Frankrijk 2024

 

Frankrijk 2024


Deze tocht door Frankrijk is bedoeld om mijn Roemeense vrienden het land te laten ervaren. We hebben gepland om elkaar te treffen aan de voet van de Alpen om vervolgens gezamenlijk door Frankrijk naar de Loirevallei te rijden.

Eenmaal aangekomen bij de Loire staat een uitgebreide verkenning van de regio op het programma. Het grootste deel van dit gebied is aangemerkt als UNESCO-werelderfgoed, wat een bedachtzame benadering bijna onontbeerlijk maakt.

Frankrijk leren bekijken door maagdelijke ogen wordt een interessante ervaring.

Opmerking :

Door een onverklaarbare technische storing is de originele inhoud van de post verloren gegaan. Dit is een poging om het te reconstrueren. Gebaseerd op herinneringen, aantekeningen uit mijn roadbook en foto's, kan dit slechts een benadering zijn van de oorspronkelijke tekst. Ik nodig mijn trouwe lezers en anderen uit om mijn geheugen te verrijken met fragmenten die zij zich nog herinneren. Hartelijk dank alvast!

Dag 1- zo 5 mei

     Montbéliard - Vizille - 357 km

De kogel is door de kerk. De familie Dumitrescu heeft beslist. De ontmoetingsplaats is het Parc du Chateau de Vizille, ongeveer 20 km ten zuiden van Grenoble, aan de voet van de Franse Alpen. Nu de keuze is gemaakt, begint een race tegen de klok over wie op wie zal wachten. Het belooft een vertrouwd weerzien te worden op een terrein dat al vaak in beide richtingen is doorkruist op menig aanrijden op de Sneeuwe Velden. De lente charme staat in schril contrast met de winterse herinnering.

De begin kilometers langs de charmante vallei van de Doubs tot aan de kruising met de N 83 zijn een aangename cruise van herkenningspunt naar herkenningspunt. In de omgeving van Lons-le-Saunier verandert de N 83 in de D 1083, en dankzij de herinrichting van de ringweg kan het stadscentrum worden omzeild. Wanneer het waarschuwingslampje voor het brandstofniveau oplicht, is er geen reden voor paniek, aangezien er genoeg tankstations langs de route zijn. Als het eerste tankstation geen diesel aanbiedt, is dit geen reden tot bezorgdheid. Wanneer bij het tweede station credit- en debetkaarten niet worden geaccepteerd, verschijnt er een kleine frons. Pas als het derde station gesloten is, begint de bezorgdheid toe te nemen. Tot zover het gezegde 'driemaal is scheepsrecht'. Intussen blijft de brandstofmeter onveranderd laag. Gelukkig biedt de Intermarché Super in Saint-Didier du Bois wederom uitkomst. Voor 'slechts' € 130 of 75,62 liter kan getankt worden, waardoor de opgebouwde spanning wegvalt.  

Rond Grenoble, de Poort tot de Alpen, neemt de drukte toe en wordt de concentratie aangescherpt. Eens dit achter de rug wordt het rustiger naar de plaats van bestemming.

Op zondag is het op de Parking van het Parc du Chateau de Vizille - gps N 45.07150; O 05.77226 vrij druk. De verharde parking is volzet maar tussen de bomen is een ruime plaats beschikbaar. Gelegen aan de rand van de sportinfrastructuur op een boogscheut van het kasteel en het centrum is dit een heel handige plaats. 100 m verder is een drinkfontein. Sorteerbakken bevinden zich in het centrum. Er zijn geen andere voorzieningen.


Terwijl de familie Dumitrescu nog steeds geniet van hun tocht door de Alpen, is een verkennend bezoek aan het stadscentrum onderdeel van de voorbereidende activiteiten. 

Château de Vizille

Het is een van de meest prestigieuze en belangrijkste kastelen van de Dauphiné regio. Traditioneel was de Dauphiné vanaf de 14 de eeuw het thuisland van de erfgenaam van de Franse troon. Tegenwoordig herbergt het Château de Vizille het Musée de la Révolution française.

Het voormalige kasteel werd tijdens de Franse godsdienstoorlogen door de katholieken bezet. Met de vredesregeling in 1593 werd het landgoed gekocht door de leider van het protestantse leger, François de Bonne, duc de Lesdiguières.

Van 1604 tot 1619 liet de hertog zijn kasteel bouwen om zijn belangrijke rol aan het Franse hof te benadrukken. Het kasteel is omgeven door een muur van zeven kilometer lengte.

In 1780 verkocht de hertog van Villeroy, Gabriël Louis de Neufville, het Chateau de Vizille en de gebieden eromheen aan Claude Pérrier voor ongeveer 1.0254.000 livres. Ongeveer tien jaar later had Claude meer dan 400 werknemers op het kasteel die bedrukt katoen maakten. Dit gebouw zou uiteindelijk een belangrijke rol spelen in het begin van de Franse Revolutie.

Mei 1788 Koning Lodewijk XVI besloot paal en perk te stellen aan de hoeveelheid macht van het parlement van Dauphiné in Grenoble. Dat Parlement liet openlijk weten hoe ontevreden ze waren met dit besluit en op 7 juni 1788 mochten ze niet meer samenkomen. Als protest gooiden de inwoners van Grenoble tegels van de daken naar de Koninklijke Garde. Deze gebeurtenis staat in de stad bekend als "Tegeldag" of "Dag van de Tegels".

In juli nodigde Claude Pérrier, geïnspireerd door alle liberale ideeën om hem heen, afgevaardigden van de geestelijkheid, de adel en de derde stand om de vergadering, die eerder verboden was in Grenoble, bijeen te roepen in de zaal van het Jeu de Paume van het kasteel. Bijna 500 mannen kwamen bijeen. Deze gebeurtenis staat bekend als de Assemblee van Vizille.

Op deze bijeenkomst werd geëist: de bijeenroeping in Parijs van de Staten-Generaal, waar de Derde Stand een dubbele vertegenwoordiging heeft en waar de stemmen per hoofd zijn, niet per bevel. Deze bijeenkomst markeerde het eerste deel van de Franse Revolutie. Deze politieke zet stelde de familie Pérrier in staat de woelige periodes van de Franse Revolutie zonder schade te doorstaan.

De familie Pérrier bleef eigenaar tot 1895, en maakte mee dat het kasteel in 1862 monument historique werd. In 1924 werd het kasteel eigendom van de Franse staat en in 1973 werd het kasteel door de Franse regering geschonken aan de Gemeenschapsraad van Isère.

Het kasteelpark beslaat een oppervlakte van 130 hectare en is daarmee de meest populaire plek in het departement.

Het park werd op 23 augustus 1991 geclassificeerd als historisch monument. Het ontwerp van het park dateert uit de 19 de eeuw.


Laat in de avond, wanneer de duisternis reeds is ingetreden, vindt de familie Dumitrescu ook hun weg naar de parkeerplaats. De meeste auto's zijn inmiddels vertrokken, waardoor we gezellig naast elkaar kunnen staan.

Ondanks het gevorderde uur worden de tafel en stoelen buiten gezet en vindt er een levendige uitwisseling van ervaringen plaats. Wanneer Smaranda 'uiteindelijk' in slaap valt, besluiten ook de volwassenen dat het genoeg is geweest.

Dag 2- ma 6 mei

     Vizille - Vichy - 304 km

Gedurende de nacht heeft het geluid van de straat plaatsgemaakt voor gestage regenval. Hierdoor krijgt ons eerste geplande gezamenlijke ontbijt een sombere start.



Met het motto 'tegen de regen kun je je kleden' laten we ons humeur niet verpesten. De stijfheid van de rit van gisteren en een mindere nachtrust motiveren ons voor een wandeling in het park. De regensluier geeft het landschap een diffuus tintje wat ons zeker kan bekoren.




Dit prachtig aangelegde en uitstekend onderhouden park herbergt enkele uitzonderlijke bomen en planten. De Ceder van Libanon bij de ingang is een opvallend voorbeeld hiervan.

We zouden graag wat langer van dit park willen genieten, maar de tijd gaat onverbiddelijk snel voorbij.

Ons wacht een rit door het hart van Frankrijk. Daar we voor secondaire wegen kiezen kan er van vlot doorrijden en goed opschieten geen sprake zijn.

Wanneer een noodzakelijke slaappauze voor de kleine Smaranda onze paden doet scheiden, leidt mijn gps mij op een sightseeingtour.

De zeer herkenbare steden en dorpen brengen herinneringen terug aan mijn reis in het voorjaar - zie Auvergne 2023. Als hoogtepunt leidt mijn gps me door een natuurpark. Prachtige vergezichten ontvouwen zich, maar tijdsdruk laat mij daar onvoldoende van genieten.

Camper Parking Riv'Air Camp - gps N 46.11549, O 03.43004 is sinds het voorjaar danig uitgebreid. Alle plekken hebben water- en elektra aansluiting en parkeren kan op een grindondergrond met graspartijen die het campergevoel verhogen.


Vandaag zijn de Dumitrescus als eerste aangekomen. We kiezen voor een gezellig samenzijn in plaats van een bezoek aan de binnenstad. Onder de luifel beschermd tegen de regen.


Een bijzondere zonsondergang kleurt het einde van de dag.


Dag 3 - di 7 mei 

     Vichy - Bourgueil -  357 km

Het weer is ons gunstig gezind. Geen overvloedige zonneschijn, maar de regen blijft uit. We trekken westwaarts naar de Loirevallei. Tot ziens Auvergne en we beginnen aan de ontdekking van een nieuwe, boeiende regio.

Eenmaal in de Loirevallei ondervinden we de gevolgen van de overvloedige regenval van de voorbije dagen. Grote stukken van het lager gelegen gebied staan onder water waardoor wegen afgesloten zijn. "Route inundée" krijgt een nieuwe dimensie, vooral wanneer deze gepaard gaat met "déviation" borden. Om maar te zeggen dat het rondjes draaien wordt om op onze eindbestemming te komen. De eerste keuze voor een camping voldoet niet aan onze wensen en verwachtingen. We voeren een alternatief in onze gps-apparaten in en gaan vervolgens ieder onze eigen weg om de bestemming te bereiken.

De Camping Municipal - gps N 47.26997; O 00.16657 kan ruimschoots onze goedkeuring wegdragen. Bij aankomst is de receptie reeds gesloten maar we krijgen een eenmalige code om het terrein op te rijden. Ruime, goed afgebakende kavels. Een natte cel die voldoet aan de normen. Gelegen naast een binnenvijver met aangrenzende speeltuin, annex fit-o-meter. En in het zichtbereik, een winkelcentrum. Een ideale uitvalsbasis om de streek te verkennen en tot rust te komen.

De hevige regenval heeft ook zijn weerslag gehad op de bodem van de camping. De aan ons toegewezen plaatsen zijn erg drassig. Tegen beter weten in installeren we ons en raken we vast. Er zijn meer slachtoffers en de leiding heeft geregeld dat er morgen een tractor komt om ons los te trekken. Dit behoort ook tot het camperleven. Het is nog altijd minder erg dan een overstroomd huis en beschadigde huisraad.

Dagen 4-7 - wo 8 mei - zat 11 mei

     Bourgueil

Wo 8 mei

Na de vermoeiende afgelopen dagen mag de riem er even af. Mijn vrienden hebben een waterpretpark ontdekt en Smaranda is een en al enthousiasme.

De camping bevindt zich langs een fietsroute. De landelijke omgeving nodigt uit tot ontdekking. De fiets wordt klaargezet en een route wordt gepland. Langs de wijnvelden leidt de weg naar Varenne-sur-Loire, het landelijke dorpje dat de familie Dumitrescu mogelijk als hun nieuwe thuis heeft gekozen.

De roep van de Loire is onweerstaanbaar en in afwachting van een ontmoeting bij de dorpskerk, wordt er alvast eens geproefd van het uitzicht. Bij de dorpskerk staat de familie mij op te wachten. We volgen de fanfare, vandaag is in Frankrijk een feestdag, de herdenking van de slachtoffers van het verzet. Bij het speelpleintje nemen we tijdelijk afscheid.

Door de borden in de tegenovergestelde richting te volgen, leidt een rit van 45 km mij terug naar de camping. Het is een ware verademing om het stuur van de auto in te ruilen voor dat van een fiets.

Do 9 mei

Ontwaken met de zon die volop schijnt aan een helderblauwe hemel nodigt uit om van een kleine vakantie te genieten.

Net buiten de camping, aan de rand van de vijver ligt een goed onderhouden fit-o-meter. Een prettige aanvulling op de ochtendroutine van rek- en strekoefeningen. Vroeg op de ochtend zijn er niet veel jongeren te bekennen. Samen met enkele andere 'ouderen' is het probleemloos roteren op de toestellen.



Een andere aangename ervaring is opgenomen worden in de fantasiewereld van een kind. Als gelegenheidsopa is er geen ontkomen aan het meespelen in het rollenspel. Het is fascinerend hoe taalbarrières verdwijnen en geen belemmering vormen voor de uiting van fantasie. Hoewel veel aan mij voorbijging, ligt dat volledig aan mijzelf.  

Iets waar we ook lange tijd naar hebben uitgekeken is uitgebreid dineren in stilte en rust zonder opgejaagd te worden door tijdsdruk. Anderen eens verwennen met een van mijn specialiteiten, gebakken zalmfilet  met roomspinazie aardappelpuree, maakt van de voorbereiding een plezier. De tafel ietsje feestelijk aankleden en genieten in de buitenlucht maakt het tot pure verwennerij.


