Met de Camper naar Portugal
Portugal, een land met een rijk historisch verleden, vooral door de ontdekkingsreizigers die mij als jonge tiener bijzonder fascineerden. Mannen als Gonçalo Cabral, 'ontdekker' van de Azoren - legden de basis voor verder reizen naar het westen. Bartolomeu Dias - rondde als eerste Europeaan Kaap de Goede Hoop en baande daardoor de weg voor de ontsluiting van het verre oosten. De legendarische Ferdinand Magellaan die als eerste de wereld rondvoer en zo een belangrijke bijdrage leverde aan ons begrip van 'onze' planeet.
Bewoond door een volk dat zich van haar eigen karakter bewust werd en zich losscheurde van Spanje. Dat via de Anjerrevolutie uiteindelijk aansluiting vond bij de EU.
Een vriendelijk en gastvrij volk, maar met een taal die ons niet zo direct in de mond ligt. Door de grote verscheidenheid aan landschappen en cultureel erfgoed een geliefde vakantiebestemming.
Op deze trip doen we een eerste verkenning van het land. We komen binnen langs het noordoosten om na een rondrit via Evora weer huiswaarts te keren. We cruisen door het noorden - laven ons aan de wijnroute, dompelen ons onder in de architecturale wonderen waarvan enkele terecht zijn opgenomen op de UNESCO werelderfgoedlijst. We wandelen in de natuurparken en doen een streepje bruin op in de Algarve.
Dagen 1-3 - vr 1 september - zo 3 september
Meldert - Miranda do Douro
We hebben er zin in, zeker nu we het gevoel hebben dat we enkele kleine kwaaltjes van de camper onder controle hebben. Op deze trip heb ik het gezelschap van een bevriend echtpaar. Lizzie en Leslie hebben mede de hoogtepunten op deze roadtrip bepaald.
Voor deze tocht heb ik mij geabonneerd op Bip&Go om vlotjes door de tolpoorten te geraken. Na een beetje wennen, waren we al gauw overtuigd van het nut. Niet steeds moeten aanschuiven en kaartje nemen, kaartje betalen moeten doen. Een aanrader!
Goed kunnen doorrijden op de autostrade. Op de ring rond Parijs is het even opletten dat we niet in de lage emissie zone terechtkomen. Leslie had zich goed voorbereid en we vinden probleemloos de aansluiting naar Orléans.
Door ons late vertrek - 12:00 u komen we pas om 19:00 u op de CP te Saran* aan. Het is zomer en we kunnen nog een beetje van de zon genieten.
Deze CP is ideaal als tussenstop. Gelegen bij een recreatiedomein dat gebruikt wordt door joggers en anderen. Er is een sanizuil.
Zeer prettig wandelen, zeker 's morgens vroeg als de natuur ontwaakt en er nog niemand de stilte en de rust verstoord. Voor de extra sportievelingen - er is een fito-meter.
Za 2 september
Na uitgebreid ontbijten vertrekken we om 09:30 u richting Dax de St Paul. We raken stilaan op dreef en het vakantiegevoel begint ons te bekruipen.
Tijdens de traverse van Bordeaux krijgen we lichte regen en fileleed. Op het volgende stuk autostrade komt het Bip&Go systeem volledig tot zijn recht. Hier volgen de tolpoortjes zich in snel tempo op. Wij kunnen nu rustig doorrijden. We bereiken rond 18:00 u Dax gelegen aan de rand van de Lande.
Tijdens de traverse van Bordeaux krijgen we lichte regen en fileleed. Op het volgende stuk autostrade komt het Bip&Go systeem volledig tot zijn recht. Hier volgen de tolpoortjes zich in snel tempo op. Wij kunnen nu rustig doorrijden. We bereiken rond 18:00 u Dax gelegen aan de rand van de Lande.
De kleine gezellige CP te Dax** bevindt zich in een recreatiedomein in opbouw. Met sanizuil. We hadden nog net een plaatsje en hebben nog even van de zon kunnen genieten. Een wandeling rond het Lac de Christus*, was net genoeg rustgevend om geen last te hebben van de vele horeca- en andere zaken die ten dienste staan van de toerist.
De lokale overheid voorziet in een uitbreiding van de sportinfrastructuur voor elk wat wils.
De Fransen hebben een prachtige omschrijvende manier om dingen uit te drukken. Zo wordt er rekening gehouden met 'des facilités pour les personnes avec les motorique diminueés'. Zeg nu zelf : dat klinkt toch hartverwarmend! Zo 3 september
De rit naar Miranda do Douro* voert ons dwars door Spanje. Opmerkelijk minder drukte op de Spaanse snelwegen. Ook hier werkt Bip&Go.
Dan staan we aan de Portugese grens en kan ons avontuur echt beginnen.
Na 1.718 km aan een gemiddelde van 77 km/u en 22:05 u rijden via Saran (iets ten noorden van Orleans) en Saint-Paul de Dax, bereiken we Miranda do Douro.
Als toemaatje kregen we een uur extra bij het binnenrijden van Portugal doordat we onze klok een uur terug mochten draaien. Ja, we bevinden ons meer dan een graad ten westen van de Meridiaan van Greenwich. De komende dagen wordt het uitkijken met het invoeren van gps coördinaten. Niet langer O(E) maar W ingeven!
Oorspronkelijk was het de bedoeling om ons op een camping te installeren, maar Miranda do Douro straalt zoveel vriendelijke rust uit dat we besluiten hier te blijven.
We vinden een plaatsje op het centrale plein voor de ruïne van het middeleeuws kasteel. We konden zelfs genieten van het 'kampergevoel' zonder dat anderen het storend vonden. Miranda do Douro is een rustig plaatsje waar zelfs de zondagmiddag niet veel te beleven valt, ware het niet dat er blijkbaar verkiezingen op komst zijn en de rust verstoort wordt door een campagnewagen die oorverdovende muziek onze richting uitblaast.
Gelukkig houdt de chauffeur het na een paar rondjes voor bekeken en trekt hij zich met zijn kompanen in het enige café terug voor ongetwijfeld een fel debat. Het plaatselijk café is daar zeker de juiste plaats voor.
Tijdens onze wandeling viel er niets te beleven in dit verder slaperig dorpje. De plaats lijkt wel uitgestorven. We moesten geen enkele moeite doen om dit 'leeg' straatje op beeld vast te leggen. Mij wordt wel eens verweten dat er weinig 'beweging' in mijn foto's zit. Hier is dit bijna griezelig waar.
Wij installeren ons op ons eigen geïmproviseerd terras en laten de stilte en de rust over ons komen.
Dag 4 - di 4 september
Miranda do Douro - Chaves
Deze middeleeuwse vesting is volledig omwald en heeft diverse poorten die toegang geven tot de binnenstad. Het was de bedoeling dat deze versterking als wachter zou dienen voor binnenvallende legers. Het kasteel dient nu als militair museum.
Oorspronkelijk werd het kasteel gebouwd en naarmate de stad aan strategisch belang begon te winnen, werden de wallen aangelegd.
Op grote delen van die omwalling kun je vrij rondwandelen.
Het geheel heeft een robuuste indruk. Geen verfraaiende tierlantijntjes.
De verdere verkenning brengt ons o.a. bij de gotische schandpaal.
Deze staat op een granieten everzwijn die nog uit de ijzertijd zou dateren.
Een mens vraagt zich af hoe velen er hier ter schande werden gesteld en waarom. 't Is van alle tijden. De moderne elektronische schandpalen zijn niet veel beter me dunkt. Waarom is het toch zo moeilijk om mensen te aanvaarden als wie en wat ze zijn?
We vervolgen onze weg over de schilderachtige route N 103. Deze laat al wat van de ruwe schoonheid van Noord Portugal zien. Tijdens onze middag pauze hebben we ook even geproefd van het PN de Monteseinho*.
Onderweg komen we sporen van bosbrand tegen en vragen ons af of dit het resultaat is van de branden die bij ons in het nieuws waren. Voor de hulpdiensten niet evident om op deze smalle moeilijk toegankelijke wegen te werken.
In Chaves* rijden we eerst naar de camping.
