Naar Centraal Frankrijk en terug 2023

Om ervaring op te doen met mijn nieuwe onthaaste levensstijl is Frankrijk gekozen. Het uitgelezen land daarvoor. Met een volksaard van : vivre comme dieu en France, zou dat geen probleem mogen zijn. 

De voorjaarsbestemming zal de Auvergne worden (zie page Auvergne 2023). Onderweg  wordt het zaak de kunst van het à l'aise onder de knie te krijgen. Onthaasten in dorpjes waar de tijd schijnt stil te staan, ver van de platgetreden wegen der toeristen. Wandelen en fietsen in de stille natuur bij een aangename temperatuur met niet teveel regen. Meer moet dat niet zijn.

Op weg naar het Centrum van Frankrijk staan enkele minder bekende cultuursteden op het programma. Stilstaan bij de verschrikkingen van WO I. In het bijzonder de slagvelden aan de Somme. Om daarvan te bekomen, is niets beters dan een paar natuurparken om te ontspannen.

Diverse stadjes in het zuiden van Berry hebben mijn belangstelling. Een verkenning om ideeën op te doen voor een eventuele volgende trip.

De terugweg wordt dan weer een zoektocht naar nieuwe pareltjes en interessante plekjes om me aangenaam te verrassen.  

Je moet er in Frankrijk rekening mee houden dat veel campings pas openen op 1 april of later. Niet elke CP heeft alle faciliteiten. Plannen is belangrijk. Een alternatieve overnachtingsplaats te voorzien is bijzonder handig.

Frankrijk is het camperland bij uitstek. Als camperaar krijg je veel speelruimte, zeker in het tussenseizoen. Een handig gebruik daarvan brengt je bij veel onverwachte meevallers. Je gedragen als Fransman onder de Fransen maakt veel mogelijk. Je aanpassen aan die stijl heeft zijn voordelen. De taal spreken is daarbij een grote hulp. Of anders een paar uitdrukkingen of sleutelwoorden beheersen, doet wonderen.   

Heen


 Dag 1 - Wo 1 februari

    Oostende - Atrecht (Arras) - 141 km 

De herbronningsperiode is afgesloten met een bezoek aan Antwerpen. Samen met een vriend beleefden we een schitterende dag in het vernieuwde KMSKA (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen). Een meer dan geslaagd bezoek. De opknapbeurt heeft wat voeten in de aarde gehad maar het resultaat mag er wezen. 
Vandaag vertrek ik richting Centraal Massief. Om in het Verhaal van Vlaanderen te blijven, plan ik een bezoek aan Atrecht wat nu deel uitmaakt van Frankrijk onder de naam Arras. Naar een uitgebreide kennismaking met de binnenstad kijk ik uit. 

Om 12:15 u draai ik de Aire camping-car Arras Vallée de la Scarpe op - gps N 50.29727; O 02.77590. Deze prachtig aangelegde aire biedt plaats aan 50 wagens waarvan er 25 ingenomen zijn. Alle voorzieningen zijn voorhanden - ook warme douches. Op ruime afstand van de Boulevard Robert Schuman aan de Scarpe (binnenhaven) gelegen. Een wandeling van 900 m brengt je in de binnenstad. Het terrein is met een slagboom afgesloten en betalingen kunnen enkel met bankkaart. 

Er staan enkele langverblijvers die de aire als uitvalsbasis gebruiken. Lijkt me een ideale plek daarvoor, zeker als je over bijkomend vervoer beschikt. 

Na een hazenslaapje ga ik op zoek naar het Office du Tourisme. Dat is ondergebracht in een schitterend middeleeuws pand. Het oorspronkelijk historische stadhuis met aanpalend belfort, wat samen met de andere Vlaamse belforten deel uitmaakt van het UNESCO werelderfgoed. Een grondige verkenning zal voor morgen zijn.  


Om een beetje in de wandelsfeer te komen, kies ik voor een stukje GR 121 langs de Scarpe. Niets overdrevens, een beetje de benen losgooien.

Vandaag start ook een nieuw reisverhaal. Ik neem jullie graag mee op avontuur.



Dag 2 - Do 2 februari

    Atrecht (Arras)

Ik moet er weer wat inkomen. Een pot koffie moet daarbij helpen. Het is een beetje wachten op een schuchtere poging van de zon om door het ochtendgrijs te breken. Volgens de meteo zal het helaas grauw en bewolkt blijven. Het is gelukkig wel droog. Om mijn voeten extra steun te geven, worden de wandelschoenen bovengehaald.

Ik ben klaar voor de verkenning van de binnenstad. Even ter verduidelijking : dat ik de naam Atrecht gebruik, is uit historische overweging. De stad is 'slechts' sinds 1659 officieel deel van Frankrijk. Zo bepaald bij het Verdrag van de Pyreneeën (einde van de Dertig Jarige oorlog). Daarvoor behoorde het tot het graafschap Vlaanderen en later tot Bourgondië om vervolgens deel uit te maken van de Spaanse Nederlanden.  Na de dood van Karel de Stoute (één van de grote vier van Boergondië) in 1477, vond er iets merkwaardig plaats. Om de 'verfransing' te bespoedigen werd de stad ontvolkt en vervangen door 'echte' Fransen. Dat liep uit op een mislukking en de 'oorspronkelijke' bewoners mochten terugkomen maar de stad heette voortaan Arras.   

Het eerste bouwwerk dat we aandoen is de Saint Vaast Kathedraal. De bouw begon in 1778 volgens de plannen van Pierre Contant d'Ivry. De klassieke architectuur werd door Napoleon in 1804 bepaald. Hij verving in 1848 de oude kathedraal van de stad, in gotische stijl, gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van de Stad, die tijdens de revolutie was vernietigd.
Een bezoek aan het interieur met een 102 m lang schip en 26 m breed, bestaande uit zes traveeën is in februari niet mogelijk.
De buitenkant met schijn steunberen is het gevolg van een in die tijd in zwang zijnde architecturale filosofie, die gotische esthetiek combineert met op de oudheid geïnspireerde klassieke elementen.



De gevel wordt gekenmerkt door Korinthische zuilen en een driehoekig fronton waardoor de klassieke uitstraling wordt benadrukt.


In de gebouwen van het oorspronkelijke klooster is sinds de 19 de eeuw het Musée des Beaux Arts ondergebracht.
Dit vrij toegankelijke museum bevat verscheidene collecties. Ze bestaan uit erfgoedwerken en werken die verband houden met de geschiedenis van de stad, het klooster en benadrukken de identiteit van de streek Artois. Daarnaast wordt een rijk palet uit de geschiedenis van de Europese kunst ten toon gesteld.


Spijtig dat bij veel van de werken de belichting de wensen overlaat. 


Olieverf schilderij van Pieter Breugel de Jongere.




De Klauwende Leeuw die oorspronkelijk op de spits van het Belfort stond. Na de heropbouw werd het in het museum ondergebracht. 




Muurschilderij - de begrafenisrede voor Caesar. 


Toch proficiat aan het stadsbestuur dat pogingen onderneemt het museum de hedendaagse tijd binnen te leiden.



Na een beetje flaneren door enkele winkelwandelstraten kom ik op het Place des Héros. De naam van het plein verwijst naar de verzetsstrijders die hier tijdens WO II werden terechtgesteld.



Het plein wordt gedomineerd door het stadhuis en belfort. 
Het stadhuis en het 75 meter hoge belfort dateren uit de 16e eeuw. Helaas moest Arras hetzelfde lot ondergaan als Ieper. Na de Eerste Wereldoorlog moest het grotendeels worden herbouwd. In 1932 was de herbouw klaar.  De kwaliteit daarvan getuigd van schitterend vakmanschap.

Spijtig dat het weer niet meezit. Het plein en de straten liggen er wat verlaten bij. In de zomer is het waarschijnlijk een drukte van jewelste. 

Het rondslenteren brengt je bij verrassende hoekjes. De belangrijke revolutionaire leider Robespierre wordt als zoon van de stad herdacht met een straat naar hem vernoemd. 

Vanuit diverse hoeken blijf je een prachtig zicht op het belfort behouden. De burgerlijke welvaart en vrijheid mochten in de middeleeuwen overtuigend geëtaleerd worden. 

Verwoestende branden in 1136 en 1189 legden de 'Vlaamse' middeleeuwse stad grotendeels in de as. 
Onder invloed van de Bourgondiërs en de Spaanse Nederlanden werd de stad heropgebouwd. Tijdens WO I werd Arras opnieuw voor 80% vernield, nu door Duits oorlogsgeweld. Na de Grote Oorlog werd de binnenstad nauwkeurig wederopgebouwd. 
Met 155 huizen in de oorspronkelijke Vlaamse barokstijl doet de stad weinig Frans aan. Je waant je eerder in Nederland of Vlaanderen. Zeg nu zelf, geschiedenis blijft toch iets boeiends. 


In tegenstelling tot de Place des Héros is de Grand Place niet autovrij. De homogene bouw heeft wel een unieke en authentieke uitstraling. 


Deze prettige eerste kennismaking is beslist een succes te noemen. Ik kijk uit naar de verdere verkenning van deze boeiende stad.


Dag 3 - Vr 3 februari

    Atrecht (Arras)

Voorlopig is het nog niet het weer van vorig jaar. De aanhoudende grijze grauwheid wordt afgewisseld met regenvlagen.

De ideale omstandigheden om de boves te bezoeken. Deze ondergrondse leisteengroeven voeren terug tot de 10 de eeuw. Veel gebouwen, waaronder het historische stadhuis en belfort zijn opgetrokken uit stenen die hier gedolven zijn. Een enthousiaste gids neemt je mee door de ondergrondse geschiedenis op een 45 minuten durende toer. Naast mezelf is er nog één dame in de groep wat de aanpak iets persoonlijker maakt.
De groeven zijn uiteindelijk een compleet gangenstelsel onder de stad geworden. Naast groeve heeft het dienst gedaan als kelder onder de diverse panden. Gedeelten worden daar nog voor gebruikt. Het werd ook gebruikt als opslagruimte voor goederen die op de markten werden aangeboden.
Tijdens de eerste wereldoorlog deden ze dienst als onderkomen voor Engelse troepen. Grote delen van de plaatselijke krant waren in het Engels de bestuurstaal van de stad tijdens de oorlog. In WO II was het een geschikt schuiloord tijdens bombardementen.



De avondwandeling levert een schuchtere zonsondergang op.


Dagen 4&5 - Za 4 en zo 5 februari

    Atrecht (Arras)

Op zaterdag is het grote markt. Als volmaakt toerist dompel ik me helemaal onder in de drukke sfeer van het markten. 
Vooral beenhouwerkramen hebben een groot clientèle. Ik heb niet de indruk dat veel plaatselijke bewoners vegetariër zijn. Bio zit in de lift en dat mag zelfs wat kosten.
Aansluitend doe ik uitgebreid inkopen in de supermarkt. 


zo 5 februari

Mijn hoofd barst van gedachten die wachten om neergeschreven te raken. Gelukkig werkt het weer een beetje mee.
Het zachte gekletter op mijn dak kluistert mij aan huis en zo kan ik van de nood een deugd maken. Een pot koffie helpt me door de ochtend heen. Tussen de regenbuien door even een frisse neus halen. Mijn buren zijn het weer beu en kramen op.
In de middag is het genieten van de titanenstrijd tussen twee grote kampioenen. De meest uitgekookte heeft gewonnen. Proficiat Mathieu!

Naar de avond toe klaart het voldoende uit om mijn doelstelling van 10.000 stappen te halen.

Voorlopig ben ik daar tot nu toe elke dag in geslaagd. Houden zo!


Dag 6 - Ma 6 februari

    Atrecht (Arras)

De aanvankelijke grauwe grijsheid maakt plaats voor een steeds blauwer wordende hemel naarmate we de middag inglijden.

Het aangename weer met een zon die warmte afgeeft, lokt veel leeftijdsgenoten buiten. Met veel plezier trek ik mijn wandelschoenen aan voor een tocht op de GR 121 langs de Scarpe.

Mede dankzij subsidies van de EU wordt een prettige vrijetijdsinfrastructuur uitgebouwd. De watersport faciliteiten maken het ook tot een aantrekkelijke bestemming voor kinderen en jongeren.
Je kunt er niet alleen onbekommerd wandelen ook aan de fietser is gedacht.








Moest je niet beter weten, waan je je zo in Vlaanderen. Maar ja, in een ver verleden was het ook echt een deel van Vlaanderen.

Genietend van stilte en rust moet ik mijn klok in de gaten houden. Het hele stuk moet ook teruggewandeld worden.

Terug op de aire is er een lichte activiteit te bespeuren. We staan hier met 25 wagens en enkelen reeds een geruime tijd. De praktische inplanting maakt het zeer geschikt voor een verkenning van de streek.