Vr 10 mei

Bij de receptie hebben we een folder gevonden over het Château Langeais. Tijdens het verlengde weekeinde wordt er naast een bezoek ook in animatie voorzien. Ons eens onderdompelen in de wondere wereld van de middeleeuwen zien we wel zitten.

Het Kasteel van Langeais 

Restant donjon van Fulco III
In de 10 de eeuw gebouwd als versterking door Fulco III van Anjou op een overstekende rots boven de smalle vallei van de Roumerin aan het begin van de Loirevallei.


In de 12 de eeuw werd de burcht verder uitgebouwd en versterkt door Richard I van Engeland (beter gekend als Richard Leeuwenhart). Koning Filips II van Frankrijk heroverde het fort echter in 1206. Uiteindelijk werd het fort door de Engelsen vernietigd tijdens de Honderdjarige Oorlog.



Lodewijk XI van Frankrijk (1461-1483) heeft het laten herbouwen tot de staat waarin het vandaag de dag verkeert. Het kasteel is een van de beste voorbeelden van late middeleeuwse architectuur. Het kasteel staat vooral bekend om zijn monumentale gedecoreerde schoorstenen.

In 1886 kocht Jacques Siegfried het Kasteel van Langeais en begon aan het herstel en de restauratie. Hij verzamelde een prachtige collectie tapijten en antieke meubelen. Hij schonk het kasteel aan het Instituut de France, de huidige eigenaar.

In het aansluitend park kunnen klein en iets groteren zich uitleven in een reuzeboomhut.


Een onderdeel van het entertainment aanbod omvat enkele volksliederen die worden begeleid door een middeleeuws instrument. Wanneer het publiek goed in de stemming is, worden ze uitgenodigd om mee te doen aan een hoofse dans.

De grote hal van het kasteel was het toneel van de bruiloft tussen Anna van Bretagne (15 jaar) en koning Karel VII van Frankrijk op 6 december 1491. Het politiek geregelde huwelijk moest de relatie en eenheid tussen het hertogdom Bretagne en het koninkrijk Frankrijk versterken en behouden. Deze historische gebeurtenis wordt met behulp van wassen beelden uitgebeeld.

Smaranda heeft ondertussen genoeg van de middeleeuwen en moet gepaaid worden met een 21 ste eeuws ijsje. De verdere verkenning van het kasteel voert door zalen met prachtige schoorstenen, trappenpartijen naar de borstwering en een omgang langs de muren.

In een van de torens is een permanente tentoonstelling ingericht die met Playmobil figuurtjes de sfeer uit de middeleeuwen tot leven brengt.




Een pracht staaltje van middeleeuwse bouwkunst is het andere monument.

Église Saint-Laurent

De datum van de oprichting van een gebedshuis gewijd aan Sint-Laurentius op deze plek is niet bekend, maar opgravingen hebben het bestaan aangetoond van een eerste Karolingische kerk en een priorij die afhankelijk was van de abdij van de Drie-eenheid van Beaulieu-lès-Loches in de tijd van Foulques Nerra (graaf van Anjou 965-1040).

De Romaanse kerk onderging in de 12 de eeuw wijzigingen : er werd een nieuw portaal en een transept gebouwd, een koor dat uitmondde in een apsis verving de platte apsis. In de 16 de eeuw werd de hoofdapsis geïsoleerd van de rest van het gebouw door de constructie van een diepwand. Uit opgravingen blijkt dat de kerk vanaf de 11 de eeuw als begraafplaats fungeerde.

De kerk werd in 1798 buiten gebruik gesteld en als nationaal bezit verkocht. Daarna werd het gebruikt als agrarisch gebouw en vervolgens als materiaalopslagplaats.

In 1901 vonden opgravingen plaats, maar in 1938 werd de toegangspoort verwoest. In 1988 werden nieuwe archeologische onderzoeken uitgevoerd voorafgaand aan de restauratiewerkzaamheden. Met uitzondering van het verwoeste portiek is de Saint-Laurent-kerk een van de best bewaarde romaanse kerken in hun oorspronkelijke staat in Indre-et-Loire.

Terug op de camping worden de fietsen bovengehaald. De onvermoeibare familie Dumitrescu wil de binnenstad van Bourgueil verkennen. Zo laat op de avond valt er niet veel te beleven en we moeten ons reppen om voor het duister thuis te zijn.

Za 11 mei

Het geheim van succesvol samen reizen is om elkaar de ruimte te geven voor persoonlijke activiteiten naast de gezamenlijke ondernemingen.

Mara en Fabian onderzoeken verder de opties om zich in de regio te vestigen en een tandartsenpraktijk te starten.

Mij wacht een verdere verkenning van de Loire, de blik op Saumur gericht.

De route langs de Loire is de gekozen weg. Het begin volgt een fietspad, maar de huidige infrastructuur houdt geen rekening met de groei van het aantal fietsers. Bij knelpunten, zoals bruggen, is er momenteel geen andere optie dan de rijbaan te gebruiken. Eenmaal op de D7 is het aangenaam fietsen. Soms zie je de overstroomde Loire, maar dit zorgt niet voor problemen.

Vandaag draait alles om fietsplezier. De charmante kleine dorpjes langs de rivieroever, ontstaan en gegroeid rond kerken en kastelen, zoals het idyllische Candes-Saint-Martin, zijn een lust voor het oog.

De zonnestand is ongunstig voor het nemen van een foto bij de Collegiale kerk. De verwondering en de bewondering van het imposante poortgewelf maken je sprakeloos.

Dat alles gaat totaal voorbij aan een medefietsster die duidelijk last heeft van een hongerklop. Helaas zijn alle horecazaken op het middaguur gesloten.

Fietsen langs de Loire moet aangenaam zijn, maar borden met 'Route barrée' geven aan dat de 'chemin inundé' is. Als alternatief dient de D 947, die hier en daar een fietsstrook heeft. Soepel doorrijden naar Turquant, waar de gunstig gelegen camperparking mentaal wordt genoteerd als een mogelijke alternatieve stopplek.


In het toeristische Saumur neemt de drukte merkbaar toe. Het is bijna onmogelijk om de indrukwekkende steunmuur van het kasteel te negeren.

Château Saumur 

Waar nu het Kasteel van Saumur ligt, werd vanwege de strategische positie een slottoren gebouwd door de graaf van Anjou, die het gebied had veroverd op de graaf van Blois. In 1067 werd deze toren verwoest en weer herbouwd. In het begin van de dertiende eeuw kwam het in handen van koning Filips August. Onder zijn kleinzoon, koning Lodewijk IX, die veel van kunst en architectuur hield, beleefde het kasteel zijn bloeitijd. Verschillende koningen na hem voegden iets toe aan het kasteel. In 1589 kwam het in het bezit van de protestantse Hendrik IV, koning van Frankrijk en Navarra. Onder zijn regering werd het kasteel een protestants bolwerk en werd een uitgebreid verdedigingssysteem opgezet. Koning Lodewijk XIV, veranderde het in een staatsgevangenis. Na hem begon het kasteel te vervallen tot het in de twintigste eeuw werd aangekocht door de stad Saumur. Het kasteel werd gerestaureerd, zodat er musea konden worden ingericht: Musée des Arts Décoratifs met kunstvoorwerpen en het Musée du Cheval met een tentoonstelling over paarden. Deze musea zijn er vandaag de dag nog steeds.

De drukte in de binnenstad is overweldigend, maar het uitzicht op het stadje, gedomineerd door het majestueuze kasteel, is absoluut genieten.


Het zal een stevige rit worden om na 55 km af te leggen, thuis te komen voor zonsondergang.

Dag 8 - zo 12 mei

     Bourgueil - Turquant - 15 km

Mijn overburen zijn bezig met het inpakken van hun kampeeruitrusting. Alles wordt zorgvuldig op de fietsen bevestigd. Er is precies genoeg tijd om afscheid te nemen van dit optimistische stel. Ze komen uit Le Mans en zijn hun droom aan het verwezenlijken : een fietstocht langs de Loire. Wat dit sportieve paar zo bijzonder maakt, is dat hij 80 is en zij, wel, een dame houdt haar leeftijd liever discreet, ongeacht haar jaren. Op mijn tachtigste ook zoveel levensvreugde ervaren en uitstralen is nog een verre wens. Hun levensmotto: 'vis ton rêve'. Wat een positieve instelling! Une continuation agréable et en toute sécurité mes amis.

Wij hebben ook besloten om ons te verplaatsen. De camperplaats die gisteren  'ontdekt' is,  willen we gebruiken als onze nieuwe uitvalsbasis. De rit gaat vlotjes tot we de Pont de Varenne-Montsoreau of de D 952A bereiken. Op een drukke zondagmiddag is dat geen goed idee. De brug, die eigenlijk niet geschikt is voor voertuigen breder dan 2,35 meter, wordt een uitdaging wanneer een tegenligger dezelfde afmetingen heeft. Het is een kwestie van millimeters en behendig manoeuvreren tussen de kruisspanten van de brug. Centimeter voor centimeter passeren we elkaar zonder incidenten en kunnen we onze weg vervolgen. Dit is niet iets om te herhalen. 

Fabian staat op de uitkijk en is heel benieuwd naar mijn avontuur. De Aire de CC Turqaunt - gps N 47.22392; O 00.02880 heeft 6 ruime plekken op grind ondergrond. Grijs en zwart water kunnen geloosd worden. Er zijn sorteervuilbakken en een ambachtelijke sanizuil met munten voor het tanken van vers water. Gelegen aan de ingang van het dorp in de schaduw van de kerk. Tegenover ligt een speelpleintje voor kleintjes en enkele sportvelden voor groteren.

De onvermoeibaren bereiden zich voor op de geplande route door het dorp en nemen mij mee op sleeptouw. Dit kleine unieke dorp met ongeveer 550 inwoners staat bekend om zijn tufsteengrotten, waarvan sommige nog bewoond zijn of omgevormd tot ambachtelijke ateliers.



We snuisteren geheel vrijblijvend in enkele boetieks, bewonderen de kunstwerken, maar zijn vooral gefascineerd door de structuur van de grotten.

Tijdens de route ontdekken we de betekenis van 'troglodytes'. Dit zijn geen natuurlijke grotten, maar door mensen uitgehakte ruimtes. Aanvankelijk dienden ze als woningen, later ook voor de winning van steen voor verschillende paleizen.

In dit dorpje is het terrein zelden vlak; het is een constante op- en neergang, wat vermoeiend kan zijn voor kleine kinderbeentjes.

Hoewel de meeste huizen gebouwd zijn met witte tufsteen en bedekt zijn met zwarte leistenen daken, voelt het geheel niet monotoon. De variatie in stijlen en de verschillende groottes van de huizen geven het dorp een charmant en karakteristiek aanzien. 

Dagen 9-11 - ma 13 - wo 15 mei

     Turquant

Tijdens het ochtendritueel bespreekt de familie de dagplanning. Ze hebben een afspraak met een collega van Fabian, die hen zal bijstaan met advies over de ins en outs van een mogelijke verhuizing.



Mij wacht een wandeling naar Port de Turquant, die niet veel om het lijf heeft. De wandeling langs de oever moet worden onderbroken omdat het pad overstroomd is. Het wordt in de plaats rondslenteren in de nabije omgeving.


Mijn Roemeense vrienden zijn fervente liefhebbers van de Loirekastelen. Het bezoeken van alle ongeveer 140 kastelen is waarschijnlijk niet haalbaar. Maar in de late middag trekken we erop uit om dat van Montsoreau te bezoeken. We maken er een leuke fietstocht van.

Château Monrsoreau

Het Kasteel van Montsoreau is het enige kasteel gebouwd in de bedding van de Loire. Gebouwd tussen 1443 en 1453 door Jean II de Chambes in Franse renaissancestijl.

De naam Montsoreau verscheen voor het eerst in 1086 op een kaart in zijn Latijnse vorm: Castrum Monte Sorello of Mons Sorello. Mons of Monte verwijst naar een rotsachtig voorgebergte. De oorsprong en de interpretatie van de naam Sorello, blijven onbekend, maar zouden zeker kaal of rood betekenen. Deze rots heeft zeker zijn bekendheid, relatief oud, te danken aan het feit dat hij zich in de bedding van de Loire bevond, gedeeltelijk omringd door het water tijdens de hoogwaterperiodes. Zelfs voordat er een vesting werd gebouwd, was er een administratief of cultusgebouw sinds de Gallo-Romeinse tijd.

We blijven langs de Loire en rijden verder naar het pittoreske Candes-Saint-Martin. Hier hebben we vooral oog voor :

Collégiale Candes-Saint-Martin

De oude kerk Saint-Maurice wordt verwoest, de huidige kerk Saint-Martin de Candes werd gebouwd tussen 1175 en het midden van de 13 de eeuw. Het project duurde meerdere decennia, een bescheiden duur gezien het belang van het gebouw, waarvan de architectuur grotendeels geïnspireerd is door de West Gotische stijl. Het wordt gekenmerkt door een zeer rijke gebeeldhouwde decoratie die het transept en het schip siert, maar vooral door een monumentaal portaal dat open is aan de noordkant van laatstgenoemde. De toevoeging, uit de 15 de eeuw, na de Honderdjarige Oorlog, van voorzieningen die deze collegiale kerk tot een van de zeldzame versterkte kerken in Touraine maken, verhoogt haar bijzonderheid. 