Daar een bezoek met het openbaar vervoer nogal wat voeten in de aarde heeft, besluiten we met de camper te gaan. In de dicht bebouwde binnensteden een parkingsplaats vinden is geen sinecure. Maar een mens mag ook al wel eens wat geluk hebben. Het bezoek is meer dan de moeite waard.
Chaves is één van de steden met een Romeinse Brug*. Hier ligt deze bij een mooi park waar het gezellig wandelen is. Van de citadel is alleen nog de donjon over die in een parkje staat. Vanaf het kanonplatform heb je een prachtig zicht op de omgeving.
We rijden terug naar de camping municipal aan de Quinta do Robentao* op enkele km ten zuiden van de stad.
Alle faciliteiten zijn aanwezig met als extraatje een granieten picknick tafel. Dat is altijd nog stabieler dan ons roltafeltje.
Dag 5- di 5 september
Chaves - Romao (Punte di Lima)
Om het begin te vinden van de N 103 die ons naar de aanbevolen route Alto Vale do Rio Cavado** moet brengen, was niet simpel. Een gps toestel heeft 'spijtig genoeg' nog geen AI, maar wil koppig een andere route voorstellen.
Eens op de juiste weg kunnen we verder
genieten van het landschap wat zeer de moeite is. We krijgen een
prachtig zicht op diverse stuwmeren, maar helaas is er niet altijd
plaats om even te stoppen om een beeldje te schieten. Gelukkig
kunnen we terugvallen op Lizzy die maar al te graag dit euvel
voor ons wil verhelpen.
We rijden door het PN de Penes Geres**. Het beneden stuk rond het dorpje Geres is zeer toeristisch. Het is bijna onmogelijk om hier de wagen kwijt te raken. We vinden het niet erg om de drukte achter ons te laten.
We hadden nog
maar net gezegd dat we beter geen camper uit de tegenliggende
richting moeten tegenkomen of daar hebben we het al. Met wat
aanwijzingen en gemanoeuvreer lossen we ook dat op. Op een gedeelte van de weg moet je tol betalen - een symbolisch bedrag. Het zou integraal gebruikt worden voor het onderhoud van het park.
Even voor de grens wilden we wel eens
een foto van de waterval* maken, maar die konden we moeilijk zien
door de vele aanwezige zon-toeristen. Voor een NP hadden we niet
verwacht daar zoveel volk te treffen op een door de weekse dag.
De geplande wandeling op de Via Romana
Anticua* voert door een prachtig gedeelte van het NP maar verwacht
niet het gevoel te hebben op een Romeinse Weg te wandelen. Enkele
overgebleven zuilen getuigen van de ooit belangrijke functie van deze
weg. Een vingerwijzing naar wat onze wegen eventueel te wachten
staat als het aan de natuur overgelaten wordt haar plaats terug op te
eisen.
We rijden een stukje door Spanje om
terug Portugal binnen te rijden via Lindoso* waar we de espigueiros*
kunnen bekijken.
Deze ingenieuze maïsopslagplaatsen worden nog altijd gebruikt en vormen een geliefkoosd decor voor een fotoshoot.
We hadden de bedoeling om ons op de CP in Ponte de Lima* te installeren, maar dat ging jammer genoeg niet door wegens een foor of iets dergelijks. We beleven een gelukkig, zeldzame slechte ervaring. De politie was niet echt behulpzaam, op het onbeleefde af, zelfs. We zullen het maar op de taalbarrière houden. Spijtig, we zagen het wel zitten om hier op te gaan in de sfeer en de gezelligheid. 't Zal voor een andere keer zijn.
We hadden de bedoeling om ons op de CP in Ponte de Lima* te installeren, maar dat ging jammer genoeg niet door wegens een foor of iets dergelijks. We beleven een gelukkig, zeldzame slechte ervaring. De politie was niet echt behulpzaam, op het onbeleefde af, zelfs. We zullen het maar op de taalbarrière houden. Spijtig, we zagen het wel zitten om hier op te gaan in de sfeer en de gezelligheid. 't Zal voor een andere keer zijn.
Dag 6 - wo 6 september
Romao (Punte di Lima) - Braga
De overgebleven 15 km naar Viana do Castelo** hadden we beter gisteren nog afgelegd.
We rijden de berg Monte de Santo Luzia op van waar we een schitterend zicht op Viana do Castelo hebben. We parkeren aan de achterkant van de Santa Lucia basiliek* omdat er op het grote kerkplein geen plaats is voor grote voertuigen. Deze sobere neo-byzantijnse basiliek wordt binnen verlicht door grote rozetten. Vanaf het platform prachtig zicht** op Viana do Castelo en de Rio Lima.
Voor de verkenning van de binnenstad laten we de camper achter op een rustige parkeerplaats aan de kade.
De stad dankt een deel van zijn huidige welvaart aan de kabeljauwvangst. Onder het cultureel erfgoed neemt het borduurwerk met goudfilegraan een belangrijke plaats in. Het hier afgemeerde hospitaalschip Gil Eanes getuigt ook van een rijke traditie van scheepsbouw.
De stad dankt een deel van zijn huidige welvaart aan de kabeljauwvangst. Onder het cultureel erfgoed neemt het borduurwerk met goudfilegraan een belangrijke plaats in. Het hier afgemeerde hospitaalschip Gil Eanes getuigt ook van een rijke traditie van scheepsbouw.
We slenteren nog even in het historisch hart* rond en doen een terrasje met een patiseiro. We moeten absoluut eens deze plaatselijke delicatesse proeven. Echt iets voor de zoetemondjes.
Bij het verlaten van de parking hebben we nog een prachtig zicht op één van de Eiffelbruggen die Portugal telt.
Bij het verlaten van de parking hebben we nog een prachtig zicht op één van de Eiffelbruggen die Portugal telt.
Na 76 km bereiken we Braga* vanuit het noorden.
Wegens het religieuze karakter en de overvloedig aanwezige kerken ook wel het Rome van Portugal genoemd.
Wegens het religieuze karakter en de overvloedig aanwezige kerken ook wel het Rome van Portugal genoemd.
Wij zijn vooral geïnteresseerd in de Bom Jesus do Monte**. Wel even opletten – er zijn blijkbaar twee imposante heiligdommen op de berg gesitueerd.
We brengen eerst wat tijd door op OLV van Sameiro. Dit 19 de eeuwse bedevaartoord valt vooral op door de grootte. Het duurt eventjes voor we doorhebben dat dit onmogelijk de bedoelde Bom Jesus kan zijn.
Een eindje terugrijden brengt ons uiteindelijk op de juiste plaats. We raken de camper kwijt op een parkplaats langs de weg omdat we 10 € parkeergeld toch wat veel vinden. De drukte op de site maakt duidelijk dat we nu wel op de gewenste plaats zijn.
Dit voorbeeld van Portugese barok volledig uit graniet uitgehakt en opgetrokken, kan ons wel charmeren. Het koor is uitgevoerd in dezelfde stijl als de trap. Bijzonder is hier de apart staande beeldengroep.
De Bom Jesus is vooral bekend voor zijn Trap van de Vijf Zintuigen en de Trap van de Drie Deugden.
Deze toeriste heeft zich toegelegd op – caridade – liefde.
Zeer opmerkelijk is de Elevador. Deze in 1882 in dienst genomen kabelbaan is de oudste ter wereld die nog volledig gebruik maakt van de zwaartekracht. Een ingenieus systeem van waterbakken die gevuld worden en zo door het gewicht de andere bak naar boven brengt.
We brengen de nacht door op de CP Municipal Parque da Ponte* handig aan de N 103 gelegen. We hebben geluk dat er nog één plaats vrij is voor een iets grotere camper. Als laatste in de rij is er onvoldoende plaats voor nog één. Zo hebben we ruimte om nog een beetje geriefelijk buiten te zitten en te genieten van de zonsondergang.
Dag 7 - do 7 september
Braga - Guimarães - Vila Real
Begonnen met de donjon als bescherming voor klooster en dorp, is het uitgegroeid tot een heuse vesting en centrum van de onafhankelijkheid. Hier een beeld van de voor- en de achterkant.
Minder valide bezoekers worden aangeraden zeer voorzichtig te zijn. Een bijna onmogelijke opdracht op de steile trappen en nauwe doorgangen.