Dag 7 - Di 7 februari

    Atrecht (Arras)

Ik beslis nog een dagje te blijven en me te verdiepen in een minder vredig gedeelte van de stad.  

Tijdens de regering van Louis XIV was Arras een belangrijke vestingstad. Zijn fortenbouwer Vauban mocht zich volledig uitleven. Het resultaat is een zeer uitgestrekt versterkt fort met zowaar een gracht. 

Samen met de andere vestingwerken van Vauban staat ook deze citadelle op de UNESCO werelderfgoedlijst. 



Grote delen van de versterking staan leeg. Maar er zijn ook nieuwe gebouwen opgetrokken. Sedert de bouw in de 17 de eeuw deed het dienst als kazerne voor diverse legeronderdelen. 
Aan 338 jaar militair bestaan kwam in 2009 een eind. Het ligt er nu vredig en kalm bij. Een occasionele wandelaar of jogger kruist mijn pad.



Tijdens WO II werd Arras bezet door de Duitsers die hun sporen van hun schrikbewind hebben nagelaten.

Tussen 1941 en 1944 werden 218 verzetslieden neergeschoten.
Jeugdige leeftijd kon op geen enkele vorm van mededogen rekenen. Het jongste slachtoffer was slechts 18! 


Arras heeft ook de infame reputatie die het deelt met een andere Vlaamse stad : Ieper. Tijdens WO I zijn hier bloedige veldslagen geleverd die honderdduizenden slachtoffers hebben geëist. 
Minder bekend dan het illustere Menen Poort monument is het Faubourg-Damiens Cemetery ter nagedachtenis aan de 35.942 gesneuvelden die geen gekend graf hebben. Bij de herinnering aan zoveel waanzin kan een mens alleen maar stil worden.

Om de gruwel van oorlog zo snel mogelijk achter mij te laten, wordt ik door een vriendelijke dame tot bij de bushalte gebracht. Een geëlektrificeerde minibus brengt me gratis naar de binnenstad.

De ongedwongen sfeer in het centrum is een hele verademing. Jonge mensen die doen wat jonge mensen doen en zich niet moeten bezighouden met hoe ze op de meest gruwelijke wijze elkaar moeten afmaken. 

Bij de camper kan ik nog een beetje genieten van het prachtige weer. Ik hoop dat dit aanhoudt. 



Dagen 8 & 9 - wo 8 februari en do 9 februari

    Atrecht (Arras)

De aire is zo'n handige plaats dat ik besluit nog even te blijven. Als je op zoek bent naar een geschikte tussenstop en daarbij wilt genieten van stilte en rust, is dit de plaats. Deze gloednieuwe aire op wandelafstand van de stad is volgens mij het prototype van de moderne Camper Parking. Het groen moet nog even de tijd krijgen om door te groeien maar anders is er niet veel op aan te merken.


Dag 10 - Vr 10 februari

    Atrecht (Arras) - Péronne - 57 km

Ik wilde graag nog wat foto's maken maar dat was buiten het weer gerekend. Bij het ochtendritueel valt een dikke deken mist op me. Na wat rek en strek oefeningen zoek ik snel de gezelligheid van de camper op.
Rond 11 u klaart het uit en vallen enkele zonnestralen binnen. Tijd om de wagen te servicen en deze praktische plaats te verlaten.

De korte verplaatsing naar Péronne voert mij door een rustig landbouwgebied. Alleen de enkele oorlogskerkhoven en monumenten doen vermoeden dat de strijd om de Somme één van de bloedigste en gruwelijkste perioden uit de menselijke geschiedenis is. De streek doet sterk aan Vlaanderen denken.

De aire de CC du Parc du Cam aan de rand van Péronne - gps N 49.92648; O 02.92650 is mooi gelegen tussen het Étang du Cam en de Étangs de la Somme. Op wandelafstand van het Musée Historal de la Grande Guerre en de binnestad. De aire biedt plaats aan enkele wagens. Helaas is de servicezuil buiten werking. Grijs en zwart water kan wel afgelaten worden.
De plaats is gratis. Ideaal voor een fiets- of wandelverkenning.

Een wandeling naar het centrum brengt me in een sfeervol stadje dat een beetje Ardens aanvoelt. Bij het Office du Tourisme word ik uitgebreid gebriefd over de mogelijkheden en de troeven. 


Ik kijk uit naar de verdere kennismaking.


Dag 11 - Za 11 februari

    Péronne

Het ene jaar is duidelijk het andere niet. Waar ik mij vorig jaar overvloedig kon laven aan de zon, moet ik dit jaar tevreden zijn met grauwe grijsheid. Mijn buur die mij vorige avond is komen vervoegen, heeft uit arren moede zijn biezen gepakt. Hij wil warmte en zon. Om de zaak helemaal troosteloos te maken, krijgen we de gehele dag af te rekenen met druilerige miezerigheid.

Deze naargeestige toestand schept de ideale sfeer om mij verder te verdiepen in het boek 'Het Elfde Uur' van Pieter Serrien. Daarin worden de gebeurtenissen beschreven van de laatste 24 u van WO I. Ik leer enkele historische nieuwigheden. Het aftreden van keizer Wilhelm II nog vόόr het tekenen van het wapenstilstandsverdrag. De impact van de Spaanse griep aan beide zijden van het front. Het op grote schaal revolteren van muitende Duitse soldaten. Het star vasthouden aan terreinwinst van het geallieerde opperbevel met als resultaat het niet te vatten dodental van duizenden soldaten op 10/11 november 1918. De stuiptrekking van een anachronistisch systeem van 'adellijk' superioriteitsgevoel, aan beide zijden van het front wel te verstaan, ten koste van miljoenen mensenlevens.

Waarom vertel ik dit verhaal? De geschiedenis van Péronne is om stil van te worden. Weinig steden zijn zo betrokken geweest bij de geschiedenis van Frankrijk, weinig steden zijn zo vaak verwoest geworden. Verbrand en geplunderd door de Noormannen; ernstig beschadigd ten tijde van de Spaanse bezetting; verwoest door de Duitsers in 1870 tijdens de Frans-Duitse Oorlog; het toneel van bloedige veldslagen aan de Somme uit 1916; totaal verwoest in 1917 tijdens WO I; gebombardeerd en verbrand in mei 1940 tijdens WO II door de Duitse luchtmacht. Je zou op dat moment maar in zo'n stad wonen!

Péronne was het epicentrum van het geallieerde offensief in 1916. De legerleiding wilde een doorbraak forceren en zo de stellingenoorlog weer op gang trekken. Optimistisch werd daarbij gedacht de oorlog tegen het einde van het jaar te beëindigen. De slag aan de Somme is de geschiedenis ingegaan als de 140 dagen in de hel (van 1 juli tot 18 november 1916). Voorafgaand op de bestorming van de loopgraven probeerde men het Duitse front te ontwrichten door het afschieten van 1.500.000 granaten.
Op 1 juli om exact 7:30 u werd het sein voor de bestorming gegeven. 140.000 soldaten probeerden de eerste rij loopgraven te bereiken. Het resultaat was een slachting. De eerste dag verloren de Britten 60.000 man waarvan 30.000 in het eerste uur! 
De legerleiding weigerde het falen van de actie in te zien en de strijd ging nog drie maanden door. Tegen het invallen van de winter was slechts een honderdtal vierkante kilometers veroverd ten koste van onnoemelijk veel mensenlevens. Pas op 18 november 1916 staakte de geallieerde legerleiding de aanval. De tol was hoog.  Het Verenigd Koninkrijk verloor 420.000 manschappen, Frankrijk 200.000 en Duitsland 450.000. Een totaal van 1.070.000 man waarvan 310.000 gesneuveld of vermist, het equivalent van ongeveer 16-20 divisies! 

Mijn belangstelling voor WO I werd op vrij jonge leeftijd gewekt door het op straat vinden van het magistrale boek : 'Van het Westen geen Nieuws' door Erich Maria Remarque. Ik was toen amper 10 jaar! Ik heb deze roman nog altijd. Als telg uit een vrij conservatief religieus gezin konden wij al lezen voor we naar het eerste studiejaar gingen. Ons pre radio en TV tijdperk (begin jaren 60) bestond elke avond uit één uur Bijbellezen (Statenvertaling grote letterdruk uitgave 1948 - heb ik ook nog altijd). Dat heeft ook de basis gelegd voor mijn passie voor geschiedenis. Mijn liefde voor het geprinte woord is gebleven. Ik hoop wel dat ik mijn archaïsch woordgebruik ondertussen wel een ietsje ontgroeid ben. 


Dag 12 - Zo 12 februari

    Péronne

Het is een komen en gaan op deze kleine aire. Het is ook een beetje wachten op een kleine weersverbetering. Het is zondag en daar gedraag ik mij ook naar. Uitslapen, frisse neus halen een eerste koffie, een tweede koffie. Kortom langzaam op gang komen voor een iets uitgebreider bezoek aan deze stad gedomineerd door de Somme.

Péronne is niet echt een mooie stad. Grotendeels heropgebouwd na WO I. Het had/heeft geen historische gebouwen die in oude glorie hersteld moesten worden zoals Ieper bijvoorbeeld. Ik heb het gevoel dat er een no nonsens 21 ste eeuwse sfeer hangt. Het WO I verleden is aanwezig maar overheerst niet. Een eerder doorsnee stadje dat poogt een roemrucht verleden in de verf te zetten.

Ik heb een wandeling langs de belangrijkste monumenten in gedachten. Een combinatie van de groene en rode wandelingen op het kaartje.



Het kasteel voert terug tot de 13 de eeuw. Het herbergt nu het Historal de la Grande Guerre Musée de Péronne.




Het plein voor het museum is zowat het toeristische kloppend hart van de stad.









Het Stadhuis en de Kathedraal werden verdienstelijk herbouwd in de 20 ste eeuw.








Péronne heeft geen wrijfbeeld maar toch een plaatselijke 'heldin'. Marie Fourré. 

De trots van Péronne is de Porte de Bretagne. 

Oorspronkelijk gebouwd in de 17 de eeuw. In 1924 hersteld als beschermd monument.


Om de stadswandeling in kleur af te sluiten, dit prachtig gerestaureerd pand.


Schoorvoetend maakt de grijze grauwheid plaats voor meer blauw in de lucht.  



Dag 13 - Ma 13 februari

    Péronne - Amiens - Conty - 97 km

Het is prettig ontwaken in alle kalmte en rust. Vandaag is de zon in al haar glorie van de partij. Toch een pak aangenamer als je je hoofd buitensteekt. 

Om in de cultuursfeer te komen, kies ik voor de korte verplaatsing naar Amiens. Het is nog even genieten van de vredige heuvels van de Haute Somme. Tot aan Albert doorkruis ik het eertijdse slagveld.

Met 135.000 inwoners is Amiens een middelgrote stad. Vrij uitgestrekt en met diverse troeven in de aanbieding. Helaas is er geen fatsoenlijke camperparking voorzien. De opgegeven plek is wel aardig gelegen maar slechts voor kleine voertuigen en dat voor kortparkeren. Nog een beetje tevergeefs rondgereden. Ik had op zondag moeten komen. Dat zal dus voor een andere keer zijn. Onbegrijpelijk dat zo'n stad geen exclusieve CP heeft.

Park4night doet me de suggestie om de aire de camping cars te Conty te proberen. Het heeft nog wat voeten in de aarde om uit Amiens weg te raken. 
Na 35 km draai ik de voorgestelde aire op - gps N 49.74350; O 02.15599. Ik kom op een pareltje terecht. De ondergrond is gras en behoorlijk vlak. Naast een sanizuil (jeton te verkrijgen bij de bakker) en vuilbakken zijn er geen voorzieningen. Prachtig gelegen op de rand van het dorp dicht bij diverse maneges. Conty is een paarden- en ruiterstad. 


Op 750 m ligt een goed gesorteerde Carrefour Contact annex tankstation. Mijn vooravondwandeling brengt me bij de boorden van de Selle en ik geraak helemaal in de stemming.



Dag 14 - Di 14 februari

    Conty

Het heeft vannacht gevroren. Dat was te verwachten bij een open hemel. De zon die langzaam over de kim verschijnt, wint hand over hand aan kracht. Optimistisch kunnen we spreken van voorjaarswarmte. 

Ik kan het niet beter treffen voor mijn wandeling. Ik heb een bewegwijzerd pad gevonden die me rond de meren in het gebied voert.  
Het volledige circuit van 15 km en ongeveer 5 u stappen is voorlopig te hoog gegrepen. Een wandeling rond de vijvers zie ik wel zitten. Dit is een vissersparadijs. Bij het gemeentehuis is een 'permis de pêche' te verkrijgen.
Ik ben niet zo'n visser maar ben gekomen om te wandelen.