Dit belette echter niet dat het tijdens de godsdienstoorlogen (in 1562 en 1568) ernstige schade leed. Twee aardbevingen, die iets meer dan een eeuw na elkaar aanzienlijke schade veroorzaakten (1711 en 1840), vereisten grootschalige reparatie- en wederopbouwcampagnes, maar die restauratiewerkzaamheden begonnen pas in de tweede helft van de 19 de eeuw. Sommige historici gewagen eerder van 'vandalisme' dan van restauratie. Het wordt echter nog steeds beschouwd als “het op een na mooiste religieuze gebouw in Indre-et-Loire, na de kathedraal Saint-Gatien in Tours.”. Sinds de Franse Revolutie heeft Saint-Martin de Candes zijn status als collegiale kerk verloren, ook al blijft deze naam in het dagelijks taalgebruik bestaan; het blijft een parochiekerk maar vooral bezocht door pelgrims.

Fabian heeft een fantasierijke route in gedachten voor de terugreis. In plaats van de hoofdweg te volgen, fietsen we bergopwaarts naar de corniche tot we het uitkijkpunt bereiken. Vanaf dat punt hebben we een helder zicht op de samenloop van de Loire en de Vienne.

Ook in Montsoreau nemen we de bovenweg en hebben we een mooi uitzicht op het kasteel.

Vanaf 2016, bracht Phiippe Méaille zijn collectie van hedendaagse kunst over om het Château de Montsoreau-Musée d'art contemporain te openen. Het herbergt 's werelds grootste verzameling werken van de Art&Language-beweging, de bron van contraceptionele kunst.


Te midden van al die kerkelijke en wereldlijke pracht zouden we bijna vergeten dat we door een wijnstreek rijden. Op de terugweg werpen we nog een laatste blik op Domaine Filliatreau. De gedachte aan een kleine wijnproeverij flitst even voorbij, maar gezien het late uur blijft het bij een verlangende gedachte.


Ma 13 mei

Fabian heeft zijn huiswerk gemaakt. We willen het bloemendorp Fontevraud bezoeken met aansluitend de Abbaye Royale. Voor het gemak doen we de verplaatsing met hun wagen. 



Het dorpsplein ligt er wat verlaten bij maar we slenteren wat door de rustige staatjes en hebben oog voor de bloempartijen.



Mijn belangstelling gaat vooral naar de abdij uit.

Koninklijke Abdij van Fontevraud

Het is de best bewaarde verzameling kloostergebouwen ter wereld, heeft een zeer rijke geschiedenis en is daardoor een grote toeristische trekpleister geworden. De abdij hing niet af van een orde maar was van benedictijnse inspiratie. Het complex spreidde zich ooit uit over 14 hectaren.

De stichting

Priester, theoloog en rondtrekkend prediker Robert van Arbrissel (ca. 1047- ca.1117) vestigde zich rond 1100 met zijn volgelingen in het bos van Fontevraud en stichtte er in 1101 - op een vraag van paus Urbanus II- een kloostercomplex, waar mannen én vrouwen leefden. Robert besloot dat er aan het hoofd van zijn klooster een vrouw moest staan en wees Petronella van Chemillé aan als de eerste abdis.

Reeds in het midden van de 12de eeuw verbleven er meerdere duizenden personen in de abdij.

Hoge bescherming

Bij de benoeming van Mathilde van Anjou als abdis begon een eeuwenlange traditie om vrouwen van koninklijke of adellijke bloede aan het hoofd van Fontevraud te plaatsen. Het klooster werd dan ook snel favoriet bij verschillende Europese koningshuizen, met vele donaties tot gevolg. Sindsdien heeft het de titel 'Royale' gekregen.

De grafkelder van de Plantagenets bevond zich in het centrale vierkant van het transept van de Onze-Lieve-Vrouw-kerk.

In 1189 werd Hendrik II er begraven, in 1199 gevolgd door zijn zoon Richard Leeuwenhart. Ook zijn dochter Johanna Plantagenet (en haar jonggestorven dochtertje zou er begraven zijn geweest. Eleonora van Aquitanië, koningin van Frankrijk en later van Engeland, nam op hoge leeftijd haar intrek in het klooster en ze werd hier na haar dood (in 1204) ook begraven. Haar man Hendrik II van Engeland, haar zoon Richard Leeuwenhart en dochter Johanna waren hier al begraven. Later werden schoondochter Isabella van Angoulème (echtgenote van koning Jan) en kleinzoon Raymond VII van Toulouse hier eveneens begraven.

Franse revolutie

Fontevraud heeft zwaar geleden onder de Franse Revolutie van 1789. Delen van het klooster werden verwoest en geplunderd.

Cultuurpatrimonium

In 1963 werd de staatsgevangenis geschonken aan het Franse Ministerie van Cultuur. Later is het door de Franse staat gerestaureerd; ook vonden er verschillende opgravingen plaats. Een deel van het klooster wordt tegenwoordig gebruikt als conferentiecentrum. De rest is opengesteld voor publiek. 
De maandag is niet het geschikte ogenblik voor een bezoek. Grote delen van het complex zijn dan gesloten.


De abdij is in 2000 opgenomen in de lijst van het werelderfgoed van de UNESCO als een onderdeel van de gehele Loirevallei.




Deze eerste gezamenlijke kennismaking van de Loirevallei is bijzonder geslaagd. Bij een natje en een droogje nemen we de hoogtepunten nog eens door en smeden plannen voor een uitgebreider bezoek als ze eenmaal gevestigd zijn.




Di 14 mei

Het prachtige weer blijft aanhouden.

Bij mijn vrienden is het een drukte van jewelste. De wagen wordt opgeruimd en klaargemaakt voor de terugreis.



Helaas nemen we, hopelijk slechts tijdelijk, afscheid van elkaar. We treuren niet, maar kiezen ervoor om de tijd te nemen voor een feestelijk ontbijt. Voor deze gelegenheid mag het met stijl.

Smaranda heeft nog steeds een hekel aan gefotografeerd worden. De afscheidsfoto dient snel en discreet gemaakt te worden.


Prettige terugreis en een veilige thuiskomst gewenst onder het motto 'Mox Salvus Redeas'.


Tot ergens in oktober😉


Middag

De verplaatsing naar de honderd meter verderop gelegen 'parking ombragé' - gps N 47.22445; O 00.02678 - gaat vlotjes. Het is een gemengde parkeerplaats op deels onverharde ondergrond. Voor degenen die dat wensen, zijn er ruime schaduwrijke plaatsen beschikbaar. Afgezien van een kleine afvalbak, zijn er geen faciliteiten. De meeste camperaars zijn al vertrokken, dus er is volop keuze.

De ervaringen van de afgelopen dagen moeten een plaats krijgen. Dit gaat het beste in een comfortabele zetel, gezicht naar de zon, genietend van de rust en stilte. Heerlijk.

Wo 15 mei

Er mag al eens uitgeslapen worden. Nou ja, eerder lui op bed blijven liggen om het nieuws te volgen.

Een gezellige babbel met de buren, koffie in de hand, is een perfect begin van een ontspannen dag.



Direct naast de parkeerplaats bevindt zich een GR-pad. De onweerstaanbare drang om de rood-witte markeringen te volgen, leidt ertoe deze zo ver mogelijk te volgen. Een smal pad brengt me boven de tufsteenformatie.





Een lus brengt me aan de overzijde van het dorp waar een steile klim uitzicht biedt op de achterzijde van het wijndomein Château de la Fessardiere. De markeringen voeren langs een secondaire weg naar Montsoreau. 



Dat zou me te ver leiden, impulsief wordt gekozen voor een binnendoor route door de wijnvelden. Het wordt een aangename omzwerving van honderden meters tot een wijnboer begrijpt wat de bedoeling is en mij op het juiste pad wijst. Eenmaal terug bij de rood-witte markeringen, volg ik deze in omgekeerde richting naar het startpunt. Jammer genoeg zijn de druiven nog niet rijp. Een proeverij zou leuk meegenomen zijn..


Dag 12 - do 16 mei

     Turquant - Montlouis-sur-Loire - 87 km

Het ochtendgloren met een stralende zon vindt mij in gesprek met mijn overbuurman, koffie in de hand pratend over koetjes en kalfjes. 

Mijn gps leidt me naar de smalle brug, maar door ervaring wijs geworden, wordt die overgeslagen en is het wachten op een nieuwe routeberekening. Wat zouden we als soloreizigers beginnen zonder de moderne hulpmiddelen? Vroeger bereikten we ook onze bestemming van A naar B, maar dat vereiste meer denkwerk. Geef mij maar de moderne tijd, zonder de hersenen volledig uit te schakelen uiteraard.

Camping Aquadis Loisirs - GPS N 47.39460; O 00.81134, bevindt zich midden in de natuur, direct aan de fietsroute 'Loire à Vélo'. Deze goed onderhouden camping biedt alle nodige voorzieningen. De ruime, min of meer afgeschermde percelen op gras zijn voorzien van elektriciteit en wateraansluiting binnen handbereik. De sanitaire voorzieningen zijn goed onderhouden en voldoen aan alle eisen. Het vriendelijke receptiepersoneel staat altijd klaar met handige tips om uw verblijf soepel te laten verlopen.

Na een verkwikkende en noodzakelijke douche wordt de rest van de middag besteed met een wandeling langs de Loire.

Dag 13 - vr 17 mei

     Montlouis-sur-Loire - bezoek Tours

Vannacht heeft het hevig geregend. Als het dan toch moet regenen, dan liefst 's nachts. Bij het aanbreken van de dag begroet de zon ons, totdat ik naar buiten stap. Mijn buitentapijt is voor de x-ste keer doorweekt en moet uitgehangen worden om te drogen.

De binnenstad van Tours ligt op ongeveer 10 km, ideaal om een bezoek te combineren met een fietstocht.

Fietsen langs de 'Loire à Vélo' is een aangename ervaring. Leeftijdsgenoten die vooral gebruikmaken van elektrische fietsen, doen dit op een relaxte wijze. Er is geen sprake van racen of andere storende situaties.

In de studentenstad Tours valt de fietsvriendelijke infrastructuur op. De lokale inwoners zijn hier kennelijk aan gewend en geven fietsers spontaan voorrang.

De torens van de kathedraal dienen al van veraf als een oriëntatiepunt. Opmerkelijk is dat de kathedraal, die het Place de la Cathédrale domineert, niet in het historische centrum van de stad gelegen is.

Cathédrale Saint-Gatien de Tours

Geschiedenis
 
Reeds in de 4 de eeuw stond er een kerk in Tours gewijd aan de heilige Mauritius, maar deze brandde in 561 af. De kerk werd door bisschop Gregorius van Tours herbouwd en in 590 ingewijd. In 1160 brandde de kerk opnieuw af, ditmaal tijdens het conflict tussen Lodewijk VII van Frankrijk en Hendrik II van Engeland. Dit was meteen de aanzet om de kerk grondig te verbouwen. 

De oude romaanse kerk zou plaats gaan maken voor een gotische variant. Als eerste werden het zuidertransept en de torens aangepakt. Onder leiding van de architect Etienne de Montagne werd tussen 1236 en 1270 het koor van de kathedraal gebouwd. Simon de Mans herbouwde het transept en begon met de bouw van het schip en zijbeuken. Een bouwfase die zou aanhouden tot aan de 14 de eeuw. In 1356 ontving de kerk haar huidige naam. Pas in de 15 de eeuw werd het schip voltooid, met behulp van financiering van koning Karel VII en hertog Jan V van Bretagne. De eerste toren werd in 1407 voltooid. De tweede werd pas veertig jaar later afgewerkt.

Plattegrond

De bouwperioden zijn met kleuren weergegeven: blauw (11e eeuw), zwart (12 de eeuw), groen (13 de eeuw), rood (14 de eeuw) en geel (15 de eeuw)

De kathedraal heeft een vijfbeukig schip, een transept en een koor.


Afmetingen
 
Totale lengte: 90 meter
Breedte: 32 meter
Hoogte schip en transept tot de gewelven: 29 meter
Hoogte zijbeuken tot gewelven: 11 meter
Lengte transept: 48 meter
Breedte transept: 10 meter
Hoogte noordelijke toren: 68 meter
Hoogte zuidelijke toren: 69 meter




Interieur 


De kathedraal staat vooral bekend om haar collectie gebrandschilderde ramen. (Tip: neem een verrekijker mee om de details te kunnen bewonderen). Naast de gebrandschilderde ramen uit de 13 de eeuw, is de kathedraal van Tours een van de eerste religieuze monumenten in Frankrijk met een reeks moderne gebrandschilderde ramen die prachtig passen in het geheel.

Gun uzelf de tijd om te genieten van het lichtspel als de zon door het grote roosvenster schijnt.




Kindersterfte in de middeleeuwen was een tragische realiteit, zelfs binnen koninklijke families. Het gearrangeerde huwelijk van Karel VIII en Anne van Bretagne bracht weinig geluk. Het prachtige grafmonument van carraramarmer voor de dauphins getuigt hiervan. Charles Orland overleed op driejarige leeftijd; zijn broertje Charles werd slechts 26 dagen oud.



Historische binnenstad

Prominent in het straatbeeld van het vroegere Romeinse castrum Ceasarodonum, het huidige historische hart van de stad, is de zogenoemde Tour Charlemagne.

De Karel de Grote-toren is een overblijfsel van de oude basiliek gewijd aan Sint-Maarten van Tours en gelegen in rue des Halles in Vieux-Tours. Sinds 1958 is het geclassificeerd als historisch monument.

De naam komt van het graf van Lutgarde van Alemania, de vierde vrouw van Karel de Grote, die stierf op4 juni 800 tijdens het verblijf van de keizer in Tours. De traditie meldt dat de keizer haar onder of nabij het gebouw heeft laten begraven, maar de meningen zijn zeer verdeeld over de exacte locatie van het graf.

