zwembad, aan rand van de stad. Het centrum ligt op ongeveer 1,5 km afstand. Het is aan te raden om bevoorraad toe te komen. Alle standaard voorzieningen zijn aanwezig
Enkele plaatsen liggen in de schaduw van een boom. Geluiden van de nabije sportvelden zijn hoorbaar, maar veroorzaken geen overlast.
Mijn wandeling brengt me via de drukke D86 naar het Office de Tourisme. De medewerkster doet haar uiterste best om haar stad aan te prijzen. De eerste indruk wekt een interessante verwachting. Ik kijk uit naar de verdere verkenning.
Dagen 58&59 - za 21 en zo 22 juni
Ik begon me al een beetje verweesd te voelen. Toen ik aankwam was ik de enige op de aire met het voordeel een goede plaatste kunnen kiezen. Naar goede Franse gewoonte komen er camperaars bij die naast elkaar gaan staan.
Na een ongestoorde nachtrust in deze stilteoase ben ik benieuwd naar de binnenstad.
Viviers is een bisschopsstad en telt negen historische monumenten en staat op de lijst van "opmerkelijk erfgoed". Tijdens het ancien régime(*) was Viviers de hoofdstad van de provincie Vivarais. De gemeente telde 3.659 inwoners op 1 januari 2022.
(*) Het Ancien Régime verwijst naar de politieke en sociale orde in Frankrijk vóór de Franse Revolutie, die duurde van de late middeleeuwen tot 1789. Het was een periode van absolute monarchie, waarin de koning de hoogste macht had in een standenmaatschappij, waarin de bevolking was ingedeeld in drie standen: de geestelijkheid, de adel en de rest van de bevolking (de Derde Stand).
Geschiedenis 
Vivarium, afgeleid van de Latijnse naam voor een visvijver, was een nederzetting van de Helvii. Rond 475 werd Viviers de nieuwe hoofdstad van deze Gallo-Romeinse volksstam in plaats van Alba Helviorum en een bisschopzetel. Er ontstonden een lage en een hoge stad; deze laatste was een afgesloten geheel rond de primitieve kathedraal en een kanunnikenkwartier. In 1119 werd begonnen met de bouw van een nieuwe kathedraal. Tussen 1032 en 1308 hingen de stad en de provincie Vivarais af van het Heilege Roomse Rijk maar daarna werd het een onderdeel van Frankrijk. In de 14 de eeuw werden de stadsmuren versterkt om roversbenden buiten te houden. De pest teisterde de stad.
De 15 de eeuw bracht weer economische voorspoed en de stad breidde zich uit buiten de stadsmuren. Bisschop Claude de Tournon liet het koor van de kathedraal herbouwen in Flamboyante gotiek. Rijke burgers lieten renaissancehuizen bouwen in de stad. In 1562 en 1567 werd de stad bezet door hugenoten onder leiding van Noël Albert, die een deel van de bovenstad vernielden. In de 18 de eeuw werden een nieuw bisschoppelijk paleis en een priesterseminarie gebouwd, alsook burgerpaleizen (de hôtels Roqueplane, Beaulieu en Tourville).
In 1801 werd het bisdom Viviers afgeschaft maar in 1822 heropgericht. In de 19 de eeuw kwam er industrie in de stad en rond 1900 werd de rivierhaven uitgebouwd.


Deze dubbel versterkte middeleeuwse stad zit vol architectonische schatten. Hier vertellen de stenen het verhaal en getuigen ze van een prestigieus verleden en het aanpassingsvermogen van de mens gedurende de eeuwen.

Tijdens de wandeling door de schilderachtige, schaduwrijke steegjes ontdek je gewelfde doorgangen, eenvoudige huizen met romaanse en gotische deuren en ramen, renaissancegevels en 18 de eeuwse herenhuizen.


Je waant je terug in de middeleeuwen in dit stadje dat ernstige pogingen doet om het authentieke karakter te behouden.
Historische monumenten

De blikvanger is de imposante gevel van het Maison des Chevaliers, ooit eigendom van Noël Albert, een koopman die fortuin maakte met de handel in zout op de Rhône, maar die ook een liefhebber van kunst was.