Rond deze tijd van het jaar is het nog bijzonder rustig. Ik kom occasioneel een enkele wandelaar tegen. Bij de iets drukkere punten valt het me op dat koppeltjes leeftijdsgenoten reeds in Valentijnstemming zijn. Rustig gearmd keuvelend of iets intiemer naar elkaar toegeleund, genieten ook zij van deze schitterende vroege lentedag.
Iets van het parcours af passeren we Chateau Wailly. Op straffe van boete mogen we het terrein niet betreden.


Na 2:30 u en ruim 15.000 stappen hou ik het voor bekeken. De zetel wordt boven gehaald en voor de eerste keer dit jaar kan ik mij buiten zetten met de warmende stralen van de zon op mijn gezicht. Zalig!

Iets over 18 u is de lentepret afgelopen en is het binnen verder genieten. Bij het ondergaan van de zon draait een medecamperaar naast mij op. Weg restje zon, welkom kille schaduw. Vlamingen op doorreis die beloven morgen verder te trekken.


Dag 15 - Wo 15 februari

    Conty

Vandaag is bijna copy paste van gisteren. Bijna. Mijn buren zijn vroeg vertrokken en zo kreeg ik onmiddellijk de zon binnen.

Een vroege wandeling levert me liefelijke landelijke plaatjes op. 
De ligging van de aire is goed geschikt om de voeling met de natuur te behouden. Zeer rustgevend.  

Ik moet wat schommelen in de wagen. Moet tussendoor ook gebeuren. Daarbij niet vergeten van de zon te genieten.

De middagwandeling brengt me in het 'centrum' van Conty. Niet direct een toeristische attractie. Mensen komen duidelijk niet om in het centrum rond te wandelen. Een typisch Frans departementsstadje. Weinig groen in het straatbeeld. Geen terrasjes. Geen leuke winkels.

Het stadhuis zorgt voor de administratieve behoeften van de 1700 inwoners.



Zeer typisch aan de stadskern zijn de smalle straatjes. Twee auto's kunnen niet passeren tussen kerk en aanpalende huizen.


De stenen kerk dateert uit de 15 de en 16 de eeuw en is in flamboyante gotische stijl gebouwd. Men is bezig met zeer noodzakelijke herstelwerkzaamheden. 



Enkele opvallende elementen zijn een middeleeuwse beeldengroep en de waterspuwers die zo aan Harry Potter doen denken.


Veel meer is er niet te zien.

Terug op de aire is er de 'gewone' drukte van camperaars op doorreis.


Dagen 16&17 - Do 16 - vr 17 februari

    Conty - Beauvais - 43 km

Bij wonen in een camper horen ook de dagdagelijkse beslommeringen. Er moet al eens schoongemaakt worden. De opgestapelde was moet dringend gewassen worden. Op 500 m ligt een wasserette en voor € 5,50 wordt die klus geklaard.

De zon is er doorgekomen en na servicen van de wagen vertrek ik richting mijn volgende bestemming.
Ik blijf op de departementale wegen en kan zo genieten van het prachtig groene golvende landschap. Rond de heuvels is er weer wat bebossing. Ik maak de mentale opmerking dat dit alles niet ouder dan 100 jaar is. Spijtig dat er geen mogelijkheden zijn om even te stoppen. Een bijrijder fotograaf zou handig zijn. 

Zo kom ik Beauvais binnen. Mijn gps stuurt mij via de kortste weg in één lange slingerbeweging door nogal smalle straatjes. Zonder veel moeilijkheden bereik ik de aire de CC Beauvais - gps N 49.42439; O 02.08039. Afgezonderd terrein zonder slagboom. Er is een sanizuil maar buiten grijs en zwart water aflaten, werkt die niet. Voor de zekerheid probeer ik nog even de elektra aansluiting, maar helaas. De ondergrond is gras maar niet helemaal vlak. Strategisch goed gelegen voor een bezoek aan de binnenstad - een kleine 15 min. lopen.

Ik zit nog met mijn was die niet helemaal droog is. Lijntje spannen dus en gebruik maken van zon en wind. Onderwijl krijg ik er medecamperaars bij een koppel uit Frankrijk en Noorwegen. Gezellig internationaal.

Ik raadpleeg Google Maps op zoek naar het Office du Tourisme. Zeer gemakkelijk. Een voetgangerspad brengt me naar een oriëntatietafel met uitzicht over de stad. Vandaar een trap naar de benedenstad, rechtuitlopen en na het centrale plein, links afslaan. 200 meter verder et voilà. De rest van de verkenning zal voor morgen zijn.


Vr 17 februari

Wat doet een mens zoal op een niet zo'n schitterend weer dag? Beetje lezen, beetje schrijven. In de middag inkopen doen en wat rondslenteren in 't stad. Om in conditie te blijven : 2 x de trappen, 2 x 108 treden. In het naar boven komen moest ik toch even bekomen.  

Bij gebrek aan een zonsondergang maar eens geprobeerd met een nachtfoto.


Ik raak in gesprek met een jonge man die voor de conditie de trappen op en af loopt. Ik ben al blij dat ik ze kan stappen. Wat heerlijk toch jong te zijn. 


Dagen 18&19 - Za 18 - zo 19 februari

    Beauvais

Picardië wordt wel eens de streek van de bouwers genoemd. Vorige generaties Fransen hebben in de streek pareltjes van bouwkunst opgetrokken.  In het oog springend zijn ongetwijfeld de gotische kathedralen. Daarbij moeten we ook aandacht hebben voor de prachtige architectuur in natuur- en baksteen. Vandaag wil ik mij vooral concentreren op de binnenstad.

Het historische hart van Beauvais gaat terug tot op de Romeinse tijd. Het vroegere forum Romanum wordt nu gedomineerd door de Saint Pieter kathedraal. De kathedraal met de hoogste gotische gewelven ter wereld staat symbool voor de macht van de graven en bisschoppen sinds de 11 de eeuw.

De hoogte van 48 m moest niet alleen indruk maken op de lokale bewoners maar ook op de koningen. 21 ste eeuwse bezoekers zijn niet minder onder de indruk. 

De drang naar grootsheid en prestige is eigen aan de mens in elk tijdsbestek.

Beauvais streeft er naar om haar kathedraal op de UNESCO werelderfgoedlijst geplaatst te krijgen.

Bonne Chance!





Aansluitend op een bezoek aan de kathedraal mag je het  Musée départemental de l'Oise (MUDO) niet overslaan. Dit kleine (gratis) museum is ondergebracht in het voormalige bisschoppelijke paleis. De omsloten ruimte is te bereiken via het versterkte poortgewelf uit de 14 de eeuw. Dit doet een beetje aan de Broeltorens uit Kortrijk denken.

Het paleis was onder meer de residentie van de illustere bisschop Pierre Cauchon die Jeanne d'Arc tot de brandstapel veroordeelde.

Het museum herbergt een kleine collectie met overwegend schilderijen uit de 18 en 19 de eeuw.

Het werk van de Gentse kunstenaar Josse van den Abeele kan mij welbekoren.


De kleine tuin geeft het geheel een aangenaam karakter.


Om de Romeinse stad tegen de invallen van de 'barbaren' te beschermen, werd er vanaf de 4 de eeuw een verdedingsmuur opgetrokken. Delen van deze Gallo-Romeinse omwalling zijn nog steeds zichtbaar.


Op mijn verdere rondzwerving kom ik bij het Hôtel des Postes. 

Dit schoolvoorbeeld van regionale bouwkunst werd opgetrokken tussen 1920-1930.  Het beheerst de voornaamste winkelstraat in Beauvais.


Tijdens mijn blijde intrede in de stad ben ik langs een beeldengroep gepasseerd die ik wel eens van dichtbij wil bekijken.
Een weergave van de maarschalken Juin, De Lattre de Tassigny, Koening en Leclerc de Hautecloque; bevelhebbers van de Franse troepen tijdens WO II.

De veldheersstaf van Juin wordt als wrijfbeeld gebruikt. Wat zou de 'wens' zijn? De gewoonte om 'iets' aan te raken misschien?


Op deze zaterdagmiddag is het niet bijzonder druk in de binnenstad. De stadskern van Beauvais is niet zo groot en alles is bewandelbaar. Voor terrasjes is het nog te vroeg op het jaar. Ook op de aire hebben de nieuw aangekomen zich teruggetrokken in hun camper. Geen gelegenheid tot buurten. Dan maar een wandeling in het park waar de lokale jeugd een feetje bouwt. 

Zo 19 februari

Normaal zou ik vandaag doorrijden. Maar op zondag een parkeerplaats zoeken in Chartres is misschien niet zo'n goed idee. Ik besluit het rustig aan te doen.

In de middag vervoegd een Nederlands echtpaar mij op de aire. We vertrekken gelijktijdig naar de binnenstad en ik breng hen even op weg naar het Office du Tourisme.

Ik heb mijn gedacht op een uitgebreide bezichtiging van de Rue du 27 Juin gezet. Dit pittoreske straatje lijkt wel een catalogus over de historische architectuur van Beauvais. Diverse vakwerkhuizen met de typische balkenstructuur. Sommige uit bakstenen opgetrokken.   


Nummer 17 valt op door  samenhang van diverse stijlen. 

Nummer 27 springt eruit door de mooie houten beelden-groepen.

De Rue du 27 Juin staat in het teken van het heldhaftige verzet tijdens de belegering door de Bourgondiërs in 1472. Op het einde van de straat (waar nu een winkelcentrum is) lag de poort waar Jeanne Hachette door haar bravoure de inwoners wist te begeesteren de strijd niet op te geven.  Haar standbeeld staat nu op het Place Jeanne-Hachette.

Frankrijk heeft zo zijn 'heldinnen' die dikwijls in de loop van de geschiedenis het voortouw hebben genomen.

Na het einde van WO II werd bijvoorbeeld de Rue Jeanne d'Arc aangelegd om de bereikbaarheid van de binnenstad te vergemakkelijken. 

Ik heb nog één historisch monument op mijn lijstje staan. Om er te komen wandel ik door het Île Saint-Symphorien. Hier stonden in de middeleeuwen diverse molens die helaas in WO II verwoest zijn.

Op het einde van het park ligt de middeleeuwse Tour Boileau. Deze zware versterking moest bescherming bieden tegen kanongeweld en tevens de watervoorziening van de stad veilig stellen. Een lokale bewoners weet mij de juiste stek te wijzen voor een mooie foto. Mercie.


Ik leg me nog een kleine wandeling op, kwestie mijn doelstelling van 10.000 stappen te halen. Daarna mag er lekker gerelaxt worden. 


Dag 20 - Ma 20 februari

    Beauvais - Chartres - 159 km

Laat ons hopen dat de maandag een goede dag is om toe te komen in Chartres. Iedereen is ondertussen vertrokken uit Beauvais, de meesten richting zon.

De verplaatsing naar Chartres voert me langs de ring van Parijs. Het is niet ontzettend druk maar het is goed uitkijken. De laatste 50 km wordt het landschap opener, groener en zonniger. Samen met de temperatuur stijgt ook mijn welbehagen. Chartres here I come!

Zonder moeilijkheden of fantasietjes leidt mijn gps mij naar de aire de CP te Chartres - N 48.43241; O 01.49661. Dit is een gedeelde parking. Het voorbehouden deel voor CC heeft mooie plaatsen tussen de bomen. Het is wel even uitkijken voor laaghangende takken en de achterliggende beek. De staanplekken zijn verhard. Er zijn geen faciliteiten. De CC ligt aan een doorgaand GR Pad dat langs de Eure loopt. Om de hoek is een Supermarché.  

Samen met mij is een Engels echtpaar opgereden. Even kennismaken en wat wis-je-datjes uitwisselen. Ze zijn op weg naar huis vanuit het zonnige Spanje. Om de drie maand moeten de verblijfspapieren in orde gemaakt worden. Prijskaartje : € 120 per persoon. Een nieuwe Engelse realiteit. 


Na een kleine pauze en lichte maaltijd kriebelt het om 'even' op verkenning te gaan langs het wandelpad. Ter hoogte van de parking is het even druk. Verder op het pad valt het best wel mee.



De dagen beginnen te lengen en de lente is op komst. Ik ben ondertussen een hele breedtegraad zuidelijker aanbeland en dat is te voelen aan de temperatuur.

Lang geleden dat we nog eens mochten genieten van een zonsondergang.


Op de parking van de supermarkt heb ik een pizza kiosk 'ontdekt'. Niet getreuzeld ende geaarzeld. Vanavond gaan we eens niet zelf koken.