We genieten van schitterende vergezichten. Daarna zakken we af voor een bezoek aan het hertogelijk paleis en de binnenstad.
Paço dos Duques de
Bragança** het paleis van de hertogen van Bragança werd in het
begin van de 15 de eeuw door de eerste hertog gebouwd. Hier zijn het de
schouwen die een ongewone aanblik bieden.
In het interieur zijn het dan vooral de plafonds en de Vlaamse wandtapijten die in het oog springen. De rest lijkt 19 de eeuwse opsmuk.
Het historische hart is interessant om te bezoeken en het Praça de São Tiago** ademt een middeleeuwse sfeer. Som-mige gebouwen hoor je kreunen van ouderdom.
Er hangt een gezellige ontspannen sfeer. Beslist een aanrader!
We rijden 84 km door naar onze volgende stopplaats - Vila Real. Deze moderne stad heeft winkelcentra zoals bij ons, tijd dus om inkopen te doen voor we richting camping trekken.
We installeren ons op de Camping municipal aan de Rua Dr. Manuel Cardona in de buurt van een park.
Dagen 8&9 - vr 8 september - za 9 september
Vila Real - Wijnroute - Porto
Op de lijst van eventuele bezoeken hadden we ook Casa Mateus** aangestipt – we moesten er toch zo goed als passeren...
Maar aan de prijs van €
8,50 voor het kasteel, € 4,50 voor de tuinen en oh ja, je kunt ook
parkeren aan € 8,50, vonden we dat toch een beetje duur.
Dan maar op naar de Porto wijnroute**, volgens de we-relderfgoedlijst van de UNESCO de mooiste - een kwestie van smaak, maar zeker de oudste wijnroute.
De lage heuvels zijn inderdaad allemaal bedekt met wijnstokken.
Op weg naar Pinhão rijden we door Sabrosa, het geboortedorp van Magellaan. We dalen af naar de vallei van de Douro**. Op ongeveer 7 km van Pinhão ontvouwt zich een mooi uitzicht met de samenvloeiing van de Rio Pinhão en de Douro.
We wisten niet op voorhand dat we onderweg geen wijnhuizen en of kastelen konden bezoeken. Dat moet je blijkbaar reserveren in Porto of lokaal iemand kennen. We komen wel enkele bekende tegen – zoals Sandeman.
In het stadje Pinhao**
lassen we een bezoekje in. Het schilderachtige plaatsje dient als
verzamelpunt voor de wijn die van hieruit naar Porto wordt verscheept
en of vervoerd.
Het station* met zijn 25
azuleopanelen is de echte blikvanger.
Hier krijgen we ook een
eerste indicatie dat er geen ‘batjes’ te doen zullen zijn. De
prijzen zijn op het toerisme afgestemd en de verkoop is toch
gegarandeerd, dus waarom zouden ze…
We vervolgen de zeer
bochtigrijke route N 222 tot Peso da Régusa. Hier is helemaal niets te
beleven. Een echte industriestad met Porto als wereldproduct. Het vervolg van de weg tot in Porto** blijft smal en bochtig. Af en toe vangen we een blik op van de Rio Douro*.
Na 186 km over die zeer bochtige wegen met interes-sante en soms mindere stukken komen we in Porto aan.
Na 186 km over die zeer bochtige wegen met interes-sante en soms mindere stukken komen we in Porto aan.
Hier is het een beetje zoeken om de juiste toegangsroute tot de CP te vinden. Deze is zeer
gunstig gelegen langs de rivier op anderhalve km van het centrum.
Spijtig dat er geen faciliteiten zijn, met een kleine inspanning zou
dat gemakkelijk te regelen zijn.
We beginnen onze avond-wandeling op een boogscheut van de CP op de kade van de Avenida Diogo Leite langs de Rio Douro met schitterend zicht op Porto.
De dobberende barcos rabelos* liggen te wachten op de toeristen.
We hebben prachtig zicht op de Ponte Don Louis I**. Deze werd door de Belgische firma Willebroeck gebouwd tussen 1880 en 1886. De brug verbindt zowel de laag- als de hooggelegen stadsgedeelten.
Wij wandelen over het onderste gedeelte naar Cais da Ribeira* waar we ons onderdompelen in het gewoel van straatanimatie en avond-markt. Het is vrijdagavond en de gunstige mix van toeristen en lokalen maakt de sfeer zeer internationaal en prettig. Ondanks de drukte hebben we niet het gevoel over de koppen te lopen.
Al slenterend komen we op de Praça da Liberdade en het Estaçao de São Bento**. Na deze eerste impressie wandelen we terug richting camper.
We beginnen onze avond-wandeling op een boogscheut van de CP op de kade van de Avenida Diogo Leite langs de Rio Douro met schitterend zicht op Porto.
De dobberende barcos rabelos* liggen te wachten op de toeristen.
Wij wandelen over het onderste gedeelte naar Cais da Ribeira* waar we ons onderdompelen in het gewoel van straatanimatie en avond-markt. Het is vrijdagavond en de gunstige mix van toeristen en lokalen maakt de sfeer zeer internationaal en prettig. Ondanks de drukte hebben we niet het gevoel over de koppen te lopen.
Al slenterend komen we op de Praça da Liberdade en het Estaçao de São Bento**. Na deze eerste impressie wandelen we terug richting camper.
Za 9 september
bezoek Porto
Het hoger gelegen stadsgedeelte is te bereiken met een kabelbaan en voor onze Les is dat een hele beleving. Vanaf het bovengedeelte van de Eiffelbrug* heb je een mooi zicht op de beide zijden van de stad.
Ondanks de inspanningen die geleverd zijn toen Porto culturele hoofdstad van Europa was, zien we toch wel leegstand en verkrotting. Gelukkig kan een bloementapijt veel toedekken.
Onderweg bezoeken we de
Sé*. De wat ongebruikelijke ligging en bouw laten duidelijk zien dat
het geheel deel uitmaakte van de oorspronkelijke ver-sterking. Hier
is het opmerkelijk drukker. Het interieur van de kathedraal heeft een opvallend smal
romaans schip.
Op het plein voor de
kathedraal ontmoet ik een Engelse dame die op fietsdoortocht is. Ze
komt helemaal uit het noorden van Groot- Brittannië. Zo te horen geniet ze van de vrijheid dat niets moet en alles kan. Ze is duidelijk nog niet van plan snel naar huis terug te keren.
We lopen de hoofdweg
verder af en komen bij het station** met zijn pracht-ige azuelategels.
Deze azuelo's bestaande uit 200.000 mozaïeken ver-sieren de grote hal en
moeten de bezoekers doen nadenken over hun roemrijke verleden. Voor
de minder krijgslustigen zijn er ook taferelen uit het traditionele
leven.
Dit station is sinds 1896
in gebruik en van hieruit ver-trekken treinen naar Minho en Douro.
We bekijken nog even de
Igreja do Carmeo en Igreja das Carmelitas. De zijgevel van deze twee
zij aan zij gebouwde dubbelkerken toont taferelen uit de toetreding
van de karmelieten in de orde.
Na nog een paar monu-menten te
hebben bezocht is het tijd om af te zakken naar de kade. Een beetje
slenteren brengt ons op een terrasje alwaar de bestelling van de
chirozoworst (de bereiding aan tafel daarvan) veel bekijks heeft.
We steken de rivier weer
over voor een bezoek aan de wijnhuizen. We hadden een vrijkaartje
gekregen bij het instappen van de zweefbaan voor een degustatie. Dat
is geen groot succes. - voor mij is de sfeer iets te commercieel. Een gemiste kans.
Veel proeverij is er toch niet bij en dus besluiten we dat maar op een terrasje over te doen. Ons aperitiefje voor het avondeten zeg maar.
Onze verkenningstocht op
vrijdag heeft een leuk restaurantje opgeleverd, dat erom vraagt
uitge-probeerd te worden. De individuele smaken zijn oké, maar de
samenstelling van het gerecht is toch een beetje vreemd. De huiswijn
was dan weer een aanrader!
De avondwandeling brengt
ons met een frisse neus terug bij de camper. Het is net iets te kil om buiten te zitten. Nog even nagenieten van dit geslaagde bezoek aan een stad die ons zeer kon bekoren.
Dag 10 - zo 10 september
Porto - Coimbra
Op weg naar Coimbra bezoeken we het 83 km verdergelegen kuststadje Aveiro* en parkeren bij het station op een ruime parking.
Spijtig staat het oud
stationnetje wat te verkom-meren. Dit witte gebouw met zijn azuelo's
is een eerste aanwijzing van voorbije glorie. Een stevige wandeling over een afstand van 2 km, brengt ons in het historische hart aan het Canal
Central.* De
moliceiros
– kanaalbootjes – geven het geheel een schilderachtige aanblik.
Wij
zijn vooral gekomen om de prachtige art nouveaux huizen te bekijken.
Sommige zijn echte pareltjes zoals het museum. Bij enkele panden is het mogelijk een blik binnen te werpen.
We verlaten Aveiro en
vinden op zo'n kleine 60 km verder in Coimbra***
een parkingsplaats bij één van de invalswegen. Een wijze beslissing. De camper in de binnenstad kwijtraken is quasi onmogelijk.
Vanaf hier is het een stevige
wandeling bergop naar het historische stadscentrum en universiteit. Coimbra stond op mijn
verlanglijstje omdat ik enthousiast was gemaakt voor een bezoek
aan de universiteitsbibliotheek***
die op de UNESCO werelderfgoedlijst staat.
De 'oude universiteit' is
ondergebracht in het voor-malig koninklijk paleis dat in 1540 werd
gerestaureerd en ingericht als Paço dos Estudos**.
De Porta Férrea* dateert
uit de 17 de eeuw. Aan het hekwerk zijn nog enkele linten zichtbaar
die verwijzen naar diverse disciplines. Het verbranden van die
linten schijnt een traditie te zijn. Op de binnenplaats is een toren
te zien uit de 18de eeuw.
Het sierlijke Paços da
Universidade* uit het einde van de 18 de eeuw bevat de Sala dos Capelos*.
Hier vinden belang-rijke plechtigheden plaats, zoals de uitreiking
van de diploma's.
We waren net te laat om in
ons combiticket nog het bezoek van de bibliotheek*** op te nemen. Er worden maar 50 mensen per shift toegelaten en het volgende vrije tijdstip zou voor ons te laat uitvallen. Helaas.
Het bezoek aan de
weten-schappelijke tentoonstelling nemen we er pro-forma bij –
spijtig dat veel van de interactieve toestellen niet werkten.
Misschien er een student van de technische faculteit op zetten? Een bezoek aan de collegezalen was dan wel leuk.
De terugwandeling doen we
langs de boorden van de rivier. En vandaar trekken we richting Camping Parque Municipal.
We hebben alle ruimte
en faciliteiten. Muziek door een aan de gang zijnd feestje krijgen
we er gratis bij. Het verhoopte gebruik van wifi viel dan weer tegen.
Dus tijd om eens één van de streekproducten te
proberen.
Dag 11 - ma 11 september
Coimbra - Tomar - Batalha
Het vertrek van de camping
gebeurt niet volledig vlekkeloos. De serviceruimte is niet zo ideaal
gelegen en zorgt voor wat opstoppingen maar we geraken toch op ons
normale uur van 10:30 u weg.
Hadden we eerder wat
kerken bezocht, dan was het nu tijd om de echte architectonische
pareltjes te bezoeken, de kloosters. Op een tocht over 130 km bezoeken we er drie die op de UNESCO werelderfgoedlijst staan. We beginnen bij het 55 km verder gelegen Tomar
waar we een voordelig tripel ticket kunnen aanschaffen.
Het Convento
do Christo*** bevindt
zich op wat eens de scheidingslijn tussen moslims en Katholieken was.
Gualdim Pais de grootmeester van de Orde van de Arme Ridders van
Christus bouwde hier in 1160 een versterkt klooster. Het begin van de
15 de eeuw vormde de glorieperiode van de Christusorde onder impuls
van Hendrik de Zeevaarder. De enorme rijkdommen die verdiend worden
met de scheepvaart worden ten dele aangewend om enkele monumentale
kloosters te bouwen, waaronder dit.
Het
Charola dos Templarios – de rotonde van de tempeliers werd in de
12 de eeuw gebouwd naar het model van de grafkerk in Jeruzalem. Dit is
tevens de ingang van het gebouw. Op-vallend is het rijk
versier-de portaal in manuelstijl.
De
Claustro Principal** werd gebouwd tussen 1557 en 1566 in
renaissancestijl. De eenvoud en soberheid vallen hier op.
Dit
in schril contrast met het beroemde venster***.
Dit raam ontworpen van 1510 tot 1513 is het meest opzienbarende
voorbeeld van manuelstijl in Portugal. Als tribuut voor degenen die
voor de rijkdom hebben gezorgd, is het doorweven met elementen die
aan de zeevaart refereren. Een studieobject!
Diverse
kabelmotieven zijn te zien. Verschillende verwijzingen naar de zee –
koralen, algen.
Aanwijzingen
uit de scheepvaart – trossen, ankers en kettingen.
De
kloostergangen** zijn eerder sober van stijl. Vanaf één van de terrassen heb je
een goed zicht op de rotonde en het schip van de kerk.
Gedeelten
van dit klooster zijn nog ruïne.
Zoals
in elk klooster zijn er hier ook meer seculiere onderdelen – zoals
de refter en de olie-opslagkelder.
Van hieruit rijden we naar het 45 km zuidelijker gelegen Batalha**.
We installeren ons op de straat CP op wandelafstand van het centrum. Er is plaats voor 15 wagens en er is een sanizuil. Het is een praktische doorgangsplaats maar spijtig genoeg met weinig privacy.
Aan de overkant van de parking ligt een sportveld, maar dat is niet storend en brengt wat leven in de brouwerij.
In Batalha bezoeken we het Convento Santa Maria da Vitoria***. De aanleiding voor de bouw is een strijd tussen twee troonpretendenten. Een Spanjaard – de koning van Castilië en een Portugees – Johan van Avis, de onwettige zoon van Peter I. Johan beloofde een klooster te bouwen als hem de overwinning wordt geschonken. Vandaar Maria Vitoria. Sinds die tijd zijn de betrekkingen genormaliseerd en is het voortaan Convento Santa Maria da Vitoria.
Volgens
de traditie van de dominicanen die geen klok-kentorens op hun kerken
hebben, wordt er in 1386 met de eerste fase begonnen. Rechts van de ingang is de Capela do fondador* gebouwd tussen 1402 en 1438 in gotische stijl. Peter I en zijn vrouw Isabella van Lancaster zijn hier begraven.
In
de Sala
do Capitulo** bevindt
zich het graf van de onbekende soldaat. Het ge-durfde gewelf is zeer bijzonder. De overlevering wil dat architect Huguet na enkele
mislukte pogingen er uiteindelijk in slaagde dit 20x20 m gewelf te
overspannen. Niet helemaal zeker van zijn stuk – of juist wel, zou
hij de gehele nacht onder zijn gewaagd bouwsel zijn blijven zitten.
De Claustro Real*** vormt een geslaagde combinatie van gotiek en manuelstijl. De balustraden met bloemen versierd vormen een har-monieus geheel met het marmeren maaswerk van de arcaden.
In
de noord-westhoek van de kloostergang staat een was-bekken met fontein, het zo-genoemde Lavabo.*
Het speciale aan dit klooster zijn zeker de Capelas Im-perfeitas** – het niet vol-tooide pantheon dat koning Eduard I voor zichzelf en zijn nazaten in gedachte had. Hij is gestorven voor deze kapellen voltooid konden worden. Hij is hier als enige begraven. Het gotische portaal** dat in de 16 de eeuw werd toegevoegd is prachtig versierd in de manuelstijl.
De
achthoekige rotonde met de onvoltooide zuilen vormen een prachtig
decor voor het nemen van foto's.
'Old
habits die hard' wordt er wel eens gezegd. Dat gaat ook een beetje op
voor deze toerist.
Di 12 september
Na
het servicen van de wagen trekken we naar het 30 km verder gelegen
Alcobaça**
voor
het derde deel van onze drieluik kloosterbezoeken.
We
parkeren zonder het te weten op een voorbehouden plaats voor
functionarissen van het klooster. Bij terugkeer konden we een boete
vermijden door ons direct te verplaatsen. Aan de andere zijde van het
klooster zou er meer parkeerplaats zijn.
Dit
cisterciënzersklooster Mosteiro
de Santa Maria Alcobaca** is het resultaat van het nakomen van een eed
door Alfoso Henriques. De bouw begon in 1178 na het behalen van de
overwinning bij Santarém op de Moren. Die eerste gebouwen werden
vernield. In 1253 was de kerk klaar. Sinds die tijd groeide de
populariteit van dit klooster.
Deze kerk is tevens de grootste van Portugal. De omvang en smalheid van het schip* vallen hier op. Speciaal zijn de massieve pijlers die drie meter boven de grond ophouden. Alles wel in zeer strakke lijnen.
We zijn in feite naar hier gekomen om de graftombes** van Ines de Castro en Peter I te bewonderen.
Ines wordt door Alfons IV verbannen om haar uit de buurt van Peter te houden. Want hij is met Constanza getrouwd, maar verliefd geworden op deze hofdame. Alfons laat haar uiteindelijk vermoorden. Na de dood van Alfons laat Peter echter weten dat hij in het geheim met Ines getrouwd was. Het eind van deze melodramatische romance is te bewonderen in deze graftombes - de Portugese versie van Romeo en Julia. Versteend kijken beiden elkaar aan. Let ook op de verfijnde details op de sarcofaag.
Het Sala dos Reis heeft een collectie beelden van de Portugese koningen. Met daartussen een beeld van Paus Gregorius de Grote die ons onze huidige kalender schonk.
In de keuken valt de 18 m hoge schouw in het oog.
In de refter moet de akoestiek even uitgetest worden.
Na dit geslaagd bezoek aan deze kloosters zijn we toe aan iets anders.
We verplaatsen ons naar het 40 km zuidelijker gelegen Óbidos.**
We parkeren ons aan de voet van de stadswallen. Er is ruim plaats en op wandelafstand van het centrum.
Even
dacht ik dat er een Oostendenaar met zijn bak Duvel op de fiets
verkeerd gereden was. Maar blijkbaar wordt er in Portugal meer dan
alleen maar Porto gedronken.
Óbidos doet mij een beetje aan Damme denken. Een deel van de grandeur verloren door verzanding maar toch de charme van authenticiteit behouden. We beginnen ons bezoek bij de hoofdpoort van deze van oorsprong Moorse vesting.
Vanaf de hoofdpoort lopen we door de Rua Direita*. Aan deze smalle hoofdstraat staan de wit-blauwe huisjes opgetuigd met vele bloemen, ik herken geraniums. De lokale kwajongens worden aangemaand de muren niet met graffiti te bekladden.
We komen op de Praça Santa Maria* met de overdekte markt die dienst doet als centraal verzamelpunt voor de lokalen.
De schandpaal uit de 15 de eeuw wordt gelukkig niet meer gebruikt.
We passeren de burcht die nu een hotel geworden is en maken een wandeling op de wallen*. Het is wel even opletten geblazen, er zijn geen veilig-heidsvoorzieningen.
We worden niet alleen beloond met een prachtig zicht op de omliggende velden maar ook op de binnenstad. We keren op onze schreden terug richting parking.
Vandaag willen we ook nog
het 90 km zuidelijker gelegen Sintra**
bezoeken.
Aan dit
Sprookje
van Portugal dat
sinds 1995 op de UNESCO werelderfgoedlijst staat hebben
we geen goed gevoel over gehouden. De op de camper contact site
opgegeven camper parking - GPS N 38.79701 W 09.19966 - blijkt nu een
'gewone' parking te zijn. Er is ook een verordening om campers en
bij uitbreiding grotere voertuigen uit het historische centrum te
bannen. Gelukkig hadden we een goede chauffeur, maar zonder hulp
zouden we er niet weggeraakt zijn. Enorm veel tijd verloren en
uiteindelijk een redelijke staanplaats gevonden op de nieuwe parking
voor het station. Er zijn geen voorzieningen, zelfs een vuilbak moet
je zoeken. Sintra is voornamelijk een bezoekje waard vanwege de bijzondere sfeer. Je ruikt er de heerlijke geuren van de natuur met vele boomsoorten.
Het was er zeer druk en gelukkig zijn we niet in het weekend gekomen. Tijdens onze verkenningstocht komen we enkele monumenten tegen die getuigen van een welvarend verleden.
Het Palácio
National** is een mengelmoes van allerlei
stijlen. De twee kegelvormige schoorstenen vallen op.
Op het plein voor het
paleis besluiten we het hop-on-hop-off busje te nemen naar het paleis van
Pena en de Morenburcht – een leuk, zeer bochtig en bij wijlen heel spectaculair traject. Je kunt eventueel ook kiezen voor de kastelentocht maar helaas zijn de meeste kastelen niet voor het publiek toegankelijk.
Castelo dos Mouros***. Vanaf de parking is het een eindje wandelen naar dit Moorse kasteel uit de 8 ste eeuw. Het ligt helemaal boven op de top van de Serra en is volledig ommuurd.
Op strategische plaatsen zijn wachttorens opgericht van waaruit je een goed zicht hebt. Onderweg kom je ook sporen uit een vroegere tijden tegen. Helemaal op de top ligt het paleis dat in 1147 werd overgenomen door Alfonso Henriques. We zijn nogal laat en besluiten dat niet meer te bezoeken.
Geleende foto |
Van het verder op de weg gelegen Palacio da Pena*** kunnen we helaas maar een glimp opvangen. Het zou een architectonisch wangedrocht zijn in verschillende kleuren en stijlen. Het roept associaties op met een tijdgenoot uit Beieren.
Terug in het centrum gaan
we een hapje eten. Bij de eerste zaak was het vergeefs wachten op de
kok. Hij was waarschijnlijk meer geïnteresseerd in de voetbalmach van Portugal. Als compensatie kregen we ons drankje door het huis aangeboden.
Gelukkig serveerden ze wel iets naast de deur – blijkbaar van
dezelfde eigenaar. Iets simpels maar voldoende en lekker.
De terugwandeling in het ondertussen volledig uitgestorven centrum doen we in volle duisternis.
We
hadden beter een extra dag uitgetrokken voor een uitgebreider bezoek
maar dan hadden we ook betere overnachtingsfaciliteiten nodig. Iets om
voor een volgende keer in gedachten te houden of eventueel in combinatie met
een citytrip Lissabon.
Dagen 13&14 - wo 13 september - do 14 september
Sintra – Lissabon – Vila Nova de Milfontes
Na 35 km in oostelijke
richting ging het binnenrijden van Lissabon***
bijzonder vlot.
Na wat onderhandelen konden we ook een plaatsje krijgen op de Parking*. Ondanks het feit dat deze plaats ook opgenomen is op de officiële camper site is het toch eerder een gedoogplaats. Het belangrijkste pluspunt is de zeer strategische ligging in de wijk Belem*** aan de Avenida de Brasillia.* Het uitzicht (aan de kade naast één van de jachthavens) is leuk meegenomen. Er zijn geen faciliteiten – dus je kunt maar beter geserviced toekomen.
De drukte valt ons al
direct op. Lissabon blijkt een topbestemming te zijn, zelfs op het
einde van de zomer.
Het is niet onze bedoeling
om tijdens deze reis Lissabon uitgebreid te bezoeken. Dat zal
ongetwijfeld moeten wachten op een citytrip.
Het Monument voor de
Zeevaarders, de Torre
de Belem, het Mosteiro
dos
Jéronimos
en het Praca do Impeirio bevinden zich alle op wandelafstand van de
CP.
Het Padrao
dos Desco-brimentos* – het monument
dat de figuren uit mijn jeugd herdenkt, werd opgericht in 1960 ter
gelegenheid van de 500 ste sterfdag van Hendrik de Zeevaarder. Het
heet een voorbeeld van Salazarstijl te zijn. Het monumentale komt
wel tot zijn recht.
Het verplichte bezoek –
je moet het gezien hebben – aan de Torre de Belem***, geeft
ons een beetje gemengde gevoelens. Het begrip massatoerisme krijgt
hier een nieuwe dimensie. Natuurlijk beseffen we dat we niet de
enigen zijn die dit prachtige bouwwerk willen bewonderen, maar echt genieten is er niet bij.
Oorspronkelijk gebouwd als
een vesting ter bescherming van het Mosteiro dos Jerónimos verloor
het al snel die functie. Het heeft o.a. dienst gedaan als arsenaal en
gevangenis. De toren zelf heeft vijf verdiepingen en eindigt op een
terras. De versieringen doen een beetje Oosters aan. Waarschijnlijk
onder invloed van de vele ontdek-kingsreizen.
De mensen in die tijd waren blijkbaar niet bijzonder groot. Alles is hier nogal smalletjes.
De bouwers die dit juweeltje in Manuelstijl tussen 1515 en 1518 hebben opgericht, konden on-mogelijk voorzien dat in de toekomst letterlijk miljoenen met bewondering naar hun creativiteit zouden komen kijken.
De bouwers die dit juweeltje in Manuelstijl tussen 1515 en 1518 hebben opgericht, konden on-mogelijk voorzien dat in de toekomst letterlijk miljoenen met bewondering naar hun creativiteit zouden komen kijken.
Daarom hebben de hedendaagse bewakers er een verkeerslicht situatie op gevonden. In de toren zelf worden er maar 100 mensen per keer binnen-gelaten. Die moeten allemaal via een smal trapje naar boven enne ook weer naar beneden. Leuk is anders - wel apart;
Het beloofde zicht op de stad kan ons niet echt bekoren. Deze amfibie tourbus is dan wel weer
een leuke vinding.
Gelukkig konden we hier een dubbelticket aanschaffen voor het geplande bezoek van morgen aan het andere meesterwerk.
Terug bij de camper
blijken we er buren te hebben bijge-kregen. Tegen de avond raakt de
parking langzaam vol.
Een avondwandeling langs
de kade sluit deze dag op een prettige manier af. Met een beetje
slenteren langs de jachthaven en een laatste blik op de Torre.
Uiteindelijk is het
bewonderen van de Torre de Belem van de buitenkant even spectaculair, zeker bij valavond. Voor hen die niet van drukte houden is dit misschien wel voldoende.
Lizzie en Les zijn de andere richting uitgegaan en hebben een even aangename avond beleefd flanerend langs de kade.
Het gezelschap van reisgenoten heeft haar meerwaarde. Je moet elkaar wel de ruimte laten om elk z'n 'ding' te doen. Het leven in een kleine ruimte heeft z'n uitdagingen. Elkaar goed kennen, goede afspraken maken en elkaars eigenheid aanvaarden zijn een must. Het belangrijkste gemis voor mij is de omgang met andere camperaars.
Do 14 september
Anderen vinden dat blijkbaar ook. Ik ben blij dat steeds meer mensen dergelijke monumenten kunnen bezoeken, maar ik begin ook een beetje begrip te krijgen voor de lokale bewoners die dagelijks met dergelijke stromen toeristen te maken hebben. Wij moeten dank zij ons dubbelticket gelukkig niet in de rij staan voor het ticketoffice – we kunnen zo doorlopen.
De mensenstroom is zo gekanaliseerd dat we eerst het klooster bezoeken.
Al van de eerste blik op de kloostergang *** overvalt mij het wauwgevoel. Dit in opdracht van koning Manuel in 1502 gebouwde pareltje staat terecht op de UNESCO werelderfgoedlijst.
Dank zij de rijkdom die onder andere door Vasco da Gama uit Indië werd aangevoerd kregen de bouwers zeer veel creatieve vrijheid. Deze kloostergang is vierkant en meet 55x55 m.
Vreemd genoeg is het hier helemaal niet druk – waar-schijnlijk staat de grote toevloed nog aan het loket? We kunnen ons rustig onderdompelen in de overweldigende architectuur en de kunstzin van de bouwers. Vanaf het balkon hebben we een zicht op het schip voor de komst van de mensenstroom.
Daardoor is het bezoek aan de Igreja de Santa Maria*** wel een beetje een anticlimax. Voetje voor voetje aanschuiven en niet echt in de gelegenheid zijn om de grootsheid op je te laten inwerken, is niet mijn manier om monumenten te bezoeken. Je daardoor niet laten afleiden. Het gedurfde gewelf is hier één van de hoogtepunten.
Bij de uitgang (of ingang) al naargelang de toeristenstroom, doe ik er toch alles aan om aan de tombe in neo-Manuelstijl van Vasco da Gama de nodige aandacht te besteden.
We zijn blij deze beklemmende drukte te kunnen ontvluchten en een beetje op adem te komen in het park.
De originele groei van deze boom vangt hier ons oog.
We willen ook wel eens de culinaire topper van Portugal proberen. Het Patiseiro de Belem* is te krijgen in de gelijknamige shop.
Opnieuw worden we geconfronteerd met aanschuivende rijen – ik schat zo'n honderd meter – om de delicatesse te kunnen aanschaffen. We proberen het dan maar binnen en vinden zowaar een vrij tafeltje, maar dat is buiten de serveerster gerekend. We worden vriendelijk maar ferm aangemaand om achter in de rij aan te sluiten. Blijkt nog eens een rij te zijn van enkele tientallen meters.
Dan is het tijd om verder te rijden. We willen nog Vila Nova de Milfontes halen een 145 km naar het zuiden.
We verlaten Lissabon via de 2278 m lange Ponte 25 Abril**. Weer is het onmogelijk om te stoppen om foto's te maken maar we hebben Lizzie die probeert van uit het raam toch een impressie vast te leggen.
De N 10 brengt ons tot even voor Setúbal en omdat we niet willen rondrijden nemen we het veer. Voor de prijs van twee personenwagens = € 30,90 en een kleine driekwart uur later worden we keurig overgezet. Zo kunnen we genieten van de lagune en de monding van de Rio Sado.*
Met pijn in het hart rijden we voorbij de Romeinse site maar kunnen toch genieten van deze rustige kustweg. Onderweg nemen we de tijd om rustig te lunchen – dat mag al eens iets uitgebreider zijn.
Ons doel is de Camping Munical te Vila Nova de Milfontes** aan de Atlantische Oceaan.
Op de camping municipal worden we enthousiast ont-vangen door een jonge voetballiefhebber die zowaar ons hele nationale team kent. Op zijn vraag of we enkele spelers van Portugal kennen en hem dan plagend laten weten dat we wel eens van CR7 hebben gehoord, kijkt hij zeer beteuterd en verklaart dan met stelligheid dat Portugal gaat winnen.
We maken tijd om uitgebreid te aperitieven en te barbecueën en kunnen deze dag afsluiten met een schitterende zonsondergang.
Dagen 15-17 - vr 15 september - zo 17 september
VN de Milfontes – Lagos – Olhos de Aqua – Vila Nova de San Antonio
Vandaag willen we wel eens
naar het strand. We bevinden ons ten slotte aan de kust.
Het strand ligt op een
kleine kilometer van de camping. We kunnen er naartoe wandelen over
een onverharde weg die ons stof doet eten telkens er een auto
passeert.
Op dit prachtige strand
Praia do Malhão** treffen we niet zoveel toeristen aan. Die
zitten waarschijnlijk dichter bij het stadscentrum. In het weekend
zou het hier drukker zijn.
Na een bezoek aan het
strand rijden we richting Algarve.**
Nog altijd pal
naar het zuiden en na 115 km vinden we in de buurt van de Cabo de São Vicente *** een iet
of wat beschutte parking. Op de kaap waait het heel hard en het is
dus niet te verwonderen dat er op de voorziene CP niemand staat. Dit is dus één van de 'hoeken' van Europa. Het meest zuidwestelijke punt en de zuidelijkste breedte die we aandoen - N 37°02'.
Veel mensen maken hier wel een tussenstop.
De roep van het onbekende en avontuurlijke is op deze plaats zelfs in de 21 ste eeuw nog altijd zeer sterk aanwezig.
Ook deze standhouder met gevoel voor humor knipoogt naar zijn voorouders die van hier vertrokken op hun avontuur.
Het is er bij momenten erg druk. Gelukkig trekt het gordijn van mensen zich af en toe terug en kunnen we een neutrale foto maken. We krijgen een mooi zicht op de baai.
We maken een kleine
wandeling langs de kliffen en bezoeken ook het Fort
Benich dat
dienst moest doen als bewaking van de baai en de haven van Lagos.
Daar het praktisch geen
doen is met het rondvliegend zand en dergelijke, besluiten we door te
rijden naar het 35 km verdere Lagos* waar we een plaatsje
vinden op de parking aan het sportcentrum.
Alle voorziene plaatsen
zijn volzet, maar de zeer ruime aansluitende parking biedt voldoende
plaats maar helaas is ook hier de wind zeer aanwezig. Van buiten
zitten kan er absoluut geen sprake zijn.
Op de achtergrond is nog net het 'camperhotel' te zien. Voor mij was dat ook de eerste keer dat ik zo iets zag.
De volgende dag zijn we
zaterdag 16/09 en we hadden geen rekening gehouden met de sluiting
van het bureautje waar we een jeton voor de sanizuil konden krijgen.
We kunnen wel van ons grijs water af.
Het blijft ons verbazen hoeveel wind er staat. Dat doet de gevoelstemperatuur merkbaar dalen.
We rijden verder door naar Albufeira waar de zeer aanwezige borden ons door het centrum richting oosten sturen. Het is duidelijk dat ze niet gebrand zijn op her en der geparkeerde campers.
De aanwijzingen brengen
ons bij de Camperparking Olhos de Aqua.** Deze prachtig
aangelegde site voorziet in alles wat je als camperaar nodig hebt.
Ruim voldoende plaats om te staan en toch heb je niet het rijtjesgevoel.
Let wel deze plaats is zeer net en men wil het ook zo houden. Er
zijn ook enkele picknick tafels voorzien. Men denkt duidelijk aan
uitbreiding en het aansluitende terrein wordt daarop voorbereid.
Nadat we ons geïnstalleerd
hebben is het tijd voor een strandbezoek. We bevinden ons op
wandelafstand van het schitterende Praia de Falesia.**
Kijk en geniet mee!
Het blijft ons verbazen hoeveel wind er staat. Dat doet de gevoelstemperatuur merkbaar dalen.
Geen wonder dat er slechts enkele dapperen in het
water te vinden zijn.
Na ons strandbezoek is het tijd voor een uitgebreide maaltijd. Eventuele ingrediënten die vergeten zijn, kunnen aangeschaft worden in het kleine supermarktje op een 100 m.
Deze plaats heeft ons hart gestolen, ondanks de bezetting (na ons waren er nog twee plaatsen vrij). Een duidelijk bewijs van hoe het ook kan aan een redelijke prijs.
Na ons strandbezoek is het tijd voor een uitgebreide maaltijd. Eventuele ingrediënten die vergeten zijn, kunnen aangeschaft worden in het kleine supermarktje op een 100 m.
Deze plaats heeft ons hart gestolen, ondanks de bezetting (na ons waren er nog twee plaatsen vrij). Een duidelijk bewijs van hoe het ook kan aan een redelijke prijs.
Zo 17 september
Op weg naar San Antonio maken we een tussenstop voor een impressie van het 32 km oostelijk gelegen Faro.* Er is ruim voldoende parking naast de kade met zicht op de Salinas (zoutwinning).
We slenteren op ons gemak
door de oude stadskern* om
het eigenlijke bezoek te beginnen bij de mooiste poort, de Arco
da Vila*. Dit Italiaans
aandoend monument herbergt in een nis een marmeren beeld van Thomas van
Aquino. Met bovenaan nesten van ooievaars.
De Se* konden we niet bezoeken wegens een aan de gang zijnde eredienst. Deze kathedraal staat aan een groot plein met aan de zijgevel een ingericht terras dat ons uitnodigt tot een hapje en een drankje. Vanop onze plaats hebben we een mooi zicht op het Palácio Episcopal.*
We keren op onze stappen terug richting camper om onze weg te vervolgen naar onze volgende stopplaats Tavira.
We rijden na 33 km Tavira** binnen via de N 125 en vinden een parkeerplaats op de parking Tavira.
Vandaar wandelen we richting binnenstad*. Gezellig slenteren in de smalle straatjes met opvallend veel witte huisjes.
De stad ademt rust en de stilte valt op, waarschijnlijk omdat het zondag is?
Van de oude vesting van koning Dinis is niet veel meer over. Gedeelten van de om-walling kun je nog beklimmen.
Daarvandaan heb je een mooi zicht over de daken. Het binnenplein is een exo-tische tuin waar ook de lokale bevolking rust, schaduw en stilte komt vinden.
De
Romeinse brug brengt je van de 'oude' stad naar het nieuwere
gedeelte.
We wandelen langs de kade met zijn vele terrasjes. Ook hier valt het op dat het geen hoogseizoen is. Veel reeds gesloten.
We slenteren rustig terug richting camper voor het laatste traject van de dag.
De
N 125 brengt ons 30 km verder naar Vila Real de Santo
António. Daar rijden we via de N 122 in een boogje rond VNS Antonio om op de PC uit te komen die aan de kade ligt.
Deze ruime parking heeft een sanizuil, is afgesloten en heeft de klok rond bewaking. Betaling kan gebeuren met de kaart. De verharde ondergrond is niet overal egaal. Bij het op - en ook afrijden is het uitkijken voor diepe kuilen.
Het centrum ligt op
wandelafstand en er is avondmarkt. In feite is er niet veel te zien,
maar het is leuk slenteren langs de kade. Tegen het invallen van de
duisternis valt de activiteit stil en is er helemaal niets meer te
beleven.
Dag 18 - ma 18 september
VNS Antonio – Evora – Elvas
Op onze terugweg naar het noorden pikken we nog een laatste hoogtepunt mee.
De 195 km hoger gelegen universiteitsstad Evora***. Het eerste gedeelte van de weg via de N 122 slingert zich richting Beja. Vandaar af brengt de IP 2 ons tot aan de poorten van Evora. Er is een grote parking waar je de wagen makkelijk kwijt kunt op wandelafstand van de historische binnenstad. Spijtig genoeg is het vandaag maandag en zijn verschillende bezienswaardigheden gesloten. We stellen ons tevreden met het opsnuiven van de sfeer in deze charmante stad die terecht op de UNESCO werelderfgoedlijst staat.
We beginnen onze verkenning aan de Rua de República bij de Jardim Público en het Palacio de Don Manuel. Dit 16 de eeuwse paleis valt op door vensters met hoefijzerbogen in Moorse stijl.
We passeren de Capella dos Ossos. We komen niet verder dan de ingang van de kapel waar een inscriptie ons vertelt: "Wij beenderen hier aanwezig, wachten op die van u" – dan hebben we maar rechtsomkeer gemaakt.
Op het grote plein Praço do Giraldo, denkt er voorlopig niemand aan om tot beenderen te vergaan.
We
nemen de Rua Cinco de Outobro
met zijn vele huizen met ijzeren balkons en komen zo bij de Sé**
gebouwd in de
12 de eeuw. De
buitenkant van deze sobere granieten kathedraal doet romaans aan.
De iets verder gelegen restanten van de Romeinse tempel* staan helaas in de steigers.
geleende foto |
Rechts wat we hadden moeten zien. Links wat we gezien hebben. We vinden ook
sporen van de oude Romeinse muur uit de 1 ste eeuw.
Het is even zoeken
alvorens we de universiteit vinden, maar de talrijk aanwezige
studenten brengen mij op de juiste weg.
Een universiteit**
bezoeken als toerist tijdens de aanvang van het academiejaar is eens
iets anders. De huidige universiteit is overgenomen van de Jezuïeten
en heeft eerder een klein aantal studenten – enkele duizenden
begrijp ik. De centrale kloostergang* met zijn renaissance
uitstraling, schept een sfeer van continuïteit.
De galerij waar de
collegezalen op uitkomen zijn versierd met azuela's. Op diverse
plaatsen waren zelfs al cursussen aan de gang. Er zijn natuurlijk ook enkele lege collegezalen, waar
oud en nieuw in elkaar opgaan.
Na een babbeltje met enkele studenten vind ik de weg naar de bibliotheek*. Het was er zeer stil. We konden zien dat ook de Portugese studenten een beetje digitaal verslaafd zijn. Niet iedereen is even 'ernstig' in het 'juiste' studiemateriaal geïnteresseerd. Ik heb er mijn twijfels over als deze constante – zelfopgelegde – blootstelling aan door algoritmes gestuurde informatie of afleiding wel zo'n goed idee is. Tijdens het studeren je ogen naar het plafond richten, kan je op idyllische gedachten brengen wat dan weer de internationalisatie van deze plaats ten goede komt denken wij dan maar. Ah, het is van alle tijden. Denken we maar aan de dromende monnik die in de kantlijn van een manuscript enkele dichtregels neerpende en zo het oudst bekende Nederlands schrijfsel aan de volgende generaties doorgaf (*).
(*) Hebban olla vogala (ca. 1100)
Na een terrasje op het
Giraldo plein gaan we op zoek naar de restanten van het aquaduct*.
We vinden er sporen van terug verwerkt in sommige huizen.
Met een voldaan gevoel nemen we afscheid van deze schitterende stad die dank zij de behouden kleinschaligheid tot één van de mooiste van Portugal gerekend mag worden.
Tot onze stopplaats voor vandaag in Elvas hebben we nog een kleine 85 km voor de boeg.
Onderweg passeren we het kasteel van Evoramonte* waarvan we een blik door het venster hebben. Dit stevige fort heeft nog de contouren van de Romeinse versterking die hier oorspronkelijk gestaan heeft.
Bij
het binnenrijden van Elvas**
worden we er voortdurend aan herinnerd dat ook deze site is opgenomen
op de UNESCO werelderfgoedlijst.
Onze
gps coördinaten brengen ons precies bij de grote parking van het
Aqueduto de Amoreia.*
Dit aquaduct loopt over een afstand van ongeveer 7 km en voorziet de
stad nog altijd van water – zij het in een aangepaste 21 ste eeuwse
vorm.
Wij
sluiten ons keurig in de rij bij de andere camperaars aan. Een leuke
plek voor de doorreis. Er zijn geen voorzieningen en zelfs een
vuilbak moet je zoeken. Wij hebben ons vuil bij de overburen moeten
achterlaten. Een gemiste kans om een leuke plek uit te bouwen.
Ik
doe nog even een wandeling op de stadswallen**. Een indrukwekkend staaltje van helaas voor die tijd militaire noodzaak. Een mengeling van elk denkbaar
verdedigingsmiddel. Van grachten en bastions tot de omtrek
overheersende forten. Voor een verdere verkenning was er spijtig geen
tijd.
Dagen 19 - 21 - di 19 september - do 21 september
Elvas – Vitoria Gasteiz – Vouvray(Tours) – Lummen
Met
nog enkele laatste indrukken van dit indruk-wekkende aquaduct, waarvan
sommige bogen meer dan dertig meter zijn, nemen we afscheid van
Portugal.
Goed kunnen doorrijden in
Spanje.
Na 683 km zonder problemen
de tolpoortjes door en de CP in Vitoria Gasteiz* gevonden.
Gemakkelijke doorreis plaats en zeer toegankelijk. Met het openbaar
vervoer vlot naar het centrum. In de buurt zijn winkels.
Wo 20 september
We werden wel zeer vroeg
gewekt door de marktkramers. Blijkbaar is er markt op woensdag en is
de ruimte om te servicen dan afgesloten. We zullen het dus moeten
doen met wat we hebben.
We laten de droogte van de
Extramadura achter ons en komen in het groene Baskenland. Ook
nu kunnen we vlot doorrijden. Enige vertraging rond Bordeaux door
een flessenhals ten gevolge van wegenwerken. Een uitbreiding met een
rijvak zal hier zeker soelaas brengen.
We nemen de alternatieve
route naar Orléans waar Leslie nog een beetje verder op de RN wil
blijven. Daar dit aan geen kanten opschiet, kiezen we toch maar vlug
voor de autoroute.
Vandaag hebben we 684 km
gereden. We komen om 19:45 u aan en vinden nog net een plaatsje op de
CP in Vouvray, maar kunnen geen water nemen – een jeton is
te krijgen bij het gemeentehuis of de toeristische dienst, maar daar
beide reeds gesloten zijn… Een avondwandeling naar het
dorpscentrum levert niets op. Alle zaken reeds gesloten. Het seizoen
is blijkbaar reeds voorbij.
Do 21 september
We tanken nog even voor we
de autostrade oprijden. Dat was onze duurste tankbeurt : €1,287/l.
Zonder noemenswaardige problemen door Parijs maar dan wel in de file
rond Leuven.
We komen thuis na 602 km
en worden vergast op frieten met stoofvlees – Belgischer kan een
slot bijna niet zijn.
Slotoverpeinzingen :
Het Bip&Go systeem is
zeker een aanrader en bespaart veel tijd. Ondertussen ook uitgebreid naar gebruik in Portugal.
Rond de 600 km rijden is
meer dan voldoende en het overnachten op kamperplaatsen is vooral op
de heenweg zeer goed meegevallen.
De secundaire wegen (wij
hebben geen betalende snelwegen genomen) in Portugal zijn niet altijd in een
goede staat. De landschappelijke trajecten zijn zeer bochtig en bij
wijlen smal.
De Portugezen zijn over
het algemeen zeer vriendelijk en behulpzaam, maar buiten de
toeristische centra wordt er weinig anders gesproken dan Portugees.
Het lezen gaat nog wel maar het verstaan is een andere zaak.
De warenhuizen hebben
ongeveer hetzelfde assortiment zoals bij ons, veel meenemen is dus
niet nodig tenzij de specialiteiten van bij ons. Tot onze
verrassing hebben we geen verse (eetbare) olijven gevonden. Portugal
is nochtans een producent. Hetzelfde verhaal met verse vis.
Met de camper in de
binnensteden rijden is een uitdaging en parkeerplaats vinden is niet
altijd simpel. De meeste steden hebben parking mogelijkheden net
buiten de kernen. Wij hebben daar onze wagen achtergelaten en de centra
te voet gedaan.
Wij vonden het zeer
winderig in de Algarve en zeker op Cabo de São Vicente, waar we de
geplande overnachting hebben moeten afblazen en kiezen voor een
alternatief.
Enkele camperparkings die
we gevonden hebben via camper contact bleken geen CP meer te zijn of
in het beste geval een gedoogplaats zijn of waren geworden. We zijn
een paar keer uitgeweken naar een camping en daar hadden we wel het
comfort dat je mag verwachten. Er zijn wel mogelijkheden die niet
worden benut. Een uniform systeem met sanizuilen zoals in Frankrijk
zou al een hele verbetering zijn. De Camper parking Olhos de Aqua is
hier een aangename uitzondering op.
Het is ongetwijfeld een
land met een grote historische traditie. De monumenten die al of
niet op de UNESCO werelderfgoedlijst staan, zijn een must see. We
zijn te weinig in de gelegenheid geweest om van de typische keuken te
proeven en zoals in het verslag opgenomen moet je niet ter plaatse
zijn om batjes te doen met de Portwijn.
Naar mijn aanvoelen hadden we een (te) druk schema. We hebben enorm veel gezien en hebben een zeer goed beeld van Portugal opgedaan. In september is het nog zeer toeristisch en op sommige plaatsen te druk. We hebben schitterend weer gehad – soms boven de 30° graden, met slechts gedeeltelijke afkoeling ’s nachts.
Al bij al een geslaagde
kennismaking maar niet direct een land om wegens de afstand regelmatig te bezoeken.
Lissabon doen we wel nog eens met een citytrip.
Statistieken :
Over 21 dagen hebben we 5730 km gereden
waarvan 2035 als rondtrip in Portugal. De trajecten op de snelweg : heen aan 77 km/u en op de
terugweg 81 km/u. Het gemiddelde brandstofverbruik lag ongeveer rond
de 10 liter/100 km. Ik rij niet sneller dan 95 km/u (net snel genoeg om
de vrachtwagens voorbij te steken)
Appendix : Reis- en bezoekschema bij berichten. Bevat gps coördinaten van de overnachtings- en stopplaatsen.
Reacties
Een reactie posten