Deze gevel in antieke stijl werd herbouwd in de 16 de eeuw met decoratiemotieven uit de middeleeuwen.


Het Maison de Lestrade is een 18 de eeuwse verbouwing van een woontoren uit de 12 de eeuw.
Het heeft tot 1947 dienst gedaan als gemeentehuis.
De stad had een dubbele omwalling, rond de benedenstad als rond de Ville Haute of het Quartier Canonial. Archeologische opgravingen hebben een klooster blootgelegd dat bewoond werd door kanunniken. Later verhuisden deze geestelijken naar woningen, voornamelijk gelegen rondom de Place l'Ormeau.

Het belangrijkste bouwwerk is de rooms-katholieke
kathedraal, gewijd aan Sint Vincent. Het is de zetel van de bisschop van Viviers. De constructie van de toren dateert uit de 11 de eeuw en het grootste deel van de rest van het gebouw uit de 12 de eeuw.


De toren staat los van de kerk en diende als portaal om het stadsdeel binnen te komen. De kantelen op de top werden tijdens de Tachtig Jarige oorlog geplaats en diende als uitkijkpunt.
Het sobere interieur valt op door de breedte van het schip en het mooi houtsnijwerk van het koor.


Van het Châteauvieux blijft niet veel over buiten een ruime belvédère met schitterende zichten op de benedenstad en de verder gelegen Rhône.
Het steile Eccaliers des Cèdres leidt naar het niet te missen voormalige bisschoppelijk paleis. Dit prestigieuze monument beschikt over een Italiaanse salon, de ontvangstzaal van de bisschop bedekt met muurschilderingen. Gebouwd in de 18 de eeuw als privéwoning, werd het in 1986 het stadhuis.
Uit praktische overwegingen naar Viviers afgereisd en onverwachts op een verborgen pareltje gestoten.
Hoewel er nog werk aan de winkel is om het historische hart verder op te knappen, heeft de huidige staat een charmante en authentieke uitstraling.
...
Het is stilaan tijd om een terugreisplan op te stellen. De periode waarin honderden kilometers per dag werden afgelegd is voorbij en er kan begonnen worden met plannen en uitzoeken van geschikte overnachtingsplaatsen.
In de middag zak ik af naar de jachthaven voor een wandeling langs de
Rhône. De Rhône ontspringt in Zwitserland en stroomt door Frankrijk. De Rhône heeft op de Nijl na het grootste debiet van alle rivieren die in de Middellandse Zee uitmonden. De Rhône is 812 kilometer lang (267 kilometer in Zwitserland en 545 kilometer in Frankrijk) en haar stroomgebied meet 98.000 km². De grootste zijrivier is de Saône en de voornaamste steden aan de rivier zijn Genève, Lyon en Avignon. De Rhônevallei staat bekend als een vooraanstaand wijnbouwgebied.
In alle drukte van het schrijven vergeet ik bijna een foto van de zonsondergang te maken. Gelukkig is het zomer. Met een gevoel van voldoening neem ik afscheid deze plek, die fietsers en wandelaars veel te bieden heeft.
Zo loopt de GR 49 dwars door de stad en heb je aansluiting op de fietsroute ViaRhôna.
Dag 60 - ma 23 juni
Viviers - Saint-Martial - 91 km
Na een onrustige nacht van woelen en draaien in een broeierige bevangenheid, lijkt er weinig hoop op beterschap. De manshoge haagafscheidingen bevorderen de privacy maar vormen tevens een obstakel voor de wind om enige verkoeling te brengen. Bij een lagere luchtvochtigheid moet het hier ongetwijfeld aangenaam vertoeven zijn.
Ik heb een prachtige overnachtingsplaats ontdekt midden in de Ardèche, maar had geen duidelijk beeld van wat ik me moest voorstellen bij het Parc naturel régional des Monts d'Ardèche. Het bleek een echte ontdekkingsreis te zijn, gelukkig niet per fiets. Over een afstand van 91 km moest ik 1693 m klimmen en 923 m dalen. De eerste kilometers over de D5 en een stukje van de N7 waren goed te doen. Het echte avontuur begon echter op de D122, waar ik even aan de kant ging om achteropkomend verkeer voorbij te laten. Tijdens de afdaling op de D215 naar Saint-Martial had ik het geluk slechts één tegenligger te ontmoeten, en dat nog op een 'gunstig' stuk.
Wat een adembenemende uitzichten! Ik heb een fotograaf als bijrijder gemist. Zoals op veel bergwegen is er weinig gelegenheid om te stoppen en de pracht van de natuur in je op te nemen. Dit is ongetwijfeld een streek die verkend moet worden, bij voorkeur met de fiets, hopelijk met elektrische ondersteuning, of te voet. Het UNESCO Eco-erfgoed verdient absoluut onze aandacht.