Dag 21 - Di 21 februari

    Chartres

Wie Chartres zegt, denkt aan de Cathedrale Notre-Dame. Of om met Rodin te spreken : 'de Acropolis van Frankrijk'. Meer reden heb ik niet nodig voor een grondig bezoek. 

Ik wandel langs de oevers van de Eure en bereik na ongeveer 30 min. de 'verheven hoogte' waarop de kathedraal gebouwd is. 

Het kroningsportaal (1145-1170) is een romaans juweeltje. Na de brand in 1194 kreeg de kathedraal haar huidige vooral gotische uitstraling (1193-1250).  De 176 magnifieke glas-in-loodramen stammen uit de 12 de 13 de eeuw.






Het enorme schip van de kerk is gebouwd in pure spitsboogstijl en de portalen zijn versierd met fijn beeldhouwwerk uit het midden van de 12e eeuw.









Van een opmerkelijke verfijning zijn de beeldengroepen die het koor omringen. Ontworpen tussen de 13 de en de 17 de eeuw, beelden ze taferelen uit het leven van Jezus uit. 

Door de combinatie van romaanse met gotische elementen straalt de kathedraal eerder een robuustheid dan een elegante sierlijkheid uit. Door die unieke eigenheid is dit pareltje van middeleeuwse bouwkunst terecht sedert 1979 door de UNESCO opgenomen als werelderfgoed.

Tijdens WO II werd de kathedraal gespaard door een Amerikaanse legerofficier die het bevel om het te vernietigen aanvocht. Op 16 augustus 1944 twijfelde kolonel Welborn Barton Griffith jr aan de noodzaak om de kathedraal te vernietigen en ondernam een verkenning om te onderzoeken of de kathedraal door de Duitsers gebruikt werd als observatiepost. Dat bleek niet het geval. 


Ik blijf nog even in de 'bovenstad' rondhangen om ondanks de werken die aan de gang zijn, te genieten van de gemoedelijke sfeer.



In de bovenstad trekken enkele gevels mijn aandacht. Het office du Tourisme is in een decoratief middeleeuws pand ondergebracht.

Glas-in-loodramen waren niet alleen een specialiteit uit de middeleeuwen. Hedendaagse studenten en aspirant kunstenaars kunnen zich scholen in de Ẻcole Internationale du Vitrail.

Een klein hongertje bracht me in de buurt van dit gezellig uitziend restaurant. Een blik op de kaart leerde me al snel dat dit ietsje buiten mijn budget lag. Nochtans, ouwe jongens onder elkaar zag ik wel zitten.


De benedenstad opgebouwd rond de Eure en zijtakken kan mij bijzonder bekoren.




Af en toe doen de zichten een beetje aan Brugge denken.





Bij de Porte de Guillaume worden we dan weer met de verwoestingen uit WO II geconfronteerd. Een mens vraagt zich af hoeveel historisch erfgoed er op die manier verloren is gegaan.

Het bezoek aan Chartres kon mij zeker bekoren. In de zomermaanden zal het er beslist een stuk levendiger aan toegaan. Op het gemak gemoedelijk kunnen rondslenteren heeft ook zijn charme.


Op de terugweg langs de Eure is het genieten van schitterend lenteweer. Een geslaagde dag.



Dagen 22-24 - Wo 22 februari - Vr 24 februari 

    Chartres

Zachtjes tikt de regen tegen mijn dak. Ik draai me nog eens om en beslis uit te slapen. Allee, ik blijf liggen met een boek. Altijd een leuk alternatief als de goesting voor enige andere activiteit ontbreekt. Bij dit intellectueel wegdromen durf ik nogal eens mezelf en bijgevolg de tijd uit het oog verliezen.

Tussen de buien door trek ik me toch op gang om een wandeling te maken. In dit interessante land van tegenstellingen en mogelijkheden is het eerder bijzonder dat een Grande Randonneé pad gelijk loopt aan de Chemin de Compostella. De fervente wandelaar moet er wel rekening mee houden dat het pad onder water kan komen te staan. Voorlopig hebben we daar geen last van, ook niet bij overvloedige regen.

Do 23 februari - vr 24 februari

Tussen de leessessies in, stuur ik mezelf de deur uit om een frisse neus te halen.

Het blijft prettig wandelen langs de Eure. Het mindere weer doet daar geen afbreuk aan.



Dag 25 - Za 25 februari 

    Chartres - Blois - 107 km 

Spijtig dat er op de aire van Chartres geen voorzieningen zijn. Nochtans zeer handig gelegen met een winkelcentrum vlakbij. Mijn water- en elektrastand nopen mij om door te rijden. Nog vlug om de hoek even tanken en uitgebreid inkopen doen. Daarmee ben ik weer gerust voor een tijdje.

Het weekeinde verkeer valt goed mee. Vlot kunnen doorrijden op vooral de N 10. Op de doortocht door Châteaudun sta ik even in beraad om een tussenstop in te lassen maar ik vind niet direct een geschikte parkeerplaats. Een assistent-bijrijder zou af en toe handig zijn. Met een camper doe je niet zo maar 'ingewikkelde' maneuvers en al zeker niet op mijn leeftijd. Het wordt dus doorrijden.

Om 15 u kom ik op de aire de CC Blois aan - gps N 47.57984; O 01.34533. Aan de rand van de stad gelegen (in het zuiden) vlak naast een grote parking (slagboom vrije hoogte 2,20 m). Er zijn 26 plaatsen beschikbaar. Er is een sanizuil maar geen elektravoorzieningen. Dit lijkt me een ideale doorgangsparking. Op wandelafstand van de binnenstad. 

De plaats is vooral gekend onder Fransen. Na mij is het een constant aankomen van nieuwe campervrienden. Welkom aan mijn leeftijdsgenoten.  Ook de grote parking naast ons (die met de hoogtebeperking) loopt geleidelijk aan vol. 


Een circusgezelschap heeft zijn tenten opgeslagen wat vooral families met jonge kinderen aantrekt. Aan het gejoel en enthousiasme te horen hebben ze er wel zin in.  Vertederend hoe fantasie kan inspireren.


De binnenstad ligt zoals gezegd op een zucht en een wip. Een eerste verkenning brengt me tot aan de boorden van de Loire, de tot de verbeelding sprekende rivier van Frankrijk. 
De dagen beginnen duidelijk te lengen en ik kan genieten van een mooie luchtspiegeling, je hebt daar niet altijd de zon bij nodig.



Zo op het eerste zicht lijkt Blois wel een leuke stad. Ik kijk uit naar de verdere verkenning en bezoek.


Dag 26 - Zo 26 februari 

    Blois 

Een hoge luchtdruk bij heldere hemel brengt niet alleen de zon in de camper maar ook de bijpassende voorjaarstemperatuur. Om maar te zeggen dat het een koud ontwaken is. Gelukkig voor mij geen nieuw laagterecord. Dat is gemeten met -16° C. Eén voor één verlaten mijn nieuwe buren de parking tot ik alleen overblijf.


Het bezoek aan Blois wordt aangevangen waar ik gisteren gebleven ben. De Pont Jacques Gabriel uit de 18 de eeuw is de laatste zogenaamde ezelsbrug over de Loire. In de 18 de eeuw mochten de bruggen ook al iets breder zijn. Waar het in die tijd vooral om prestige ging, zijn we nu dankbaar voor de functionaliteit. 



Blois is een historische stad met de bijhorende rijke geschiedenis. De binnenstad is grossomodo opgedeeld in twee delen. Links van de brug het middeleeuwse hart en rechts het renaissance deel. 
Op de wandeling door de tijd - 12 de tot 21 ste eeuw wordt de toerist geholpen door wat eigen is aan Franse steden : bronzen vloerschildjes. In Blois passend een lelie. 


Het middeleeuwse deel wordt beheerst door het Koninklijk Paleis. De oudste delen stammen uit de Merovingisch periode (Kartel de Kale). Het huidige uitzicht werd vooral bepaald door Lodewijk XII (°1462 in Blois, ✝ 1515 in Parijs - koning van Frankrijk van 1498-1515). Het is een mooi voorbeeld van de flamboyante gotische stijl of Louis XII stijl. Door zijn aanhoudende oorlogen met Italië kwam hij onder de indruk van de renaissance waarvan invloeden in het complex zijn opgenomen.


Het ruiterstandbeeld van Louis XII werd in 1792 verwoest en in 1857 in oorspronkelijke staat hersteld door de kunstenaar Seure.

Het gelijktijdig opheffen van de rechter voor- en achterpoot was een 'koninklijke' oefening in de tijd van Louis XII.



Het tweede dominante gebouw in het 'middeleeuwse' deel van de stad is de Église Saint-Nicolas. Deze Katholieke kerk is een mooi voorbeeld van de overgang tussen de Romaanse en de vroeg Gotische bouwstijl. De oorspronkelijke bouw dateert uit 1138-1186.

Het portaal is nog overwegend romaans. De torens doen al gotisch aan. De kruisgewelven in het interieur uit de 13 de eeuw zijn al duidelijk gotisch. De glas-in-lood ramen zijn dan weer 'modern'.

De 'burger' gebouwen maken het zwerven door de binnenstad tot een aangename beleving. De stilte en het gebrek aan bezoekers, ook door de lokale bevolking vallen op. Is Frankrijk aan het opschuiven naar het Duits 'model'? De zondag als rustdag voor een nieuwe werkweek? Deze toerist vindt het alvast niet erg. Het zal wel aan het jaargetijde liggen denk ik.  


In de 21 ste eeuw vinden wij, vooral in het westen, water voorziening als iets vanzelfsprekend. We moeten alleen maar de waterkraan opendraaien, et voilà. In voorbije eeuwen was dit wel even anders. Ook vandaag op veel plaatsen niet zo evident. Als zwervend camperaar moet ook ik 'spaarzaam' omspringen met drinkwater. Dat was in Blois niet anders.  

De natuurlijke scheidingslijn tussen het middeleeuwse kwartier en het renaissance deel, is de Rue Denis Papin met de Escalier Denis Papin . Deze zoon van 't stad (°1647-✝ 1712 Londen? (volgens sokkel in Cassel) was een gerenommeerd natuurkundige. Volgens de medewerkers in het Office du Tourisme, 'l'inventeur du machine à vapeur.' Wat ze bedoelen is dat hij de zogenaamde 'vergister' op punt heeft gesteld. De voorloper van onze snelkookpan. 





Vanaf de trappen bovenaan de escalier kijk ik met verlangen richting zuiden. Het is nog een fikse wandeling tot aan de camper. 






De kleine opstekende storm weerhoud er de ouders niet van toe te geven aan hun kroost en toch nog een show mee te pikken in het circus. € 15 vind ik aan de dure kant voor iets wat ik ondertussen ontgroeit zou moeten zijn. 




Een wandeling in de buurt en genieten van een zonsondergang is meer mijn ding.




Dag 27 - Ma 27 februari 

    Blois - vervolg bezoek

Er waait een flinke bries die de gevoelstemperatuur gevoelig doet dalen. Ik leg alvast mijn dikke trui klaar en maak mij op voor het tweede deel van het bezoek aan de binnenstad.

Net zoals de stad heeft ook de kathedraal, officieel Cathédrale Saint-Louis de Blois, een bewogen geschiedenis achter de rug. Overwegend laat gotisch moest na een storm het dak tussen 1680-1700 gereconstrueerd worden. In een bombardement tijdens WO II sneuvelden alle ramen. Op 22 december 2000 werden de nieuwe glas-in-loodramen ingewijd, het werk van de Nederlandse kunstenaar Jan Dibbels en de Franse meester-glasblazer Jean Mauret.


Het meest opvallende kenmerk is de klokkentoren aan de noordgevel, die de skyline van de stad domineert. Hoewel de fundamenten dateren uit de 12 de eeuw, begon de bouw van de huidige toren in 1544. De toren is in renaissancestijl, met Ionische en Korinthische zuilen. Het bovenste deel is bekroond met een koepel en lantaarntoren toegevoegd in 1603.

Het huidige westfront, daterend uit het midden van de 16 de eeuw, vormt een compromis tussen de laatgotische en vroeg-neoklassieke stijlen. Vertegenwoordigd zijn middeleeuwse elementen zoals waterspuwers en steunberen met punt en een puntige gevel. De neoklassieke elementen omvatten het driehoekige fronton en de medaillons in de ronde die in de spandrels zijn te zien.
De kathedraal bestaat uit een lang schip met zijbeuken die langs het noorden en zuiden lopen. Zijkapellen komen uit op de zijbeuken. Er is ook een koor met bijhorende kooromgang. De Crypte van Saint Solenne bevindt zich onder het koor. Daar werden in 1927 sporen van een Karolingische kerk ontdekt. Die structuur wordt verondersteld te zijn gebouwd tegen het einde van de 10 de eeuw door de graven van Blois.