De toren was onderdeel van de oorspronkelijke, maar nu volledig verdwenen Basiliek van Sint-Maarten. Bezoekers moeten hun verbeelding gebruiken om de grootte van deze ooit imposante gebedsplaats te begrijpen.

De Basiliek van Sint-Maarten is gewijd aan Sint-Maarten van Tours, een immens populaire figuur in het katholieke volksgeloof en gebouwd boven diens graf.

De eerste basiliek werd hier in de 5 de eeuw gesticht (gewijd in 471) op de plaats van een eerdere kapel. Het werd aanvankelijk bediend door een gemeenschap van monniken onder een abt, de abt van St-Martin.

De abdij die zich ontwikkelde rond het heiligdom van Sint-Maarten in Tours werd een van de meest prominente en invloedrijke instellingen in middeleeuws Frankrijk. Karel de Grote kende de positie van abt toe aan zijn vriend en adviseur Alcuin. In die tijd kon de abt reizen tussen Tours en het hof in Trier in Duitsland en altijd overnachten op een van zijn eigen landgoederen. Het was in Tours dat Alcuins scriptorium (een kamer in kloosters gewijd aan het kopiëren van manuscripten door kloosterschrijvers) het Caroline minucule ontwikkelde, de heldere ronde hand die manuscripten veel leesbaarder maakte.

In latere tijden werd de abdij meerdere malen door brand verwoest en geplunderd door Normandische Vikingen in 853 en 903. Het brandde opnieuw af in 994 en werd herbouwd door Hervé de Buzançais, schatbewaarder van Saint-Martin, een inspanning die 20 jaar in beslag nam. Uitgebreid om de menigten pelgrims te huisvesten en hen aan te trekken, werd het heiligdom van St. Martin van Tours een belangrijke stopplaats op pelgrimstochten. In 1453 werden de overblijfselen van Saint Martin overgebracht naar een prachtig nieuw reliekschrijn, geschonken door Karel VII van Frankrijk en Agnes Sorel.

Tijdens de Franse Godsdienstoorlogen  werd de basiliek in 1562 geplunderd door protestantse Hugenoten. In de periode van de Franse Revolutie werd de basiliek opgeheven. Het gebouw werd ontheiligd, als stal gebruikt en uiteindelijk volledig afgebroken. De bewerkte stenen werden verkocht in 1802, na de aanleg van twee straten over het terrein om te voorkomen dat de abdij herbouwd zou worden. In deze straten zijn reliëfs aangebracht die de locatie van de oorspronkelijke zuilen markeren, waardoor men een beeld krijgt van de enorme grootte van het middeleeuwse heiligdom.

Huidige basiliek

In 1860 bepaalden opgravingen door Leo Dupont (1797-1876) de afmetingen van de voormalige abdij en brachten enkele architecturale fragmenten aan het licht. Het graf van Sint-Maarten werd op 14 december 1860 'herontdekt', wat leidde tot een heropleving van de populaire devotie voor Sint-Maarten in de 19 de eeuw.

Na de radicale Parijse Commune van 1871 beleefde de conservatieve katholieke devotie een heropleving, wat leidde tot het besluit om een basiliek ter ere van Sint-Maarten te bouwen. Victor Laloux werd als architect gekozen. Hij koos voor een mix van romaanse en byzantijnse stijlen, soms omschreven als neo-byzantijns, in plaats van de gotische stijl. De nieuwe Basilique Saint Martin werd opgericht op een gedeelte van de oorspronkelijke locatie, aangekocht van de eigenaren. De bouw van de kerk begon in 1886 en werd op 4 juli 1925 ingewijd.

Binnenstad


De Rue Colbert is de hoofdstraat van het middeleeuwse Tours. Aan de Place Foire le Roi liggen enkele 15 de eeuwse huizen. In 'À la Pucelle armée' zou Jeane d'Arc in 1429 haar wapenrusting hebben laten maken. 
De Place Plumereau is een gezellig plein; de voorgevels van de huizen zijn na de Tweede Wereldoorlog gerestaureerd.



Tijdens een wandeling in dit sfeervolle deel van de stad, kan men in de verleiding komen om even te ontspannen in een luie stoel.



Tijdens een reis door Frankrijk is een bezoek aan Tours zeker de moeite waard. Het biedt een uitstekende combinatie van kunst en cultuur, verrijkt met sfeervol ontspannen in een kleurrijke omgeving.

Op de terugweg wordt een avontuurlijk fantasietje uitgeprobeerd, totdat een overstroomd deel van de Loire een einde maakte aan het avontuur. De 'Loire à Vélo' route leidde me langs de camping voor een verkenning van Montlouis-sur-Loire, waar tot mijn spijt weinig te beleven viel.

Dag 14 - za 18 mei

     Montlouis-sur-Loire - Amboise - 16 km

De korte verplaatsing over de D 751 biedt prachtige zichten op de Loire. Gedurende de rit van een half uur verloopt alles zonder problemen. Er zijn duidelijke voordelen aan het reizen rond het middaguur.

Het Accueil de CC Amboise - GPS N 47.42110; O 01.00310, wordt gerund door een wijnboer. Het bevindt zich direct aan de Loire, op 2 km of 30 minuten lopen van het stadscentrum. De grond bestaat gedeeltelijk uit grind en gedeeltelijk uit gras. Afgezien van prullenbakken, zijn er geen faciliteiten. In de zomer is er een snackbar geopend en zijn koude drankjes verkrijgbaar. De vriendelijke beheerder, een hondenliefhebber, heet viervoeters van harte welkom.


Een kortere route loopt parallel aan de Loire en begint bij het picknickgebied. De regenval van de laatste tijd heeft de onkruidgroei flink gestimuleerd. Zodra het gemaaid is, zal het hier aangenaam vertoeven zijn.




Dagen 15-17 - zo 19 - di 21 mei

     Amboise 

Op zondagochtend heet Amboise de grootste markt van Touraine welkom. Langs de kades van de Loire presenteren kraampjes vol kleuren en geuren de goederen van talrijke handelaren. Het uitgebreide aanbod van bloemen is bijzonder opvallend. Het is de perfecte gelegenheid om rustig van stand naar stand te wandelen en de voornamelijk lokale producten te bewonderen. Tijdens uw tocht kunt u kiezen uit verleidelijke producten voor een heerlijke lunch.

Château d'Amboise

Het Kasteel van Amboise torent hoog boven de stad uit en is gebouwd op een rots die al eeuwenlang wordt gezien als het ideale uitkijkpunt over de loop van de Loire. Zijn geschiedenis begint in de elfde eeuw, toen graaf Fulco III van Anjou begon met de bouw van een stenen vesting. Zijn vesting werd door de eeuwen heen verstevigd en uitgebreid tot het in 1434 in handen kwam van koning Karel VII van Frankrijk. Hij nam het over van de vorige eigenaar, Lodewijk van Amboise, die in 1431 werd gearresteerd vanwege samenzwering tegen de koning. Jarenlang was het kasteel eigendom van de koningen van Frankrijk, die het kasteel veelvuldig als residentie voor zichzelf of hun gezinsleden gebruikten. Zo liet Lodewijk XI zijn vrouw Charlotte van Savoye en kinderen op het kasteel wonen.

Hun zoon Karel VII koos er echter voor zelf op het kasteel te wonen met zijn vrouw Anna. Van alle vorsten leefden zij het langst op Amboise. Hun emblemen, een zwaard van vuur en een hermelijnstaart hermelijnstaart, zijn dan ook in veel kamers van het kasteel te vinden. Ook heeft Karel VIII het een en ander verbouwd aan het kasteel, o.a. de twee bekende Tour des Minimes (de ruitertorens). Deze torens met een diameter van 21 meter zijn bekend vanwege de tredenloze opgang voor ruiters naar het terras 40 meter daarboven. Karel had veel meer plannen voor het kasteel, maar zijn vroege dood op 7 april 1498 weerhield hem daarvan; hij stierf nadat hij zijn hoofd had gestoten tegen een draagbalk boven een kasteeldeur.

Het kasteel beleefde zijn grootste bloeiperiode onder Frans I die Leonardo da Vinci in 1515 als gast naar Amboise liet komen. Da Vinci woonde tijdens zijn verblijf in het Clos Lucé, dat via een ondergrondse gang in verbinding staat met het kasteel. Hij overleed, volgens de legende, met zijn hoofd in de armen van Frans I. Zijn stoffelijk overschot ligt in de Chapelle Saint Hubert van het kasteel. Na de Samenzwering van Amboise in 1560 verliet het Franse hof het kasteel en keerde nooit meer terug. Het was een tijdje in bezit van Gaston, de broer van koning Lodewijk XIII. Na zijn dood kwam het weer in handen van de Kroon, het werd een staatsgevangenis en het kasteel werd cadeau gedaan aan o.a. Minister Nicolas Fouquet. Tijdens de Franse Revolutie werd het grootste gedeelte van het kasteel verwoest, tegenwoordig is nog maar een klein deel van het oorspronkelijke kasteel te zien. Koning Lodewijk Filips begon tijdens zijn regering met de restauratie van het kasteel, maar zag zich gedwongen daarmee te stoppen bij zijn aftreden. Het werd een tijdje staatsbezit, maar werd in 1873 teruggegeven aan de erfgenamen van Lodewijk Filips. Zij deden hun uiterste best om het kasteel te herstellen, maar tijdens de Duitse invasie in 1940 liep het kasteel weer schade op. Tegenwoordig is het kasteel nog altijd eigendom van een afstammeling van Lodewijk Filips.

De kapel Saint-Hubert

Mijn interesse ligt vooral bij de kapel van Saint-Hubert. Helaas moet het bezoek worden uitgesteld. De kapel is momenteel gesloten voor het publiek wegens restauratiewerkzaamheden.

Geleende foto
De kapel werd tussen 1491en 1496 gebouwd en gebeeldhouwd door Vlaamse kunstenaars. Ze is opgetrokken in een flamboyante gotische stijl, uit kalktuf afkomstig van Touraine. Karel VIII gaf de opdracht voor de bouw ervan, nog voordat hij de Italiaanse architectuur ontdekt had. De kapel deed eerst dienst als huiskapel van Anna van Bretagne, waarna het de laatste rustplaats werd van Leonardo da Vinci, die in 1519 in Amboise stierf.
Op de bovendrempel van de poort is de jacht van Sint-Hubert afgebeeld. De glas-in- loodramen die nog recent zijn stellen perioden uit het leven van Saint Louis voor. Het timpaan dateert uit de 19 de eeuw en toont Karel VIII en Anna van Bretagne.

Binnenstad

De binnenstad kan samengevat worden rond de Place Michel Debré en wordt beheerst door het kasteel. Enkele mooie vakwerkhuizen sieren het plein. De Tour d'Horloge leidt naar de achterliggende wijken. 


Terug bij de camperparking wordt alles klaargezet voor een wijndegustatie. Dit gebeurt allemaal vlak voor mijn deur. Vele van mijn medecamperaars besluiten om een aantal flessen te kopen. Er is keuze tussen een frisse witte, een fruitige rosé en een rode wijn met diepe afdronk.

Ma 20 mei

Het geroffel op het dak bij het ontwaken duidt meestal op één ding: geen stortbui, maar een aanhoudende regenval. MeteoFrance voorspelt een kans van 70% op buien voor de rest van de dag. 

Een ontspannen en kalme dag bij de camper is altijd een mooie bonus.

Di 21 mei

De regen heeft de lucht opgeklaard. Het is duidelijk koeler, wat het een aangenaam weer maakt om te wandelen.

Een geanimeerd gesprek met mijn overburen, Leen en Ivan, die toevallig West-Vlamingen zijn, resulteert in een boeiende conclusie. 
Wij zijn beiden liefhebbers van geschiedenis en architectuur. Het is niet alleen belangrijk om te weten wat we zien, maar ook het begrijpen van de historische context, maakt een bezoek echt fascinerend. Het kennen van het 'wanneer' en 'wat' is één aspect; het 'hoe' en 'waarom' verrijkt de ervaring des te meer. Laten we hopen dat we in de toekomst elkaar nog eens ontmoeten om dit onderwerp verder te bespreken. Nog een aangenaam verblijf in Frankrijk.

Het doel vandaag is een een bezoek aan de heuvel boven het kasteel de plaats waar de Keltische nederzetting Ambacia lag.

Ambacia

In de 1 ste eeuw v.Chr. lag op het Plateau des Châtelliers het Gallische oppidium Ambacia. Dit was ontstaan rond een ouder grafmonument, La Butte de César, mogelijk uit de 5 de eeuw v.Chr. Ambacia was volledig ommuurd en was wellicht de hoofdstad van de Turones. Er waren cultusplaatsen en openbare gebouwen in de nederzetting en er waren ook handwerklieden actief. In de 1ste eeuw verloor de plaats aan belang door de opkomst van Caesarodunum (Tours) maar werd nooit compleet verlaten.


Het moet als leraar voldoening geven zo'n site te bezoeken met kinderen rond de 8 a negen jaar, de leeftijd waarop de fantasie geprikkeld wordt. De jongens zouden zich ongetwijfeld kunnen terugvinden in de jacht en de visvangst. De bouw en de verdediging van de nederzetting tegens indringers zoals de Romeinen. 






Een bijzonder kenmerk van deze locatie is het gedeeltelijk goed geconserveerde stuk van de verdedigingsmuur.