Na de spectaculaire afdaling bereik ik Camping du Lac - gps N44.87075; O 04.27915. Deze fraai gelegen camping bestaat uit twee niveaus met alle voorzieningen op een grasondergrond en op sommige plekken schaduw van bomen. De sanitaire voorzieningen zijn enigszins verouderd, maar zeer schoon. Bij de ingang van de camping is een terrein voor campers beschikbaar, maar zonder elektriciteit. Het dorp ligt op 1,2 km afstand. Het is aan te bevelen om goed bevoorraad aan te komen.
De initiële wandeling brengt me naar de oevers van het kleine meer, waar volop gelegenheid is om een prachtig beeld vast te leggen.
Terwijl ik languit in de ligzetel van een boek geniet, krijg ik een Franse overbuur. Een alleenreizende. Hij haalt tafeltje en stoeltje tevoorschijn en installeert zich voor een rustige middag met een boek. Het lijkt alsof ik naar een kopie van mezelf kijk. Ondertussen begin ik aan het blogverhaal en word geïntrigeerd door mijn medecamperaar. Ik besluit hem te groeten en inderdaad Leo blijkt een solist uit Bretagne te zijn die een wandelvakantie in de Ardèche onderneemt. Ik hoef niet langer overtuigd te worden om een verdere verkenning van deze streek aan mijn bucketlist toe te voegen.
Dag 61 - di 24 juni
Door de hoogte van 837 meter boven zeeniveau koelt het 's nachts af naar een aangenaam draaglijke temperatuur. Goed doorslapen doet niet alleen wonderen voor de Body Battery, maar aan het lichaam in zijn geheel.
Voorafgaand aan de grote sprong naar het noorden neem ik nog een dagje vakantie. Met mijn gezicht naar de zon en een boek in de hand verloor ik even de tijd uit het oog. De bijkleuring neigt meer naar rood, maar gelukkig ben ik niet verbrand.
Voor een dinsdag is het bijzonder druk aan de Base nautique van het meer. Het Lac de Martial is een zogenoemde maar. Een maar of mare is een doorgaans cirkelvormig bassin ontstaan door een freatomamatische explosie (*). Vaak zijn maren gevuld geraakt met water, dat niet kan wegzakken doordat de bodem bestaat uit stollingsgesteente zoals graniet of basalt en ondoordringbaar is. Deze maren zijn van Tertiaire of Quartaire ouderdom. Rond het meer heeft zich een klein landbouwdorp van ongeveer 275 inwoners ontwikkeld. Het trekt veel dagjesmensen aan die ontspanning zoeken op de weide of verkoeling vinden in het water.
(*) vulkaanuitbarsting waarbij magma in contact komt met water (zoals grondwater of oppervlaktewater), wat leidt tot een explosie van stoom en het vrijkomen van as, vulkanische fragmenten en gassen.
De ontspannende dag wordt afgesloten met het genieten van de zonsondergang.
Zo neem ik afscheid van deze prachtige plek, die in mijn boek drie sterren verdient Om mij heen zie ik uitsluitend Franse nummerplaten uit diverse departementen. Het is duidelijk een geliefde plek onder Fransen, elk met hun eigen dialect.
Dag 62 - wo 25 juni
Saint-Martial - Digoin - 266 km
Deze locatie bevalt me uitstekend, vooral om te slapen. Helaas wordt de roep uit het noorden steeds indringender. Een belangrijk voordeel, ik kan vroeg vertrekken. Na het afrekenen is het instappen en wegwezen.
Een prachtig aanvangsparcours in het middengebergte van de Monts d'Ardèche ligt klaar om ontdekt te worden. Een groot deel voert door het bos. Over een afstand van 15 km moet er 755 m geklommen worden naar de Col de la Croix de Boutières - 1506 m. Op de parkeerplaats zijn enkele families bezig hun klein mannen duidelijke instructies te geven voor een geweldig avontuur. Het geeft een ontspannen gevoel om eindelijk een selfie te kunnen maken zonder fiets.
Ik neem een moment om van het landschap te genieten. Zoals gebruikelijk was er tijdens de beklimming geen gelegenheid om te stoppen, wat echter niets afdoet aan het prachtige uitzicht. Het glooiende landschap van dit middelgebergte nodigt uit tot verdere verkenning
De beklimming heeft een flinke aanslag gepleegd op de brandstofvoorraad. We blijven ongeveer tien kilometer rijden op een plateau van circa 1.100 meter, alvorens 800 meter af te dalen. Onderweg probeer ik de wielerliefhebbers aan te moedigen, maar dit gaat aan de meesten voorbij. De tankbeurt in Yssingeaux wordt onvermijdelijk. De prijs is even slikken; een stijging van € 0,207 doet mij besluiten een halve tank te vullen. Eenmaal in de vallei van de Loire verloopt alles bijzonder vlot. Tijdens een korte pauze wordt besloten de geplande overnachtingsplaats over te slaan en door te rijden naar de volgende bestemming op de lijst.