Het mooiste voorbeeld van renaissance architectuur is het stadhuis. Het bevindt zich achter de kathedraal. Het is gevestigd in de gebouwen van het oude bisschoppelijk paleis, waarschijnlijk gebouwd door de architect Jacques Gabriel aan wie we ook de oude brug te danken hebben.
 
Het achterliggende Terasse de l'Évêché wordt beheerst door het ruiterstandbeeld van Jeanne d'Arc.

Vanuit Blois vertrok deze tragische heldin tijdens de 100 jarige oorlog (tussen Frankrijk en Engeland)  om Orléans te ontzetten.


Het standbeeld is een gift van een Amerikaanse bewonderaar. 


Een lokale kunstenaar die uit de benedenstad kwam, is waarschijnlijk ook fan. Best grappig als hij bij het passeren groet met een  : 'bonjour Jeanne'. 

De sokkel waarop het beeld geplaatst is, komt uit de gevangenis te Rouen, toen bezet door de Engelsen. Veroordeeld als heks stierf ze daar op de brandstapel. 


Op de terugweg naar de benedenstad passeren we het gotische Hôtel de Villebremse uit de 15 de eeuw.

In de volksmond lokaal gekend als het Maison Denis Papin.

Je bent jong en je zoekt een sportieve uitdaging? Dan is de EuroVelo 6 misschien iets voor jou. Dit 4.700 km lange fietspad verbindt de Atlantische Oceaan met de Zwarte Zee. Daarbij doorkuis je 10 landen en fiets je voornamelijk langs de 'grote' Europese rivieren : de Loire, de Rijn en de Donau.

Je wandelt liever?

De Grote Route wandelaar komt in Blois ook volledig aan zijn of haar trekken. Keuze uit de GR 65 of de GR 3. De Compostella pelgrim vindt in Blois een prettige tussenstop.



Vanaf het Place de la Resistance neem ik afscheid van deze aangename stad.






Dagen 27&28 - Ma 27 februari - di 28 februari 

    Blois - Châteauroux - 117 km

Na een kleine pauze is het dan meer dan tijd om de wagen te servicen. Ik heb dringend LPG nodig en beslis gelijk door te rijden.
Het WWW zet me op het verkeerde been in de keuze van tankstation. De verbaasde uitbater kan bijna niet geloven dat zijn station GPL (in het Frans) in de aanbieding zou hebben. Ik word doorverwezen naar een ander station. Ook hier geen gas te krijgen. Drie maal is scheepsrecht, zeggen ze aan de kust. Jawel bij Total Energies kan ik mijn tank volgooien. Ondertussen is veel kostbare tijd verloren gegaan.

Ik beslis door te rijden tot het invallen van de duisternis. Dat wordt Châteauroux. Eens op weg is het goed doorrijden. Zeer vlot wordt de aire de CC gevonden - gps N 46.82305; O 01.69500. Er is een sanizuil maar verder geen voorzieningen. Tien ruime plaatsen worden door de stad gratis aangeboden. Waarvoor dank. 
Dit lijkt mij een zeer geschikte doorgangsparking.


Om 18:45 u kan ik bij het invallen van de duisternis mijn watertank vullen en mij installeren voor de nacht.

Di 28 februari 

Ik was van plan mijn camper een beetje te wassen. Bij mijn ochtend frisse neus halen, is het bibberen en beven bij een gure wind. Dat wordt overschakelen op plan B. 

Warme spullen aangetrokken voor een shoppingtrip naar de Lidl. Op de terugtocht valt mijn oog op het bord 'Centre historique'. Meer aansporing heb ik niet nodig om even op verkenning te gaan.

Ik kom Déols binnen via de Porte d'Horloge. In de middeleeuwen was de tijdsbepaling een heel gebeuren. Het oorspronkelijke uurwerk is intussen vervangen door een 'hedendaagser' model maar de functie blijft dezelfde. 

Déols (deelgemeente van Châtaeuroux) ligt op een GR pad. Nu is mijn nieuwsgierigheid pas echt gewekt.
Het pad loopt door de middeleeuwse ruïne van een klooster en zoekt de boorden van de Indre op. 

Als bij toeval ben ik op de GR 46 gestoten.



De boodschappen worden afgezet. Een kleinigheid gegeten en weg zijn wij. Als fervent GR wandelaar sporen de Wit-Rode streepjes mij tot een verdere verkenning aan. 


Het pad vervolgt door een park annex recreatiedomein wat er bij deze temperatuur zeer verlaten bijligt. 
Nostalgisch is het een prettig weerzien met het typische pad. Aan de boorden van de Indre kan ik niet naast een merkwaardige boom kijken, of hoe veelzijdig grillig de natuur kan zijn. 



Camping Le Rochat ligt ook aan de boorden van de Indre. Bij het passeren valt mijn oog op het komen van camperaars. Ik onderbreek mijn wandeling om te informeren naar de mogelijkheden.

Camping Le Rochat ligt net om de hoek van de CC - gps N 46.82372; O 01.69486, en is blijkbaar het gehele jaar geopend. Nu ik mijn zinnen heb gezet op een verdere verkenning van de GR 46, beslis ik mij te verplaatsen. Voor € 15,40 (alleenstaande) wil ik mij wel eens verwennen. Alle voorzieningen op een toplocatie kan ik niet aan mij laten voorbijgaan.


Nu ik elektriciteit en gas heb, stort ik mij eens op uitgebreid koken. Genieten in alle stilte en rust. Het lijkt wel vakantie.


Dag 29 - Wo 1 maart

    Châteauroux

Hoe een tankrompslomp kan uitdraaien op een onverwachte meevaller. Om maar te zeggen dat ik nog een dag in de omgeving blijf. Er is een tot de verbeelding sprekend GR pad dat op verdere verkenning wacht. Bij de receptie konden ze me niet zeggen welk traject het mooiste is. 

Ik kies richting oost en heb mijn zinnen op het bereiken van Saint Maur gezet. Dat brengt me in de vallei van de Ebbes maar blijf de Indre volgen.

Met 8 à 9° is het schitterend wandelweer. Een hele verademing te beseffen dat we door landelijk natuurgebied trekken dat per uitzondering eens niet getroffen is door oorlogsgeweld. 

Biljartlaken vlak is het terrein ook weer niet. Op enkele plaatsen is er wel degelijk een verval op de rivier. Niets overdrevens maar voldoende om het gestaag voorbijglijdende water in beweging te houden.

Na ruim anderhalf uur sta ik op het dorpsplein van Saint Maur. Dit lijkt me een typisch forensensdorp. Er is niet veel beweging. 

Dan beleef ik iets compleet nieuws. Ik vraag een voorbijganger om een foto te nemen en ik krijg een : Je ne prends pas des foto's. Ik probeer uit te leggen dat hij van mij met mijn toestel een foto mag maken, maar tevergeefs. Oui, je comprends mais je ne prends pas des foto's. Ik hou het maar op een bijzondere vorm van smetvrees. In Covid tijden weet je maar nooit. Het wordt opnieuw even experimenteren om een redelijke selfie te maken.

Zou mijn nieuw uiterlijk diene mens misschien een beetje afgeschrikt hebben?


Op de terugweg vallen andere details in het oog.

Het prille lente ontwaken vertaalt zich in het knoppen van de bomen. In de zomer moet het hier kleurrijk zijn. Frankrijk is Vlaanderen niet. Ze hebben veel meer open ruimte en kunnen gemakkelijker met de grillen van de natuur rekening houden. Een groot gedeelte van het wandeltraject loopt door een open vlakte wat dienst doet als spaarbekken om het overtollige water van de Indre op te vangen. De sompige ondergrond doet vermoeden dat niet zo lang geleden een deel van het pad onder water stond.

Dichterbij de bewoonde wereld worden we beloond met een prachtig zicht op het kasteel dat trouw over de Indre en de vallei waakt.

Dichter bij 'huis' word ik beloond met een uitnodigend zicht op de camping. Dichter bij een GR pad kan een camping haast niet liggen.

Ik ben blij mijn schoenen te kunnen uittrekken en mij neer te vleien in mijn luie stoel. Deze stevige wandeling van 25.500 stappen heeft de nieuwe standaard voor dit jaar gezet.

Dag 30 - Do 2 maart

    Châteauroux - Prissac - 59 km

Hoe heerlijk deze camping ook mag zijn, de Auvergne lonkt. Het blijft bewolkt en dat zorgt voor afwisselende tinten grijs. Geen luifel weer. Wel een aangename 12°. Ideaal om de camper een beurt te geven. Er is geen strikte uitcheck tijd en dat heeft me voldoende ruimte voor een iets grondiger schoonmaak. Rond 15 u verplaats ik mij naar de buitenparking waar er voldoende water is voor een wasbeurt van de camper. Na het wegwassen van het ergste vuil kan ik mijn weg vervolgen.

Onderweg passeer ik een E.Leclerc vestiging, altijd handig voor noodzakelijke inkopen. Alhoewel, in dit enorme complex wordt het  toch een zoektocht voor ik alles gevonden heb.

Op weg naar Prissac word ik de A 20 opgestuurd en kan mijn voertuig eens snelheid maken. In het landelijke Prissac installeer ik mij als enige op de aire - gps N 46.50478; O 01.30788. Deze aire is ingeplant bij een visvijver en heeft alle voorzieningen (water- en elektrajeton te verkrijgen bij de plaatselijke middenstand). Het is er bijzonder rustig.




Dagen 31-36 - Vr 3 maart - wo 8 maart

    Prissac

Af en toe tref je eens een pareltje. Dit rustige dorpje aan de rand van het Parc Naturel Réginal de la Brenne gelegen aan de route départimentale 10 heeft alles voor de liefhebbers van stilte en rust. In het licht golvende landschap zijn er diverse wandel- en fietsmogelijkheden. Het 210 km lange Sentier de Pays des Vallées de la Creuse et de l'Anglin is een beetje te hoog gegrepen. In het vroege voorjaar is dit niet praktisch haalbaar. 

Ik ga toch mijn best doen optimaal te genieten in het hart van de natuur.

Vr 3 maart

Tegen de middag is de zon er volledig doorgekomen. Ik maak me op voor de 'korte' wandeling rond Prissac. De gele streepjes brengen me in het dorp en er valt helemaal niets te beleven.

In het begin is het me niet helemaal duidelijk welke markeringen pad 1 of  2 aangeven. Ik heb geen wandelkaart van de streek en ga voort op mijn intuïtie. Niet altijd een goed idee. Ik heb sterk de indruk dat ik kris kras door elkaar loop. Daarmee heb ik wel alle hoeken en kanten van het dorp gezien. 

Mijn oog valt op de pomp op de hoek van de Rue de la Pompe. Nog maar eens een aanduiding dat het in vroegere tijden niet zo evident was om water te hebben. Het pad voert mij in een boog rond Prissac en vanop een afstand kan ik de kerktoren onderscheiden.

Terug bij de camper is het nog een beetje uitbollen rond de vijver. 
In de avond bij het schrijven van het verhaal, maar vooral bij het opladen van de foto's bemerk ik al gauw dat het een geduldwerkje gaat worden.  Geen zo'n snelwerkend internet. Na enkele foto's hou ik het voor bekeken.

Za 4 maart


Een stralende zon nodigt uit tot een verdere verkenning van de omgeving. Wandeling 2 zou goed zijn voor 16 km of 4 u stappen. Dit traject loopt langs de vijver en als ik braaf de markeringen volg kan er niet veel mislopen.

Dit is een zeer afwisselend pad. Goed begaanbaar op aanvankelijk landbouwwegen. De streek staat volledig in het teken van landbouw en veeteelt.


We doorkruisen Prissac en komen op een 'avontuurlijker' deel van de wandeling.


Het wordt heuvel-achtiger. In dit paardenparadijs is het groene lentegras zo lekker dat ze niet geïnteresseerd zijn in de passerende tweevoeter.


In het stukje bos moet een rivier overwonnen worden.


Deze mooie wandeling brengt me met ruim 18.000 stappen moe en voldaan bij de camper.

Zo 5 maart

Ik beslis te blijven en te genieten van een boek. Eén van mijn favoriete schrijvers, Ken Follett met zijn magistrale roman : Pilaren van de aarde. Met mijn gezicht naar de zon word ik af en toe afgeleid door weekeindebezoekers met vooral kinderen.


Ter afwisseling geeft een korte wandeling rond de vijver met zicht op de aire, mij een frisse neus. 

Deze pageturner is moeilijk uit handen te leggen. Ik moet me zelfs dwingen iets te eten.




Ma  6 maart

Ik heb 'iets' met boeken. Helaas heb ik er eentje gekozen met bijna 900 blz. Jullie begrijpen dat ik daar een tijdje zoet mee ben. Vandaag wordt dus een copie-paste van gisteren.