Het leven voor vrouwen en meisjes was in die tijd minder heldhaftig. Nochtans zijn zij het die de diverse artefacten die zijn gevonden hebben gemaakt en gebruikt. Daardoor kunnen we ons een voorstelling maken van hoe het leven moet zijn geweest. Helaas zijn er geen geschriften uit die tijd omdat de overdracht van de verhalen mondeling verliep. Door de Romeinen hebben we enig idee van de structuur van de Gallische stammen en hun gewoonten. Ook reeds in die tijd werd de geschiedenis geschreven door de overwinnaars en die ongetwijfeld 'gekleurd'.


De zogenaamde 'butte de Caesar' is een opvallend element in het landschap. Historici zijn het er grotendeels over eens dat het waarschijnlijk een grafheuvel betreft die al bestond voor het begin van onze jaartelling. Ondanks legendes en overleveringen, heeft deze kunstmatige heuvel geen verband met Caesar.



Vanaf de rand van het plateau wordt de geschiedenis onderzoeker beloond met een schitterend zicht op de benedenstad en de Loire.



In de stad op zoek om iets te eten is het eethuis dat mij aanspreekt helaas gesloten.




De eigenaar van de wijngaard is vasthoudend. Bij aankomst is er een levendige degustatie bezig met zowel nieuwe als al aanwezige camperaars.




Dag 18 - wo 22 mei

     Amboise - Saint-Dyé-sur-Loire - 53 km

De verplaatsing volgt de loop van de Loire. Het is een moment om stil te staan bij deze prachtige rivier en af en toe genieten van de zichten.

De Loire ontspringt in de Ardèche, in het Centraal Massief, op een hoogte van 1400 meter boven zeeniveau, aan de voet van de Mont Gerbier de Jonc. Er is enige discussie over de exacte locatie van de bron en twee plekken claimen deze eer: de bekendste is gelegen in een stal van een boerderij waar het water uit een kraan stroomt, de andere bevindt zich onopvallend in een nabijgelegen weiland.

Het stroomgebied van de Loire, met een oppervlakte van 117.000 km², beslaat een vijfde van Frankrijk. De rivier mondt uit in de Atlantische Oceaan bij Saint-Nazaire en is de enige rivier in West-Europa die nooit gekanaliseerd is. De getijdenwerking reikt tot 60 kilometer landinwaarts. Met een debiet van 400 m³/s staat de Loire bekend als "de laatste wilde rivier van Europa".

Saint-Dyé-sur-Loire

Geleende foto
Hoewel het vanaf de 14 de eeuw in verval raakte, bleef het een belangrijke stad in het hart van de Loire, wat de bouw van het gigantische kasteel van Chambord in het achterland mogelijk maakte. De neergang van zijn stedelijke rol begon toen het kasteel onder Lodewijk XIV geleidelijk werd verlaten. De koninklijke weg, gerenoveerd in 1773, werd verlegd naar de rechteroever van de Loire. De overgebleven havenactiviteiten namen af en de stad evolueerde snel naar een grote landbouwstad, en uiteindelijk naar een landelijk dorp tijdens de Belle Epoque, waardoor het nu een van de 15 kleinste dorpen van de regio is.

De gemeente biedt een kleine CP aan – gps N 47.65449; O 01.47900. Gelegen aan de boord van de Loire naast het kajak verhuurbedrijf. De ondergrond is deels kiezel maar het is uitkijken in het regenseizoen. Er zijn geen voorzieningen. Bevoorraad toekomen is aangewezen. Het dorp kent 1 bakkerij die slechts gedeeltelijk open is. De plaats is ideaal geschikt voor het maken van wandelingen en fietstochten. Tevens als uitvalbasis voor een bezoek aan Chanmbord (op 5 km).


De verkennende wandeling in dit charmante dorpje brengt me bij het architecturale erfgoed van de gemeente. Het omvat vier gebouwen die zijn opgenomen in de inventaris van historische monumenten.: het kasteel van Chambord, geklasseerd in 1840 en vervolgens in 1997, de Écuelle-molen, geklasseerd in 1992, de Eglise Saint-Dyé te Saint-Dyé-sur-Loire, geklasseerd in 1931, en de vestingwerken, vermeld in 1946.



Eglise de Saint-Dyé

De kerk was een bedevaartsoord op de weg naar Santiago de Compostela. Saint-Dye is een priorij van de abdij van Pontlevoy. Het imposante bouwwerk uit de 16 de eeuw neemt de plaats in van een Karolingische kerk waar zich het graf van Sint Deodatus bevond. Het gebouw bestaat uit een klokkentoren-portaal, een schip met twee zijbeuken, een transept en een koor dat eindigt in een halfronde apsis met vijf zijden. De communicatie tussen het schip en de zijbeuken verloopt via vier grote arcades op het derde punt. Ogive-gewelven bedekken het hele gebouw. Bepaalde sluitstenen van het schip dragen de zon van Lodewijk XIV. De gebeeldhouwde decoratie dateert uit het einde van de Renaissance en het einde van de 17 de eeuw. Steunberen accentueren de buitengevels. Ze behoren tot de restauratiecampagne van 1684. Langs de wanden van het transept en het koor loopt een gebeeldhouwde kroonlijst. De kruising van het transept heeft een kleine klokkentoren. De zeer mooie klokkentoren-veranda, onvoltooid, dateert uit 1547. Op de begane grond kwam een ​​kamer uit die uitkwam op het schip, de narthex genaamd. De kerk bewaart in haar koor de roze Anjou-zandstenen sarcofaag van Saint Dié.

De zon breekt door, wat perfect weer voor een wandeling creëert. 




Saint-Dyé blijft een tussenstop op de route naar Compostella. Hoewel dat misschien te ambitieus is, biedt een ontspannen wandeling langs de oevers van de Loire, peinzend over de geneugten van het leven, een prachtig alternatief.

Het is een constant komen en gaan op de CP, waardoor er weinig kans is om mijn medecamperaars te leren kennen. Zonder de mogelijkheid voor een leuke babbel, blijft er niets anders over dan uitgebreid te kokkerellen.

Dag 19 - do 23 mei

     Saint-Dyé-sur-Loire - bezoek Chambord


Een GR-pad in een UNESCO-Werelderfgoedgebied dat naar een toplocatie leidt, nodigt uit om bewandeld te worden. De afstand van ongeveer 6 km is niet ontmoedigend. Eenmaal voorbij de bebouwde kom, slingert het pad zich eerst door de velden alvorens het bos in te gaan.
Een authentieke natuurwandeling die onverwachts komt.

Parc de Chambord

De rood-witte streepjes leiden je netjes naar de ingang van het park bij Porte Saint-Dyé. Het kroondomein, met een oppervlakte van 5.440 hectare en omringd door een 32 kilometer lange muur, is het grootste ommuurde park in Europa. Het omvat een pleziertuin en een jachtpark. Voor een volledige ervaring zijn er verschillende wandelroutes, fietspaden en ruiterpaden aangelegd. De bewegwijzering leidt je door het park, via de Route de la Reine, waarvan grote delen uit bos bestaan. Plotseling verschijnt het kasteel in al zijn pracht. Zo'n parel vereist een zorgvuldige benadering om het in zijn geheel te waarderen.


Château de Chambord

De naam Chambord – van het Gallische cambo-rito – betekent ‘doorgang op de bocht’; het is een doorwaadbare plaats in de bocht van een rivier. Door deze doorwaadbare plaats ontstond een moeras waarop een brug werd gebouwd, die in 1307 werd vermeld in het testament van de graaf van Blois, Hugues II de Blois-Châtillon, destijds eigenaar van het land. Chambord wordt beschreven als een "verborgen diamant in het bos" en is het enige koninklijke landgoed dat sinds de oprichting nog intact is.

Chambord werd aanzienlijk gewijzigd tijdens de 28 jaar van zijn bouw (1519-1547), waarin de bouwplaats onder toezicht stand van Pierre Nepveu.

Het initiële ontwerp toont een kasteel dat vastzit aan het midden van de lange zijde van een rechthoekige omwalling, met een donjon die op elke verdieping is ingesloten door vier ronde torens en omgeven door vier kamers die samen een kruis vormen. Dit nieuwe 'wereldwonder' is gecreëerd om zijn maker, François I, de 'prins-architect', te herdenken. Hoewel de archieven van de ontstaansgeschiedenis van het Chambord-plan verloren zijn gegaan, wordt aangenomen dat Leonardo da Vinci, die eind 1516 in Amboise arriveerde, volgens architect Domenico Bernabei da Cortona betrokken was bij het project. 

De donjon was voltooid toen Keizer Karel V, de grote rivaal van de Franse koning, op de nacht van 18 december 1539 in Chambord door François I werd ontvangen.

De koninklijke vleugel aan de noordzijde van de kasteelomheining werd in 1544 afgerond. Kort daarna, rond 1545, werden een door arcades gesteunde buitengalerij en een wenteltrap toegevoegd. Tegelijkertijd gingen de werkzaamheden aan de symmetrische vleugel, de kapelvleugel, en een lage omheiningsmuur die de zuidelijke binnenplaats afsluit, verder. Deze constructies waren in de stijl van een middeleeuws fort, vergelijkbaar met het Château de Vincennes.

Het was pas onder het bewind van Lodewijk XIV dat het project van François I werd voltooid. De Zonnekoning beschouwde het symbool van Chambord als een manifestatie van zijn koninklijke macht, vastgelegd in steen en tijd. Hij gaf de opdracht aan architect Jules Hardouin-Mansart, die van 1680 tot 1686 werkte aan de voltooiing van de westelijke vleugel, het dak van de kapel - de grootste ruimte van het kasteel - en de lagere omheining, die overdekt is.


Het geheel vormt een hommage aan menselijke vindingrijkheid, creativiteit en het vermogen om dromen te verwezenlijken in een tijdperk waarin staatsfinanciën voor zulke projecten beschikbaar waren. De ontwerpers en bouwheren hadden waarschijnlijk niet voorzien dat hun juweel van Franse renaissancekunst door miljoenen bezoekers over de hele wereld bewonderd zou worden.


Op de terugweg geen omwegen door het park, maar rechttoe rechtaan naar de Porte de Saint-Dyé om daarna weer het bos in te gaan.

Ongetwijfeld zijn jullie bekend met het gevoel dat de terugweg korter lijkt. Het psychologische effect waarbij tijd relatief is wanneer we niet voortdurend op de klok kijken. 

Tot slot nog een blik op de 'Port', waar het allemaal begon. Nu wachten de platbodemse schuiten op toeristen die de ervaring van de 'Boot der traagheid' willen beleven.


Dag 20 - vr 24 mei

     Saint-Dyé-sur-Loire - Beaugency - 14 km

Het onweer van vannacht heeft geen noemenswaardige schade veroorzaakt aan de parkeerplaats. Bij aanhoudende regen kan dit wel degelijk een probleem worden, zoals ik hoor van de habitués. 

Tijdloos zwerven maakt het mogelijk een streek grondig te verkennen. De korte verplaatsing naar de volgende bestemming illustreert dat perfect.

De vrije cp te Beaugency - gps N 47.85647; O 02.23191 is een geliefkoosde plaats onder camperaars. Vroeg aankomen is de boodschap. Op elektriciteit na zijn alle voorzieningen aanwezig. Er zijn diverse supermarkten en in de directe omgeving kleinhandelszaken. Het historische hart met enkele gezellige terrasjes ligt op enkele honderden meters. Direct aan de oever van de Loire gelegen aan de Loire à Vélo en de GR 3.

Op het terrein is een feesttent opgezet. Door een medewerker van de stad worden we uitgenodigd voor een drankje ter ere van de opening van de vernieuwde camperplaats. Naast het zelfreinigende toilet zijn er ook twee afsluitbare fietsenstallingen beschikbaar. Onder de bescherming van een boom is eveneens een fietsherstelstation ingericht. Een uitstekend voorbeeld van wat mogelijk is. De rest van Europa kan inderdaad veel opsteken van de Fransen!
 Het is (nog) niet perfect maar wie dat wil, kan altijd uitwijken naar een betalende camping.

In zijn toespraak benadrukte de burgemeester het voortdurende streven van de stad om fiets- en wandeltoerisme te stimuleren. Na de onvermijdelijke toespraken werd het feest verrijkt met enkele passende koorzangen onder leiding van een zeer enthousiaste dirigent. Een blik over de schouder werpend op de partituur onthulde dat het eerste lied een ode aan de aarde was, gevolgd door een lied in het lokale dialect over de maand mei. De burgemeester presenteerde met groot genoegen zijn plaquette: Station Verte.

Un grand merci à la mairie et aux habitants de Beaugency d'avoir mis à disposition ce bel endroit.

Dagen 21-23 - za 25 - ma 27 mei

     Beaugency

Dit pareltje van de Loire-vallei verdient ongetwijfeld het label "Plus Beaux Détours de France", tenzij je volgens een planning reist en niet speciaal hoeft om te rijden. Het goed bewaarde middeleeuwse centrum herbergt vele monumenten die blijk geven van een roemrijk verleden.

Tour César 



Deze donjon uit de elfde eeuw heeft natuurlijk geen verband met Caesar. Met een hoogte van 36 meter behoort het tot de hoogste in Frankrijk. Het houten dak, bedekt met lood, werd in 1568 door brand verwoest. In 1840 stortte het resterende interieur in, waardoor alleen het skelet van het gebouw overbleef.




Château


Een opvallend voorbeeld van een feodaal stedelijk verblijf van de lokale heerser. Het gebouw werd in 1440 herbouwd in opdracht van Jean de Dunois, de bastaardzoon van Orléans en metgezel van Jeanne d'Arc. Het verwelkomde Louis XI en François I binnen zijn muren. Later werd het getransformeerd tot een bedelaarsdepot en regionaal museum. Vandaag de dag fungeert het als een Centrum voor Digitale Kunst.


Clocher Saint-Firmin

Deze klokkentoren uit de 15 de eeuw was onderdeel van een kerk uit de 11 de eeuw die tijdens de Franse Revolutie verwoest werd. De toren herbergt vier klokken die dagelijks om 8:10 uur, 12:10 uur en 19:10 uur het Carillon de Vendôme luiden. 

De toren fungeerde eveneens als toegangspoort vanuit de benedenstad (Loire) naar het stadscentrum.



L'Hôtel de ville






Gebouwd in 1525 naar het ontwerp van architect Charles Viart. De elegante renaissancegevel is versierd met talrijke verfijnde beeldhouwwerken, waaronder de salamander van François I en het stadswapen. Op de begane grond bevindt zich het Office du Tourisme.







Stadsomwalling

De stad heeft verschillende stadsmuren gehad. De derde stadsmuur werd gebouwd tussen 1118 en 1130. De Porte de Tavers doet sterk aan de Rijselpoort in het West-Vlaamse Ieper denken. De oorspronkelijke omwalling dateert ook uit de middeleeuwen.

Le Pont

In de 12 de eeuw werd een brug over de Loire gebouwd. Met 435 meter is dit de langste overspanning van de Loire. Omdat dit lange tijd de enige brug was tussen Orléans en Blois, bracht de handel voorspoed voor de stad.



Binnenstad



De slotwandeling door de goed verzorgde binnenstad gaat langs open kanaaltjes waar je vissen ziet zwemmen in het heldere water. Langs de route zijn enkele prachtige vakwerkhuizen te bewonderen.



Een wandeling langs de kade brengt me terug bij de camperplaats waar intussen enkele nieuwe camperaars zich hebben geïnstalleerd. Ze hebben de luifel uitgedraaid en de tafel en stoeltjes buiten gezet.

Zo 26 mei

MeteoFrance biedt de burger hoop. 'Half bewolkt' betekent ook 'half zonnig', genoeg om de dag met een fijne wandeling te beginnen.
 
De GR 3 volgt hier de oever van de Loire. Een lokale variant leidt me van de grindweg naar het open veld, een lus in het overstromingsgebied van de rivier. Het pad blijft gelukkig goed begaanbaar, tot donkere wolken zich samenpakken en lichte regen overgaat in een stevige bui. Zonder schuilmogelijkheid, behalve onder een boom. Als er ook donder en bliksem aan te pas komt, is het verstandig in het open veld te blijven en zo snel mogelijk terug te keren. Doorweekt tot op de huid, met het water net niet in de schoenen, verdwijnt de pret snel. Bij aankomst bij de camper schijnt natuurlijk de zon weer.

Ma 27 mei

De aantekening in het logboek leest : 'camperdagje'. Dit betekent in de praktijk eigenlijk heerlijk ontspannen en de 'Kunst van het nietsdoen beoefenen'.

Het betekent ook het combineren van het aangename met het nuttige. Gewapend met een rugzak gaan we richting de supermarkt. Op de terugweg nemen we de kortere weg door het stadscentrum.

Di 28 mei

     Beaugency - Sully-sur-Loire - 63 km

Nieuwe gegadigden staan te wachten om een eventuele lege plaats in te nemen. Om 09:45u komt mijn plaats vacant.

Er valt niets noemenswaard te vertellen over de verplaatsing. Het blijft aangenaam cruisen langs de Loire. 

In Sully-sur-Loire laten we het kasteel rechts liggen en rijden we door naar de Aire de CC de Sully-sur-Loire - gps N 47.77109, O 02.38398. Deze ruime camperplaats is prachtig gelegen aan de oever van de Loire, met het 'Loire à Vélo' fietspad of de GR 3 wandelroute ertussen. Ruime plaatsen op grind voor de wagen met een grasperk ernaast. Het wordt afgeraden voor langere voertuigen om op te rijden, maar zij kunnen gebruikmaken van de aangrenzende grindparkeerplaats. Met uitzondering van elektriciteit zijn alle voorzieningen aanwezig. Het is een populaire plek onder de Fransen.


De wandeling door het recreatiepark brengt me een eerste keer bij het kasteel maar het bezoek zal voor morgen zijn. De wandeling met de oever aan de rechterkant heeft niet zoveel te bieden. Op de terugweg is het sedert geruime tijd weer eens genieten van een zonsondergang.


Wo 29 mei

     Sully-sur-Loire - bezoek château

Wakker worden met rustig gekeuvel in diverse Franse dialecten biedt een aangename afwisseling. Het weer is ons welgezind; ondanks de bewolking krijgt de zon zo nu en dan de kans om door te breken. 

Het schitterend gelegen kasteel, eigenlijk een waterburcht, vormt de belangrijkste attractie van dit kleine stadje. Het is het perfecte onderwerp voor een fotosessie.

Het Kasteel van Sully-sur-Loire
(Frans: Château Sully sur Loire) werd aan het einde van de 14 de eeuw gebouwd, op een plek die sinds de Gallo-Romeinse een van de zeldzame oversteekplaatsen van de Loire was. De meest bekende eigenaar was Maximiliaan de Béthune (1599-1641), eerste hertog van Sully en groot-minister van koning Hendrik IV van Frankrijk. Hij gaf ook de opdracht de kasteeltuinen te ontwerpen, het kasteel te vergroten en te restaureren en dijken te laten bouwen tegen overstroming van de stad.


In 1918 ging een deel van het kasteel verloren door een brand waardoor dat gedeelte in 1922-1923 is herbouwd in een andere stijl.

Het Kasteel van Sully-sur-Loire is vier eeuwen eigendom geweest van de familie, sinds 1928 geregistreerd als monument en sinds 1962 eigendom van het departement Loiret.



Binnenstad

Historisch gezien biedt de binnenstad weinig. Een wandeling langs de 'monumenten' leidt naar informatieborden die beschrijven wat er ooit was. Voor het overige is het aan de verbeelding overgelaten.

Het overigens levendig stadje mist een centraal plein maar wordt doorsneden door enkele hoofdverkeersaders waardoor het aan sfeer en gezelligheid moet inboeten.

Wandeling langs de Loire




Op een relatief korte afstand onthult de Loire een diversiteit aan aspecten. Vanaf het recreatiegebied, terwijl we de GR 3-route blijven volgen, wordt duidelijk hoe ondiep de rivier op bepaalde plekken kan zijn.



Enkele honderden meters verder, heeft het GR pad aansluiting gemaakt met het 'Loire à Vélo' pad.


Op de verhoogde dijk ter hoogte van de aire lijkt het plotseling een heel andere rivier. Die grote verscheidenheid maakt de rivier net zo verraderlijk. De 'verboden te zwemmen' borden zijn een terechte waarschuwing!


Je kunt hier urenlang wandelen of fietsen, zolang je maar onthoudt dat je ook terug moet keren. Stilte en rust zijn gegarandeerd. De enige anderen die je op de weg tegenkomt, zijn eveneens natuurliefhebbers.

Dag 26 - do 30 mei

     Sully-sur-Loire - Briare - 37 km

Langzaam ontwaken op deze liefelijke plaats die met drie sterren staat aangestipt voor een vervolgbezoek.

De volgende halte is mij warm aanbevolen als een prachtig staaltje van 19 de-eeuwse ingenieurskunst. Het blijft genieten in de Loirevallei waar charmante plaatsjes voorbijflitsen. Redenen genoeg om nog eens terug te keren.

Het dorpje Briare biedt een prachtig gelegen parkeerplaats aan - de Aire du Pont-Canal Briare - gps 47.632.13; O 02.73986. Zoals de naam al aangeeft, is het gunstig gelegen bij het Pont Canal en langs de GR 3 wandelroute. Afgezien van vuilnisbakken zijn er geen voorzieningen. Tijdens regen moet men opletten waar men parkeert. Indien nodig, bieden bomen schaduw.


Canal-Pont de Briare

Het Briare-aquaduct is een aquaduct dat het zijkanaal van de Loire over de Loire voert.

Bij de aanleg van het zijkanaal naar de Loire tussen 1827 en 1838 was er oorspronkelijk een plan voor een aquaduct in de gemeente Châtillon om de rivier over te steken. Echter, een stenen constructie op deze plek zou bij een grote overstroming als een dam werken: met halfronde bogen zou het water minder goed doorstromen naarmate het niveau steeg. Men moest wachten tot de technologie van metaalbewerking, vooral die van zacht staal, ver genoeg gevorderd was om een metalen aquaduct te ontwerpen dat een grote opening voor de overstroomde Loire zou laten. Vanwege de helling tussen Châtillon en Briare, die wat extra hoogte bood, werd uiteindelijk gekozen voor constructie in de laatstgenoemde stad.


Hoewel het Briare-aquaduct niet het eerste was, bleef het met zijn lengte van 662 meter lange tijd het langste metalen aquaduct ter wereld. In 2003 werd het overtroffen door het Magdeburg-aquaduct over de Elbe, dat een lengte heeft van 918 meter.


Het metselwerk (palen en landhoofden) werd tussen 1890 en 1896 toevertrouwd aan Gustave Eiffel en de metalen kom aan de firma Daydé & Pillé uit Creil.

De volledig metalen waterweg is omgeven door twee voetpaden en een vaarstrook. De toegang wordt aan elke zijde geflankeerd door twee versierde rostraalkolommen, die samen de sfeer van de Alexandre-III brug in Parijs oproepen.

De decoratieve elementen, zoals de acht podia (twee per kolom), de chimaera's en de lantaarnpalen, komen van de Magnard en bedrijfsgieterijen in Fourchambault en de gieterijen van L. Gasne in Tusey aan de Maas. Het kanaal heeft een breedte van zes meter en een ankerplaats van 2,2 meter, met een maximale diepgang van 1,80 meter. De kom is vervaardigd uit zacht staal en de brug steunt op veertien stenen pijlers.

Sinds 2011 staat het geregistreerd als historisch monument.

Dag 27 - vr 31 mei

     Briare - Troyes - 168 km

Het is een drukke bedrijvigheid op de aire. Camperaars arriveren en vertrekken. Degenen die blijven, maken hun fietsen klaar. Sommigen genieten van de ochtend met een kopje koffie in de hand, bereid tot een babbel.

Het wordt een tot ziens aan het stroomgebied van de Loire, de blik gericht op de Seine. Eerst even tanken bij het tankstation om de hoek, weliswaar 1,5 km verderop. Een voordelige prijs van €1,649 per liter is altijd welkom, maar de ketens zouden het maximale tankbedrag moeten aanpassen aan de huidige realiteit. Zeg nu zelf, wat krijg je nog voor € 120?

Met het weekend in aantocht is het drukker dan normaal. Er zijn vooral veel vrachtwagenchauffeurs op de weg, wat de reistijd doet oplopen tot wel vier uur rijden.

Aan de rand van Troyes bevindt zich de Aire de Pont Ste.-Marie - gps N 48.31183; O 04.09516. Toegankelijk via een handige betaalterminal die creditcards accepteert. Alle faciliteiten zijn beschikbaar, inclusief een ruime serviceplaats. De plaatsen zijn voorzien van waterdoorlatende stenen om verharding te voorkomen, maar zorgen toch voor een stabiele ondergrond. Op vijf minuten loopafstand bevindt zich een Aldi. Het centrum is een half uur lopen.

Het is intussen officieel weekeinde en tijd voor uitgebreid boodschappen doen en het er eens gezellig van nemen. Nu het nog kan buiten in de zetel met het gezicht naar de zon.

Dagen 28&29 - za 1 en zon 2 juni

     Troyes

Campergedrag is op deze plaats meer dan toegestaan. Ontspannen in een geest van vakantie vieren is al weer effen geleden.

De aire bevindt zich direct aan het Canal du Labourat, een ideale plek om de benen te strekken tijdens een wandeling. Een gesprek aanknopen met enkele lokale vissers en bewondering tonen voor de prachtige vangst die naar boven wordt gehaald. De dagen dat we in onze regio afhankelijk waren van jacht en visvangst behoren tot een ver verleden. Zorgvuldig wordt de haak uit de mond van de vis verwijderd, een bepaald product wordt op de mond gesmeerd en de vis wordt netjes teruggezet in het water. Zou de vis nu wijs genoeg zijn om zich niet meer te laten vangen?
Aan de overkant bevinden zich de volkstuintjes. Er heerst een rustige sfeer. Deze kleinschalige tuinen dienen vooral voor het plezier en mogelijk eigen consumptie. Ze dragen waarschijnlijk bij aan het gemeenschapsgevoel. In de verte klinken de enthousiaste stemmen van jongeren, ongetwijfeld het gevolg van een wedstrijd. Het is een typische weekendactiviteit voor de lokale bevolking hier. Dit is zeker te verkiezen boven strijd en nijd!

En de doorsnee camperaar? Die besteedt zijn tijd ook aan kleine, min of meer nuttige activiteiten. Uitgebreid koken behoort daar natuurlijk niet toe.

Zo 2 juni

     Troyes - bezoek binnenstad

De enigszins ondergewaardeerde stad Troyes is zeker een uitgebreid bezoek waard, niet in de laatste plaats vanwege de inspanningen om het historische stadscentrum in ere te herstellen. Op deze niet al te zonnige dag is het vroeg opstaan geblazen. Een halfuur durende wandeling leidt langs het Stade de l'Aube naar de oevers van de Seine, waar de stadsverkenning aanvangt.