Om 14:30 heb ik mij geïnstalleerd op de camperplaats te Digoin - GPS N 46.48091; O 03.97104. Gelegen aan de rand van de stad, praktisch aan de oever van de Loire, voeg ik mij bij de andere camperaars die gekozen hebben voor de schaduw van de bomen. Er is een sanizuil aanwezig waar grijs- en zwartwater geloosd kan worden, maar helaas werken de overige voorzieningen niet. Een gemiste kans om een aantrekkelijke aire te ontwikkelen. Op ongeveer 2 km heb je de keuze uit 3 supermarkten. Naar de bekende Pont Canal is het 950 m wandelen langs de Loire.
Terwijl de camperplaats geleidelijk volstroomt, begint het te regenen en breekt een hevig onweer los. Zo ziet een Franse 'orage' er dus uit. Gelukkig zijn het slechts enkele kleine takjes die van de bomen worden afgerukt en blijven we gespaard van omvallende bomen. Zodra de regen wat minder wordt, ga ik naar buiten om te genieten van het schouwspel van bliksem en donder. Door de hoge ligging van de aire hebben we geen wateroverlast.
Bourgogne
Dagen 63&64 - do 26 en vr 27 juni
Na een onrustige nacht, waarin vooral afgerukte takken op het dak vielen, worden we om 7 uur gewekt door machines van de stadsdiensten, die met man en macht bezig zijn om de sporen van de storm te ruimen. Een storm die de lucht heeft gezuiverd en een einde gemaakt aan de drukke zwoele hitte van de voorbije dag. Voor ons vormt dit tenminste een positieve noot in de orkestratie van de storm.
Als ik een scherpe dieselprijs wil, tank ik bij mijn favoriete supermarkt (aangezien ik niet gesponsord ben, laat ik de naam in het midden). Nu ik hier toch ben, kan ik mezelf verwennen met enkele inkopen om de komende dagen door te komen.
Eenmaal de inkopen opgeborgen, ben ik gereed voor mijn verdere tocht naar het noorden. De D979 leidt me langs bekende dorpjes aan de Loire waar de sporen van de orage duidelijk te zien zijn. De hulpdiensten zijn met ladder- en vrachtwagens druk in de weer om de opgelopen schade zo snel mogelijk op te ruimen. De A77 zorgt voor een vlotte voortgang. Het slotstuk over de D965 voert me door het bos in een heuvelachtig landschap.
De CC Park te Tourcy - GPS N47.73154; O 03.29772 verwelkomt me om 14 uur. Deze voormalige camping beschikt over alle faciliteiten die men van een Camper Car Park mag verwachten. Het sanitaire blok is toegankelijk en hoewel verouderd, zeer netjes. Gelegen aan de rand van het dorp, naast de sportvelden en de vijver, biedt het een oase van rust met deels schaduwrijke graspercelen en deels grindondergrond. Op 2 km afstand bevinden zich twee supermarkten en een wijnkelder. Het dorpscentrum ligt op slechts 500 meter.
Bijna 500 km rijden in twee dagen ben ik niet meer gewend, zeker niet langs secundaire wegen. Hoewel zeer afwisselend, vergt het veel concentratie en schiet het minder snel op. Op het stuk autostrade is het daarentegen een strijd tegen de eentonigheid. Geef mij dan maar de D- en N-wegen. Maar ik moet wel even tot rust komen en mijn ogen richten op iets anders dan de weg. Deze aire met een gemoedelijke ontspannen sfeer is daar dermate geschikt voor.
Bezoek
Toucy telt ongeveer 2600 inwoners en heeft een zeer bewogen geschiedenis.
Met een bezoek aan de binnenstad begeef je je in een zeer interessant historisch kader. Archeologische opgravingen uitgevoerd in de 20 ste eeuw toonden de aanwezigheid van vuursteenbewerkingswerkplaatsen rond 13.000-18.000 voor Christus in de buurt van de huidige stad (ten noorden van La Glaudonnerie, in de buurt van de Chemin de la Vau-Laurier en dicht bij de Hatus-boerderij). In de jaren 1990 werd bij toeval een bronzen bijl uit 3000 voor Christus ontdekt, 2 km ten oosten van Toucy. Gedurende de paar eeuwen voor onze jaartelling waren de regio's Toucy, Saint-Fargeau en Lavau al zeer actieve Keltische centra voor de productie van ijzer in hoogovens. De ijzergieterijen van Toucy, behoorden tot de grootste in Puisaye.
De geschiedenis van Toucy door de eeuwen heen leest als een fascinerende roman. Voor de liefhebbers verwijs ik graag naar het Wikipedia-artikel. Bezettingen, veroveringen, plunderingen, intriges, machtsstrijd, brandstichting, bombardementen; de stad heeft het allemaal gezien en meegemaakt.

Tijdens de Middeleeuwen werd de stad, vanwege haar geografische ligging, lang betwist tussen het koninkrijk Frankrijk en het hertogdom Bourgondië. Als bewijs daarvan lijkt de
kerk Saint-Pierre meer op een klein versterkt kasteel dan op een kerk. Ze werd gebouwd in de 16 de eeuw tegen de wallen uit de 11 de eeuw aanleunend.

Pittoreske gevels en

mooie vakwerkhuizen wisselen elkaar af.
Een rustig bezoek in een charmant stadje.

Een kleine uitsmijter als wist-je-datje : De bibliotheek heeft een ruimte gewijd aan Pierre Larousse. Deze voormalige onderwijzer, oprichter van het beroemde woordenboek, is geboren en getogen in Toucy.
...
Ik weet niet precies met welke algoritmes mijn sporthorloge functioneert, maar zonder te kijken voel ik al dat ik rust nodig heb. Bij controle geeft mijn Body Battery aan: neem u in acht dat u zichzelf niet uitput. Deze senior neemt die raad graag ter harte en gunt zichzelf een dag congé.
Concreet houdt dit in : geen was, geen afwas, geen kleine klusjes, maar ontspannen met een boek en een drankje. Uiteraard neem ik de tijd mijn stappendoel te bereiken en wandel ik enkele rondjes rond de vijver. Daarbij word ik door een meidengroepje uitgenodigd om mee te zingen en iets verderop door jongens geïnterpelleerd over wat de meiden van mij wilden. Beide groepjes waren respectvol en hadden duidelijk waardering voor de wandelende opa.
Op verlof mag er al eens geaperitiefd en aansluitend uitgebreid gekookt worden, waarvoor dient verlof anders voor?
Volledig fris, mede dankzij een verkwikkende douche in de verouderde maar kraaknette natte cel, ga ik op zoek naar mede-Belgen. Aan de nummerplaten te zien zijn er verschillende landgenoten die deze plek ook weten te waarderen. Ik ontmoet witloofboeren op rust, die na 40 jaar het werk achter zich hebben gelaten en inmiddels het ontspannende gevoel van vrij rondreizen hebben leren kennen. Hun opmerking "we hebben moeten leren reizen" vond ik bijzonder interessant. Veel plezier met jullie verdere verkenning van Europa.
Bij het vallen van de avond blijft één oog onafgebroken gericht op de zon. Het spel van licht blijft me fascineren en wanneer we als kers op de taart een reflectie in het water waarnemen, is het genieten des te groter.
Grand Est
Dag 65 - za 28 juni
Toucy - Sézanne - 149 km
De plaatselijke jeugd heeft zich 's nachts flink laten horen. Gelukkig dooft het vuur van al dat jong geeld en keert de rust uiteindelijk terug. In de ochtend wordt de stilte doorbroken door het gekoer van duiven. Misschien hebben ze inspiratie gehaald bij hun jonge tweevoeters. Het gekoer is vooral het werk van mannelijke duiven, die ermee hun territorium afbakenen en vrouwtjes proberen te lokken als onderdeel van hun baltsgedrag.
Enfin, ik luister vol verwondering naar de werking van de natuur. Uiteindelijk brengt de rustige routine van doorleefde wijsheid me terug naar de realiteit van de dag. De bijna automatische handelingen om het rijtuig reisvaardig te maken volgen elkaar zo op, dat ik om 11:45u kan vertrekken.
Langzaam nemen we afscheid van Bourgondië, rijden door de Champagne en belanden in de Grand Est. Het traject over de D951 voert ons langs een schilderachtige route die vandaag gelukkig heerlijk rustig is. Even had ik met de gedachte gespeeld door te rijden naar Reims, maar uiteindelijk blijf ik bij mijn oorspronkelijke idee.
Instinctief maakte ik de juiste keuze. Ik arriveer vroegtijdig bij
Camping Municipal de Sézanne - gps N 48.72164; O 03.70214, maar gebruik de tijd om iets kleins te eten. Midden in de natuur, weg van druk verkeer, kom ik terecht in een pareltje. Een keurig onderhouden terrein met gedeeltelijke schaduwplaatsen op gras. Wel is enige nivellering nodig om de wagen enigszins horizontaal te krijgen. Het sanitair is netjes verzorgd. Voor liefhebbers is er een zwembad, een recreatieruimte en mogelijkheden om te barbecueën. Kortom, heerlijk ontspannen onder gelijkgestemde mensen.
Terwijl ik languit in de ligzetel geniet van het slotdeel van mijn boek, spreekt een medecamperaar me aan, denkend dat hij me herkent. Zoals gebruikelijk spreek ik Belgen aan in beide landstalen, zo ook mijn buurman. Op een zaterdagmiddag is er ruimte voor een grapje, dus antwoord ik zijn groet met "Ich spreche Deutsch" en een knipoog. Tijdens ons gesprek meen ik de vrouw inderdaad te herkennen, maar het grote vraagteken blijft: van waar en wanneer? Met dit sympathieke koppel uit Rotselaar deel ik de liefde voor Frankrijk.
Tijdens het buurten komt het proefballonnetje van Europa weer ter sprake. Mogen zeventigplussers binnenkort wel of niet meer autorijden? Het is een zorg die regelmatig terugkomt. Een verbod zal echter de balans tussen verkeersveiligheid en persoonlijke vrijheid niet oplossen. Redelijke maatregelen schuwen we zeker niet. Een dialoog met de verschillende actoren kan bijdragen aan een evenwichtig en aanvaardbaar akkoord. Werken tot 67 jaar om vervolgens aan huis gekluisterd te zijn, zal zeker niet zorgen voor meer welzijn.
Terug in de luie stoel krijg ik bericht dat een jonge vriend bezig is aan de 65 km van Antwerpen. En ik loop hier intussen rond in mijn vrijwilligers-T-shirt van de 10 miles van Antwerpen. Go for it, Lukas! Na de ontlading zal hij vast wel wat anders aan zijn hoofd hebben dan aan mij te denken. Ik hoor later wel hoe het gegaan is.
Wanneer de middag geleidelijk overgaat in de avond, is het wachten op het perfecte moment om de zonsondergang vast te leggen. Dit keer vanuit de deuropening van de camper.
Zo eindigt een prachtige dag langzaam. De meeste medecamperaars trekken zich terug, terwijl sommigen nog genieten van de koele avond bij een verfrissend briesje. Hoe aangenaam kan het leven zijn!
Dag 66 - zo 29 juni
Sézanne - Rocroy - 188 km
Terwijl Zuid-Europa zucht onder de hitte, ontwaken wij heerlijk bij 20°C. Het vrolijke gekwetter van vogeltjes en een aangenaam briesje worden afgewisseld door het regelmatige vroege vertrek van medecamperaars. Sommigen reizen richting het zuiden, anderen, zoals het echtpaar uit Rotselaar, keren huiswaarts. Tijdens het afscheid moet ik hun naam schuldig blijven. Bij het "tot ziens" en "hou het veilig", vergeet ik een foto te maken. Tja, er zijn van die dingen die mijn ochtendroutine zo in de war kunnen brengen dat ik weleens iets vergeet.
De verplaatsing voert langs de D951 door de voorraadschuur van Frankrijk. De uitgestrekte velden herinneren we ons nog van de heenreis. Eens in Reims volgt de aansluiting op de A34 en is het goed doorrijden op de snelweg.
Om 13:15 uur sluit ik aan op de aire - gps N 49.92363; O 04.51721, bij de aanwezige camperaars onder de beschutting van een schaduwrijke boom. Er is een verzorgingszuil die via een app werkt tegen betaling. Er zijn enkele sorteerbakken aanwezig. Dit alles bevindt zich aan de rand van de omwalling en op slechts vijf minuten wandelen van het centrum. Complimenten aan de gemeente voor het voorzien van deze prachtige, rustige en landelijke aire. In het centrum vindt de toerist alles wat hij nodig heeft. Op 1,5 km afstand ligt een Aldi. Een geweldige locatie als tussenstop en als startpunt voor wandel- en fietstochten.
Rocroy is niet bepaald bescheiden over haar historische charme. Ze profileert zich als 'Le village préféré des Français - sélection 2021', 'Petites Cités de Caractère', 'Village étapes' en 'Ville Fleurie'. Zo'n indrukwekkend palmares verdient nader onderzoek.

Misschien heeft u zich ook wel eens afgevraagd waarom het Franse grondgebied een uitstulping vormt tussen de Belgische provincies Namen en Henegouwen? In 1545 maakt Frans I van Frankrijk zich zorgen over de verdediging van het koninkrijk en hij stuurt Martin du Bellay eropuit om de beste plaatsen te zoeken voor de bescherming van de grenzen. Om het hoofd te kunnen bieden aan Marienburg (België) en Charlemont (Givet) kiest de koning uiteindelijk voor het kleine dorp 'Raulcroit'. Onder Hendrik II van Frankrijk schieten de eerste versterkingen uit de grond. Sébastien le Prestre, Marquis de Vauban, de beroemde bouwmeester, kwam in 1673, 1691 en 1696 op inspectie en deed aanbevelingen voor verbeteringen. Zo ontstond de vestingstad die van groot belang was voor Frankrijk. Aan het begin van de regering van Lodewijk XIV werd Rocroy het trefpunt van strijdend Europa. Tijdens de Dertigjarige Oorlog leidde de toekomstige Prins de Condé het Franse leger naar een beslissende overwinning op 18 en 19 mei 1643, waarmee een einde kwam aan een eeuw van Spaanse dominantie.
Enkele opmerkelijke monumenten
Het oude
wachthuis, dateert uit 1691 en diende als bescherming voor het appartement van de commandant. Het herbergt nu het museum van de Slag bij Rocroy en de Dertigjarige Oorlog.
De stallen van de bevelvoerende officier. Gebouwd in de tijd van Vauban werden er 19 paarden gestald en verzorgd. Op de voorgrond de resten van de Porte de Bourgogne de oostelijke toegang tot de stad.
De Porte de France werd als gewelfde doorgang in de weermuur aangelegd. Omstreeks 1680 werd ze verhoogd met een stenen gebouw waarin de 'Majer de la place'; de commandant van het stadsgarnizoen verbleef. Vanaf de zolder werd het valhek bediend en nadien werd de poort door een brug gescheiden. In 1926 werd gestart met het slopen van deze zuidwestelijke toegang tot de stad.


Voor een stad met ongeveer 2300 inwoners, waarvan het merendeel buiten de omwalling woont, heeft Rocroy een opvallend groot stadsplein, toepasselijk
Place d'Armes genoemd in de geest van de vestingstad. Aan het plein bevinden zich de
Mairie uit 1822 (momenteel in de steigers vanwege herstelwerkzaamheden),
de kerk uit 1844 en de prachtig herbouwde
overdekte hallen.

Als je het pad op de walmuur volgt, kun je rond de hele stad wandelen in ongeveer een uur. Grote delen van de omwalling zijn nagenoeg intact gebleven zoals het
Bastion de Nevers uit uit 1555.
Enkele zogenaamde 'Poternes' bieden toegang tot de verschillende delen van het fort.


Om je te helpen vooral de hoogtepunten niet te missen, is er de hulp van de rood-witte markeringen van het GR pad dat dwars door de stad loopt. Ook fietsers zijn welkom op een deel van het parcours.
Het wordt een op en af geloop naar de 'juiste' spot om de perfecte afscheidsfoto te nemen.
Dag 67 - ma 30 juni
Rocroy - Assenede - 213 km
Aan de omzwerving door Frankrijk komt tijdelijk een einde. Om vroeg in de middag in Assenede aan te komen, is het belangrijk om zo vroeg mogelijk te vertrekken.
Terwijl de aire langzaam tot leven komt, tref ik de voorbereidingen voor het vertrek. Enkele vroege vogels zijn al opgestaan en zitten netjes aan de picknicktafels, genietend van de zonsopgang en hun ontbijt.
Nog 6,4 km te gaan in Frankrijk voordat ik het Koninkrijk België binnenrijd. De E420 leidt me naar Philippeville voor een tankstop. Daarna volg ik de N5 richting Charleroi, waar ik aansluit op de E19 richting Groot-Bijgaarden en vervolgens de E40 neem tot Gent. Uiteindelijk zouden de R4 en R436 me netjes tot in Assenede moeten brengen. Zouden moeten. Bij Arcelor Mittal raakt mijn gps in de war en stuurt me op een omweg. Gelukkig begin ik na wat autostradehoppen enkele punten te herkennen en bereik ik uiteindelijk mijn bestemming.
Het is fijn om terug te zijn op het kampeerautoterrein in Assenede - gps N 51.23067; O 03.75003. Er staan twee wagens, waaronder het vertrouwde silhouet van Linda's Adria. Ik kan mijn plek innemen op mijn favoriete stek, in de schaduw van een paar bomen die me beschermen tegen de ergste hitte van de dag. Het terrein is netjes onderhouden en de faciliteiten werken prima.
Tafel en stoel worden buitengezet en de rest van de middag wordt één lange bijpraatsessie over het wel en wee van de Vrienden van Assenede. Dit wordt even onderbroken voor een afhaalpita, waar niet alleen wij van genoten hebben, maar ook de dartel pikkende kippen, geleid door een haan, een feestje hadden met de restjes.
Dankbetuiging :
Het thuisfront : de ondersteuning die het mogelijk maakt vrij te zwerven.
Wikipedia : voor de waardevolle historische en geografische informatie.
Lokale Toeristische bureaus : voor waardevolle info en bijkomende gegevens.
Google maps : voor de voorbereiding en hulp onderweg.
Park4Night : nuttige info voor overnachtingen
Michelin kaarten : als handige hulpmiddelen bij de oriëntatie.
Michelin Travel : voor de nuttige achtergrond informatie bij culturele, historische en landschappelijke bezienswaardigheden.
Nathan voor de leuke cartoons en het nalezen van de verhalen.
De leuke mensen en contacten die ik onderweg mocht ontmoeten.
Degenen die vergeten zijn : mijn verontschuldiging.
Vandaag vertrekken we naar Château-Thierry en maken gretig gebruik van jouw eerdere ervaringen. Leuk je ontmoet te hebben, we blijven je volgen en wie weet ooit?
BeantwoordenVerwijderenRobert en Kristien