Met dank aan de gemeente heb ik voor mijn deur een 'privé' fit-o-meter. Gelukkig maar. Zo doe ik ten minste nog 'iets' sportiefs. Mijn dagdoel van 10.000 stappen wordt niet gehaald, maar ik troost me met de gedachte dat ik reserve heb opgebouwd tijdens de voorbije dagen.


Di  7 maart

Proficiat! Mijn schitterende roman is uit. Bijna ben ik aan een nieuwe begonnen maar het is welletjes geweest. 

Ik pik mijn wandelroutine weer op. Onderweg denk ik met bewondering aan de kunstschilders die zich vanuit hun atelier soms de lichtinval moesten 'inbeelden'. In de natuur heb je dat probleem niet. Ik begin daar stilaan meer oog voor te krijgen.



Het is nog reppen om tegen zonsondergang in de buurt van de vijver te zijn om te genieten van het spel tussen lucht en licht.






Dag 36 - Wo 8 maart

    Prissac - Saint Amand-Montrond - 110 km

De regen blijft ongenadig op mijn dak kletteren. Het is tevergeefs wachten op een redelijke weersverbetering. Ik durf niet aan een nieuw boek beginnen en werk in plaats daarvan aan de planning voor de komende dagen. Rond 16 u klaart het voldoende uit om de wagen te servicen en ik beslis door te rijden.

Het wordt een west - oost traverse over voornamelijk smallere D-wegen. Daardoor kan er niet veel van het landschap genoten worden en blijft het goed opletten bij het kruisen met een occasionele tegenligger.

Om 18 u ben ik geïnstalleerd op de aire CC Saint Amand-Montrond - gps N 46.73437; O 02.48824. Deze mooi aangelegde CC ligt aan le Cher, een GR pad en op 2 km van het centrum. In de directe omgeving liggen diverse supermarkten en andere nuttige winkels. Er is wat we in vaktermen een 'ambachtelijke' sanizuil noemen.
Om water te tanken heb je mannelijke adapter nodig (moet ik dringend eens aanschaffen - er zijn meerdere plaatsen in Frankrijk met dergelijke aansluiting). 


Net voor het invallen van de duisternis worden we getrakteerd op een impressionistische zonsondergang.


Dag 37- Do 9 maart

    Saint Amand-Montrond

Bij het ontwaken is het heerlijk genieten bij een eerste koffie met de deur open en het gezicht naar de zon. Ik maak me op om op zoek te gaan naar de juiste adapter voor de wateraansluiting. Ik struin alle grote winkels af maar tevergeefs. Daarbij word ik steeds verder doorverwezen. 
Zo kom ik ongewild in het centrum terecht. Ondertussen is het na twaalven en is het Office du Tourisme gesloten. De tijd opvullen is geen probleem. Een klein hongertje laat me pauzeren bij een leuke kebabzaak. Omdat ik nog wat tijd over heb, begeef ik mij naar het centrum aangetrokken door de torenspits van de kerk.

Bij een infobord over het ontstaan van het dorp ben ik blij dat ik net 'Pilaren van de Aarde' heb gelezen. Daarin beschrijft Ken Follet hoe dorpen en steden zich in de middeleeuwen hebben ontwikkeld rond kerken en kloosters. Zeer herkenbaar in Saint Amand-Montrond.

Hoewel er Gallo-Romeinse sporen zijn gevonden, is het onder impuls van de monnik Théodulf die in 620 een klooster stichtte, dat er geleidelijk aan een stad tot ontwikkeling kwam. 

Dat oorspronkelijk klooster is uitgegroeid tot wat nu een school is - École Saint-Joseph.

Rechts van de priorij kunnen we sedert de restauratie uit 2015 genieten van een pareltje Romaanse bouwkunst uit de 10 de tot de 12 de eeuw.

Het grondplan was van oorsprong benedictijns.
Het linkse portaal is een toevoeging uit de 15 de eeuw en vertoont duidelijke tekenen van flamboyant gotische stijl.

Gebouwd in de vorm van een Latijns kruis, meet het schip 40 m bij 20 m.

De kapellen zijn  latere toevoegingen uit de 15 de tot 18 de eeuw.

De klokkentoren gebouwd tussen 1824 en 1827 is volgens mij een aberratie die afbreuk doet aan het sobere benedictijnse concept dat geen torens kende.

Ik dwaal nog wat rond in het typische labyrint van een middeleeuws stadje. Bij het Office du Tourisme wordt ik enthousiast onthaald. Er zijn nog enkele interessante bezoeksmogelijkheden in de streek. Met de extra gekregen info ben ik ook voor enige dagen zoet bij het begin van de verkenning van de Auvergne. 

Ik begin zo stilaan mijn voeten te voelen en sta plots oog in oog met het lokale wrijfbeeld van niemand minder dan Karel van Gallië. 

Ik had al sporen gezien over de passage van Paris-Nice en met spijt moet ik vaststellen dat ik een dag te laat ben om het spektakel live mee te maken.

Op de aire wordt ik geconfronteerd met een Frans trekje. Er zijn 21 plaatsen beschikbaar en wat denk je? Ze installeren zich nota bene allemaal rond mij. Misschien nog een middeleeuws overblijfsel van het dicht bij elkaar te willen kruipen. Het genieten vanuit mijn zetel van het opkomen van de zon kan ik wel vergeten, tenzij ze vroeg vertrekken natuurlijk. Ik leef op hoop!


Dag 38- Vr 10 maart

    Saint Amand-Montrond

De renners op weg naar de zon zullen het geweten hebben. Ook wij hebben tijdens de nacht af te rekenen gehad met een stevige storm. Bij wijlen ging mijn camper heftig tekeer. Loeiende winden, hevige regen, enfin, maartse buien, om maar te zeggen het is nog geen zomer.

Mijn buren zijn geen fan van dergelijk weertype. Tegen de tijd dat ik mijn hoofd buitensteek zijn ze reeds vertrokken. Ik kan volop genieten van een zon die de voorjaarsbuien tracht te verjagen.

Ik doe vlug enkele inkopen en vind de adapter die ik nodig heb voor de wateraansluiting. Even testen en ik kan net op tijd wegspringen voor een stevige waterstraal me helemaal onderspuit. Zo leren we hoe het moet. 

Het lijkt me schitterend wandelweer.

De Abbaye de Noirlac ligt op een kleine 3 km van de aire. De ideale daguitstap bij een iets betrokkener lucht. 


Als trouwe supporter van de rood-witte streepjes volg ik de GR 654 dat langs het klooster loopt. In het lichte heuvellandschap volg ik de vallei van de Cher.


De abdij werd gesticht in 1136 en de bouw van de kerk werd beëindigd rond 1200.  Gelegen midden in de streek Berry en wordt prachtig geaccentueerd door de omringende coulisselandschappen langs de Cher.

Dit is een perfect voorbeeld van de cisterciënzer stijl met het strakke ontwerp, de eenvoud van  architectonische vormen en de sobere versieringen. 
Volgens de cisterciënzer regels moest de monnikengemeenschap strikt gescheiden zijn van die van de rest van de geloofsgemeenschap. Dit is hier het geval. 
De gebouwen zijn georganiseerd rond de kloostergang. Oostelijk bevindt zich de monnikenvleugel met de slaapzaal, de kapittelzaal en verwarmde zaal; westelijk het eenvoudige leken gebouw. 

In de monumentale abdijkerk schijnt natuurlijk licht door het eigentijdse roosvenster en de glas-in-loodramen, ontworpen door de kunstenaar Jean-Pierre Raynaud.

Een prachtig voorbeeld van hoe de druk op de muren en het gewicht van het dak worden opgevangen, is het gebruik van booggewelven.

Sedert 2008 vervult de abdij haar bestemming als  'centre culturel de rencontre' (cultureel ontmoetingscentrum), met een rijk programma aan voorstellingen en exposities voor hedendaagse kunst.

Dit afgelegen klooster heeft bij uitzondering niet geleid tot een sterk ontwikkelde omliggende leefgemeenschap. Deze functie werd vervuld door het nabijgelegen Saint Amand-Montrond.
De grootte van de priorij (nu restaurant) benadrukt wel de belangrijkheid van dit klooster. Het geheel is beslist een bezoek waard. Buiten het seizoen kun je de camper achterlaten op  de parking van het klooster.


Ik ben nog niet uitgewandeld en kies voor een rondje Lac de Virlay goed voor 4 km. Vandaag is het stormachtig en doet het aan de Noordzee denken. In de zomer is het met het Base Nautique de Virlay ongetwijfeld een goede bestemming om met kinderen of kleinkinderen te bezoeken.
De natuurliefhebber kan genieten van diverse vogelsoorten en onder andere de zwarte populier (helaas nog niet in bloei).

Deze prachtige dag mag afgesloten worden met een klein feestje. Bienvenue au cœur de France.


Dag 39- Za 11 maart

    Saint Amand-Montrond

Het ene jaar is duidelijk het andere niet. Het wordt een ontwaken met malse regenbuien. Een blik op MeteoFrance voorspelt ook niet veel goeds : bewolkt met buien, soms felle, met een lichte verbetering in de late middag.

Voldoende tijd om aan de planning te werken. Ik ben er nog niet helemaal uit. Ik had mijn zinnen gezet op een uitgebreide verkenning  van het Fôret de Tronçais. Rondtjolen in het bos in de gietende regen moet op mijn leeftijd niet meer. Het alternatief? Ik moet er nog een nachtje over slapen.

Tegen de middag klaart het inderdaad voldoende uit. De zon doet zelfs een schuchtere poging om door het wolkendek te breken.

Voor de zekerheid voorzie ik toch regenkledij en blijf ik in de nabijheid van de aire en de lac. Een wandeling langs le Cher is best wel uitdagend. Geregeld verlaat ik het pad om de boorden van de revier op te zoeken. Een belangrijk voordeel van het bladerloze voorjaar is dat je gemakkelijker een blik op de rivier krijgt.

Elk jaargetijde heeft z'n charme. Ik neem ruim de tijd om mijn foto-oog te oefenen.



Dag 40- Zo 12 maart

    Saint Amand-Montrond

De regenbuien houden even pauze. De zon brandt grote gaten in het grijze wolkendek. Samen met mijn buren kunnen we genieten van een zachte lentetemperatuur in de lage dubbele cijfers. Het is nog geen buitenzitweer maar het beloofd een aangename wandeldag te zullen worden.

Het is zondag en dan mag alles een versnelling lager. Rustig ontbijten, enkele ingrediënten bijhalen en uitgebreid koken.

Ik wil eens de andere kant van het GR pad verkennen. De eerste twee km langs één van de hoofdwegen vallen op deze zondag best mee. Weinig verkeer en al zeker geen zwaar vervoer of transport.

Een omtrekkende beweging voert me via kleine straatjes en steegjes in de zuidelijke wijken van de binnenstad. De overgang van historische naar hedendaagse bouwstijlen, creëert soms leuke open plekken.

De rood-witte streepjes voeren me rond de mont rond waarop het fort gebouwd is (vandaar de naam van het fort). De vroegste sporen voeren terug tot 1225 maar het huidige kasteel stamt uit de 17 de eeuw. Helaas is het niet de 'juiste' periode van het jaar voor een bezoek. Deze voor Frankrijk unieke fortificatie - het huidige kasteel is gebouwd op de oorspronkelijke vestingen, kan ik alleen van de buitenkant bewonderen. Preservatie- en herstelwerkzaamheden duren tot op de huidige tijd voort. 

Ik kom bij het Canal de Berry uit de 19 de eeuw. Dit kanaal had tot doel de Cher met de Loire te verbinden maar is nu buiten gebruik.

Het is een prachtig traject voor fietsliefhebbers. Zij kunnen het bewegwijzerde traject 'Canal de Berry-à-vélo' volgen.

Bij wandelaars valt het op deze zondag op, dat het vooral leeftijdgenoten zijn die op pad zijn.

Ik vervolg mijn weg langs het kanaal en draai af richting binnenstad.

Het is opmerkelijk stil en uitgestorven op deze zondagmiddag. Ongestoord in het midden van de straat kunnen lopen is eens iets anders.

Het luiden van de klok van de Église des Carmes doet me onwillekeurig een blik op mijn uurwerk werpen. Ik heb nog ruim de tijd om een beetje rond te zwerven in het historische hart. 

Deze renaissancekerk doet sedert de Franse Revolutie dienst als Hôtel de Ville. 

Spijtig liggen veel pareltjes van middeleeuwse architectuur verscholen achter ijzeren poorten. Op diverse plaatsen zijn voorbeelden van bouwkundig vernuft te bespeuren. 

Soms is het moeilijk de structuur van de gebouwen goed te begrijpen.

Het musée Saint Vic is ondergebracht in een pand uit de 15 de eeuw.