Troyes 

Troyes is de hoofdstad van het departement Aube in de regio Grand Est. Op 1 januari 2021 had de gemeente 62.782 inwoners. De Seine rivier loopt door Troyes. Gedurende de hoge middeleeuwen (1200-1500) was het een van de locaties waar de jaarmarkten van Champagne plaatsvonden.


Ontstaansgeschiedenis

Voor de christelijke jaartelling vestigden de Tricassen, een Keltische stam, zich in een bocht van de Seine, waar nu Troyes ligt. Het was een moerassig gebied. Tussen 22 en 21 v.Chr. werd de Via Agrippa aangelegd door Marcus Vipsanius Agrippa, een vertrouweling van keizer Augustus. Deze weg, die Boulogne-sur-Mer met Milaan verbond via Reims en Langres, was cruciaal voor de ontwikkeling van Troyes. De stad werd Augustobona Tricassium genoemd, een naam die vermeld wordt door Plinius de Oudere en Ptolemaeus. Troyes groeide langs de Via Agrippa naar het westen en oosten, omgeven door moerassen in het noorden en zuiden. De stad besloeg 80 hectare en had ongeveer 6.000 inwoners.

In de tweede helft van de 3 de eeuw werd de stad gereduceerd tot een vierhoek van ongeveer 400 meter aan elke zijde. Stenen van monumenten werden gebruikt om stadsmuren te bouwen. Troyes werd reeds in de vierde eeuw een bisschopsstad, vermoedelijk in het jaar 334. De bisschop werd de belangrijkste autoriteit in de stad. Volgens de overlevering hield Bisschop Lupus in 451 Attila de Hun tegen bij de stadspoorten, waardoor een plundering werd voorkomen. Vanwege deze religieuze aanwezigheid staat Troyes ook bekend als de stad van de tien kerken.

Troyes vandaag 

Troyes is overwegend een stad uit de zestiende eeuw, of zoals men hier zegt, uit de 'beau XVIe siècle' (de prachtige zestiende eeuw). De architectuur en stadsplanning dateren uit deze cruciale periode tussen de middeleeuwen en de renaissance, wat het historische centrum de unieke vorm van een champagnekurk heeft gegeven. Dit lijkt bijna een voorbode dat in de omgeving van Troyes enkele van de wereldberoemdste wijnen geproduceerd zouden worden.

Stadsbezoek

De stad biedt een overzichtelijke plattegrond waarop de route in bruin is gemarkeerd. De emblemen van de Tempeliers, die tijdens het Concilie van Troyes op 13 januari 1129 officieel als orde werden erkend, dienen als handige wegwijzers.

Ook kinderen vinden dit best leuk en waken erop dat ouders geen van de belangrijke bezienswaardigheden overslaan.


Mijn bezoek begint bij de Abbaye et université Saint-Martin-ès-Aires komende uit de Rue Kleber waar we een eerste blik op de Seine krijgen. Bij het Maison du Dauphin, een van de oudste huizen uit 1472,  pikken we de pijltjes op die naar de Eglise Saint-Nicolas uit de 16 de eeuw leiden (kerk op de achtergrond).  


Kathedraal van Troyes

De kathedraal is opgedragen aan de heilige apostelen Petrus en Paulus. De bouw startte in 1208 en werd pas in de 17e eeuw voltooid in gotische stijl. Het dient als de zetel van het bisdom Troyes van de Rooms-Katholieke Kerk.

In 1420 diende de kathedraal als de plechtige locatie voor de ondertekening van het Verdrag van Troyes. Negen jaar later bezocht Jeanne d'Arc de kathedraal, toen zij koning Karel VII naar Reims begeleidde.

Het gebouw is beschermd als onroerend erfgoed en verkreeg in 1862 de status van een Frans geklasseerd monument historique.





Voorlopig kunnen we slechts de noordgevel bewonderen vanaf de Place Saint-Pierre. De poorten gaan pas open om 14 u. Het bezoek aan het interieur zal voor de terugweg zijn.

Om de leefbaarheid te verbeteren en authenticiteit te herstellen, is het Canal du Trévois opnieuw geopend.

Door de hele stad zijn sculpturen en sculptuurgroepen te vinden. Een die mij in het bijzonder beviel, is 'La Ribambelle Joyeuse' van kunstenaar Tom Frantzen, gelegen aan de Quai La Fontaine.

De inwoners zijn trots op hun stad

De architecturale waarde van een eeuwenoude stad brengt verplichtingen met zich mee. We hebben de morele verantwoordelijkheid om het erfgoed dat onze voorouders hebben achtergelaten, te bewaren voor toekomstige generaties. Net als Sisyphus, die eeuwig een rotsblok omhoog moet duwen, moet men in Troyes voortdurend het onderhoudswerk hervatten. Er is immers altijd wel iets dat reparatie of restauratie behoeft.

Het zou eenvoudiger zijn geweest om het verleden te wissen en nieuwe gebouwen op te richten, maar in de jaren zestig begon men de onschatbare waarde van het erfgoed van Troyes, dat lange tijd was veronachtzaamd, te erkennen.

Vakwerkhuizen en herenhuizen

Troyes werd verwoest door een grote brand, maar de verwoeste huizen werden vrijwel op precies dezelfde manier en op dezelfde plaats herbouwd. De rijkste inwoners kozen voor materiaal dat beter bestand was tegen brand, waardoor we nu nog het verschil kunnen zien tussen de vakwerkhuizen van het volk en de stenen huizen van de rijke burgers. Hierdoor heeft Troyes dus zijn typische karakter gekregen.


Het gevoel van verwondering groeit rond de Basilique Saint-Urbain, oorspronkelijk een collegiale kerk, opgericht in 1262 door Paus Urbanus IV. Het is een klassiek voorbeeld van gotische architectuur uit de late 13 de eeuw. De Eglise Saint-Jean-au-Marché, waarvan de aanwezigheid al in de 10 de eeuw wordt erkend, ligt in het hart van een van de oudste parochies van Troyes. De toevoeging "au Marché" verwijst naar de beroemde champagnebeurzen die vanaf de 11 de eeuw op dit terrein plaatsvonden. De mix van oude sacrale gebouwen en vakwerkhuizen in dit stadsdeel creëert een authentiek middeleeuws gevoel.

De kwetsbaarheid door brandgevaar wordt treffend geïllustreerd bij het smalle steegje Ruelle des Chats.




Maison Raichi  

Geen middeleeuwse stad zonder Joden.

Het jodendom arriveerde in de 11 de eeuw in Troyes, met de Champagne-beurzen. De Joodse bevolking woonde in de “Brosse aux Jodenwijk”, op de hoek van de rue Boucherat en de rue de Montier la Celle. De middeleeuwse Joodse begraafplaats bevindt zich dan buiten de wallen, tegenover de mediatheek van Troyes. Dit was geen getto maar een woonwijk onder de andere.


Rabbi Salomon Ben Isaac, beter bekend als Rachi, werd rond 1040 geboren in Troyes, destijds in het graafschap Champagne. Hij studeerde Talmoed aan de Talmoedische school (yeshivah) in Worms, destijds een vrije stad van het Heilige Roomse Rijk. Toen hij terugkeerde naar Troyes, stichtte hij daar een Talmoedische school, ontwikkelde een Joodse exegese van de Bijbel en de Talmoed en verwierf een grote reputatie in de Joodse gemeenschappen van die tijd. Zijn werk beïnvloedde zowel joodse als christelijke geleerden. En droeg bij aan het filosofische denken tijdens de renaissance en de reformatie. Hij stierf op13 juli 1105 in Troyes.

Het huidige pand dat zijn naam draagt, werd gebouwd op de plaats van een oude abdij uit de 16 de eeuw. Het gebouw is in renaissancestijl opgetrokken en werd in de 20 ste eeuw gerestaureerd. Het bestaat uit een vakwerkhuis met consoles uit de 16 de eeuw en een aanpalend huis uit de 18 de eeuw.


Aan de overkant ligt de Joodse Universiteit.

Op de spiegel van de voordeur is een afbeelding te zien van de Tafelen van de wet. Op de stenen boog staat een Hebreeuws citaat uit Psalm 118 vers 19 uit de bijbel“פִּתְחוּ-לִי שַׁעֲרֵי-צֶדֶק; אָבֹא-בָם, אוֹדֶה יָהּ", waarvan de Nederlandse vertaling luidt: "Open voor mij de poorten van gerechtigheid: ik zal binnengaan, ik zal de Heer loven. " Psalm 118 is de laatste in de Hallel-reeks, (Hebreeuws: הלל “Prijs [aan God]”). Het wordt volledig gelezen op de meeste joodse feestdagen van Bijbelse oorsprong, maar ook op de lofprijzingen.

In 1285 werd Champagne geannexeerd door de Franse koning Filips IV de Schone en begonnen de vervolgingen. In 1288 werden dertien joden uit Troyes, valselijk beschuldigd van rituele misdaden, op de brandstapel verbrand. De 'Klacht van Troyes' werd in hun collectieve geheugen geschreven. De Joodse bevolking werd uit Troyes verdreven. Eerder genoemde Tempeliers ondergingen een zelfde lot. Wij Vlamingen herdenken de opstand tegen het Franse juk onder Filips de Schone (1302) op onze Vlaamse Feestdag.

Afscheid nemen we van deze met geschiedenis beladen deel van de stad bij het bewonderen van de veelkleurige vakwerkhuizen.


De Kathedraal - deel twee

Nog altijd de pijltjes van de onfortuinlijke tempeliers volgend, wordt de kathedraal benaderd vanuit de Rue de la Cité. In de late namiddag heerst er een serene rust, ideaal om te genieten van de prachtige glas-in-loodramen, waarvan sommige dateren uit de 13 de eeuw.

De totale buitengte van de kathedraal is 114 meter, met een torenhoogte van 62 meter. Het vijfbeukige schip heeft een afmeting van 55 x 36 meter. Het transept is 10 meter breed en 50 meter lang, terwijl het koor 42 bij 40 meter meet. De kathedraal beschikt over drie roosvensters, ieder met een diameter van 10 meter. In totaal bevat de kathedraal 1500 m² aan glas-in-loodramen.

In de late namiddag heerst er een serene rust, ongetwijfeld mede als gevolg van de grappige aanmaning je cel Phone af te zetten. Doet me denken aan de scene uit 'Dead Poets Society' waar een van de studenten in de aula een rinkelde telefoon opneemt en zegt : "It's God".

De stilte is ideaal om te genieten van de prachtige glas-in-loodramen, waarvan sommige dateren uit de 13 de eeuw.

Gelukkig biedt de halfuur durende wandeling terug naar de aire voldoende tijd om alle indrukken te laten bezinken. Troyes is zeker een stad die meer dan de moeite waard is om te bezoeken.

Als een ruig uitziende bezoeker doe je er goed aan om op je tellen te passen. Twee verschillende medekampeerders hebben mij in de stad gezien terwijl ik enkele details nauwgezet bestudeerde.

Dag 30 - ma 3 juni

     Troyes - Reims - 150 km

Reims is een perfecte afsluiting voor een themareis over het Franse koningschap en de nauwe banden tussen kerk en staat. De stad is beroemd om de Kathedraal Notre-Dame van Reims, waar maar liefst 33 Franse koningen werden gekroond. Daarnaast kun je het Palais du Tau bezoeken, dat ooit de residentie was van de aartsbisschoppen van Reims en nu een museum is. De Basiliek van Saint-Remi, een andere belangrijke bezienswaardigheid, herbergt de relieken van de heilige Remigius, die koning Clovis doopte.

De rit door de UNESCO-werelderfgoedlijst geplaatste champagnestreek roept beelden op van het nippen aan deze feestelijke drank. Op maandag is het echter verstandig om je aandacht op de weg te houden. Met afwisselend langzaam landbouwverkeer en goed doorrijdende vrachtwagens is het belangrijk om alert te blijven.

De mooi gelegen opgegeven CP – gps N 49.24486; O 04.02691 (L) blijkt afgesloten wegens geplande evenementen. Een bordje met verwijzing naar de overkant zou de nodige stress kunnen verholpen hebben. Het alternatief bij de brandweer waar je kunt servicen, blijkt volzet. Dan volgt een rondje omrijden om uiteindelijk bij de parking van het Parc Leo Lagrange (aan de overkant van CP – met openstaande slagboom) te belanden – gps N 49.24500; O 04.02628 (R). Dank aan het stadsbestuur om daarin te voorzien. Naast vuilnonnen zijn er geen voorzieningen. Zoals de naam doet vermoeden direct aan het park gelegen. Op 1,7 km of 25 minuten wandelen langs het park naar de kathedraal.

Parc Leo Lagrange

Het is het grootste stadspark van Reims, ontworpen in 1978 door tuinarchitect Jacques Sgard. Het is gestructureerd rond een watermassa die in het oostelijke deel eindigt met een moerasgebied, op semi-natuurlijke wijze behandeld en aangelegd in 1997.


In deze ruimte worden verschillende buitenevenementen georganiseerd. Naast mooi aangelegde wandelpaden vindt je er een fit-o-meter, skate park ...

Het is zeer kindvriendelijk met enkele aangepaste speeltuinen en een carrousel voor de allerkleinsten.


In 2003 is in samenwerking met de Vogelbeschermingsbond is een vogelherkenningspad aangelegd.



Zeer toegankelijk vanuit de omliggende woontorens. In het zuiden waan je je in een bos en kun je honderden meters over onverharde paden zwerven, waarbij je steeds dezelfde joggers, wandelaars met of zonder viervoeter en af en toe een paartje tegenkomt.


Het noordelijke gedeelte is een echt park, keurig aangelegd en goed onderhouden. Verschillende verenigingen, variërend van yogasessies tot diverse dansuitingen met hun respectieve muziek, komen hier samen. Het is zeer multicultureel, multisociaal en multileeftijd. Onze Belgische toerist neemt plaats op een bankje en observeert dit alles met een glimlach.

Op de terugweg naar de camper wordt de ft-o-meter uitgeprobeerd en blijven we staan om de capriolen op het skatepark te bekijken. Stoïcijns als jongeren zijn, worden nieuwe trucs geprobeerd en de skills gedemonstreerd. Naar de avond toe verandert het doelpubliek. Joggers en hondenbaasjes nemen de plaats over.

Dag 31 - di 4 juni

     Reims - bezoek binnenstad

Wie Reims zegt, denkt Clovis niet helemaal ten onrechte trouwens. Maar er is natuurlijk meer.

Geschiedenis

Toen de Romeinen de Gallische gebieden veroverden, woonden de Remi op de plaats waar de naar hen genoemde stad zou ontstaan. De Romeinen noemden Reims Durocortorum en maakten er de hoofdstad van de provincie Gallia Belgica en later Belgica Secunda van. Daardoor zou de stad uitgroeien tot een van de bloeiendste steden van Gallië en later Frankrijk. Reeds in de 3 de eeuw had Reims een bisschop. Reims werd in 407 verwoest door de Vandalen, en in 451door de Hunnen.

Inderdaad, de doop van koning Clovis door bisschop Remigius in 496 was een belangrijk moment voor Reims. Dit gaf de stad en haar bisschoppen veel prestige en Reims bleef de kroningsstad van Frankrijk tot 1825. Het is fascinerend hoe historische gebeurtenissen de status van een stad kunnen beïnvloeden! 

De stad kende een grote textielnijverheid. In de 17 de eeuw kwam daar de handel in champagne bij.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd de bebouwing van Reims bijna volledig verwoest door Duits artillerievuur. Veel huizen waren in vakwerkstijl gebouwd. Na de oorlog kon slechts een klein deel van de bevolking terugkeren naar hun eigen huis. Pas in 1920 kon men beginnen met de wederopbouw van Reims, waarbij de huizen niet in de oorspronkelijke middeleeuwse stijl mochten worden herbouwd. Hierdoor verloor Reims zijn karakteristieke uitstraling en werd het een weinig aantrekkelijk amalgaam.

Kathedraal

De Cathédrale Notre-Dame de Reims (Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Reims) dateert uit de 13 de eeuw en is een van de belangrijkste gotische bouwwerken van Frankrijk. De kathedraal is historisch van groot belang omdat hier de koningen van Frankrijk werden gekroond en Jeanne d'Arc een belangrijke rol speelde.

geleende foto
De kathedraal van Reims is inderdaad een indrukwekkend voorbeeld van middeleeuwse architectuur en beeldhouwkunst. Met zijn 2303 beelden, waaronder de beroemde "Engel met de glimlach", is het een van de meest versierde kathedralen in Europa. Het centrale portaal aan de westgevel, gewijd aan de Maagd Maria, is bijzonder indrukwekkend. De kathedraal, samen met het voormalige klooster van Saint-Remi en het Paleis van Tau, werd in 1991 toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van UNESCO, wat de culturele en historische waarde ervan benadrukt.

Bouwgeschiedenis 

De kathedraal werd gebouwd na de Notre-Dame van Parijs en de kathedraal van Chartres, maar vóór de kathedralen van Straatsburg, Amiens en Beauvais. Het huidige bouwwerk verving een basiliek die in 1211 door brand werd verwoest. Het bevindt zich op de plaats waar in 496 Clovis I gedoopt zou zijn. Latere Franse vorsten werden hier gekroond. Het gebouw werd grotendeels in de 13 de eeuw voltooid, behalve de westgevel. Die werd opgericht in de 14 de eeuw, nadat het schip was verlengd om aan de talrijke kerkgangers plaats te kunnen bieden. Uiteindelijk is de kathedraal voltooid in 1457. In 1491 verwoestte een brand de oorspronkelijk aanwezige vieringtoren. De huidige klokkentoren en de beide grote torens in de oostgevel zijn 15 de-eeuws.

Bouwstijl

De Notre-Dame is een van de zuiverste voorbeelden van een gotische kathedraal. De driedeling van de kerk, een middenschip met twee zijbeuken, is herkenbaar in de westgevel. De gevel is geen massieve muur, in tegenstelling tot de oudere, romaanse kerken. Boven de gevel bevindt zich nog binnen de gotische portaalspitsboog een roosvenster. Midden boven het hoofdportaal is nog een groter roosvenster aangebracht. De galerij der koningen heeft een beeld van de doop van Clovis I en standbeelden van zijn opvolgers. Ook aan de binnenkant van de oostgevel zijn vele kleine beeldjes in nissen geplaatst.

De façades aan de noord- en zuidzijde van zijn ook versierd met beelden. De noordkant bevat beelden van de belangrijkste bisschoppen van Reims, een afbeelding van het Laatste Oordeel en een Jezusfiguur (le Beau Dieu). De zuidfaçade heeft een roosvenster met profeten en apostelen.

Glas-in-loodramen

Ondanks de vernielingen in de 18 de eeuw (vooral tijdens de Franse Revolutie) bezit de kerk nog een groot aantal glas-in-loodramen uit de 13 de eeuw, die nu geplaatst zijn in de lichtbeuk van het schip, in het koor en in de dwarsbeuken. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog zijn in de jaren 30 het kleine roosvenster in het middenportaal van de westgevel alsook ramen in de zijportalen, het roosvenster in de zuidelijke dwarsbeuk aangebracht; in de jaren 50. '60 en '70 volgen er nog een aantal, waaronder het “champagneraam”. De vensters in drie van de straalkapellen zijn van de Duitse kunstenaar Imi Knoebel, geplaatst in 2011 en 2015. De vensters uit 2015, waarvoor de kunstenaar vergoeding weigerde en die geplaatst werden op kosten van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken, golden als gebaar van verzoening voor de verwoesting van de kathedraal een eeuw eerder.

Het bekendst zijn de vensters van Marc Chagall in de middelste straatkapel, die in 1974 ingewijd werden: de 'boom van Jesse', de twee testamenten' en 'de grote momenten van Reims'. De Duitse minimalist Imi Knoedel vervaardigde in 2011 zes ramen voor zijkapellen, en in 2015 nog eens drie voor de Jeanne-d’Arc-kapel.

Interieur

Het interieur voelt eerder sober aan. 

Het is niet de religieuze kunst, maar de architectuur en de eerbiedwaardige ouderdom die indruk maken.



Indrukken

In tijden van nood zijn het dikwijls 'gewone mensen' die opstaan om het tij van tegenspoed te keren. Tijdens de Honderdjarige Oorlog (1337-1453), een machtsstrijd tussen Frankrijk en Engeland om de Franse troon, was het een maagd uit Dorémy, later bekend als Jeanne d'Arc die de balans in het voordeel van Frankrijk deed overhellen (het huis Valois in de persoon van Karel VII die, o ironie als door 'God geordonneerde' altijd een dubbelslachtige houding tegenover haar aannam).

Tijdens deze reis zijn we vaak gestuit op wat wij nu beschouwen als de excessen van de gebeurtenissen rond de Franse Revolutie. De dominantie van een wereldvreemde kerk en staat werd niet langer getolereerd, een impuls die kwam uit de 'intelligentsia' (zie dag 1 en 2) maar voornamelijk gedragen door het 'gewone volk'. Met vallen en opstaan zijn we in het tijdperk van de Verlichting beland, met als hoogtepunt 'De rechten van de mens'. We zijn blij dat enkele 'architecturale wonderen' de hysterie van 'het volk' hebben overleefd en dat we daar nu van kunnen genieten.

In de 21ste eeuw gaan we anders om met geschiedenis, vaak negeren we de context van die tijd. We lijken de lessen uit het verleden weg te wuiven met een 'schouderophalen' en accepteren 'nonchalant' de gemaakte 'fouten', denkend dat 'onze generatie het beter weet'. Dit sentiment is herkenbaar voor families die generaties overbruggen. Helaas, er is niets nieuws onder de zon. 

Om dit alles te bekijken liggen verschillende brillen binnen handbereik. Afhankelijk van het 'weer' wordt gekozen uit een 'roze' of een 'zwarte' bril. Gezond verstand laat me kiezen voor 'normaal' glas. Van deze Belg mag je niets anders verwachten! 
 
En passant even een flesje uitgehaald om deze geslaagde tocht te vieren. De resterende dagen worden langzaamaan richting 'thuis'. 

Dag 32 - wo 5 juni

     Reims - Banteux - 134 km

Dit rustige dorpje is gekozen vanwege de nabijheid van de Schelde, die hier de vorm van een beek aanneemt.

De gemeente met 364 inwoners heeft een camperplaats voorzien naast het kanaal en de sportvelden - gps N 50.06304; O 03.20096. De essentiële voorzieningen zijn aanwezig. Het is beter om de bordjes CP parking te volgen dan de gps, die vaak voor inventieve oplossingen kiest. De ondergrond is een betonnen plateau waarop je vlak staat. De broodautomaat in het centrum naast de kerk accepteert geen buitenlandse kredietkaarten.



De wandeling in de buurt brengt me in contact met enkele vissers. Mijn Frans is te ontoereikend om te begrijpen waarop ze vissen maar ik versta snel dat ze de belangstelling van de toerist nogal storend vinden. Dan maar op zoek naar de Schelde die vanaf een brug zeer vaag te zien is.


Dagen  33&34 - do 6 - vr 7 juni

     Banteux - Arieën-aan-de-Leie - 134 km

Zwervend door Europa kom je soms op plekken die als een thuis voelen, zowel op de heen- als terugweg. Aire-sur-la-Lys, ook bekend als Ariën-aan-de-Leie, is zo'n plek in het noordwesten van Frankrijk.

Het is een prettig weerzien op de camping Arieën-aan-de-Leie. De toegangsweg is heraangelegd en makkelijker bereikbaar - gps N 50.64382, O 02.40615. Handig te registreren en eventueel te verlengen aan de betaalterminal. Naast de gravelpercelen zijn er ook ruime grasplaatsen met elektra en wateraansluiting in de buurt.


De gemeente heeft met succes de infrastructuur rond de jachthaven voltooid. De mix van camperaars en pleziervaarders is zeer geslaagd en kan dienen als voorbeeld voor andere steden en gemeenten. Het idyllische beeld van de vrijetijdsrealiteit van de nabije toekomst, voor lokale politici met visie op een veranderende realiteit.

Rustig wachten op de zonsondergang.


Vr 7 juni

Heerlijk ontspannen ontwaken in een rustige omgeving.



De eerste koffie wordt even neergezet om van het prachtige zicht te genieten en op foto vast te leggen. Waarschijnlijk niet helemaal neutraal maar het mag duidelijk zijn dat dit een plek naar mijn hart is.


Het is markt vandaag. Op den vreemde is het wel eens genieten van het rondkuieren en het snuisteren op zo'n markt. 


In de middag lekker keuvelen met Leen en  Ivan waarbij we zijdelings een Nederlandse buur betrekken voor het maken van een foto. Het zijn die spontane en ontspannen momenten die het leven zo mooi maken, meer moet dat niet zijn in het leven van een vrije vogel.


Dag  35 - za 8 juni

     Arieën-aan-de-Leie - Oostende - 119 km

In de geest van een tijdelijk einde aan een van de roadtrips, is het kalmaan servicen en klaarmaken voor de laatste rit op deze trip.

Het gekende traject door Vlaams aanvoelende en klinkende gemeenten en gehuchten.

Op mijn eind-bestemming wacht mij een aangename verrassing. Het stadsbestuur van Oostende heeft beslist om wagens tot 5,5 ton toe te staan op de voorheen halfslachtige gedoogplaats - gps N 51.23789;O 02.93429. Dank voor de duidelijkheid. Met de opwaardering van de Vuurtorenwijk door luxe appartementen, waarvan sommige bewoners fervente camperaars zijn en een jachthaven die wacht op jachten, zal de mix met camperaars alleen maar bijdragen aan een homogeen samengaan. We hopen op groeiend inzicht.



Bij dit niet echt zomerse weer ga ik even de surfers opzoeken. Die lijken net blij met het iets stormachtiger weer.






Dankbetuiging   

De familie Dumitrescu : voor het gezellig samenzijn en de gezamenlijke bezoeken
Wikipedia : voor de waardevolle historische en geografische informatie
Lokale Toeristische bureaus :  voor waardevolle info en bijkomende gegevens 
Google maps : voor de voorbereiding en hulp onderweg
Park4Night : nuttige info voor overnachtingen
Medecamperaars : voor nuttige tips en aangename contacten
Degenen die vergeten zijn : mijn verontschuldiging 

          




Reacties

  1. Ik wil reageren vanuit mijn Google-account, vanop een Google Chromebook, maar dat lukt niet; keert telkens terug naar 'Anoniem'.
    Enfin, dit is een 'kattebelletje', een reactie van je Oostendse camper-buren in Aire-sur-la-Lys.
    Wij gaan binnen een paar dagen de omgekeerde richting uit van waar jij gekomen bent. Eerst Arras, en daarna Banteux. Tot en met Strasbourg, in stapjes van - tussen twintig en vijftig kilometer.
    Proficiat met je blog, zal wel enige tijd vergen om al die informatie te verwerken.
    Groeten van Leen Fincioen en Ivan Verkempinck.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten