Nord-Pas-de-Calais 2025


Tussen Intermezzo en verder zwerven, lassen we een verkenning in van Nord-Pas-de-Calais.


Het gedeelte tussen de Sommebaai en de Belgische grens wordt gekenmerkt door steile kliffen, kartelige dalen, een ongerepte duinenrij en uitgestrekte stranden. Het wordt uitkijken naar wandelen langs La Corniche ofte Cornische de la Deux Caps waar we een deel van de GR 120 willen afstappen tussen Cap Blanc-Nez en Cap Gris-Nez.



Een streepje kunst en cultuur willen we meepikken in Kales en Boulogne-sur-Mer. Na het afzetten van Jannick wordt het verder solo zwerven langs de kust en enkele van oorsprong Vlaamse steden verkennen. 


Dag 1 - ma 3 februari

     Wilrijk - Kales (Calais) - 212 km

Wie vroeg uit de veren is, heeft een mooie dag voor de boeg. Wij kunnen om 10:15 u vertrekken en een laagstaande zon trotseren. Ons hoor je niet klagen. Liever dat dan regen en gladheid. Zeg nu zelf, het is toch prettiger rijden in een wagen, dan zwemmen of glijden. Via een aansluitend internationaal wegennet, een zeer praktische vinding, kunnen we onbezorgd tot Kales doorrijden.

Een verwarrend verkeersbord - vrije hoogte tot 2.10 m, dwingt ons een onnodig ommetje te maken om op de camperparking te geraken. De rustig gelegen parkplaats wordt uitgebaat door Camper Car Park - gps N 50.95942; O 01.83265 en biedt plaats aan 102 wagens. Een kleine 2 km of een half uur wandelen brengt je in de binnenstad.

Bezoek binnenstad

De nabijheid van Engeland bepaalde het lot van Calais. Tijdens de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) viel de stad in handen van de Engelsen en bleef een Engelse enclave tot 1558 toen de Fransen de stad terug veroverden. In WO II werd er extra aandacht aan de verdediging van dit gedeelte van de Atlantic Wall door de Duitsers besteed omdat het openen van het tweede geallieerde front hier werd verwacht. In de 21 ste eeuw is de nabijheid van de Kanaaltunnel belangrijk.

Een stille historische getuige van dit woelige verleden is de Tour du Guet aan het Place d'Armes. Gebouwd onder het bewind van Philippe Hurepel 1224. Gedeeltelijk verwoest in een aardbeving uit 1580. Grote bressen geslagen door Engelse kanonnen bij de belegering in 1696. Beschadigd door een Duits bombardement in 1940 en vanaf 1940-1944 herhaaldelijk getroffen in geallieerde bombardementen.

Na al dit geweld zijn we aan iets zachtzinnigers toe. Een hoogtepunt van een bezoek aan Calais is het aan te raden Cité de la Dentelle et de la Mode. Gevestigd in een voormalige 19 de eeuwse kantfabriek heeft het een uitgebreide inkijk in de ontwikkeling van de kantindustrie. Van handgemaakt kant uit de 16 de eeuw tot de ontwikkeling van industriële vervaardiging. Men wordt meegezogen in de wereld van haute couture met creaties van Poiret, Paquin, Dior, Givegchy en Chanel. Inzicht in het productieproces doet je begrijpen waarom er een stevig prijskaartje hangt aan deze vorm van lingerie. Tijdens het bezoek is het mogelijk om getuige te zijn van de hedendaagse productie dank zij het werk van de uitvinder Jacquard (1752-1834).

Het in het oog springende Hôtel de Ville is een fraai bouwwerk uit baksteen en natuursteen. Het werd ontworpen door Louis Debrouwer in Vlaamse renaissancestijl met Engelse tudorinvloeden en gebouwd op de grens tussen de steden Calais en Saint-Pierre waardoor er één stad gevormd werd. De bouw begon in 1911 maar wegens de invloed van WO I pas in 1925 voltooid. Het Belfort is sinds 2005 opgenomen op de UNESCO werelderfgoedlijst. In de tuin is het Monument des Bourgois de Calais van de hand van Rodin te bewonderen. Helaas was daar tijdens ons bezoek niets van te zien. Het volledige plein is ingenomen door de kermis.

Aan de ingang van het Richelieu park trekt de beeldengroep van De Gaulle en Churchill de aandacht. Tijd masseert de wonden van de geschiedenis. De beelden van de hand van Patrick Berthaud uit 2017 moeten de vriendschap tussen Engeland en Frankrijk benadrukken. 

Wij sluiten ons bezoek af in de schaduw van de Tour Guet in het gezellige Café de Paris. Een trekpleister onder de lokale bewoners. Wij blijven plakken om er een feestje van te maken.

Een tip voor de doorreis campervrienden. Calais is meer dan de tunnelpoort naar Engeland. Jaarlijks gaan er tien miljoen reizigers doorheen. Als je één van hen bent, trek tijd uit voor een bezoek aan de stad. 

Dag 2 - di 4 februari

     Kales (Calais) - Wisant - 38 km

Na een rustige nacht met dank aan de ligging van de camperparking beslissen we om onderweg naar de volgende bestemming de extra opgedane calorieën af te wandelen. 

Onderweg vallen ons de diverse patrouilles van de Gendarmerie op, waarschijnlijk wegens de nabijheid van de Kanaaltunnel. Op de kleine parking aan de D 940 kunnen we de camper niet kwijt door de hoogtebeperking tot 2.10 m. In Escalles leiden borden met het internationale camperteken ons naar de voorziene parking aan de D 243 - gps N 50.91529; O 01.72198 (opgepast overnachten niet toegestaan). Die parking gebruiken we als uitvalsbasis voor de verkenning van Kaap Blankenes ook bekend als Cap Blanc-Nez

Vanaf de parking is het een stevige wandeling bergop waarbij mijn hartslag flirt met de 120. De realiteit van de leeftijd laat zich stilaan voelen maar dat verhindert ons niet te genieten en van de fysieke inspanning en van de zichten. Als we dan ook nog het GR pad vinden geven de rood-witte streepjes extra aanmoediging. 

De afdaling heeft ons ondanks de felle wind vernieuwde moed gegeven om ons bij de andere dapperen te voegen om van de Cap en de zichten te genieten. Je kunt niet naast de talrijke overblijfselen uit WO II heen. De volledige heuvel lijkt wel één grote versterking waarbij de diverse delen met tunnels zijn verbonden. 



Mij fascineert vooral het landschap waarbij nostalgische herinneringen bovenkomen van eerdere bezoeken. De dynamische kustlijn blijft verwonderen en uitnodigen tot een verdere verkenning.

Wij kiezen ervoor om het GR pad nog even te volgen om vervolgens de wandelweg naar Escalles te nemen. Aangenamer en veiliger wandelen dan de D 940 te volgen.



In Escalles vinden we een afspanning uitgebaat door een jong koppel. Een warme choco kan ik wel verdragen.

In Wisant laten we de camper achter op de D 940 en maken we ons op voor een wandeling langs de promenade. Hier geen hoogbouw maar veel vakantiewoningen stevig afgesloten als bescherming tegen het gure winterweer. Het interessante staketsel moet een deel van het strand beschermen. 


Jannick heeft voor een verrassing gezorgd in de vorm van een Bed&Breakfast - Le Colombier, een zaak die hij 35 jaar geleden heeft bezocht en zeer goede herinneringen aan heeft. Mij rest zijn enthousiasme te delen. Een kleine gezellige zaak met een sympathieke uitbaatster. Alleen, het ligt op 2 km van Wisant en om dit op en af te lopen naar een restaurant zien we niet zitten. Het wordt inkopen doen en ons tegoed doen aan een kaasschotel. 

Dag 3 - wo 5 februari

     Wisant - Boulogne-sur-Mer - Wisant - 55 km

Op het bed was het heerlijk slapen. Het breakfast was pure verwennerij. Zelfbereide streekgerechten met alles erop en eraan. Dit alles met een rustgevend kamermuziekje op de achtergrond. Een mens zou daar zowaar gewoon aan worden.

We hebben uiteraard andere plannen. Een bezoek aan Boulogne-sur-Mer wat we willen benaderen langs de 'zeeroute'. In de praktijk is dit een sightseeing langs en door kleine dorpjes tot we op een 'déviation' stoten en een alternatief moeten zoeken. Het wordt een beetje zoeken maar we raken de wagen kwijt op een kleine kilometer van ons eerste hoogtepunt.

Nausicaá

In het grootste aquarium van Europa kun je langs twee educatieve routes : Voyage en Haute Mer en Des Rivages et des Hommes kennis maken met de uitgebreide biodiversiteit die de zee te bieden heeft. Het Grand Basin in het midden is geïnspireerd op het eiland Malpelo. Klein en groot is vol bewondering over de opzet. Na een tijdje begint het duizelen bij de overweldigende hoeveelheid informatie van dit 10.000 m³ grote aquarium. 

Een stevige wandeling bergop brengt ons in de bovenstad.

We komen de versterkte binnenstad binnen via de Porte des Dunes. De vestingmuren werden in opdracht van Philippe Hurepel in het begin van de 13 de eeuw opgericht op de restanten van het Romeinse castrrum. Wat we nu zien zijn de versterkingen uit de 16 de - 17 de eeuw.



In het buitenland zijn we eerder Belg als Vlaming. Een beetje chauvinisme nu en dan kan geen kwaad. Aan het Place Godfroy-de-Bouillon staat het belfort uit de 12 de eeuw. Oorspronkelijk was het de donjon van het kasteel van de graven van Boulogne. Nu maakt het deel uit van de reeks Vlaamse en Franse belforten op de UNESCO werelderfgoedlijst. Het plein is naar Godfried van Bouillon genoemd vanwege het glas-in-loodraam in de toren. Hij was een lid van de grafelijke familie. 




Basilique Notre-Dame  

Zoals zoveel religieuze bouwwerken ontsnapte ook de kathedraal van Boulogne-sur-Mer niet aan de  vernielzucht tijdens de Franse Revolutie. De huidige kerk verrees tussen 1827-1866 op de ruïnes en crypte als basiliek - getuige de indrukwekkende koepel. De basiliek is opgetrokken in neoklassieke stijl met het Latijnse kruis als grondplan boven op de crypte.


Onze interesse gaat vooral uit naar de crypte de Basilique Notre-Dame  


De crypte van de Onze-Lieve-Vrouw basiliek werd gebouwd in de 19 de eeuw door abt Haffreigne de inspirator voor de wederopbouw. Ze werd gebouwd rond de Romaanse crypte (# 19 - roze op het plan) herontdekt in 1828 tijdens opgravingen van de ruïnes van de oude kathedraal die werd vernietigd in 1798. De crypte werd voltooid in de jaren 1850 en beslaat een verdeelde ruimte van 1.400m² (100x40m) en is daardoor één van de grootste in Frankrijk. Een grondplan is handig. Maar vooral een dikke trui is volgens Jannick wel nodig bij een temperatuur van 12°. 

De nummers 19, 20 en 21 op het plannetje oranje, roze en blauw maken deel uit van de oorspronkelijke romaanse crypte uit het eind van de 11 de eeuw. De muurschilderingen (L) zijn bijzonder goed bewaard gebleven. De crypte van de lijdensweg (R) spreekt tot de verbeelding.

Op onze verkenning van de binnenstad stoten we op een groep Engelse toeristen die wegwijs worden gemaakt in de ins en outs van Boulogne-sur-Mer door een lokale gids. Zijn stem trekt de aandacht naar zijn persoon. Waarschijnlijk als een bewuste act maakt hij zichzelf tot een karikatuur van een Engelsman. Van kleding over schoeisel tot het flair in zijn uitstraling, zo overdreven dat het best grappig is. Zo belanden we in de omgeving van het Château-Musée. In de 13 de eeuw gebouwd door Philippe Hurepel. Het was lange tijd het huis van de graven van Boulogne. Nu is er een museum in ondergebracht.

Ik rij niet graag in het donker en we besluiten een restaurant te zoeken in Wisant. Via de snelste weg komen we in Wisant en vinden daar vooral gesloten etablissementen. Tot ons oog valt op een verlicht uitgangsbord en we onze kans wagen. Het kleine eethuis verwelkomt gaarne gasten en langzaam stroomt de zaak vol. Wij doen ons tegoed aan mosselen (Jannick) en een fruit-de-mer (Daniël). Studenten naast ons zijn zo vriendelijk om een foto te nemen.


We willen nog graag wat bijkomen in de ontspanningsruimte van B&B Colombier en het niet te laat maken.


Met de voetjes languit uitgestrekt wordt het heerlijk genieten van een lokaal streekbier.

Dagen 4&5- do 6 en vr 7 februari

     Wisant - Boulogne-sur-Mer - Équihen-Plage - 27 km

Het Museum 1940-1945 blijkt gesloten dus nemen we alle tijd om rustig te ontbijten en de verwennerij van gisteren nog eens over te doen.

Om mij niet nodeloos helemaal terug te laten rijden, beslist Jannick de trein in Boulogne-sur-Mer naar huis te nemen. Hij wordt keurig aan het station afgezet en ik vervolg mijn omzwerming.

Tegen 10:30 u ben ik geïnstalleerd op de camperparking van Équihen-Plage - gps N 50.67993; O 01.56828. Deze aan de rand van het dorp gelegen camperparking wordt beheerd door Flot Bleu. Ruime plaatsen waarvan enkele met zicht op zee en in het eerste deel elektra aansluitingen. Wel prijzig : € 4 per jeton van 4 u boven op de prijs van € 12,80 per 24 u parkeren.  Alle voorzieningen zijn voorhanden. Op enkele honderden meters afstand ligt een Carrefour Expres. 

De blauwe lucht met af en toe een doorbrekende zon nodigen uit tot een wandeling. Een verkenning van de directe omgeving van de staanplaats brengt me in gesprek met enkele medecamperaars. Opvallend veel Belgen die ook wel eens iets ruigers willen zien dan de volgebouwde zeedijk van bij ons. 

Een sectie van de Gendarmerie in volle wapenrusting neemt de kustbewaking zeer ernstig. 

Zij helpen mij op weg naar de trappen die naar het strandniveau leiden.


Even overweeg ik om in plaats van te flaneren langs het strand, er een heuse wandeling van te maken naar het verder gelegen Équihen. Bij laag tij is dit geen probleem maar de terugweg zou dan langs de weg moeten gebeuren en dat zie ik niet zitten.

De wandeling over de falaise langs de Sentier Litoral spreekt me meer aan. Richtpunt is de vuurtoren op de top van de Cap d'AlprechOver de falaise tot aan de buitenwijken van Boulogne. Toch wel pittig met veel op en af (volgens Google in totaal 135 m klimmen en dalen), meestal via trappen.




Onderweg is het wachten op de juiste lichtinval om een glimp op te vangen van de White Cliffs aan de overkant. Daarvoor heb ik mijn camera met telelens gemist. 




Bij de Phare de Portel Alprech zijn de restanten te zien van een ommuurde nederzetting bewoond tussen 1850 en 2005. De dynamische kust met het afkalven van de falaise maakte verdere bewoning te gevaarlijk.


Bij mijn verkenning van de restanten van het fort in WO II verder versterkt door de Duitsers, hoor ik uit een van de vertrekken stemmen. Bij onderzoek stoot ik op het geïmproviseerde onderkomen van enkele daklozen. Ze vinden de bebaarde toerist geen bedreiging en na een vriendelijke babbel vervolg ik mijn weg.
Op het uitzichtpunt Le Portel met zicht op Boulogne-sur-Mer, probeer ik mij te verplaatsen in het hoofd van Julius Caesar en Napoleon I. De welhaast aanraakbare kust aan de overkant van het Nauw van Calais op ongeveer 35 km moet een onweerstaanbare aantrekkingskracht hebben uitgeoefend op deze veroveraars. Caesar is gedeeltelijk in zijn opzet geslaagd. Napoleon heeft zijn 100.000 man overgebracht naar Oostenrijk.  

Ik moet nog het hele stuk terug en concentreer me op het pad. Bepaalde gedeelten zijn wegens afkalvingsgevaar afgezet en ik blijf keurig binnen de lijntjes wandelen. 

...

Kilheid en regen hebben ons ingehaald. De ideale gelegenheid om de blog bij te werken. Bij een zeer traag werkende wifi verbinding wordt het geduld zwaar op de proef gesteld bij het opladen van foto's. 

In de late middag klaart het voldoende uit om te genieten van een wandeling en een verkenning van de binnenstad. Volledig uitgestorven en er valt niets te beleven. 

Dagen 6-11- za 8 - do 13 februari

     Équihen-Plage - Sint Omaars - 78 km

Als het regent dan liever 's nachts. Wat dat betreft zijn we aan onze trekken gekomen. Een slaapstimulerend aanhoudend zacht gekletter. Een studie van de overnachtingsmogelijkheden verder langs de kust leert me dat er weinig beschikbare plaatsen zijn met alle faciliteiten. De meeste campings zijn nog in winterslaap en wachten op de lente. 


Het wordt zaak om vroeg te vertrekken om de kosten van een extra dag uit te sparen. In de zomer is dit ongetwijfeld een aangename plaats, eentje om te onthouden als je niet de gehele dag stroom moet hebben. Ik neem me voor om bij beter weer zeker eens terug te komen. 




Bij het wegrijden komt de zon erdoor en de lage stand zorgt voor enige hinder. De weerkaatsing op een nat wegdek werkt als een spiegel en het is uitkijken zeker in de kleine dorpjes. Als mijn gps kuren begint te vertonen raak ik zowaar op een péage, gelukkig maar voor enkele kilometers. Daarmee is mijn Bip&Go rekening ook weer geactiveerd.

In Sint Omaars blijkt de gratis camperparking - gps N 50.75583; O 02.24708 volzet te zijn. De parking voor personenwagens staat ook vol en de hulp van een vrijwillige buurtbewoner komt eraan te pas om de wagen zonder ongelukken gekeerd te krijgen.

Om 11:30 ben ik geïnstalleerd op de camperparking Haut Pont beheerd door CC Park - gps N 50.75661; O 02.25965. De recensies van Park4Night zijn niet al te lovend. De sanizuil werkt niet. Zwart water kan geloosd worden maar verder geen water getankt. Rond de vuilcontainers lijkt het een klein stort. Op het terrein, overigens keurig aangelegd, is er inderdaad hondenpoep te vinden (in de nabijheid van mijn camper heb ik dat geruimd). De overlast van passerende treinen valt voor mij best mee. De binnenstad ligt op ongeveer 1 km. Op 300 m ligt een Lidl.   

Geschiedenis

Sint-Omaars is in de 7 de eeuw ontstaan onder de naam Sithiu (Sithieu of Sitdiu), rond de onder impuls van Audomarus (Omaar of Odemaar) gestichte Sint-Bertinusabdij. In de 10 de eeuw kreeg de stad haar huidige benaming Sint-Omaars.

Met het graafschap Artesië kwam de stad in 932 in bezit van de graven van Vlaanderen en in de 12 de en 13 de eeuw bloeide er de lakenindustrie. Tijdens haar grote bloeiperiode was de stad de eerste stad in het westen waaraan officieel stadsrechten verleend werden (1127). Nadien moest de stad haar leidinggevende positie in de lakenhandel afstaan aan Brugge. Sint-Omaars ging door het Verdrag van Pont-à-Vendin op 25 februari 1212 voor Vlaanderen verloren en werd een van de hoofdplaatsen van het nieuw opgericht graafschap Artesië. Ferrand van Portugal probeerde de stad terug te winnen maar hij werd verslagen in de Slag van Bouvines (1214). Niettegenstaande deze afsplitsing bleef de stad in belangrijke mate binnen het economische netwerk van de Lage landen. In 1306 kwamen de ambachten van Sint-Omaars in opstand tegen de elite in de stad, wat blijkt uit een brief die Pieter De Coninck uit Brugge aan hen schreef.

In 1384 kwam Sint-Omaars onder de hertogen van Bourgondië. In 1638 deed het Franse leger onder leiding van Gaspard III de Coligny een poging om de stad in te nemen, maar het Spaanse leger wist dit te voorkomen. Bij de Vrede van Nijmegen in 1678 werd de stad aan Frankrijk afgestaan en heet voortaan Saint-Omer.

Bezoek

De camperparking is bijzonder gunstig gelegen voor een bezoek aan de binnenstad. Voor mijn eerste verkenning gebruik ik de Michelin Gids Nord-Pas-de-Calais. Het vergt enige oefening om de wandeling in tegenstelde zin aan te vatten. Het begin van de Rue de Dunekerque ligt op 100 m van de CP.

Bij een eerste indruk voelt de stad zeer 'Vlaams' aan. Met een herkenbare bouwstijl waarbij enkele panden eruit springen. Een automobilist is zo vriendelijk zijn wagen te verplaatsen om een mooi beeld te krijgen op pand # 165 (L) met smeedijzeren balkons en versierd met bladmotieven. Nummer 136 (R) zou dan volgens de rondellen uit 1614 stammen. 


Gelukkig heeft de straat een bepaalde eigenheid weten te behouden. Hier geen 'extreme' moderniteiten. De hedendaagse handelspanden zijn mooi geïntegreerd en kunnen zowel de mondaine shopper als de toerist bekoren. 

Op deze zaterdag zijn beide ruim vertegenwoordigd. De meesten zetten een stap opzij zodat ik ongehinderd een foto kan maken.  


Ik ga zo op in gevelbezichtigen dat ik pardoes de Rue St-Sépulcre voorbijloop. 

Helaas is de kerk enkel vanaf de buitenkant te bewonderen. Een plaatselijke bewoonster weet me te vertellen dat de kerk reeds tientallen jaren afgesloten is en het waarschijnlijk binnen gevaarlijk is.
Deze in 1387 ingewijde parochiekerk weerspiegelt de rijkdom van dit gedeelte van de stad. De naam Sépulcre (Heilig Graf) verwijst naar de deelname van drie Vlaamse edelen die zich schaarden achter de banier van Godefroy de Saint-Omer één van de medeoprichters van de orde van de Tempeliers.  


Op het Place du Maréchal-Foch staat het oude stadhuis dat tussen 1834 en 1841 is gebouwd met gerecycleerd materiaal van de Abbaye de Saint-Bertin. Plaatselijke bewoners noemen het oneerbiedig  'le moulin à café'. In 2018 werd het herdoopt tot het Theater, gebouwd in Italiaanse stijl.
Verpozing kan de bezoeker vinden in de Jardin Public. Dit 20 ha park ligt op een deel van de gesloopte wallen. De symbiose tussen strakke Franse stijl en de meer romantische Engelse land-schapsstijl is bijzonder geslaagd. In de lente en de zomer als alles in bloei staat moet het hier heerlijk flaneren zijn.


De burgers van Sint Omaars wilden niet onderdoen voor hun noordelijke buren. Om concurrentieel te blijven werd het gigantische werk om de Aa te kanaliseren in de 12 de eeuw ondernomen. Zo werd de stad een haven met toegang tot de zee. De grachten binnen de stad zoals aan de Quai des Salines maakten het vervoer van handelswaar voor de ambachtslieden in de binnenstad toegankelijk.  


Dat brengt me bij de Place de Haut Pont op 100 meter van de camperplaats.


...

Als je geen landbouwer bent of anderzijds afhangt van overvloedige regen, raak je uitgeput in lyrische omschrijvingen over elke vorm van hemelwater. Voeg daarbij een grijze grauwheid met een bewolking waar de zon niet door kan breken en je hebt alle ingrediënten voor een baaldag. Er is altijd een plan B, maar af en toe eens kunnen buitenkomen is zelfs in de winter geen luxe. Mijn volgehouden stappenplan is een stimulans om desnoods regenkledij aan te trekken en het positief te blijven bezien. Trouwens, miljoenen anderen hebben geen keuze of ze het nu leuk vinden of niet.

...  

Zou het nog altijd winter zijn? Bij het halen van een frisse neus wordt mijn gezicht gestreeld door vlokken smeltende sneeuw. Tijdens de nacht heeft het niet gevroren en er is geen gevaar voor gladheid. Het neerdwarrelen van sneeuwvlokjes heeft wel iets feeëriek en wekt in mij een bepaalde vorm van blijheid. Laat ons aannemen dat dit geen signaal is van een vroegtijdig intreden van kindsheid. 

Een aanwakkerende wind verjaagt alle vormen van neerslag. Het signaal om een verdere verkenning van de stad te ondernemen.
Ik wil een indruk opdoen van het resultaat van de inpoldering aan het Canal du Haut-Pont een zijarm van de Aa. De wijk Haut Pont werd vroeger Holland genoemd. Nogal tegenstrijdig aangezien er tot het einde van de 19 de eeuw een Vlaams dialect werd gesproken. Hier en daar zijn inderdaad sporen van verzakking te zien maar achter de kade strekt zich een aangename woonwijk uit. 

In de 19 de eeuw deed de trein haar intrede in Sint Omaars. Daarmee kwam een eind aan de pendeldienst van de door paarden getrokken trekschuit tussen Duinkerke en Sint Omaars. De nieuwe tijd mocht prominent in de kijker worden gezet. Het stationsgebouw uit 1903 is een duidelijke weerspiegeling van die tijdsgeest. Allas, de digitalisatie van de 21 ste eeuw heeft een nieuwe realiteit met zich gebracht. Het station is gesloten (althans in het weekeinde) en het interieur is niet te bewonderen.

Vanaf het stationsplein is de ruïne van het de Vestiges de l'Abbaye Saint-Bertin duidelijk te zien. 

De abdij is in de 7 de eeuw gesticht door Sint Bertin op een eiland in het moeras. Van hieruit heeft de stad zich ontwikkeld. 
De ruïnes, een gevolg van de vernielzucht van de Franse Revolutie (het lijkt wel alsof 'Vlaamse' bouwwerken een bijzondere doorn in het oog waren van de 'progressieve' revolutionairen). De overblijfselen stralen nog altijd een zekere grandeur uit. Het kunsthistorisch belang van de abdij blijkt uit de kunstschatten die nu te bewonderen zijn in internationale musea zoals New York, Berlijn en Sint Petersburg. 


Het moeras is ondertussen drooggelegd, maar ook nu nog loopt er een aftakking van de Aa en is de oudste brug van Sint-Omaars nog te bewonderen.

De contouren van 'het eiland' zijn nog steeds terug te vinden in het stratenplan.  

Het gedeelte langs de Quai des Salines wordt zo stilaan een vast traject in het wandelen in de stad.   








Aan de Place du Haut Pont bij de Quai des Commerces is mijn stadswandeling rond. Tot de 19 de eeuw lagen hier de stadswallen, nu is het een drukke toegangsweg langs de kade. 

Diverse herenhuizen trachten de uitstraling van weleer in ere te houden. 




...

Waar moet ik heen? Bij het buitensteken van mijn neus word ik begroet met niet alleen grijze grauwheid maar als toetje ook nog eens lichte mist.

Soms wenste ik dat ik een beer was. Bij zoveel weersellende zou een mens in winterslaap willen gaan. Een blik op de weerkaarten van Europa brengt geen soelaas. Bewolking met regenbuien blijven het weer beïnvloeden. Om eraan te ontsnappen zouden we richting het diepe zuiden en zelfs het noorden van Afrika moeten gaan. Voorlopig geen optie. Dan maar het beste ervan weten te maken in de hoop op beterschap. 

De geplande wandeling in het marais komt te vervallen en wordt vervangen door een uitgebreid bezoek aan de kathedraal en de rest van de binnenstad.

Tegen of met jezelf praten mag dan een teken van intelligentie zijn, een echte conversatie voeren is goed voor de sociale omgang en bevorderd de taalvaardigheid. Zo wordt ik vriendelijk ontvangen in het Office du Tourisme en leer enkele nieuwe dingen over de stad. 

De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal (Cathédrale Notre-Dame) van Sint-Omaars begon als een bescheiden kapel in de 7 de eeuw. Later werd het een collegiale kerk en ten slotte in 1561 een van de bekende kathedralen in Vlaanderen en Artesië, na de vernieling van het nabijgelegen Terwaan door keizer Karel V. Sinds de opheffing van het bisdom Sint-Omaars in 1801 is de kathedraal geen bisschopszetel meer. Sint-Omaars ressorteert sindsdien onder het bisdom Atrecht.


Het is een zeldzaam voorbeeld van noordelijke gotiek in Frankrijk en mede daardoor het meest bezochte monument in de regio. Qua afmetingen is de Sint-Omaarskathedraal 22,9 meter hoog onder het gewelf, 105 meter lang en 51 meter breed. De toren meet 55 meter. De kathedraal Notre-Dame, werd in 1840 opgenomen in de eerste lijst van historische monumenten.

Interieur








Het ruime interieur is opgebouwd uit het schip 14 de 15 de eeuw, met drie verdiepingen met bogen, het transept uit de 13 de eeuw met zijbeuken en een kooromgang.  Het koor dateert uit 1200 met prachtig bewerkte houten panelen. Het labyrint in het midden van het koor is een kopie van dat van de abdijkerk.






Onder de kunstvoorwerpen in de kerk vallen een kruisafneming van Rubens en een herdenkingsmonument uit de 13 de eeuw van de heilige Audomarus of Omaar. Er is eveneens het astronomische uurwerk dat voor het kapittel werd gebouwd tussen 1555 en 1559, om de machtige Sint-Bertinusabdij in kennis te overtroeven.

Het grote barokorgel is rijk gedecoreerd met standbeelden en sculpturen. Ze zijn het werk van de broers Antoine-Joseph en Jean-Henri Piette. Hun vader Jean Piette was in 1686 van Antwerpen naar Sint-Omaars verhuisd. Op dit orgel zou Rouget de Lisle een oratorium hebben gehoord van kapelmeester Grisons, waarvan met name de melodie hem in 1792 inspireerde bij het schrijven van de Marseillaise.


Het hele interieur ademt eerbiedwaardige ouderdom maar vooral rijkdom. Het straalt niet de elegante lichtheid van de hoog gotiek van de andere Franse kathedralen uit, eerder degelijke stoerheid.


Om het religieuze plaatje compleet te maken passeren we op de Rue Saint Bertin langs de Église Saint-Denis. De restauratie uit de 18 de eeuw schijnt nog niet helemaal rond te zijn of anders in een nieuwe fase beland. Alleen de buitenkant is te bezichtigen en hier valt de toren uit de 13 de eeuw op. De stijl van de kerken in Sint Omaars getuigen van een rijk en belangrijk verleden. 




Het voordeel van de dichtbijgelegen supermarkt is dat inkopen zo geklonken zijn. Er mag al eens uitgebreid gekookt worden met aansluitend blogwerk.

...

Bij aankomst in Sint Omaars (zie dag 6) ben ik langs het Maison de Marais gepasseerd. 

Ondertussen heb ik geleerd dat er zich een uitgestrekt moerasgebied ten noorden van de stad uitstrekt - het Marais Audomarois

Mijn verkenning begint bij het Maison de Marais. Hier lag de eerste haven van Saint Omaars die vanwege het afvalproduct van de leerlooierijen de Karnemelkhaven werd genoemd. Met het toenemen van de scheepsvaart werden de schepen groter en de haven werd verplaatst naar de Rue de Dunekerque.

Oorspronkelijk bevond zich een inham van de zee, Sinus Itius genaamd, die zich uitstrekte vanaf de tegenwoordige kust tot bij het huidige Waten. Ten zuiden van Waten bevindt zich een laagte ten gevolge van een boutonnière (reliëfverzakking). Deze werd doorstroomd door de Aa. De laagte vulde zich met veen en later werd turf gewonnen waardoor vijvers ontstonden. Een deel van dit moerasgebied werd in de 7 de eeuw ontgonnen door de monniken van het Saint-Bertin klooster die landbouwgrond nodig hadden.   

Vanaf 1165 werd begonnen met de kanalisatie van de Aa en ook de Nieuwegracht (Canal de Neufossé), aanvankelijk een defensiekanaal tussen Aa en Leie.


De bewoners groeven sloten (watergangs). 


Vanaf de 16 de eeuw werd er gebruik gemaakt van poldermolens om de laaggelegen gebieden droog te leggen en in cultuur te brengen. Van 1786-1866 werd gewerkt aan een systeem van langgerekte eilanden (lègres) waarop tuinbouw werd bedreven. Bijna 50 soorten groente worden er geteeld, waaronder de in 1751 geïntroduceerde bloemkool en het in 1920 geïntroduceerde witloof. De ongeveer 40 families van tuinders doorkruisen nog steeds de lègres met hun bacóves (platbodemschuiten) en verkopen hun producten rechtstreeks of via markten.

Naast tuinbouwers waren er ook botenbouwers nodig, want het transport geschiedde per boot. De totale wateroppervlakte in het gebied bedraagt 500 ha, bestaande uit vijvers en watergangen. Er ligt 700 km aan brede watergangen en nog eens 100 km aan vaarten. Dit uitzonderijke gebied is in 2013 door de UNESCO tot biosfeerreservaat uitgeroepen. 
In dit paradijs voor watervogels en weelderige plantenwereld met 400 soorten waarvan 40 beschermd, is het heerlijk kuieren langs kanalen en kreken. In de lente strijken er ook trekvogels neer. In dit onverwachte pareltje zijn diverse wandelroutes uitgezet waaronder ook de GR 128 door het gebied loopt. 

Andere camperaars hebben deze praktische CP ontdekt. Spijtig blijven de meesten maar 1 nacht. Ik hou een prettige ervaring over aan mijn bezoek van Sint Omaars een onverwachte ontdekking in het Nord - Pas-de-Calais.   

Dagen 12-18- vr  14  -20 februari

     Sint Omaars - Arien-aan-de-Leie - 26 km

Laten we beginnen met het goede nieuws. Door spleten en openingen, het is niet helemaal mogelijk de camper volledig lichtdicht te maken, dringen zonnestralen door. Als de blinderingen worden opengemaakt word ik begroet door een stralende zon. Uit de meteorologie weten we dat een open hemel het gevolg is van een hogedrukgebied wat in de winter een lage temperatuur inhoud. Het vriest net niet.

De minder prettige besognes. Bij het wegrijden gaat de bareel niet omhoog en er blijkt een technisch probleem te zijn met de 'ordinateur'. De hulplijn wordt gebeld en ik krijg een code om buiten te rijden.

De verplaatsing naar Arien-aan-de-Leie verloopt vlot, maar eens in de stad wil mijn gps mij op een onmogelijke manier de camperparking doen oprijden. De 'kortste' weg blijkt niet altijd de meest praktische te zijn. Google komt eraan te pas om mij via de 'juiste' weg binnen te leiden.

Het is een prettig weerzien met één van mijn favoriete camperplaatsen in Frankrijk. Om andere gebruikers, maar vooral mezelf in de toekomst rondrijellende te besparen : de coördinaten aan de oprit van de camperparking via de D 157 - gps N 50.64459; O 02.40546. Bij oprijden staat er één camper en is één bungalow bewoond. De plaats is overgenomen door ganzen en eenden die luid kwakend aangeven dat ze niet opgezet zijn met mijn komst. Het wordt vlug duidelijk dat het uitkijken is voor eendenpoep.  

Tja, door alle perikelen is wat een kort ritje van een halfuur had moeten zijn, uitgelopen tot 12 u voor ik geïnstalleerd ben. Ontbijt werd uitgesteld en kon in een keer vervangen worden door de lunch. En ondertussen blijft de klok tikken.

Bij dit stralende weer overweeg ik even om de fiets buiten te halen maar opteer uiteindelijk voor een wandeling. Het Sentier entre Lys et Canal (op het kaartje in bruin aangegeven) spreekt me wel aan en de 10,7 km of 2u40 wandeltijd schrikken me niet af. Bijkomend voordeel : dit pad begint en eindigt bij de camperparking. Warm ingeduffeld trek ik er op uit voor een verdere verkenning van deze toch ten onrechte ondergewaardeerde streek.

Op de wandeling word ik versterkt in de overtuiging dat ik in feite in Vlaanderen aan het rondtrekken ben. Zeg nu zelf, het klinkt zelfs West-Vlaams. Van Vlaams gesproken, dat wordt het pas echt langs het jaagpad. Net geen modderpoel, maar wel zwaar stappen.



Het wordt even flink doorstappen op het stukje 'entre' tot ik bij de Leie kom en kan genieten van wijdse zichten bij de aftakking naar de jachthaven is het even een ommetje maken over de brug en dan op bekend terrein. 





Als de zon ter kimme neigt, zijn de contouren van de torens duidelijk herkenbaar. Bakens om de richting op te bepalen.


De gedachte is nog niet helemaal koud of op weg naar de camperparking passeert een binnenschip. Een mastodont dat ik nog niet op de binnenwateren heb gezien. In mijn verbeelding kan ik van de ene oever over het dek naar de andere oever stappen. Ik blijf met verwondering de maneuvers volgen en vergeet een foto te maken. 

Op de camperparking moet ik even mijn wagen zoeken. Van de tien beschikbare plaatsen zijn er zeven bezet. Helaas niemand buiten, geen mogelijkheid tot een praatje maar na een tochtje van alles bijeen van ongeveer 29.900 stappen heb ik een hete douche meer dan verdient.

...

Het water van het kanaal was nog net iets te koud voor mijn nieuwe vrienden de eenden die het duidelijk op mij gemunt hebben. Luid gekwaak spoort mij aan om op te staan. Als dat niet snel genoeg gebeurd, beginnen ze tegen mijn camper te tikken. Zo is het welletjes. Met een vermanende vinger spreek ik ze streng toe. Onbewogen waggelen ze verder. Eentje zet een grote bek op en kwaakt vervaarlijk in mijn richting. Van arren moede zoeken ze een ander slachtoffer en kan ik genieten van mijn welverdiende eerste koffie.

Het heeft duidelijk gevroren vannacht. Een lichte rijm bedekt de graspercelen en met een knisperende stap begeef ik mij naar de betaalterminal om een extra dag te reserveren. De inspanning van gisteren heeft er duidelijk ingehakt maar onder het moto 'je moet het ijzer smeden terwijl het heet is', heb ik van het schitterende weer genoten. Vandaag is het iets minder en daar is niets mis mee.  

...

Ik ben vroeg op met een hoofd vol van een nieuw plan. Ik wil de camperparking gebruiken als uitvalsbasis voor een fietstocht naar het 25 km verder gelegen Béthune. 

Groot is mijn verbazing buiten te stappen op een sneeuwtapijt. Geen centimeters dik maar toch voldoende om het plan een zachte dood te laten sterven. De frisse heldere lucht bij een opkomende zon zorgt wel voor mooie beelden. Bij mijn verkennende wandeling ben ik op zoek naar de juiste invalshoek.  



Ik mag enkele vroege vogels begroeten die blijkbaar ook kunnen genieten van dit onverwachte winterlandschap.







In plaats van mij in fietskledij te hijsen, wordt het lekker uitgebreid ontbijten met de voetjes uitgestrekt naar mijn warmtestraler.

Wat zou er in deze stad van ongeveer 10.000 inwoners te beleven zijn op een zondagmiddag? Op enkele goed ingepakte wandelaars na is er niets te bespeuren. Zelfs het verkeer neemt een zondagsrust. Bijverschijnsel van dit alles : ook geen enkele horeca zaak is open.

Het is een prettig weerzien met de bekende bouwwerken. De toren van de Collegiale Kerk staat in de stijgers voor meer dan dringende herstelwerken. De stilte in de binnenstad wordt enkel verstoord door het klokkenspel van het Belfort. 

Ik neem rustig de tijd om de gevels te bekijken en me te verbazen over de zeer 'Vlaamse' uitstraling van dit stadje. Zo is er de watermolen te bewonderen - hersteld door Franse soldaten die niet meer in het reguliere leger konden worden ingezet. Ik begrijp dat het ondertussen ook meer recent gerestaureerd is. 
De gevel van 'het Maison des Dévotaires' (Huis van de Devotees) stamt uit 1622. Het pand staat leeg en hopelijk krijgt het een nieuwe bestemming voor het vervalt.

Ik heb nog een halve braadkip over. Zonde om dat slecht te laten worden. Samen met een restant rijst en appelmoes is het aan de microgolfoven om dat alles op te warmen. Leve de gemakken van de 21 ste eeuw.

...

Het hoge drukgebied blijft aanhouden en we kunnen de zon in de camper laten schijnen. Bij het halen van een frisse neus is de adem in de vrieskou duidelijk te zien. Deze septuagenarian (allee bijna dan toch) vindt het net iets te koud om er een fietstocht van te maken. 

Ariën-aan-de-Leie is een kruispunt van diverse waterwegen waarlangs prachtige wandelingen gemaakt kunnen worden. Vandaag kies ik voor een traject aan het Canal de Neufosse (stroomt richting Sint Omaars). De Tour du Pays d'aire is met 36,6 km net iets te hoog gegrepen voor een middagwandeling. De La Melde met haar 9,4 km ligt dan meer binnen de mogelijkheden.

In een gehucht van Wittes worden we voor een ommetje de velden ingestuurd. De boeren hebben flink gewerkt om hun akkers bouwrijp te maken. Er valt niet veel te genieten van eventuele gewassen. Zover het oog rijkt alleen maar zwarte aarde waarvan ik aanneem dat die zeer vruchtbaar is. In Wittes bekijken we de kerk in Vlaams gotische stijl en moeten dan even improviseren omdat de padwijzers niet gevonden worden. Het wordt een stukje langs een drukke weg die we snel achter ons kunnen laten om aansluiting te vinden met het kanaal.

Op de terugweg heb ik meer oog voor Les Etangs de la Ballastière dan voor het Kanaal. Deze voormalige groeve is nu een uitgestrekt federaal wandelgebied. Het staat ook bekend voor nachtvissen op forel.

Een enthousiaste fietser weet me nauwkeurig uit te leggen dat het gewoon rechtdoor wandelen is en dat ik dan vanzelf op de camperparking uitkom.

Een geruststellende bevestiging om ongehinderd verder te genieten van dit stukje natuur.


... 

We beleven eindelijk de winter zoals dat zou moeten. Nachtvorst bij een heldere hemel. 's Morgens rijm bij zonneschijn. 


Op het water moet het ook koud zijn. De eenden waggelen rustig kwakend en op zoek naar eten zich niet storend aan de grote tweevoeter die foto's maakt. Ze zijn blijkbaar mensen gewoon. Helaas is mijn brood op en ik heb niet zo direct iets bij de hand om hen te voederen. Inkopen doen staat op de lijst van bezigheden. 

In de jachthaven zijn jongens bezig ijsschotsen op te vissen. Grootvaderlijk wil ik hen waarschuwen voorzichtig te zijn maar ik hou mij op tijd in. Zo gevaarlijk is het nu ook weer niet en jongeren hebben recht op avontuur op hun manier zonder teveel bemoeienissen. Op mijn winkeltocht ontdek ik een autoshop en daar informeer ik naar de aanschaf van de milieusticker die nu wettelijk verplicht is in Frankrijk. Ik wordt verwezen naar het stadhuis en voor inlichtingen kom ik zelf op het idee om navraag te doen bij de politie. 

Wandelen langs rivieren en kanalen verveelt nooit. Als dat met het gezicht naar de zon kan, is dat handig meegenomen. 

...

Als we 's nachts zonder door de koude gebeten te worden ons dekbed kunnen afwerpen, duidt dit op een flinke temperatuurstijging. Tijdens de ochtendroutine bij het halen van een frisse neus valt het gelijk op dat de scherpte van de kou weg is. Keerzijde, door de halfdichte bewolking heeft de zon moeite met doorbreken. Naarmate de middag nadert, worden de periodes dat de deur opengelaten kan worden steeds langer. Als de thermometer dan ook nog eens dubbele cijfers toont, krijgen we zowaar lentekriebels.

Dergelijke kitteling spoort aan tot voorjaarsschoonmaak. Met voorbedachte rade heb ik alvast javel aangekocht. De bedoeling is mijn watersysteem, friswatertank en leidingen, te desinfecteren. Ik gebruik twee eierdopjes javel op 120 l water. De kranen worden opengezet in zowel de koud- als warm waterstand. Mijn grijswatertank wordt afgesloten en het spoelwater wordt ook daar gebruikt om resten en dergelijke te verwijderen. De procedure van het openzetten van de kranen wordt een paar maal herhaald om algafzetting tegen te gaan. Daar mijn wagen constant gebruikt wordt is daar weinig kans op maar eens in het jaar het volledige systeem desinfecteren is een goede gewoonte.

Dagen 19-21- vr  21 - zo 23 februari

     Ariën-aan-de-Leie - Betun (Béthune) - 31 km

Zullen we 20 februari herinneren als het aanbreken van de lente? Het zachter weer houd voorlopig stand. Laat ons hopen dat dit nog enkele dagen zo blijft. Op mijn volgende bestemmingen heb ik geen faciliteiten dat zal zelfvoorzienend worden.

Na het servicen van de wagen kan ik om 11:30 u vertrekken. Rijden door dorpjes met namen als Boezegem, Haverskerke en Robeke kan niet anders dan aanvoelen als cruisen door Vlaanderen.

Bij het binnenrijden van Betun ofte Béthune heb je maar de borden met Parking gratuit Charles de Gaulle te volgen. De stad heeft op deze parking - gps N 50.53540; O 02.64339 vier ruime plaatsen voor campers voorzien waar je 48 u mag parkeren. Buiten sorteercontainers, waaronder één voor kleding, zijn er geen voorzieningen. Op 400 m ligt een Carrefour City en de binnenstad bereik je na 750 m.

Betun, zelfs Vlaamsgezinden spreken van Béthune, heeft altijd een historische welhaast kinderlijke aantrekkingskracht op mij gehad. Debet daaraan is ongetwijfeld de invloed van de Vlaamse schrijver Hendrik (Henri) Conscience (1812-1883) die met zijn 'aangepaste' historische roman 'De Leeuw van Vlaanderen' het volksbewustzijn wilde aansporen. Gezegend met de tweede voornaam Henri en het grootste gedeelte van mijn lagere school in de Hendrik Conscienceschool in Oostende te hebben doorlopen, zorgen voor de saus. Het verband? in genoemde roman staat de figuur van Robrecht van Béthune, bijgenaamd de leeuw van Vlaanderen centraal. Als oudste zoon van Gewijde van Dampierre volgt hij zijn vader op als Graaf van Vlaanderen in de turbulente tijd rond de ontvoogding van de Vlaamse steden. Onder leiding van de Brugse gilden leidde dit tot een gewapend conflict met de Franse kroon in de persoon van Philippe le Bel (Filip IV De Schone -Fontainebleau, 1268 - Fontainebleau, 29 november 1314) in wat de geschiedenis is ingegaan als de Guldensporenslag. In tegenstelling tot wat Conscience schrijft, heeft Robrecht niet aan de strijd deelgenomen - samen met zijn vader en enkele andere Vlaamse edelen werden zij door de Fransen gevangengezet. 

Een dergelijke met historische symboliek beladen stad, vraagt om een behoedzame benadering. 

Ik laat het bezoek aan de binnenstad voor morgen. Om de geest van de stad te vatten, kies ik voor een wandeling in het park rond de uitgestrekte vijver. Dit is blijkbaar een zeer geliefde plaats voor de plaatselijke bewoners. Zowel oudere stellen of de energiekere jeugd vinden hun weg in deze oase van rust en groen. 


...

Mijn Nemesis* lijkt het wel persoonlijk op mij gemunt te hebben. Blijkbaar te vroeg victorie gekraaid wat de lente betreft. Het begon zachtjes tijdens de nacht en het werd geleidelijk steeds erger om uiteindelijk tot diep in de middag aan te houden. De regen is terug van waarschijnlijk nooit ver weggeweest te zijn. Het hardnekkig aanhouden van een vervelende gestage regenachtigheid houdt mij aan de camper gekluisterd. 

In de late middag, men zeggen en schrijve dan reeds 17 u, houdt het op en doet de zon een verwaterde poging haar stempel te drukken. Bevrijd van de kluisters van de camper maar voor de zekerheid toch met een regenjas ga ik op verkenning in de binnenstad. Als voorbereiding op een uitgebreider bezoek zeg maar. Er heerst een gezellige drukte in een levendig stadje dat een zekere welvaart uitstraalt. Het lijkt wel een stad van banken - niet de soort om op te zitten maar waar geld belangrijker is dan het comfort van het achterwerk. Niemand lijkt gehaast en mijn pas sluit naadloos bij het ritme aan.

* Nemesis - Griekse wraakgodin

...

Vandaag geen noodzaak aan regenjas of paraplu. Ook nog geen zonnecrème. 

De meest directe weg naar de binnenstad voert langs de Église Saint-Vaast. Oorspronkelijk gebouwd in de 16 de eeuw maar werd in WO I verwoest. De kerk werd in 1924-1927 herbouwd door Louis-Marie Cordonnier. Opmerkelijk is de toren, die er eerder als een donjon van een burcht uitziet dan van een kerk. Het Vlaamse karakter is terug te vinden in het gebruik van rode baksteen. 

Het beeld van de Grand'Place wordt beheerst door de drie torens, elk met hun eigenheid. Dit ruime plein is gedeeltelijk autovrij gemaakt. 



Een prominente plaats in het midden van de Grand'Place wordt ingenomen door het Belfort uit de 14 de eeuw als trotse vertegenwoordiger van de welvaart die door de lakenhandel werd verkregen. Een carillon van 35 klokken laat je de tijd niet vergeten. Samen met de andere 'Vlaamse' Belforten opgenomen in de werelderfgoedlijst van de UNESCO. 




Het Stadhuis werd heropgebouwd na de Eerste Wereldoorlog. Het werd geklasseerd als monument historique in 2001. Restanten van de oude verdedigingswerken van de stad: De oude Tour Saint-Ignace, een versterkte toren waarvan de geschiedenis teruggaat tot de 14 de eeuw.




Bij de wederopbouw van het centrum tussen 1920 en 1930 werd de tijdgeest gevat in de art deco met elementen van de Vlaamse stijl gekenmerkt door trapgevels en het gebruik van rode baksteen.

Bij het slenteren langs en over het plein vallen verschillende gevels op. Het Maison du Canon zou een oude wapenfabriek geweest zijn. Daarnaast een opmerkelijk smal pand. Het is mij niet duidelijk als het slechts de gevels betreft of als de achterliggende panden ook zo smal zijn.



Enkele andere opvallende gevels zijn bar Chez le Kerry (L) 



en het Chambre de Commerce (R).



Wat hebben Ieper en Betun gemeen? Beide steden werden grotendeels in WO I verwoest. Er is ook :

Robrecht III van Béthune de latere graaf van Vlaanderen bijgenaamd De Leeuw, erfde de gebieden van Béthune en Dendermonde van zijn moeder. Hij overleed op 17 september 1322 in Ieper en werd in de kathedraal begraven. Tijdens mijn verkenning van de stad ben ik op zoek gegaan naar enig aandenken aan hem maar moest me tevreden stellen met een borstbeeld van een andere krijgsheer : Général de Gaulle (1890-1970) bijgenaamd Karel van Gallië. 

De middag en daarmee mijn bezoek aan Betun wordt afgesloten met een wandeling in het stadspark. Dit schitterende weer heeft  meer mensen op de been gebracht dan eergisteren.


Dagen 22&23- ma  24 - di 25  februari

     Betun (Béthune) - Ablain-Saint-Nazaire - 30 km

De weerlieden hadden ons gewaarschuwd. Het zonovergoten lenteweer zou van korte duur zijn. Een regenfront zou van west naar oost over de streek trekken. Die aanhoudende vlagen, wisselend in intensiteit weerhouden mij er niet van me te verplaatsen. Integendeel. Het is eerder een aansporing.

Die verplaatsing voert me dwars door het steenkoolmijnbekken van Nord-Pas-de-Calais. Het strekt zich uit van Fresnes tot Auchel over een afstand van ongeveer 120 km lang en 12 km breed. Sinds 2012 uitgeroepen tot werelderfgoed en opgenomen in de UNESCO lijst. Langs de route zijn diverse terrils, stille getuigen van een 'menselijke aanpassing' in het landschap. Wat nu industrieel erfgoed is, was enkele honderden jaren de motor van de economie en droeg bij tot de industriële revolutie. 

Men is daardoor geneigd en zeker met dit regenweer, de troosteloosheid van de streek te benadrukken. Niets is minder waar. Net zoals in het Kempense steenkoolbekken(*) is een dynamische natuur ook hier een metamorfose aan het ondergaan. Zo ontstaat geleidelijk een nieuwe biotoop met soorten die voorheen niet voorkwamen. In plaats van de sites te laten verkommeren, hebben diverse overheden en plaatselijke verenigingen hun mijnrelicten een nieuwe bestemming gegeven. 

Tijdens de rit denk ik terug aan mijn gesprek op 21 juli met Hendrik(**). Grondstoffen zijn wel degelijk uitputtelijk. Het groeiend aantal industriële erfgoedsites in vooral West-Europa zijn daar een duidelijk voorbeeld van, iets waar ik op mijn omzwervingen steeds duidelijker van bewust ben geworden. Ik vind dat we te kwistig en in sommige gevallen zelfs verkwistend met de steeds schaarser wordende grondstoffen omgaan. Helaas leidt de zoektocht naar en bemachtiging van die natuurlijke grondstoffen ook in de 21 ste eeuw tot geopolitieke modellen die eerder een afspiegeling zijn van real politiek dan wat voor de mensheid in zijn geheel bevorderlijk is.
    
(*) Zie Post : Naar Centraal Europa 2023 - dag 7 ma 4 september
(**) Zie Post : België 2024 - 21 juli

Als bevestiging van mijn punt heb ik voor een bezoek aan Ablain-Saint-Nazaire gekozen. Om 11u draai ik de kleine CP op - gps N 50.39371; O 02.71433. De gemeente heeft in drie ruime met stenen afscheidingen voorziene plaatsen voorzien. De servicezuil met betaalautomaat is 'en panne'. Grijs- en zwart water kan geloosd worden maar water en elektriciteit zijn 'even' niet beschikbaar. Deze kleine camperparking ligt aan de voet van de colinne Notre-Dame-de-Lorette. Het is aangewezen bevoorraad toe te komen en voorlopig zelfvoorzienend te zijn. 

Ablain-Saint-Nazaire heeft een bewogen en eerbiedwaardige oude geschiedenis. De plaats zou ontstaan zijn rond een Romeinse villa en daarna door de Franken zijn overgenomen. Er is een Merovingische necropolis gevonden. De heren van Bourbon hebben de streek lange tijd in 'bezit' gehad. In de 20 ste eeuw werd het een infaam slagveld in de letterlijke betekenis van het woord.
De ruïnes 'oude kerk' dateren uit de 16 de eeuw. Waarschijnlijk is de kerk gebouwd door Charles de Bourbon als blijk van erkentelijkheid voor de wonderbaarlijke genezing van zijn dochter. In WO I werd de kerk door de Fransen verwoest omdat ze wilden vermijden dat de Duitsers er een uitkijkpost in wilden vestigen. Na de oorlog werden de ruïnes in stand gehouden ter nagedachtenis aan de gevechten en offers die gebracht werden tijdens de oorlog.  

Mijn belangstelling gaat vooral uit naar de colinne van Notre-Dame-de-Lorette.

Om daar te geraken voert een deels wandelpad vanaf de camperparking. Uit solidariteit met de frontsoldaten uit de eerste wereldoorlog volg ik het chemin blanc ploeterend door de modder langs nu verdwenen stellingen. Infoborden trachten een beeld op te roepen van het hoe en waarom van deze militair strategische positie. Het laatste stuk van het traject volgt de GR 145 de Via Francigena. Zo worden ook nieuwe generaties wandelaars geconfronteerd met de werkelijkheid van oorlog. Lest we forget!

Met loden benen door schoenen met kluiten modder, steek ik mijn hoofd boven de laatste treden en krijg een eerste zicht op de Basilique Notre-Dame-de-Lorette midden op de 13 ha vlakte van deze 166 m hoge heuvel. Dit schrijn in romaans-Byzantijnse stijl werd op 2 augustus 1925 ingewijd. Het staat midden tussen meer dan 20.000 graven waarvan het merendeel rechte lijnen kruisen, hier en daar onderbroken door een 'neutralere' gedenksteen zo bekend van de Britse militaire kerkhoven uit erkentelijkheid voor de religieus-filosofische achtergrond van de gesneuvelde.   

Deze Nécropole Nationale Notre-Dame-de-Lorette is de verzamelplaats van de overblijfselen bijeengebracht van 150 kleine begraafplaatsen. Het is daarmee de grootste militaire begraafplaats van Frankrijk. Naast de 'gekende' gesneuvelden liggen ook de resten van nog eens ongeveer 20.000 soldaten die zodanig verminkt waren dat ze het predicaat 'onbekend' kregen in vijf stille ommuurde tot de verbeelding sprekende grasvelden.

Het meest aangrijpende monument is het Anneau de la Mémoire - Mémorial Internationale de Notre-Dame-de-Lorette. Dit als bladzijden uit een boek ontworpen gedenkteken bevat de namen in alfabetische volgorde zonder vermelding van nationaliteit van 580.000 gesneuvelde soldaten die omkwamen in de regio Nord-Pas-de-Calais. Diverse overheden hebben samengewerkt om de lijst zo nauwkeurig mogelijk te maken op basis van bekende archieven. Door de vernietiging van enkele daarvan aan Duitse zijde kan de lijst alleen maar 'onvolledig' zijn. 

Een stille impressie.


Ik wilde graag zowel de basiliek als de Lantaarntoren bezoeken. Ondanks de aangegeven openingstijden bleef het tevergeefs proberen binnen te raken. Spijtig.

Dan maar even stilstaan bij het 'offer' van de Alpenjagers die sneuvelden in mei 1915 onder leiding van generaal Maistre (L). Gedurende 2 weken  probeerden Fransen de Duitse stellingen onder de voet te lopen. Daarbij kwam generaal Bardot (R) de commandant van de 77 ste divisie om.  Naar militaire traditie hier begraven tussen zijn mannen.

Om de indrukken te verwerken en te vermijden om op het 'wandelpad' al glijdend naar beneden te moeten komen, kies ik voor de langere route langs de weg. Aan de voet van de heuvel kan ik dan langs de Saint-Nazaire via een padje recht naar de camperplaats wandelen. 

...

Heerlijk geslapen. Niet vervolgd door spoken uit het verleden. Een hele verademing gewekt te worden door het vrolijke gekwetter van vogeltjes in plaats van het gebulder van kanonnen. 

Mij werd gevraagd : wat is kunst?

De bouwstenen van kunst zijn fantasie en technische vaardigheid. Kunst is de materiële uitdrukkingsvorm van de verwonderde mens als uiting van zijn fantasie. 
Afgeleide daarvan : de kunstenaar schepper en de kijker, prater. Beiden genieten maar vanuit een ander perspectief.

Het weer blijft onstabiel maar voldoende goed om een poging te wagen een deel van de GR 145 af te stappen.

Dat brengt me weer over de necropool waar een vernieuwde poging om de basiliek te bezoeken opnieuw faalt. Onder leiding van de conciërge heeft een schoonmaakploeg alles weer keurig op orde gebracht. Ondanks mijn verwoed charmeoffensief om zelfs vanuit de deur een blik binnen te werpen mag niet baten. 

Op het terrein raak ik in gesprek met één van de oppassers en krijg te horen dat de eigenlijke opening vanaf zondag 1 maart is. Ik krijg nog enkele wis-je-datjes mee. Het standbeeld van generaal Maistre stond oorspronkelijk op het terrein maar werd verplaatst omdat de generaal niet sneuvelde in de oorlog maar van ouderdom. 

Ik had gelezen over een vader en een zoon die respectievelijk in de eerste en de tweede wereldoorlog gesneuveld zijn. Mijn gids weet te vertellen dat er zes dergelijke paren zijn en brengt mij bij het graf van vader en zoon De Sars beiden met de rang van kapitein. Hij leidt me naar een hoek van de begraafplaats waar alle soldaten met Moslim achtergrond bijeenliggen met hun grafsteen naar het oosten gekeerd.


Na uitgebreid afscheid genomen te hebben van mijn spraakgrage gids neem ik de rood-witte markeringen van het GR pad weer op. Die voeren mij door een uitloper van de stad en uiteindelijk te midden van de geploegde akkers. Donkere dreiging van regenwolken doen mij rechtsomkeer maken maar deze keer hou ik het niet droog. 



Met het vallen van de avond neemt de drukte rond de camperparking toe. De lokale voetbalploeg heeft training en het is een komen en gaan. De dapperen laten zich door de regen niet afschrikken. Tijdens een regenpauze ga ik even piepen maar de gekende geluiden komen van een achterliggend oefenveld. Een nieuwe regenbui helpt me niet aan te dringen. 

Dagen 24-27 -- wo  26 februari- zo 2 maart

     Ablain-Saint-Nazaire - Atrecht(Arras) - 38 km

Onder het dekbed is het best wel uit te houden. Maar ook voor tijdloze zwervers kan een zekere realiteit niet ontkend worden.  De bewolking aangevuld met regenbuien zorgen voor een gesluierde zon en dat wordt zo stilaan nefast voor mijn batterijen. Ook mijn voorraden raken uitgeput. De recensies over de mogelijkheden in Lens zijn niet stimulerend. Voldoende redenen om te kiezen voor zekerheid. Mijn zinnen zijn dus gezet op Atrecht. 

Vertrekken op een lege maag, 't is te zeggen na een sterke koffie, laat mij kiezen voor een tussenstop om inkopen te doen. Het minst rondrijden doet mij kiezen voor de ALDI in Saint-Laurent Blangy een deelgemeente van Arras - gps N 50.29200; O 02.79403. Deze ruim gesorteerde supermarkt heeft meer in de aanbieding dan op mijn lijstje staat. Tja. 

Anderhalve km verder kan ik inchecken op de Aire de CC Vallée de la Scarpe in Atrecht - gps N 50.29744; O 02.77571. Een vaste waarde met gekende mogelijkheden. Naar de bezetting te zien blijkbaar niet alleen voor mij. Bij het oprijden zijn van de 46 beschikbare plaatsen, nog 25 vrij. Om 12 u ben ik geïnstalleerd aan de rand van de parking.  

Eerdere wandelingen langs het Canal de Scarpe - zie Naar Centraal Frankrijk en terug  2023 hebben mij de GR 121 laten ontdekken.

Vandaag willen dat pad verder verkennen. Aan de Atlantische kust hebben we reeds eerder kennis gemaakt met de GR 121. 

Ook rond de oorsprong van de Schelde mochten we kennis maken met dit lange afstandpad. Vandaag wandelen we een tussenstuk. 



Als doorwinterede kanaalwandelaar kijk ik uit naar 'speciale' beelden langs de route. Mijn oog valt op wel enkele speciale bomen. Of hoe de natuur zich aanpast aan ongewone omstandigheden. 
Ik kan natuurlijk niet doorwandelen tot aan de oorsprong van de Schelde. Na ruim een uur het pad te hebben gevolgd, wordt het tijd om rechtsomkeer te maken. Ik maak een mentale notitie om dit over te doen met de fiets. Het wordt nog flink doorstappen als regenspatten de pret dreigen te verstoren. 

Ik begin een gevoel voor onaangename regen situaties te ontwikkelen. Voor de x-ste keer ben ik op tijd 'thuis' voor de hemelsluizen zich volledig openen. Na het aantrekken van droge spullen en bij een prettige temperatuur van de bijverwarming laten we het niet aan ons hart komen. Zo te zien zijn enkele camperaars niet zo fortuinlijk geweest, maar praktisch als ze zijn wordt daar een mauw aan gepast.

Met de inkopen uitgespreid kan ik beginnen aan een voedzame maaltijd met verse producten. ondertussen bekomend van de inspanning van ruim bijkomende 12.000 stappen. Af en toe mag het extra sportief zijn.

...

Het goede nieuws is dat de dagen beginnen te lengen met ongeveer 3 minuten zonlicht per dag. Maar wat heb je daaraan als dat gezegend wordt met overvloedig hemelwater. Iemand of iets zal daar wel blij om zijn maar het is zo stilaan welletjes geweest. Het peil in beken en kanalen staat hoog, laaggelegen akkers zijn drassig en sommige weilanden staan blank. Wegen liggen er nat bij maar gelukkig zonder overlast. Een doodgewone doordeweekse dag op het einde van de winter. De temperatuur klimt langzaam en de angel van de kilte is uit de lucht. Nu nog hopen op een streepje zon, meer moet dat niet zijn.  

Met turen naar de lucht en de meteo opvolgen glijdt de morgen naadloos over in de middag. Dat verhoopte streepje zon krijgen we en in de lappendeken van de bewolking verschijnt zelfs een vlekje blauw. 

Zo begeef ik mij naar de binnenstad om aan geveltoerisme te doen. 

Het Grand'Place met een oppervlakte van 20.000 m² heeft zijn eigenheid weten te behouden mede dankzij de bestrating met kasseien. De uitzonderlijke homogeniteit van de Vlaamse barokstijl is bewaard gebleven in de aaneensluitende gevels zonder 'frivole' moderniteiten. Het handelskarakter wordt benadrukt door het gebruik van arcades om zowel de kooplieden als klanten te beschermen tegen de elementen.  

De stad belicht twee specifieke panden. Het oudste pand draagt nu nummer 49 en dateert uit 1467. In een tijd waarin veel hout bij de constructie werd gebruikt, valt dit volledige stenen pand op. De naam Trois Luppars gaat terug tot de 15 de eeuw.



Op nummer 59 vinden we het geboortehuis van een notoir heerschap Alexandre Gosse de Rougeville, vereeuwigd in de roman 'Le Chevalier de Maison Rouge' van Alexandre Dumas. Een treffend voorbeeld van het leven in het begin van de 18 de eeuw.


Het tweede plein, Place des Héros, zo genoemd na de tweede wereldoorlog om de slachtoffers van het verzet te eren, wordt volledig beheerst door het Hôtel de Ville herbouwd tussen 1922 en 1932 na de verwoesting in de eerste wereldoorlog. Opvallend zijn de gevel met ongelijke bogen in gotische renaissancestijl. Het Office du Tourisme is er ondergebracht en in de Salles des Mariages vinden huwelijksvoltrekkingen plaats. De blikvanger is het 75 m hoge Belfort gebouwd tussen 1463 en 1554. Samen met de andere Vlaamse belforten op de UNESCO werelderfgoedlijst geplaatst.

De wandeling wordt vervolgd langs de Quai du Rivage en aansluitend het wandelpad Chemin de Halage. Natuurlijk speelt de regen weer voor spelbreker maar ik ben net op tijd binnen voor het spetteren ontaard in een heuse bui.

...

Niet elk jaar beleef je de strijd tussen de terugtocht van de winter en het offensief van de lente zo intens. 's Ochtends start nog het koud en voorlopig regenachtig, maar tegen de middag beukt de lente ongenadig op de vesting winter. Het is duidelijk dat met het aanbreken van de maand maart wie uiteindelijk dit jaarlijks terugkerend gevecht zal winnen. Sinds de dageraad van de mens op planeet aarde een terugkerende 'spirituele ' cyclus met de bijpassende 'ritus'. Ondertussen overgenomen door de 'academici' van de weersvoorspelling. Tja, wie zien wat we zien en voelen wat we we voelen. 

Welkom in de 21 ste eeuw met een 'voortschrijdend' weerbeeld voor de komende 24 u. Een 'weerbarstig' individu wikt zijn kansen en waagt het erop. 

Boodschappen doen is zo'n uitdaging. Ondertussen begin ik de omgeving te kennen en wordt het een aangepaste wandeling naar de Aldi die ik eerder heb bezocht. Door het Parc de la Scarpe maakt het er een aangename wandeling van.  

Het aangename weer spoort aan tot een uitgebreide wandeling. Natuurlijk houden we de statistieken van de geleverde prestaties in het oog. We doen de wandeling langs de  Quai de rivage
over in de verwachting iets onverwachts te ondergaan. Helaas.


Een van mijn favoriete camperplaatsen in het noorden van Frankrijk. Met het krokus verlof loopt ook deze camperparking langzaam vol. Een korte wandeling op de terrein leert me dat vooral Fransen deze plaats naar waarde weten te schatten.


...

Het begint er stilaan op te gelijken dat ik een kanaalwandelaar ben geworden. De stappenteller mag daarbij gerust een beetje in de hoogte worden gejaagd. 

Het stevige doorstaptempo mag af en toe worden onderbroken voor idyllische- en parkbeelden. Lieden van allerlei pluimage maken ook gretig gebruik van deze ontspanningsinfrastructuur. Kanovaarders op training vanaf het pad constant bestookt met aanmoedigingen en raadgevingen. Op het voetbalveld is een training aan de gang van scheidsrechters. Sprintjes trekken, kordate fluitsignalen en zelfs het trekken van kaarten wordt zeer pro geoefend. Met de lente op komst worden ook de percelen van de volkstuintjes aangepakt. Het ontspannen Atrecht op z'n best. Dat alles onder de welwillende stralen van een zon die begint warmte te geven. 

...

Dat de lente daadwerkelijk in het land is, is ook te zien op de camperparking. Ligstoelen worden al eens buitengehaald. Ramen en deuren mogen iets langer open gelaten worden. Hier en daar worden klusjes aan campers uitgevoerd. Voor wielerminnend Vlaanderen is er ook de start van de voorjaarsklassiekers. Kortom het mag ook eens zondag zijn. 


Dagen 28-30 -- ma 3 - wo 5 maart

     Atrecht(Arras) - Dowaai - 27 km

De verplaatsing naar het verder aan de rivier de Scarpe (94 km lange bijrivier van de Schelde) gelegen, Dowaai verloopt vlot via de D 950.  



De stad etaleert zich als 'Ville Fleuris' met maar liefst vier sterren. in de volle lente moet het hier echt kleurrijk zijn. Als thuisbasis van een van de meest indrukwekkende belforten van de regio heeft het een belangrijke toeristische troef.

Uitnodigend voor camperaars is dan weer het gratis ter beschikking stellen van enkele plaatsen - officieel 4 - op de parking aan de Place du Barlet - gps N 50.36448; O 03.08518. Een Euro Relais elektra- en sanizuil voorzien in de nodige faciliteiten. Je mag hier maximum 3 dagen verblijven per maand om een zo groot mogelijk aantal camperaar de gelegenheid te bieden van deze plaats. De nabijheid van de Bd Delebecque, een belangrijke verkeersader in de stad, kan aanleiding geven tot geluidsoverlast maar dat valt tijdens de nacht best wel mee.  


Mijn directe buren beantwoorden mijn groet met een Vlaams accent, wat onmiddellijk een zekere band schept. Dit goedlachse koppel sportleraren wekken mijn interesse in een voor mij compleet nieuwe sport. Zo te horen een afgeleide van frisbee. Ik ben benieuwd naar het wat en hoe en ze verwijzen mij naar het nabijgelegen park waar ze te vinden zouden zijn. Eerst moet de innerlijke mens versterkt worden. Ik heb nog niets gegeten en begeef mij op een lege maag, nooit een goed idee, op een shoppingstrip. Een stevige wandeling dwars door de stad waarvan een deel langs de Scarpe brengt me bij één van mijn favoriete supermarkten - E.Leclerc. Natuurlijk zijn de ogen groter dan de buik en met een zeer goed gevulde rugzak gaat het richting camper voor een maaltijd in uitgesteld relais.


Ik ben geïntrigeerd in de sportactiviteit van mijn buren en in de hoop hen te ontmoeten neem ik de kortste route naar het Parc Jacques Vernier.  Dit 23 ha uitgestrekte park is een paradijs voor wandelaars en op bepaalde tijden ook voor vissers.
De gravelondergrond van het wandelpad oogt bijzonder uitnodigend. Onderweg raak ik ervan overtuigd dat met de nabijheid van al dit water en bomen dit waarschijnlijk niet de plaats waar ik min nieuwe vrienden zal ontmoeten.

Als ik op het punt sta het park te verlaten via de weg die ik ben binnenkomen zie Carol en Alain. Een snelcursus Disc Golf, blijkbaar aan populariteit groeiend in in Frankrijk, helpt me wegwijs te worden in die toch wel technische sport. De schotels zijn niet zomaar schotels maar ontworpen voor een specifieke snelheid en curve. Alain demonstreert even en ik mag eens proberen. Ik denk aan frisbee maar leer snel dat de manier van vasthouden en uitwerpen totaal anders is. Een tweede poging doet mijn disc helemaal in de verkeerde richting in de struiken belanden. Voor de kunst is er duidelijk nog veel oefening nodig!

De ondergaande zon noopt tot terugkeer, maar wel genietend.


Ruim na Carol en Alain, die met de 'elektrische fiets' waren, kom ik na flink doorstappen op de parking toe. Ik meld even dat ik 'thuis' ben, word prompt uitgenodigd en een biertje na al dat gewandel kan geen kwaad. We raken aan de babbel en tja...

...

Er waren vele gedachten die moesten verwerkt worden. Indrukken vroegen een plaats. Plotse flitsen van inzicht doemden op maar een menselijk brein kan maar zoveel aan. Vermoeid vleide ik mijn hoofd neer, viel prompt in slaap en mijn geronk stoorde niemand. Om half zeven zweefden zwakke geluiden van een toenemend verkeer mijn richting uit maar na rek- en strek bewegingen werden de laatste restjes vermoeidheid afgeschut.

Bij een eerste koffie werden de blinden naar omlaag geschoven. Felle zonnestralen schenen door het dakluik maar dit alles nog bij een frisse temperatuur. Ik hoorde gestommel bij de buren een indicatie dat ook zij op waren en zich klaarmaakten om te vertrekken. Op zoek naar andere speelvelden. Veel plezier en een prettige verderzetting van jullie reis en leven. Wie weet ontmoeten we elkaar op een of ander e Disc Golfcourse. 


Het mag vandaag allemaal iets rustiger. Mijn Body Battery is aan de lage kant en moet met rust aangevuld worden.

Iets in de middag onder een stralende zon bij een temperatuur in de dubbele cijfers vang ik mijn verkenning van Dowaai aan. 

Geschiedenis

De bewogen geschiedenis van de stad is terug te voeren tot het begin van de jaartelling. De locatie van de stad komt waarschijnlijk overeen met die van een Romeins fort uit de 4 de eeuw dat bekend stond als Duacum. Vanaf de 10 de eeuw was de stad een romaans leengoed van de graven van Vlaanderen. De stad werd in de middeleeuwen een bloeiend textielmarktcentrum, historisch bekend als Douay of Doway in het Engels. In 1384 ging het graafschap Vlaanderen over in de domeinen van de hertogen van Boergondië als onderdeel vanaf 1477 van de Habsburgse lappendeken.

In 1667 werd Dowaai ingenomen door de troepen van Lodewijk XIV en bij het Verdraag van Aken van 1668 werd de stad afgestaan aan Frankrijk. Tijdens opeenvolgende belegeringen van 1710 tot 1712 werd Douai bijna volledig verwoest door het Britse leger.

Bij de oprichting van het Noorderdepartement werd Dowaai de hoofdplaats (1790), maar deze functie moest het al snel afstaan aan Rijsel (1803). Wel behield het zijn hof van beroep. Ook de universiteit verhuisde naar Rijsel (1887). De stadsomwalling werd grotendeels afgebroken. Tijdens de 19 de eeuw vestigden zich er belangrijke industrieën waaronder de steenkoolwinning. 

Het lokale vliegveld van La Brayelle was zeer belangrijk in de geschiedenis van de Franse luchtvaart. Het was actief van 1907 tot het midden van de jaren 1950. In 1909 was het de locatie van 's werelds eerste luchtvaartbijeenkomst.

Douai was opnieuw verwikkeld in vijandelijkheden in de eerste wereldoorlog, toen het een groot deel van de oorlog werd bezet door de Duitsers. Het vliegveld van La Brayelle was een basis van Manfred von Richthofen, de Rode Baron. Later in 1918 werd de stad gedeeltelijk verbrand en na de Slag om Kortrijk bevrijd door het Britse leger. Ook de tweede wereldoorlog berokkende veel schade aan de gebouwen in de binnenstad. 

Bezoek

Mijn bezoek vangt aan bij de op 450 m verder gelegen Porte de Valencennes. Deze belangrijke toegangspoort is gotisch (R) aan de ene zijde - 15 de eeuw en classicistisch  (L) - 18 de eeuw aan de andere kant.





De Église Notre-Dame. Oorspronkelijk in de 13 de eeuw gebouwd uit zandsteen en baksteen heeft het enorme schade opgelopen tijdens WO II. Na restauratie werd het op 12 oktober 1980 weer als religieus gebouw in gebruik genomen.




In de schaduw van de kerk, of omgekeerd staat een dan de overgebleven acacia's - Robinia Pseudoacacia die in 1830 geplant werden. Als cité de l'arbre is Dowaai zeer trots op dit natuurlijk 195 jaar oude monument. 

Aan het Place d'Armes met terrassen, rustbanken en waterpartijen is het grotendeels prettig wandelen omdat het autovrij gemaakt is. In het enige overgebleven 18 de eeuwse huis aan het plein bevindt zich het Office de Tourisme.

De blikvanger en toeristen trekpleister van de stad is het Hôtel de Ville en het Belfort. Met de bouw van het stadhuis werd in 1380 begonnen en nat een onderbreking hervat tussen 1471 en 1873. Vanaf de smalle Rue de la Mairie laat dit prachtig gotisch geheel zich moeilijk fotograferen. Het belfort geldt als de vertegenwoordiger van de op de UNESCO werelderfgoedlijst geplaatste belforten van Vlaanderen en Frans-Vlaanderen. Terecht een bezoek meer dan waard. 

Door de overwelfde doorgang kom je op de binnenplaats van het huidige stadhuis. Alleen de loketten waren te bereiken. Voor een rondleiding moet je afspraak maken via het toeristenbureau als ik het goed begrijp. Het bovenste gedeelte van het belfort is rijk versiert. Het carillon met 62 klokken is van recentere datum. Boven op de 58 m hoge toren prijkt een leeuw van Vlaanderen.
 

Verder kris kras door de stad wandelend op zoek naar andere architectonische pareltjes is eerder teleurstellend. Vele panden zijn aan een ernstige opknapbeurt toe waardoor de stad een deel van haar charme verliest. Het oude Hôtel de la Tramerie is daar een treffend voorbeeld van.



Op de stappen terugkerend wordt je beloond met een prachtig zicht op de Onze-Lieve-Vrouw kerk en de Porte de Valencennes op de achtergrond.




...

Ik trakteer mezelf op een rustdagje. Lekker uitslapen. Contacten met het thuisfront onderhouden. Rustig uitgebreid ontbijten. Praatje met de buren.


In het tegenover liggende park wordt stevig stappen afgewisseld met slenteren en wordt uiteindelijk genieten van de zonsondergang. Stilstaan bij opmerkelijke bomen en unaniem opgaan tussen de andere wandelaars. 





De zon als sterke zaklamp door het bladerdek.







Dagen 31-33 -- do 6 - za 8 maart

     Dowaai - Kamerijk (Cambrai) - 27 km

Brave camperaar als ik ben, hou ik mij aan de tijdslimiet van maximum drie dagen. Het is moeilijk inschatten hoe dat gecontroleerd wordt maar waarom zouden we de gastvrijheid verpesten? Dank aan het gemeentebestuur om in deze plek te voorzien. Ook de bewoners werken mee en bezetten de voorbehouden 4 plaatsen niet. Integendeel. Gisteren stonden we met acht zonder hinder te veroorzaken of te ondervinden. Dergelijke zeldzame plekjes moeten gekoesterd worden!

De korte verplaatsing doet zeer Vlaams aan. Dichte bebouwing met veel draaiwerk op de snel opvolgende rotondes. 

Cambrai heeft geen camperplaats. Park4Night beveelt de parking bij het Palais des Grottes aan - gps N 50.17070; O 03.23839. Ik vind een uitstekende plek in het park maar de politie maant mij aan me te verplaatsen. 50 meter verder kan ik mij tussen twee auto's plaatsen. 
Tussen de verplaats bedrijven door maak ik een ontspannende wandeling in het Jardin Public gelegen aan de voet van de Citadelle. Oorspronkelijk als versterking gebouwd door keizer Karel V in 1543. Lodewijk XIV heroverde het fort in 1677. Vauban breidde het uit en in de 19 de eeuw werd de vesting ontmanteld. Alleen de Porte Royale in Toscaanse stijl en het arsenaal (waar nu diverse jeugdverenigingen hun intrek hebben) getuigen nog van dit roemrucht militair verleden.

Een vriendelijke camperaar komt me wijzen op de mogelijkheid om achter het Palais des Grottes te verblijven. Er is nota bene een vakantiebeurs aan de gang met vooral campers. En dat in een plaats die geen officiële camperparking heeft. De parkeerruimte is afgehuurd maar op voorspraak van ons kent ons krijg ik een mooi plekje. Merci beaucoup! Een geruststellende bijkomstigheid. De site wordt 24/24 bewaakt.

Het heeft wat voeten in de grond gehad om er te geraken maar in het midden van het park is dit een gedroomde plaats. Er zijn geen faciliteiten op een vuilton na. Om chill aan de avond te beginnen is het nog genieten van een zonsondergang.



...

Heerlijk geslapen in een rustige omgeving. De wetenschap van een nachtwaker op de site heeft daar niet zoveel toe bijgedragen. Ik ben van nature niet het schrikachtige type.

Bij het ontwaken omringd door andere camperaars. Mijn beste Frans bovengehaald, met voldoende hints naar mijn Nederlandofoon accent om als 'gelijke' aanvaard te worden. Je moet je in Frankrijk niet anders voordoen als wat je werkelijk bent, dat smeed gelijk een band. Best wel grappig om deel uit te maken van een pr campagne voor camperaars. Het bijkomend 'internationaal' accent. Kwestie van potentiële klanten over te schreef te trekken. Un tres bon job de la firme LIBERTIUM.

Na een frisse neus, een eerste koffie, uitgebreid ontbijt en wat babbelend rondhangen, begint de zon erdoor te komen. Ik heb wat spullen nodig en een stevige wandeling naar de dichtste Lidl is goed voor het beoogde stappendoel. 

Mijn hoofd gonst een beetje over de verwerking van wat er in de wereld gaande is. Misschien moet ik mij dat niet al te veel meer aantrekken. Mijn mental coach zegt me dat juist wel te doen en zodoende 'scherp' te blijven. Het beestje is sterker dan mezelf en eerlijk gezegd zou ik dat ook niet anders willen. Voldoende tijd nemen om alles op een rijtje te zetten is gelukkig het privilege voor degenen die tijd hebben of maken.

Temperaturen die naar de 20° neigen, nodigen uit om de zetel buiten te halen en met het gezicht naar de zon smelten te bekommernissen van de wereld in zalig relaxen. 

Ik wacht op het uitdeinen van de massa voor het maken van een wandeling in het park. Waar gisteren nog een uitgebreide professionele fotoshoot aan de gang was, is de kunstmatige grot onschuldig maagdelijk (L). Een gelijkaardige illusie wordt gewekt bij de vijver (R).    

Bij het ondergaan van de zon neemt de temperatuur hand over hand af. Er zit niets anders op dan de deur dicht te trekken en de warmte binnen te houden. Het aantrekken van een dikke trui vervangt het comfort van bijverwarming. Hoe milieubewust kan een mens zijn? 

...

Terwijl de zon de ochtendkilte langzaam verdrijft, neemt het komen en gaan op de parking toe. Tijdens mijn eerste koffie, met kopje in de hand, kan ik met enkele nieuw aangekomenen kennismaken. Het wordt duidelijk dan vandaag een topdag voor de beurs zal zijn. Er is ruime belangstelling - om te kijken. Ik zie weinig contractonderhandelingen. 

Nu het schitterende weer aanhoudt wil ik mij graag tussen de dagjesmensen begeven voor een verkenning van de binnenstad.


Aan de rand van het park valt mijn oog al gelijk op enkele goed bewaarde panden. Villa's uit de 19 de eeuw.


De binnenstad is niet zo groot en heeft min of meer het middeleeuwse stratenplan behouden. Er zijn geen delen autovrij gemaakt wat een bezoek bemoeilijkt. Je moet constant rekening houden met verkeer.

De Porte de Paris is het enige overgebleven deel van de oorspronkelijke omwalling uit de 14 de eeuw. Met de ontmanteling van de omwalling begonnen in 1892 verloor de poort haar functie van zuidelijke toegang tot de stad. 

In het Maison Espagnole is nu het Office du Tourisme gevestigd. Dit huis werd in 1595 gebouwd gedurende de Spaanse bezetting, vandaar de naam. Dit is het enig overgebleven voorbeeld van dit type huis zoals gangbaar vanaf de middeleeuwen tot de 17 de eeuw. De ondersteunende muren zijn van steen en de overkapping van hout. Het dak is belegd met leisteen.  

De oorspronkelijk abdijkerk van Saint-Aubert is helemaal ingekapseld door huizen en wordt beheerst door de toren van Saint-Géry en werd zo Église Saint-Gery maar laat zich moeilijk op foto vastleggen. Gebouwd tussen 1698 en 1745 doet de buitenkant niet vermoeden welk pareltje het interieur is. 



Interieur 

Verschillende archeologische opgravingen hebben de dunne maar reële lijnen blootgelegd die het met de Gallo-Romeinse tijd verbinden. In de loop der eeuwen heeft het gebouw, net als elk ander groeiend gebouw, de stijlen Romaans, Gotisch, Renaissance, Classicistisch en zelfs een tikkeltje Barok ondergaan.

In de loop van duizend jaar heeft elk tijdperk zijn sporen nagelaten, om nog maar te zwijgen van de verwoestingen door branden en de wonden die oorlogen aanrichtten.


Opmerkelijk is het doksaal uit 1632 van veelkleurig marmer, gebeeldhouwd door de Cambrische kunstenaar Jaspar Marsy.

De zes panelen beelden de wonderen van Jezus uit.  




Het grote orgel werd in 1867 door Merklin gebouwd en in 1933 gerestaureerd door orgelbouwer Jacquot. Het instrument werd in 1978 herbouwd door René Godefroy, waarbij van een romantische stijl werd overgestapt op een klassieke stijl van het 18 de eeuwse Scandinavische type. De compositie bestaat uit 41 registers verdeeld over drie klavieren. Het instrument onderging aanvullende werkzaamheden in 1998 door de instrumentenbouwer Michel Garnier (herharmonisatie en afstoffen) en vervolgens in 2007-2008 door de instrumentenbouwer Daniel Decavel (verhoging van de windladen).

Op de Graflegging van Rubens zijn Sint Jozef van Arimathea en Nikodemus  afgebeeld die het lichaam van Jezus dragen, vergezeld door Johannes en de drie heilige vrouwen. Een van deze vrouwen is Maria in blauwe kleding, de andere is Magdalena in groene kleding, vertegenwoordigd door Isabella Brant, model en destijds eerste echtgenote van Rubens. Dit schilderij werd gekocht door kanunnik Sébastien Briquet en in 1616 geschonken aan de kapucijnen van Kamerijk voor de kerk van Saint-Aubert, de huidige Saint-Géry. Voor de Graflegging, ook wel de Kruisafneming genoemd, liet Rubens in 1616 Christus naakt maken. Volgens Eugène Bouly is het niet meer intact: "Een vreemde hand heeft een sluier over dit schilderij gelegd waarvan het fatsoen meende dat hij die moest opleggen". De retouchering wordt toegeschreven aan Anoniem uit Antwerpen. Het Mercure de France roept de woede van Rubens op: "De monniken achtten zich niet verslagen door een dergelijke weergave van Christus en vonden een schilder schaamteloos genoeg om Rubens' meesterwerk met zijn penseel te prostitueren. De hand van de anonieme Antwerpenaar beefde ongetwijfeld, want niets is zo erg als die kwijlerige, wittige vlek die hij smeerde". Rubens, die de prijs voor zijn schilderij niet had gekregen, keerde enige tijd later terug naar Kamerijk en bezocht de abdij van Saint-Aubert. Bij het zien van de domme heiligschennis greep hij een ladder, rende naar het schilderij en sneed er met een grote dolksteek in.

Het belfort

De toren is 62,5 meter hoog en werd gebouwd tussen 1447 en 1474. Het is een van de 56 belforten in België en Frankrijk die tot werelderfgoed van de UNESCO verklaard zijn.
 


Deze van oorsprong toren van de Sint-Maartens kerk werd aan de woede van de Franse Revolutie onttrokken omdat het vanaf 1550 als belfort werd gebruikt.





Mijn bezoek wordt afgrond bij de Porte Notre-Dame

Zoals wij het vandaag de dag zien, bestaat de Notre-Damepoort uit een hoge gewelfde doorgang, een vloer met een wachtruimte en een dak met drie dakkapellen. De voorgevel is versierd met een ruitvormig bossagewerk en herbergt een nis waarin een maagd met kind is afgebeeld. Vier rijen zuilen reiken tot de volledige hoogte en eindigen in vier pinakels (twee zijn verwijderd). Op het dak bevindt zich een fronton met daarboven een sculptuur die een buste van een soldaat voorstelt, omringd door vlaggen. Na de inname van Kamerijk door de koning en de Franse troepen in 1677 werd op dit fronton een zon afgebeeld, symbool van de macht van Lodewijk XIV.


De terugweg naar de parking voert langs de Boulevard Faidherbe. Na het slechten van de wallen en het opvullen van de grachten ontstonden ruime boulevards. Langs deze boulevards werden herenhuizen in diverse stijlen opgetrokken. Naargelang de smaak van de bouwers zijn oosterse, middeleeuwse, renaissance en barok elementen te zien. Spijtig dat dit negentiende eeuwse zicht stilaan aan het verdwijnen is door de huizendruk uit de 20 ste en 21 ste eeuw.  

De zon blijft van de partij en er kan al eens een schuchtere poging worden gedaan om in T-shirt daarvan te genieten.


Mijn eerste verkenning van dit Noordelijkste deel van Frankrijk nodigt uit tot een verder uitgebreider bezoek. Zon, warmte en langere dagen lokken mij dieper Frankrijk in. Verder te volgen op de pagina Rondrit Frankrijk 2025.








Reacties

Een reactie posten