Tegen 18 u ben ik terug op de aire. Deze prachtige site zou een topbestemming kunnen zijn moest er een inspanning geleverd worden om elektra aansluitingen te voorzien. Spijtig.


Dag 41- Ma 13 maart

    Saint Amand-Montrond

Zou de lente echt haar intrede hebben gemaakt? Het is niet alleen ontwaken bij een stralende zon, maar die geeft als toemaatje een aangename warmte. 

Jongleren met de gidsen heeft een iet of wat route opgeleverd voor de komende dagen. Het is soms puzzelen om een geschikte overnachtingsplaats te vinden. Af en toe een camping aandoen is geen overbodige luxe. Het probleem is dat de meeste pas openen op 1 april. Er zijn voldoende aires maar niet allen hebben elektra in de aanbieding. Mijn batterijen moeten dringend opgeladen worden en de korte afstanden die ik rij zijn daar niet geschikt voor. Enkele dagen volop zonneschijn zou ook helpen natuurlijk.

In de middag maak ik tijd voor een wandeling stroomafwaarts. Het grootste gedeelte van het traject tot aan de Abbaye de Noirlac is over gekend terrein. Het natuurfenomeen van de 'bocage' trekt mijn aandacht. Deze aangeplante struikpartijen moeten als afscherming tussen de afzonderlijke percelen dienen en ook helpen de erosie en afkalving van de rivieroever tegen te gaan.

Ik neem afscheid van Berry met een zicht op de Cher. Dit gedeelte van Frankrijk vraagt om een uitgebreidere kennismaking maar dan bij beter weer.


Ik ben klaar voor het volgende luik. Het hoppen tussen de verscheidene kleine plaatsjes is me best meegevallen. Ook dat is Frankrijk.

Een echt afscheid is met een bijpassende zonsondergang, als knipoog naar de toekomst.


Wat heeft Auvergne in petto? Attend et regarde.

Die verkenning van de Auvergne kun je volgen op de page : Auvergne 2023


                                     Terug



Dag 1 - Ma 10 juli 

    Hérisson - Bourges - 79 km


Na veel afstel en uitstel; wikken en wegen, is de terugtocht begonnen. Nog altijd zonder echte tijdsdruk. De belangrijkste reden om naar België terug te keren, is de technische controle. Ik had afgesproken voor 'ergens in de zomer', een rekbaar begrip. Met wat ik in gedachten heb voor het tweede deel van het jaar moet ik wel niet wachten tot de herfst. Een beetje voortmaken kan geen kwaad.

Ik wil absoluut Bourges aandoen en ondanks de grote zomerverplaatsingen in het relatief rustig op de weg. Ik rij langzaam de Auvergne uit en passeer langs enkele gekende plaatsen van de heenweg.

Om 13 u ben ik geïnstalleerd op Camping Aquadis - gps N 47.07249; O 02.39447. Deze ruime familiecamping, vooral door 'buitenlanders' bezocht, ligt aan de rand van de stad op 20 min wandelen. De hoogseizoensprijs van € 23,50 (meer dan het dubbele van waar ik vandaan kom! voor een soortgelijke infrastructuur) vind ik aan de dure kant. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het hoge cultuurgehalte van de stad. De ruime percelen zijn overwegend schaduwrijk en bieden goede privacy. Het sanitair gedeelte is verouderd maar goed onderhouden en net. Er is geen Wi-Fi aanbieding op het terrein.

De blikvanger waar je niet naast kunt kijken, is de kathedraal die reeds van ver de stadbeeld beheerst. Ik wandel over de Parking Centre Historique dat nu volledig ingenomen is door de grote kermis. Door de aartsbisschoppelijke tuin en krijg een eerste wauw gevoel bij de goed zichtbare kathedraal. 

De kathedraal van Bourges is een rooms-katholieke kerk gewijd aan Sint-Stefanus en is de zetel van de aartsbisschop van Bourges. Gebouwd bovenop een eerdere romaanse kerk tussen 1195 en 1230, in de grotendeels klassieke gotische bouwstijl. Stamt ongeveer uit dezelfde tijd als de kathedraal van Chartres. Het heeft een beetje het profiel van de Notre Dame uit Parijs. Gelegen aan Le Jardin de l'Archéveché heb je een mooi zicht op de zuidzijde en zuidportaal.

De kathedraal staat vooral bekend om de grote omvang en eenheid van het interieur en de sculpturale decoraties van de portalen.

Wegens de typische gotische architectuur werd de kathedraal in 1992 uitgeroepen tot UNESCO werelderfgoed. In 1998 voor een tweede keer opgenomen als onderdeel van de Santiago de Compostella route.


De kathedraal heeft een oppervlakte van 6.200 vierkante meter. Het schip is 41 meter breed en 37 meter hoog; de arcade is 20 meter hoog. Het binnenste gangpad is 21,3 meter en het buitenste gangpad is 8,6 meter hoog.

Het interieur is 118 meter lang van de westgevel tot aan de chevet. Sexpartite gewelven werden gebruikt om het schip te overspannen.

De hoogte van het schip van de vloer tot de gewelven is 37,15 meter vergeleken met 33 meter in de Notre Dame de Paris, 42 meter in de kathedraal van Amiens en 48 meter in de kathedraal van Beauvais.

De grote collectie 13 de eeuwse glas-in-loodramen verdienen een studie op zich. Naast de onvermijdelijke uitbeeldingen uit de 'heiligenlevens' zijn er ook opmerkelijke Bijbelse taferelen uitgebeeld. Zoals het niet alledaagse : Rijke Man en Lazarus.
 
De kathedraal van Bourges valt op door de eenvoud van het plan, zonder transepten, maar dat het dubbelbeukig ontwerp overnam van eerder gebouwde kerken zoals de vroegchristelijke basiliek van St-Peter in Rome of in de Notre Dame van Parijs. De dubbele zijbeuken gaan zonder onderbreking verder om een dubbele kooromgang te vormen. De binnenbeuk heeft een hoger gewelf dan de buitenste, terwijl zowel het middenschip als de binnenbeuk vergelijkbare driedelige gevels hebben met arcade- triforium- en lichtbeukvensters; een ontwerp dat aanzienlijk meer licht toelaat dan men aantreft in meer conventionele dubbelbeukige gebouwen zoals de Notre-Dame.

De ranke slankheid van het gebouw kan mij zeker bekoren.

Om van de indrukwekkende architectuur te bekomen, zoek ik verpozing in de tuin. De overweldigende kleurenbom met een grote verscheidenheid aan bloemen wordt getemperd door graspartijen en schaduwrijke plekjes onder de bomen.

Bourges is een levende stad. Zeker een halte waard op doorreis of als verkenning van de streek. 


Dag 2 - Di 11 juli 

    Bourges - Lailly-en-Val - 175 km

Het was de bedoeling om tot in Chartres te geraken. Maar het is gisteren nogal laat geworden en de zwoele warmtedeken die zich over de streek uitspreidt, brengt een loomheid met zich mee. Er is een activiteit van jewelste aan de gang op de camping en ik laat de vroegvertrekkers rustig hun ding doen.

Tegen 11:45 u kan ik vertrekken met de gedachte dat het wat rustiger op de weg zou zijn. In de grootstedelijke agglomeratie valt dat dik tegen. Eens dat achter de rug voert mijn gps mij over de landschapsroute verder noordwaarts. Ik kan genieten van zonnebloem- en lavendelvelden afgewisseld met weilanden en landbouwgronden. De natuurherstelwet is niet aan de orde. Ik doorkruis diverse bosjes.

Rond 13 u, bij een kleine rustpauze en boodschappen doen, wordt er overgeschakeld op plan B. Ik kies voor een tussenstop te Orléans. Bij de ingang tot de aire is er filevorming. Een Nederlandse dame met haar automatic staat vast in parking stand. Vele bereidwillige helpers maar niemand krijgt de wagen in beweging. Wegens de ligging van de aire en de smalle toegangsweg kan de opgeroepen takelwagen ook niet veel doen. Ik sta zesde in de rij en er staan nog een paar wachtenden om de aire te verlaten. Overgeschakeld naar plan C.

Om 16:30 u kom ik op het CC Park te Lailly-en-Val toe - gps N 47.77049; O 01.68519. Dit kleine dorpje in de vallei van de Loire tussen Orléans en Blois is een haven van rust en stilte. 
Gelegen tussen het dorp en de vijver met mooi afgescheiden percelen. Er is een Euro relais sanizuil en elke plek heeft elektra aansluiting. Buiten een bakker op 450 m ligt de dichtste winkel op ongeveer 8 km. De aire is een prima uitvalsbasis voor fietstochten langs de Loire. 




Op de verkennende wandeling ben je snel uitgekeken. Een terrasje doen, zit er ook niet in. Alles potdicht.

Lailly-en-Val met z'n 3.000 inwoners ligt midden in het UNESCO natuurgebied van de Loire. Vooral lokalen komen er rust en verpozing zoeken.



Rond 22 u valt alle activiteit stil. Zowel op de aire als rond de vijver.



Dag 3- Wo 12 juli 

    Lailly-en-Val - Chartres - 98 km

Mijn gps - met landschapsroute instelling - voert me langs landelijke wegen en dorpjes. Tot ik op een bepaald moment daar genoeg van krijg en voor de snelste en kortste weg kies. Een vergissing. Het gaat inderdaad vlot over de N 10 maar het is tevens gedaan met genieten van de weg en het rijden. 

Ik draai de CP te Chartres op - gps 48.43241; O 01.49661 en kom tot de vaststelling dat ik hier was op de heenweg. Het is nu iets drukker en veel warmer. Op een kleine vuilbak na geen voorzieningen. Op 400 m ligt een Intermarché met tankstation en wasserette. 's Avonds gaat de pizzakiosk open. 


Degenen die wat meer comfort willen, kunnen doorrijden naar de camping aan het eind van de straat.

Voor de beschrijving van het bezoek : zie dag 20 - 20&21 februari.

Het is mooi weer en ik wandel langs de Eure tot de binnenstad. Afstand 2,7 km. Het is een prettig weerzien met bekende plekjes en het ontdekken van nieuwe sluipwegen.


Dag 4 - Do 13 juli 

    Chartres - Formerie - 202 km

Om een rustige middag te hebben, is het zaak vroeg te vertrekken. Om 8:45 u meng ik mij in het drukke stadsverkeer. De verplaatsing loopt hoofdzakelijk langs N wegen en grote stukken autostrade. Voordeel : je kunt goed opschieten. Nadeel : met het dichte vrachtverkeer is het bijzonder goed opletten. Veel van het landschap genieten zit er niet in. 
Een goede 35 km voorbij Rouen voert het laatste deel over de D 919 en wordt het iets ontspannener  rijden.



Tegen 12:15 u ben ik geïnstalleerd op het CC Park te Formerie - gps N 49.65226; O 01.73240. Deze kleine (6 plaatsen) mooi aangelegde parking heeft alle voorzieningen. Aan de rand van het dorp gelegen op wandelafstand van het centrum. Op 650 m heb je de keuze uit de Aldi of de Auchan. 


Het begint lichtjes te druppelen. Helemaal niet zo erg want ik heb mijn zinnen gezet op het volgen van de 12 de tourrit. 
Het wordt geen moment saai in deze zogezegde overgangsetappe en met de Bask Izagirre hebben we een mooie winnaar.

De verkennende wandeling brengt me in een levendige plattelandsgemeente, doorsneden met diverse toegangswegen waardoor de samenhang wat verloren gaat. Het gemeenschapsleven speelt zich op en rond het centrale plein af waar alles in gereedheid wordt gebracht voor de viering van 14 juli. 


Er valt niet veel te beleven of te bekijken. Formerie maakt een nette indruk en doet een beetje aan de Ardennen denken met enkele karaktervolle huizen naast nieuwbouw. 

Naar de avond toe vinden andere camperaars ook deze rustige plek en raakt het toch volzet.


Dag 5 - Vr 14 juli 

    Formerie - Ariën-aan-de-Leie - 147 km

Quatorze juillet beloofd een spetterende dag te worden in de tour. We verwachten niet alleen vuurwerk van de 'zware kanonnen' maar de fiere Fransen zullen ongetwijfeld willen schitteren. 
Ik moet zorgen op tijd op mijn volgende bestemming te komen om niet teveel te missen.

Tot Blagny-sur-Bresle is het prettig bollen en kan er van het landschap genoten worden. Op de as Abbeville - Saint Omar via de D 928 is het nogal druk. Veel toeristen onderweg naar het zuiden. Op de D 130 en aansluitend op de D 150 wordt de rijweg smaller en rijgen de kleine dorpjes zich aaneen. Bij het binnenrijden van Ariën aan de Leie (Aire-sur-la-Lys) kun je niet naast de indrukwekkende Collégiale Saint-Pierre kijken.

Het wordt een beetje de toer van 't stad om op de camping te geraken. De toegangsweg is aan herstel toe. Op het smalle bruggetje tussen het kanaal en de Leie is het uitkijken om niets te raken. Om 13 u ben ik geïnstalleerd op de biljartvlakke gravel ondergrond van de camping municipal - gps N 50.64388; O 02.40659. Alle voorzieningen zijn aanwezig ook Wi-Fi.


Voor de verandering sta ik eens tussen voornamelijk Belgen en Nederlanders. 

Vol verwachting volg ik de etappe. Een vlucht van 19 man komt moeizaam op gang maar uiteindelijk blijven ze op kop.
Het gevecht tussen de grote twee baart ten slotte een 8 seconden muis in het voordeel van Tadej. De twee tenoren houden het op deze wijze wel bijzonder spannend. De onverhoopte winnaar van de dag wordt een beresterke Kwiatkowski. De blikvangers en hoop voor de toekomst zijn Maxim Van Gils (plaats 2) en Tom Pidcock (plaats 6) Proficiat mannen.  

Met iets van een dubbel gevoel trek ik mijn wandelschoenen aan voor een verkenning van de binnenstad. Langs de Leie is het ongeveer 1 km naar het centrum.


Voor een stad met 10.000 inwoners hebben ze een imposante collegiale (= kapittel geleid door college van kanunniken) kerk. Het kapittel werd gesticht door door Boudewijn V de graaf van Vlaanderen. Van de oorspronkelijk romaanse kerk ingewijd in 1166 blijven alleen nog resten van het fundament over. In de 16 de eeuw werd een nieuwe Sint-Pieterskerk gebouwd en is een van de belangrijkste monumenten van flamboyante en renaissancestijl in de Zuidelijke Nederlanden. Zoals zoveel erfgoed in de streek heeft het gebouw te lijden gehad onder diverse oorlogen. Het werd verwoest tijdens het beleg van 1710, vervolgens door het bombardement van 8 augustus 1944, maar opeenvolgende reconstructies hebben altijd het oorspronkelijke plan gerespecteerd.


De begane grond volgt de vroeg gotiek, maar de bovenste verdiepingen van het schip en het koor, transept uitgesloten, werden herbouwd in de jaren 1730 in de vormen van de klassieke tijd. Het is hetzelfde voor alle hoge gewelven waarvoor, in het midden van de achttiende eeuw, de gotische structuur van de geribbelde kruising bewaard is gebleven, alleen de decoratie drukt de tijd uit en heeft het barokke karakter van de gebouwen van het noorden van Frankrijk.

Het orgel, waarvan de kast afkomstig is uit de abdij van Clairmarais, is gedateerd 1633. Het werd gerestaureerd en weer in gebruik genomen op 12 oktober 1986.
De opmerkelijke preekstoel en het doksaal in troubadourstijl werden tussen 1842 en 1845 door Boileau gemaakt. Het doksaal werd in 1977 geclassificeerd als representatief voor dat tijdperk.

Het is lang geleden dat we nog eens een wrijfbeeld hebben gezien. Wat zouden de verzuchtingen zijn bij het aanraken van het beeld van de heilige Petrus?
Bisschop Scott, die van 1829 tot 1887 pastoor van Saint-Pierre was, liet zijn kerk tussen 1832 en 1868 volledig schilderen en decoreren, onder leiding van architect Magnard.


Bij het bezichtigen van dit amalgaam van stijlen wordt de ruimte opgevuld met hedendaagse muziek. Om een indruk te geven van de omvang van deze kerk, nog enkele cijfers : totale buitenlengte: 58 m, breedte: 15 m, hoogte van de gevel: 33 m, hoogte van het gewelf van het schip: 21 m.

Deze in wezen Vlaamse stad heeft nog enkele bijzondere historische gebouwen. 

Het Baljuwschap. 
Opgetrokken in renaissancestijl van Vlaamse makelij dat op de hoek van de Grote Markt en de rue d'Arras staat, werd in 1600 gebouwd om te dienen als wachthuis voor de militie van de stad. Het wordt gewoonlijk de Bailiwick genoemd, omdat het bij verschillende gelegenheden, tussen 1634 en 1789, diende als de zetel van het tribunaal van de grootbaljuw van Aire. 


Het stadhuis.
Bij de terugkeer van Aire naar het koninkrijk Frankrijk in 1713, verkreeg de magistraat van koning Lodewijk XIV, als erkenning voor het lijden van de stad tijdens het beleg van 1710 en onder de Nederlandse bezetting, de toestemming om een nieuw stadhuis te bouwen dat prestigieuzer was dan het gebouw van die tijd, dat als te bescheiden werd beschouwd. Begonnen op 11 mei 1716, werd het voltooid tegen het einde van 1721.
Het Belfort.
Het verhaal van het belfort volgt dat van de stad. Als symbool van een opkomende burgerij, zoals elders in Vlaanderen kreeg de stad zijn eerste belfort in 1179. Dan volgt een trieste geschiedenis van brand, verwoesting door oorlog en verwaarlozing. In 1923 gerestaureerd volgens de oorspronkelijke plannen en samen met de andere 'Vlaamse' belforten in 2005 opgenomen op de UNESCO werelderfgoedlijst. 

Heel merkwaardig hoe het soms loopt. De zoektocht naar een geschikte overnachtingplaats bracht me in dit interessante stadje. Een tussenstop en bezoek meer dan waard.

Dagen 6&7 - Za 15 juli - zo 16 juli

    Ariën-aan-de-Leie

Ik laat me wat meeslepen in het vakantiegevoel op deze kleine familiecamping. Tussen twee koffies in, raak ik in gesprek met mijn Nederlandse buren. Nog net niet op pensioen maar volledig opgaand in de onthaasting. Voorlopig wagen ze zich (nog) niet aan verre camperreizen. We hebben het uitgebreid over leuke plekjes in België.

Om 13:30 u ben ik aan het scherm gekluisterd om niets te missen van de 14 de etappe. In de aanvangskilometers wordt de rit geneutraliseerd (in conflict gebieden heeft dat woord een heel andere connotatie - iets waar we in de tourgekte misschien te weinig bij stilstaan). Na 25 min is de chaos voldoende uitgeklaard om een herstart uit te voeren. 
De 'vroege' ontsnapping krijgt onder het controlerende tempo van Jumbo-Visma geen vrijgeleide. Het plan lijkt duidelijk : afmatting. Vraag is van wie? Na al het harde labeur van de ganse ploeg is na een betwiste fase met motards op de top van de Joux Plane en daarna de afdaling het resultaat 1 seconde winst voor Jonas met als extra bonus de bollentrui. In stilte vraag ik mij af wat Laporte, Benoot, Van Hooydonck en Van Aert daarvan vinden. Het zal de jonge Rodrίguez worst wezen. Hij maakt professioneel gebruik van de rivaliteit van de twee protagonisten om de overwinning op zijn naam te schrijven. De 'nieuwe' generatie wielrijders weet er wel de spanning in te houden!

Na dit beklijvende duel is mijn gemoed aan ontspanning toe. Na wat rondzwerven kom ik in het Jardin Public terecht en stoot op restanten van de versterkingen. 

Rond 1200 werd Aire omringd door wallen. Maar de ingangen waren het zwakke punt van de vestingwerken, en werden het voorwerp van speciale zorg. De Leie komt Aire binnen ten westen van de stad. Deze ingang werd versterkt door de Tour de Beaulieu die door een omringende muur met het kasteel verbonden was. In de zestiende eeuw bouwde Karel V, geconfronteerd met de dreiging van het Franse garnizoen van Thérouanne, een bastion om de verdediging te versterken en de poort te beschermen. Een overblijfsel van de middeleeuwse muur, de versterkte poort van de Leie staat zijn imposante silhouet op de westelijke kant van de stad. De rivier komt nu binnen via twee bogen in 'gegoten kernkoppen'. Elke boog bevat een woning waarin egen zijn neergedaald - leuningen gewapend met spikes die werden neergelaten om de toegang tot het bolwerk te voorkomen.

Op de camping kunnen tafeltje en zetel buitengehaald worden om te genieten van de langzaam ondergaande zon.


Zo 16 juli

Ik begin in thuismodus te geraken. Maar me verplaatsen op de dag van de tweede Alpenrit lijkt me niet opportuun. Het wordt dus een langzaam aan dagje met uitkijken naar de live uitzending. 

Het wordt een lange rit en spijtig weer ontregeld door een valpartij. Er is een ruime groep voorop als de ploegen van de nummers één en twee beslissen om de gevallenen te laten terugkeren. De voorsprong van de kopgroep loopt op tot 8'30'' wat plotseling perspectieven biedt voor eventuele ritwinst. Een fenomenale Wout van Aert voert alweer een sterk nummer op. Op de laatste klim moet hij de Nederlander Poels laten voorgaan en bolt 2 min later over de streep, ver voor veel zogenaamde betere klimmers. Het directe resultaat van al dat kopwerk : hij staat 'maar' 11 punten achter op de leider met de bollentrui. De grinta is er nog steeds en kampioen als hij is wil hij blijven gaan voor een overwinning. Het is hem van harte gegund. En Jonas en Tadej? Blijven aan elkaar gewaagd en bollen quasi samen over de streep. Het tijdsverschil blijft 10''. Een kleine morele overwinning voor Jonas en een belangrijk voordeel : hij mag als laatste starten in de tijdrit.

Ik hoop in de komende dagen tussen alle beslommeringen voldoende tijd te vinden om de strijd der titanen te kunnen volgen.

Ik wil nog even uitwaaien en zwerf wat rond in de omgeving van de camping langs de boorden van de Leie.
Het is genieten van de schitterende inplanting van de camping.

Ariën-aan-de-Leie beloont mijn verblijf met een prachtige zonsondergang als afscheid van dit Frankrijk luik.



Dag 8 - Ma 17 juli

    Ariën-aan-de-Leie - Oostende - 103 km

Bij mijn Nederlandse buren is er volop bedrijvigheid. Ze maken zich op voor de verkenning van Doornik. Ik heb ze blijkbaar enthousiast gemaakt voor een bezoek aan deze leuke stad. Echt iets voor hen denk ik. Veel plezier.

De landschapsinstelling van mijn gps heeft er in de aanvangsfase wel een zeer spannende 'touristique' van gemaakt. Door Frans Vlaanderen hebben we zo ongeveer alle bekende en minder bekende dorpjes aangedaan voor we naar de snelweg werden geleid. Zo kwam ik onderweg interessante plekjes tegen die een nadere verkenning behoeven.

Bij het binnenrijden van West-Vlaanderen werden we vergast met de nieuwe klimaatrealiteit. Wat we vroeger een onweer noemden, kennen we tegenwoordig als een waterbom. Het was zo hevig dat ik ernstig overwoog om me aan de kant te zetten. Gelukkig was het van korte duur en zeer plaatselijk, dat heb je natuurlijk bij 'bommen'. 

Tegen de tijd dat ik Oostende binnenreed, was dat onder een stralende zon bij een aangename zeebries. Het is alweer enkele tijd geleden dat ik nog eens 'thuis' was in de zomer. 

Alhoewel, zomer. Sommige dagen voelen eerder als herfst aan. Overvloedige regen maakt het koud en kil. Tussen de buien door vind ik toch mogelijkheden voor een wandeling.

Tussendoor me opladen voor een volgend avontuur te midden van een bont gezelschap wisselende medecamperaars in een kalme omgeving in de buurt van Fort Napoleon. Parking Vuurtorenweg gps N 51.23776; O 02.93596. Dit is de enige 'wettelijke' plaats om te parkeren. In de zomer kan het op het fietspad annex voetpad druk zijn. 


Een paar rustige dagen om met volle teugen van de resterende ritten van de Tour te genieten, zijn zeer welkom. De nummers één en twee maken het wel bijzonder spannend. Ik ben benieuwd naar de ontknoping!

Ik heb een waslijst van af te vinken punten op mijn to do lijst. Tussen de diverse afspraken door, wordt het een beetje rondzwerven in West-Vlaanderen. Als toetje krijgen we de verzekering dat de zomer een nieuwe poging zal lanceren. Vakantie aan zee?


Opmerking : 

Met 50 dagen heen en terug mag ik gerust van een 'trip' spreken. Er is in Frankrijk zoveel te zien en te beleven dat het onderweg naar - in dit geval de Auvergne, een reis op zich is.


Reacties

  1. Super moment de partage avec Daniel dans cette découverte de l'auvergne merci Big Dan pour nous faire partager tes aventures dans ton blog . Au plaisir de se voir pour d'autres moment de partage .
    patricia et jean michel

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten