Sardinië 2019

Van de twee grote Italiaanse eilanden - Sicilië en Sardinië, is de laatste bij mij de minst bekende. Bij navraag ook in mijn vriendenkring. Zeer ten onrechte zal op deze tocht blijken! Sicilië heb ik in 2013 bezocht (zie post : Reis- en bezoekschema Zuid Italië - Sicilië 2013). Dit jaar willen we daar Sardinië aan toe voegen..
Het ligt pal ten zuiden van Corsica en ten westen van de laars van Italië. Met z'n 24.090 km² en 1,65 miljoen inwoners vormt het een autonome regio binnen de Italiaanse Republiek. De hoofdstad Cagliari  ligt in het zuiden. Sardinië dankt haar naam aan de Romeinen en heeft op haar beurt haar naam gegeven aan de vissoort waarvan er jaarlijks miljoenen worden gevangen en gegeten. 



Het eiland heeft een subtropisch klimaat. Het kan zich niet onttrekken aan de invloed van de wind - de mistral in de winter en de sirocco in de zomer. Beter niet in de hoogzomer neerstrijken. In september gaan de temperaturen nog vlotjes boven de 30° C.
De ontelbare kleine, zanderige baaitjes vragen om een bezoekje. Het soms ruige en bij wijlen moeilijk toegankelijke binnenland wacht op een verkenning. De hoogste top, Punta Marmora van ruim 1800 m blijft toch ongeveer 1000 meter lager dan de hoogste top op de noordelijke buur Corsica.

Prehistorische stammen hebben tot de verbeelding sprekende monumenten nagelaten, zoals de duizenden  her en der verspreid staande Nuraghi. Later kwamen de Feniciërs en Carthagers (500 v. Chr.). Daarna de Romeinen en Vandalen met in hun kielzog de Byzantijnen en in de 11 de eeuw de Saracenen. De diverse stadstaten van het vasteland lieten zich vervolgens niet onbetuigd. Ook Fransen en Spanjaarden drukten hun stempel. Het resultaat van dat alles - een smeltkroes van volkeren en culturen.

Het bezoek aan dit eiland belooft een prachtige ervaring te worden. Een waar wandelparadijs, met voor elk wat wils. Duitsers en Zwitsers hebben het al ontdekt. Sardijnen kom je dan weer tegen op de talrijke stranden - zij weten de 'juiste' plekjes te vinden. Ik sta open voor een ongetwijfeld prachtig nieuw reisavontuur.



Dag 1 - vr  6 september

     Oostende - Aire de Saint Remy - 387 km


Om 17:00 u uit Oostende vertrokken met de bedoeling de aire in Berchem Luxemburg te bereiken. Met wat vertraging rond Gent en Brussel, kunnen tanken in Berchem.  Helaas geen parkeerplaats gevonden. De parking afgeladen vol met vrachtwagens, waarschijnlijk wegens het komende weekeinde, waarop camions niet in Frankrijk mogen rijden.

Doorgereden tot de Aire van Saint Remy. Hier ook van hetzelfde, goed vol maar met toch nog enkele vrije plaatsen, die zeer gegeerd zijn.  Op het moment dat ik achteruit manoeuvreer om een plaatsje in te nemen, is er ook een Poolse bestuurder bezig met hetzelfde idee. Resultaat bam ... of wat een linker achterlicht lijden kan. Op de reeds aanwezige barstjes die gelukkig gelijmd konden worden, valt er niets anders te doen dan de scherven bijeen te rapen en met wat tapewerk kan het euvel toch nog (tijdelijk) verholpen worden. Over de schuldvraag is er enig heen en weer gepraat, maar de alleenstaande Belg is in de minderheid bij het contingent Polen van ons kent ons.  Aangezien de schade enigszins beperkt is, laten we het maar voor wat het is. In de geest van de nieuwe Europese verbroedering zal de grote broer uit het westen maar het meeste verstand gebruiken ten aanzien van de 'nieuwkomers' uit het oosten.

Een bewogen aankomst om 22:15 u na 387 km.

Dag 2 - za  7 september

     Aire de Saint Remy - Fessenheim - 252 km

Om 9:00 u  vertrokken na een verder rustige nacht. Tot Colmar goed kunnen doorrijden. Dan wat draai en keerwerk naar de goed en zeer rustig gelegen CP te Fessenheim (gps N 47.91833; O 07.53139). Ruime parking bij de sportterreinen.
Alle faciliteiten zijn voorhanden. Op slechts 5 min is er een Leclerq supermarkt met tankstation. Om 12:15 u na 252 km aangekomen.

Deze CP is minder geschikt als doorreisplaats. Eerder als goed gelegen om de streek te verkennen, bij voorkeur met de fiets. In de middag een rondrit langs de Rijn gemaakt van 35 km. Er is verder niets te doen, buiten enthousiast mee supporteren met de voetbalmama's.  
Ook 's avonds valt er in Fessenheim niet veel te beleven - in feite niets.

Op de parking wat beelden kunnen schieten van deze - voor mij - merkwaardige bomen.


Dag 3 - zo  8 september

     Fessenheim - Livorno - 719 km

Even om de hoek gaan tanken. Hier kan dat nog aan € 1,380/l een prijs vergelijkbaar met bij ons. Zwitserland en Italië zijn merkbaar duurder, dus de tank maar volgegooid.

De eerste 15 km tussen Fessenheim en Neuenburg-am-Rhein langs de D 468 is het een beetje van dorp naar dorp hoppen.  Eenmaal op de A 5 goed kunnen doorrijden.
Wegens aanhoudende regenbuien, soms hele felle, niet kunnen genieten van het Zwitserse landschap. 

Gelukkig had mijn gps mij op tijd gewaarschuwd voor stilstaand verkeer bij de Gotthardtunnel.
De rit over de Col was wegens het slechte weer ook geen pretje. Ik heb een foto genomen, maar daar is helaas niets op te zien.  Eenmaal over de top verwelkomt de zon me in Italië.

Zeer vlot kunnen doorrijden op de snelweg naar Livorno. Niet te veel stilgestaan bij wat eventueel zou kunnen gebeuren bij het oversteken van bruggen. Een instorting komt dan ook zo onwaarschijnlijk zelden voor dat we (bijna) zorgeloos genieten.

Voor we de Porto di Livorno oprijden doe ik de tank nog eens vol. € 1,439/l is een aangename positieve verrassing bij wat ik mij van mijn vorige Italië reis herinner met prijzen van boven de € 1,7/l.
Ik heb niet op voorhand geboekt voor de oversteek. Het ticket kost mij en de camper € 76,10, zonder cabine. We hebben nog ruim de tijd om te eten. De afvaart is voorzien om 24:00 u en de inscheping begint om 23:00 u. Het grote aantal campers dat in de buik van Moby Dick moet gestouwd worden, valt op. Ik hoop stilletjes dat ik deze niet op mijn geselecteerde overnachtingsplaatsen tegenkom. Zonder problemen geraken we allemaal aan boord en kan de oversteek beginnen. In het zitgedeelte is er voldoende plaats en kunnen we ons installeren voor de nacht. 


                Olbia - Alghero

Dag 4 - ma  9 september

     Livorno - overzet - San Pantaleo - 46 km

Van echt goed slapen in zo'n Pullmanseat kan er helaas geen sprake zijn. Gelukkig kon ik mij uitstrekken over drie zetels. De kenners hebben hun slaapzak en zelfs luchtmatras mee. Een ideetje voor een volgende keer.
Bij het ochtendgloren laat ik een blik vallen op het tot dan nog onbekende eiland. Bij een eerste indruk vallen de ruwheid en de hoogte van de kustlijn nogal mee. Maar schijn bedriegt na-tuurlijk. Het is uitkijken naar de verkenning. Het straalt onmiskenbaar een zekere aantrekkingskracht uit. 

De doortocht van de Costa Smeralda is geen meevaller. Geen parkeermogelijkheden. Porto Cervo geeft een zeer mondaine indruk, maar alles is wel kraaknet en goed onderhouden. Niet echt kunnen genieten van het zicht. Een eerste indicatie dat campers niet altijd even welkom zijn!

Doorgereden naar San Pantaleo. Aangekomen om 10:00 u.
De aangegeven parking gevonden in de staat die je volgens Google Street Vieuw kunt verwachten. Vlak naast de SP 73 (gps N 41.04867; O 09.47025). Zeer rustig maar niet echt proper. Er is een watertap als je die kunt vinden.

We gebruiken de parking als uitvalsbasis voor de verkenning van de granietrotsen. Wandeling # 7 uit de gids (zie dankbetuiging).

Het is ongeveer 850m wandelen tot aan het begin van de eigenlijke wandeling.  Een prettige eerste kennismaking met de geologische diversiteit van het eiland.

Een aanvankelijk gemakkelijk te volgen pad brengt ons bij een reeks schelpvormige grotten. We maken ook kennis met het wandelen door dichte macchie.

Een kleine panoramaopening geeft een heerlijk uitzicht op San Pantaleo en de Golf van Azachena.
Af en toe moeten rotspartijen worden overwonnen.
Zo houden tijdens de tocht  de draak en de schildpad een oogje in het zeil.




Deze stevige wandeling brengt me na ongeveer 3 u terug bij de camper voor een welverdiend aperitief.

De aangename avondverkenning van het gezellige San Pantaleo brengt me naar dit bergdorpje zonder kapsones. Vooral locale bewoners doen hier de terrasjes aan.

Dag 5 - di  10 september

     San Pantaleo - Arzachena - Palau - 24 km

Om 9:15 u vertrokken naar de 8 km verder gelegen P bij het ticket office te Arzachena (gps N 41.06875; O 09.40961) voor het bezoek van de verschillende historische sites.
Rond het stadje Arzachena zijn 7 van de ontelbare archeologische sites die het eiland telt, te bezoeken.

Een combiticket biedt een serieuze korting. Ik heb enkele van de neolithische vindplaatsen met de fiets aangedaan.
Tijdens dit bezoek heb ik mij vooral gericht op de niet-nuraghi sites. Die worden gespaard voor later.
De rondrit van 25 km bracht me onder andere bij de Tomba di Giganti Coddu Vecchju. Deze megalitische graftombe uit de Bronstijd is gebouwd in twee verschillende periodes. Een eerste fase de 'klassieke' Dolmen-achtige grafkamer die je ook elders in Europa vindt.
Het typische halfcirkelvormige fronton is uit de nuraghi periode en geeft het monument zijn naam - reuzengraf.

Een inspannend vervolg van de fietstocht brengt me bij de Necropolis Li Muri. Dit is de oudste Europese bekende pa-leolitische begraafplaats in zijn soort.


De begrafenisrituelen van de diverse oude bevolkingsgroepen uit die tijd vertonen zeer sterke overeenkomsten. Een vermoeden van een gezamenlijke afkomst en overtuiging dringt zich zeker op. Ik heb dergelijke sites over heel Europa bezocht en de gelijkenissen zijn op zijn minst opvallend.

De enkele km verder gelegen Tomba di Giganti Li Lolghi verschilt van het eerder bezocht grafmonument vooral in zijn ligging.
Waar Coddu Vecchju eerder laag ligt, is deze gebouwd op de top van een helling.
Waarschijnlijk moest het ook dienen als baken voor een bepaalde stam of om de status van de overledene te benadrukken.

Na deze historische onderdompeling in het verleden is het tijd om naar het heden terug te keren.
Doorgereden naar de 16 km verder gelegen Camping Acapulco te Palau (gps N 41.18618; O 09.37675). Het is een hele belevenis om geïnstalleerd te geraken. Een mens vraagt zich  af hoe ze het verzonnen krijgen om op een eiland met zoveel ruimte alles zo benepen te maken.
De vriendelijke en behulpzame ontvangst maakt dan zeer veel goed.

Een wandeling langs de kust brengt je zo bij de haven en in de binnenstad.


Dag 6 - wo  11 september

     Bezoek Isolas Maddalena en Caprera

Vroeg vertrokken voor de fietsverkenning van de Maddalena Archipel.
Om de eilandengroep te bezoeken worden er diverse mogelijkheden aangeboden. Van zeer luxueus tot bescheiden. Ik heb gekozen voor de reguliere overzet.
De Maddalena Lines brengt jou en je fiets voor € 21,00 heen en terug. Elk half uur is er een afvaart (maanden juli-september); een ticket kun je aan boord krijgen en de retourvaart mag je zelf kiezen.

Om het maximale uit het bezoek te halen, heb ik mijn fiets meegenomen. Een tocht van 50 km heeft me rond de twee belangrijkste eilanden gebracht.

Persoonlijk heb ik meer genoten van de zichten op Caprera – een aanrader. Om echt te kunnen genieten is het misschien wenselijk een elektrische fiets te gebruiken, tenzij je een echte fietsliefhebber bent en met het constante bergop en -af je gading vindt. Mijn buur op de camping heeft zowaar 4 verschillende exemplaren bij, één voor elk terrein. Hij ziet er zeer afgetraind uit maar is minstens 20 jaar jonger.

Imposante rotspartijen worden afgewisseld met liefelijke baai-tjes waar het heerlijk zonnen en zwemmen is. Een mens zou hier oud kunnen worden.

De korte klimmetjes zijn best wel heftig. Deze naar het oude militaire fort bijvoorbeeld is zeer lastig. Maar ...
... het uitzicht is grandioos. De militairen wisten waar ze hun versterkingen moesten plaatsen. Strategisch zeer goed gelegen en het uitzicht namen ze er graag gratis bij.

Spijtig dat een foto niet alles weergeeft. 


Op de terugtocht even een bezoekje gebracht aan één van de stichters van het verenigde Italië. Allee zijn huis dan, het Casa di Garibaldi - nu een museum.


Terug over het Ponte richting Maddalena. Ik ben net te laat voor de inscheping en dompel me onder in de drukte van dit gezellige, zeer toeristische havenstadje. Tijd voor wat gekeuvel met een groepje Gentenaars.  De enige Belgen die ik op de tocht ontmoet heb.

Op het pleintje mag de foto met één van de vaders des vaderlands natuurlijk niet ontbreken.
De dame in het venster zag dat het goed was.

Een zeer geslaagd bezoek, maar het wordt tijd voor de terugvaart.


Het voorspelde minder goede weer blijkt mee te vallen en we kunnen nog een beetje zonnen. Bij zonsondergang kan er zelfs een duikje in zee gedaan wor-den.
O ja, de afwas is iets waar zelfs de mannen niet toe moeten aangepord worden. Weinigen hebben zo'n uitzicht tijdens zulk een noodzakelijke bezigheid. Je zou er zowaar extra afwas bij verzinnen.

Dag 7 - do12 september

     Palau - Santa Teresa - 27 km

Om 9:30 u vertrokken naar het 27 km verder gelegen Santa Teresa.
Geparkeerd bij de prachtige Marina Touristica (gps N 41.23479; O 09.19251) aan de Molo Piazza del Tempo. Voor € 0,50 per uur kun je parkeren van 09:00 – 20:00 u. Er zijn geen voorzieningen. De nacht is gratis. Het is er zeer rustig.

De parking wordt als basis voor de verkenning gebruikt.
 Met de fiets naar Capo Testa – heen en terug 15 km. De kaap is een toeristische trekpleister en gelukkig heb ik besloten deze niet met de camper te bezoeken. Je kunt hem nergens kwijt. De aanwezige parkings zijn afgeladen vol met personenwagens en er wordt fijntjes bij gezegd dat campers niet zijn toegelaten.

Ik laat mijn fiets achter bij de oude vuurtoren. Op de kaap een deel van wandeling # 5 gemaakt. Paadjes her en der, in het begin door macchie, leiden je over kliffen van graniet naar de top waar je een prachtig uitzicht hebt over noorderbuur Corsica.  



De fiets bij de camper achtergelaten voor een verkenning van Santa Teresa. Langs de haven richting overzet naar Corsica is het een kleine 10 min naar het centrum.
Vanaf een uitzichtplatform heb je een mooi uitzicht op het Spiaggia Rena Bianca. Zeer drukke bezetting en ik stel mijn strandbezoek uit tot een volgende keer. De Torre di Langosardo uit de 16 de eeuw, gebouwd op last van Filips II van Spanje, beheerst de baai en verdient een bezoekje.

Van hieruit prachtig zicht op de baai en Corsica.
Nog wat rondgehangen op het centrale plein en per ongeluk via het noorden van de stad richting Marina. Ik kom op het terrein van het hotel uit en een vriendelijke jongen van Afrikaanse oorsprong toont me de weg naar de parking. Een deel van zijn uitleg is in het Frans en toen hij doorhad dat ik uit België kwam lichtte zijn blik helemaal op. Prompt toont hij trots zijn scherm van zijn gsm met de foto van onze eigenste Eden. Hij wordt bijna lyrisch. De impact die die jongens hebben als rolmodel en misschien een klein beetje als droommodel, valt niet te onderschatten.

Terug op de parking heb ik er een buur bijgekregen die een beetje ongerust is over het al of niet mogen parkeren. Ik toon hem het bord met de betaaltijden. Gerustgesteld hebben we nog een leuke babbel en wisselen wat weetjes uit.  

Dag 8 - vr  13 september

     Santa Teresa - Aggius - 71 km

Ik vertrek ruim voor 9:00 u naar de 35 km verder gelegen parking aan de Costa Paradiso.
Het is de bedoeling om van hieruit een deel van de kust te verkennen – wandeling # 4. Bij de ingang van wat een vakantie resort blijkt te zijn, staan er duidelijke borden dat campers niet toegelaten zijn. Braaf als ik ben laat ik mijn wagen achter en loop te voet verder en kies natuurlijk bij de afslag voor de verkeerde kant. Ik dus helemaal door het vakantieparadijs naar het uitzichtpunt. Van hieruit heb je een goed zicht op de oorspronkelijk bedoelde parking – en wat blijkt … ik zie natuurlijk campers staan.
Op de terugweg kan ik mij troosten met de trieste blik van papa Abe die ook waakt over dezen die niet in het paradijs welkom zijn. Toch een flinke wandeling die me twee uur gekost heeft gelukkig met hier en daar een blik op de beloofde 'paradijselijke' kust.


Terug bij de camper aangekomen bemerk ik dat de kenners (misschien weters?) zich van de verbodstekens niets aantrekken en gewoon doorrijden. Achteraf gezien had ik dat beter ook gedaan.

Ik verlaat de kust voor een verkenning van het hinterland. De SP 74 brengt me door de Valle della Luna naar het 40 km verder gelegen Aggius. Spijtig dat er zo weinig stopplaatsen zijn in deze schilder-achtige maanvallei.
De stopplaats voor vandaag is het Argiturismo Il Muto di Gallura (gps N 40.92253; O 09.06862). Hier is op een weide plaats ingeruimd voor wat campers. Opgelet! De oprit is nogal steil en in feite niet zo geschikt voor langere campers. Er zijn geen faciliteiten. Het is de bedoeling dat je er ook blijft eten maar dat hoeft niet.  



Het geplande bezoek aan Tempio Pausania (met de fiets) wordt vervangen door een verkenning van het plaatsje Aggius – te voet. Aan de rand van het dorp is er een kunstmatig meertje waarrond een wandelpark is aangelegd dat door nogal wat families wordt gebruikt.
Terug bij de camper wordt de rest van de middag gebruikt om wat bij te kleuren. Ondertussen zijn er ook enkele campervrienden bijgekomen. Bij de boerderij is ook een klein museum (gesloten) en zijn er wat 'oudere' landbouwmachines te zien. Met deze maisverwerker zal er waarschijnlijk niet veel meer verwerkt worden.

Tegen cenatijd (20 u) worden we vriendelijk onthaald door de ober die duidelijk niet de Il Muto (de stomme) is. Op z'n Italiaans wordt met veel gegesticuleer en een waterval van woorden uitgebreid uitgelegd wat er op het menu staat. Er wordt maar één menu aangeboden, maar deze bestaat dan ook uit uitgelezen Italiaanse gerechten. Voor € 45,00 krijg je meer dan voldoende, aperitief, wijn (volle fles per persoon) en digestief inbegrepen. Een aanrader voor wie rustiek verkiest boven het gebruikelijke.

Dag 9 - za  14 september

     Aggius - Vallicciola - 23 km

Om 07:00 u vertrokken om de verwachte toestroom van dagjesmensen voor te zijn. In Tempio gestopt om inkopen te doen. De warenhuizen gaan hier al open om 08:00 en ik was dus bij de eerste gasten. Vandaag is het net ook marktdag en daardoor helemaal rond Tempio moeten rondrijden.
18 km verder kom ik via een alpijnse weg om 09:00 u aan op de camperparking (gps N 40.85138; O 09.15213) die deel uitmaakt van een park dat is aangelegd met Europees geld. Er staan reeds enkele campers. Helaas werkt niets van de infrastructuur. Spijtig – met een beetje inspanning is er wel iets van te maken. Voorlopig sta ik ook op het hoogste punt van deze rondrit – 1053 m.
De parking wordt als ver-trekpunt gebruikt voor di-verse zeer goed aangegeven en bewegwijzerde wandelroutes in het Limbaragebergte. 



Ik beslis eerst wat in te lopen en inspireer me op mijn wandelgids – wandeling # 10.
Bij de Punti Panoramici verlaat ik wandeling # 10 en schakel over op de plaatselijke wandeling B.

Het plateau van de Punta Balistreri met de grote zend-masten is nooit veraf. Een pad leidt hier tussen het zadel naar het plateau dat we oversteken. Het pad daalt verder af naar de Chiesa della Madonna delle Neve.

De rood-witte streepjes die we kennen van GR-wandelingen brengen ons aan de voet van de Punta Giugantinu – 1.333 m. Een vrij technische beklimming brengt me met behulp van enkele steenmannetjes als aanwijzing, naar de top met een schitterend zicht op het landschap. 
Digibeet als ik ben, slaag ik er niet in een selfie te maken. Vandaar een foto van mijn rugzak aan het kruis. Ondertussen heb ik de simpele handeling door. Tijdens de afdaling neem ik de gemakkelijkste weg naar beneden, maar ik daal een beetje te diep en moet weer iets naar boven. Eenmaal terug op het pad is het de markeringen volgen tot aan de parking.

Nog een beetje genieten van de zon en bij een natje wat bijpraten met de andere camperaars.

Dag 10 - zo  15 september

     Vallicciola - Porto Torres - 113 km

De eerste 33 km naar Oschiri langs de schilderachtige S 392 voert langs de Lago del Coghinas.
We stoppen bij de abdijkerk Santissima di Saccargia***. Hier is een loopwedstrijd aan de gang maar ik mag toch het terrein op voor een bezoek. Gelukkig vertrekt er net een tourbus en wordt het wat rustiger op de site. 
De Basilica della Santissima Trinità di Saccargia is ongetwijfeld de beroemdste kerk van Sardinië. Het bevindt zich, samen met nog enkele overblijfselen van een abdij, geïsoleerd in een breed dal aan de E 840 op 17 km ten ZO van Sassari.
Deze kerk in typisch Romaans-Toscaanse stijl werd gebouwd in een gestreept patroon van afwisselend zwart trachiet en wit kalk-steen.
De kerk werd  op 5 oktober 1116 gewijd. Verdere uitbreidingen dateren uit 1118 tot 1120 met de verlenging van een beuk in het schip (met een lengte die afwijkt van de Romaanse architectuur uit die tijd in Sardinië), het ophogen van de muren, een nieuwe gevel en de constructie van de zeer hoge, vierkante klokkentoren (41 m hoog en 8 m breed). De portico aan de voorgevel, enig in zijn soort voor een kerk op Sardinië, is waarschijnlijk later toegevoegd, toen de kerk al voltooid was, en wordt toegeschreven aan arbeiders uit Lucca. Aan het einde van 14 de eeuw of begin 15 de eeuw werd de kapel van St. Maddalena toegevoegd aan de noordelijke gevel van het transept. De overblijfselen van de abdij dateren uit dezelfde periode.
Een architectonisch pareltje dat in een bezoek aan Sardinië niet mag worden overgeslagen.

Op de S 597 of E 840 naar Sassari kunnen we voor de verandering eens goed doorrijden. De Parking aan de Piazale Giovani Falcone (gps N 40.71466; O 08.54218) ligt net naast deze weg. Gelukkig is het zondag en is er zeer veel plaats. Naar het centrum is het slechts 1,5 km wandelen. Deze stad met 130.000 inwoners is zeer uitgestrekt. Er is praktisch geen hoogbouw. Het historische hart is vrij labyrintachtig.
Aan een klein pleintje ligt de Duomo di San Nicola**. Het werd in de Romaanse stijl in de 12 de eeuw gebouwd. Het huidige gebouw bevat ook gotische, renaissance, barok en neoklassieke elementen.
Rustig op een bankje een kleinigheid gegeten en gedronken, vooral dat laatste niet vergeten bij temperaturen van rond de 35°.

Nog wat gekuierd in het oude centrum en dan terug naar de camper. Hier een eerste indicatie van op komst zijnde problemen – ik krijg met moeite gestart.

De volgende stopplaats ligt op ongeveer 10 km ten ZO van Porto Torres. We kunnen parkeren bij de interessante vindplaats Monte d'Accoddi (naar het archaïsche woord kodi - steen) uit de neolithische periode c. 4000-3650 v. Chr.
Het werd in een veld, eigendom van de Segni familie, in 1954 ontdekt. De 'kunstmatige heuvel' bleek na opgravingen een piramide altaar te verbergen waar-schijnlijk gewijd aan een godin.

Het oorspronkelijke Ozieri bouwwerk werd verlaten of vernietigd rond 3000 v. Chr. Rond 2800 v. Chr. werd er dan een nieuw platform van 36 m x 29 m aangelegd als basis voor een ziggurat (trappiramide) naar Mesopotamisch model.
Opgravingen hebben aangetoond dat de tempel werd gebruikt voor dierlijke slachtoffers, waarbij overblijfselen van schapen, koeien en varkens werden gevonden. Dit maakt het complex tot één van de oudste offerplaatsen in West-Europa.
De site schijnt rond 1800 v. Chr. verlaten te zijn geworden rond het begin van het Nuraghe tijdperk.


Tegen 15:00 u bereik ik dan de P bij Porto Torres (gps 40.83635; O 08.41832) tussen het strand en het Parco Robert Baden-Powell. Dit is een gemengde parking. Er zijn geen voorzieningen - daar het zondag is, zijn zelfs de vuilbakken overvol. Na het ondergaan van de zon vertrekken alle dagjesmensen en heb je de parking voor jezelf. Er wordt regelmatig door de lokale Policia gepatrouilleerd en dat geeft wel een veilig gevoel.
 Een wandeling van ongeveer 3 km langs de haven, brengt me bij het Parco Archeologica di Turris Libisonos – de oude Romeinse stad. De oorspron-kelijke nederzetting was gelegen aan beide oevers van de Rio Mannu.
Op het hoogtepunt van zijn ontwikkeling, tussen het einde van de 2 de en het begin van de 3 de eeuw, reorganiseerde de stad zichzelf in de buurt van de nieuwe haven, misschien wel op de plaats van het huidige dok. De stedelijke groei kwam aan het begin van de vijfde eeuw tot stilstand, samenvallend met de ernstige crisis van het West-Romeinse rijk.


Nog steeds zijn overblijfselen uit de eerste eeuw en het midden van de keizertijd zichtbaar. Er zijn resten van marmeren decoraties, bas-reliëfs, beelden en verfijnde mozaïeken te zien.

Enkele meters verder ligt de Ponte Romano uit de eerste eeuw. De brug is 135 meter lang en geplaatst op zeven bogen aflopend naar het oosten. De brug werd in de twintigste eeuw bedekt met asfalt en werd gebruikt tot de jaren zestig.
Het monument werd in de jaren tachtig gesloten voor transitvoertuigen. De recente restauratie heeft de oude Romeinse bestrating aan het licht gebracht.

Een bordje laat ons weten dat de brug uit de eerste eeuw stamt. De brug zal ongetwijfeld het bordje overleven.

Prettig is ook dat het monument toegankelijk is voor rolstoelgebruikers.
Spijtig dat de site wat in een afgelegen, niet zo toeristvriendelijk gedeelte van de stad ligt.


De kortere route door de stad brengt me onderweg langs de Basilica San Gavino***.
Deze proto-romaanse kerk is een voormalige kathedraal en is nu een plaats voor de verering van lokale martelaren en een parochiekerk. De vroegste verwijzing naar de kerk dateert uit 1065. Hertog Gonario I droeg de bouw op aan Pisaanse meesters. De kerk werd ingewijd in 1080. Een pareltje!


Naast het portaal is links en rechts het wapenschild van de hertogen van Porto Torres aangebracht.

's  Avonds nog een wandeling gemaakt langs de zeepromenade om een frisse neus te halen.

Dag 11 - ma  16 september

     Porto Torres - Stintino - 25 km

Vandaag kijken we uit naar het bezoek aan één van de mooiste stranden van Sardinië. We zijn benieuwd!
 Verplaatst naar de Area La Pineta enkele km ten zuiden van Stintino. Deze CP (gps N 40.86817; O 08.23633) heeft alle voorzieningen – ook warme douches. Zeer pro in uitbating. Men kan er ook gewoon de camper servicen en dan verder rijden.
 De plaats gebruikt als uitvalsbasis voor een fietsver-kenning van de Capo Falcone en de Spiaggia della Pelosa. Een ritje van 30 km. Het strand ligt in een schitterende setting.

Maar ... het is er afgeladen vol. Zo'n bezetting heb ik zelfs nooit aan onze kust gezien. De echte kwaliteitsstranden zijn dan ook zeer klein en schaars.
Het strand wordt zo beschermd dat een enkelvoudig strandlaken of handdoek niet voldoende zijn. Tussen je strandhanddoek en het zand moet je een extra matje gebruiken.
Het is er zo druk dat zelfs pootjebaden geen sinecure is. Na een half uurtje ben ik op de vlucht 'geslaan'. Ik hou meer van de rustige stilte!

Op de terugweg een ommetje gemaakt naar de Spiaggia Le Saline.


Een zeer uitgestrekt strand maar niet met de kwaliteit van La Pelosa. Dat is ook duidelijk aan de bezetting te zien. Hier heb je ruimte zat maar … in zee gaan doe je best met strandsandalen.
Op het strand een beetje kunnen bijkleuren.


Ik ontdek ook de alternatieve CP – die waarschijnlijk alleen gedoogd wordt in het 'laagseizoen' – (gps N 40.90319; O 08.23557). De parking is zeer druk bezet.  

Een verkenning van het haventje waar de bootjes vertrekken voor een bezoek aan Isola Asinara, waar je de in het wild levende witte ezeltjes kunt vinden, levert alleen een gesloten kantoortje op. De eenzame toerist wordt nonchalant genegeerd. Verhuren is blijkbaar een groepsgebeuren. 
In Stintino zelf valt er ook niet veel te beleven. Het straalt wel rust uit.

Terug op La Pineta is het tijd om uitgebreid te aperitieven en te kokkerellen. Smakelijk.

Dag 12 - di  17 september

     Stintino - Capo Caccia - Alghero - 69 km

De batterijen zijn volledig opgeladen. Voor de zekerheid laat ik mijn motor draaien na het starten en service dan de wagen.
 Het is de bedoeling om vroeg te vertrekken om op tijd bij Capo Caccia aan te komen, voor de toestroom van de dagjesmensen en andere toeristen. Het is een korte verplaatsing van slechts 13 km. Ik vind een parkeerplaats langs de kant van de weg op slechts 500 meter van de top.
We worden prompt onthaald op prachtige zichten.

De hoofdattractie en bezoek-erstrekker is de Grotta di Nettuno***. 650 treden lager via de Scala del Cabral kan men haar bereiken. Ik was ge-waarschuwd maar toch nog verrast door het aantal be-zoekers. Langs de trap is het single file naar beneden enne ... ook terug naar boven. Goed voor de conditie.

Ik ben toe aan verademing, weg van de toeristenstroom en val terug op mijn wandelgids.
Wandeling # 1 brengt ook rust bij gelijkgezinden. Opvallend dat alle wandelaars dezelfde wandelgids gebruiken, zij het dan in hun eigen taal natuurlijk. Ik ontmoet een Nederlands koppel en sluit me bij hen aan om samen de wandeling te beleven. Het pad brengt ons omhoog tot aan de Belvedere la Foradada met een schitterend uitzicht op het vogeleiland. We hebben helaas niet veel vogels kunnen spotten.

Het hoofdpad voert door laaggroeiende macchie. Het is goed uitkijken naar de blauwe stippen die het pad markeren.
Langzaam omhoog bereiken we een klein uitzichtplateau met een idyllisch zicht op de baai van Cala d'Inferno. Hier treffen we een Duits koppel, dat ons assisteert bij het maken van onze foto's. Luisterend naar ons gesprek denken ze dat we Oostenrijkers zijn met een vreemd accent uit één van de afgelegen bergstreken. Best wel grappig.

We steken het dal over en klimmen gestaag naar ons eindpunt, de middeleeuwse Saraceense toren Torre della Pegna.


Onderweg komen we diverse plaatsen tegen waar deze opmerkelijke bloem het goed schijnt te doen.

Op deze hoogte van 271 m hebben we een verbluffend zicht op de omliggende bergpieken en kliffen.

Na een lichte maaltijd vangen we de terugweg aan, waarbij de ondertussen eenzame camper (in het midden van de foto R) als baken dient om de richting te bepalen.

Bij de parking nemen we afscheid,  voor ons Nederlands koppel via de luchthaven naar huis. Onze Belg zet zijn tocht voort naar de volgende halteplaats – Alghero.

Op de ruime gemengde P aan de Piazzale delle Pace (gps N 40.56275; O 08.31722) vind ik een rustige plaats om te overnachten. Ik moet een ticketje kopen voor € 6,00 om de tijd tot vrij parkeren te overbruggen.




De avondverkenning van vooral de vesting van Al-ghero*** levert enkele prachtige beelden op. Aan de promenade staan diverse historische verdedigingstuigen uit verschillende tijdvakken. Van de Middeleeuwen tot de 18 de eeuw.
De zonsondergang is een extraatje dat we er graag bij-nemen. 





Tijdens de avond stroomt de parking langzaam vol met medecamperaars die ook de weg gevonden hebben naar deze praktische plaats.




Alghero - Cagliari

Dag 13 - wo  18 september

     Alghero - Bosa - 61 km

De startproblemen zijn nu compleet. Er zit niets anders op dan Europ Assitance te bellen. Binnen de 45 min is er een wegenwachtwagen die me komt helpen. Met een powerback als hulp, start mijn machine direct.
 Ik wordt doorverwezen naar een lokale garage – Autoficina Nuvoli Serafino (een 8 km verder aan de SS 291 bij km 32). Zoals verwacht heeft mijn startbatterij er de brui aan gegeven. Ze doen er alles aan om de 'juiste' batterij voor mij te vinden. Tijdens het wachten kan ik volop dit prachtige old-timertje bewonderen. 


Tegen 12:30 u kan ik weer op weg naar mijn volgende bestemming – Bosa.  
Ik wordt direct verliefd op dit letterlijk schilderachtige stadje dat om 14:00 u bereikt wordt. Gezellige CP (gps N 40.29465; O 08.49891) bij de rivier op slechts enkele minuten wandelen naar het centrum (via voetgangersbrug). Er zijn geen facili.
Tijdens de verkenning van dit stadje met zijn 7.500 inwoners valt de rust meteen op. Het is er niet afgeladen vol met toeristen – er valt dan ook niet veel te beleven buiten een bezoek aan het Castello.  

Het Castello di Serravalle werd gebouwd op de gelijknamige heuvel. De datum van de bouw wordt traditioneel vastgesteld rond de tweede helft van de 13 de eeuw. Het vergt enig klimwerk via een steile trap om het te bereiken. Vooral de omwalling is vrij intact. Van het hoofdgebouw zijn maar enkele delen bewaard gebleven.

Vanaf de rondgang heb je een schitterend uitzicht op de stad Bosa en de rivier de Temo – de enige bevaarbare rivier op Sardinië (over een afstand van 5 km).
In het midden van de foto is nog net de camperparking te zien.



Op het binnenplein bevindt zich de kleine kerk van Nostra Signora de Sos Regnos Altos.



Binnen deze gerestaureerde kapel zijn enkele fresco's uit de 14 de eeuw gevonden. Het Laatste Avondmaal en het vinden van het 'originele' kruis door Helena van Constantinopel zijn te herkennen.

In de vooravond tijd voor een bezoek aan het interessante San Pietro Extra Muros***. Een rechttoe rechtaan wandeling van twee km.
Het is gelegen langs de linkeroever van de Temo, langs een weg vol met olijfbomen en citrusbomen. Het is de oudste Romaanse kerk op Sardinië en is gebouwd op de ruïnes van een ouder gebouw. De bouw werd uitgevoerd in opdracht van de plaatselijke bisschop Constantijn de Castra, zoals blijkt uit een inscriptie op de bovendorpel van de ingang. Het werk begon in 1062 en eindigde in 1073.
Drie verschillende bouwstijlen kunnen we onderscheiden : het centrale deel, van Lombard-Romaanse stijl uit 1073; de halfronde apsis en de klokkentoren met aangrenzende overspanningen gebouwd tussen 1110 en 1120; de laatste bouwfase gaat terug tot 1200 met de Romaans-gotische gevel. Deze bestaat uit drie bogen en drie rozetten en vormen het belangrijkste onderdeel van het monument. Boven het portaal is een faux loggia met beelden van o.a. Petrus en Paulus. De gevel wordt bekroond met een schattig aedicula (tempeltje-kapel) van gedraaide kolommen.


Het interieur bestaat uit drie beuken, gescheiden door bogen op rechthoekige pijlers gebouwd met grote blokken trachiet en basalt. Het middenschip heeft een houten dak, terwijl de twee zijbeuken een kruisgewelf hebben. Een idyllische plaats waar stilte centraal staat.

Dag 14 - do  19 september

     Bosa - Torre Grande - 65 km

Ik ben ondertussen halverwege de westkust en neem afscheid van het noorden.
Om 09:30 u vertrokken en om 11:00 u aangekomen aan de strandparking te Torre Grande** (gps N 39.90897; O 08.50886). Buiten een (drink)watertap zijn er geen voorzieningen. Ruime parking direct aan zee.
De parking gebruikt als uitvalsbasis voor de verkenning van het schiereiland Tharros. Voor de verandering is het eens hoofdzakelijk vlak.

De fietstocht van 40 km brengt me bij de archeologische site van Tharros** en bij toeval het juweeltje van vroegchristelijke bouwstijl van de San Giovani di Sinis**.
De kerk is gebouwd op een plaats die vroeger werd gebruikt als Punische en vervolgens als christelijke necropolis. Het werd gebouwd tijdens de Byzantijnse periode in het midden van de 6 de eeuw, onderging een uitbreiding tussen de 9 de en 10 de eeuw en staat er nog steeds in zijn vroege middeleeuwse vorm waardoor het een van de oudste op Sardinië is.
Het is gewijd aan Johannes de Doper. De huidige kleine kerk heeft een rechthoekig plan, is naar het oosten gericht en lijkt gebouwd van kale blokken zandsteen die ooit aan de elementen zijn blootgesteld. Deze zijn vermoedelijk afkomstig van de muren van de oude Punische stad Tharros die een paar honderd meter verder ligt.
Tot voor kort werd aangenomen dat de archeologische overblijfselen in het gebied van Tharros er op wezen dat de Finiciërs de stad in de 8 ste eeuw v. Chr. hebben gesticht. Tijdens voortgezet onderzoek in de Mistras Lagune zijn delen van een oudere nederzetting gevonden. Een nu onder water staand deel van een kademuur zou er op wijzen dat er reeds een nuraghe nederzetting was. Omdat de zeespiegel rond 1200 voor Chr. is gestegen, zijn alle bestaande gebouwen verzwolgen. Andere vondsten ondersteunen die gedachte.
Na wat rondkuieren op basis van wandeling # 42 beslis ik om een kijkje te gaan nemen op de Spiaggia di Is Arutas*. Ik krijg hier een sterk Bretagne gevoel. Het doet een beetje 'gewoontjes' aan. Of doe ik de plaats nu onrecht aan?

In gestrekte draf is het dan richting Torre Grande.



Terug in Torre Grande wordt het tijd om wat bij te kleuren, een beetje zwemmen en van het mooie weer genieten.

Dag 15 - vr  20 september

     Torre Grande - Picinas - 133 km

Ruim op tijd vertrokken voor de verkenning van de Costa Verde. Daarvoor laat ik Oristano links liggen om via de schilderachtige SP 4 richting Dune di Picinas te rijden. 
Wat een ritje van 70 km had moeten zijn had op het einde een kleine verrassing in petto : plots staan we voor een doorwaadbare plaats waar de onbeduidende rivier Riu Picinas moet overgestoken worden. Met de jaren ben ik misschien wat 'te' voorzichtig geworden. Ik besluit om toch maar niet door het water te rijden, ondanks de verzekeringen van enkele Italianen dat het geen probleem zou 'mogen' opleveren. Ik besluit het zekere voor het onzekere te nemen – resultaat een omweg van 60 km. Het wordt nog spannend met het brandstofverbruik – de meter daalt onrustbarend snel. Gelukkig vind ik in Guspini een servicestation aan een redelijke prijs (€ 1,463/l).  
Om 14:00 u aangekomen op de zeer populaire plaats Dune di Picinas. Zeer pro uitgebate ruime parking met facili op een steenworp van de zee (gps N 39.54064; O 08.45179). Voor € 9.00 mag je 24 u parkeren. Er wordt wel verwacht dat je tegen 08:00 u vertrokken bent.

De plaats is een bewijs van de diversiteit van het landschap op Sardinië. Het moeten niet altijd rotsen zijn. Mede door de hitte krijg je bijna een woestijngevoel.

Picinas is bekend wegens zijn zogenaamde 'wandelende' duinen. Ik wil die wel even verkennen met de hulp van mijn gidsje – wandeling # 46.
De wandeling begint bij Hotel les Dunes, een verbouwd oud pakhuis waarin tijdens de hoogtijdagen van de mijnbouw, lood- en zinkerts werden opgeslagen. We passeren enkele verroeste lorries die dienden om het erts uit Ingortosu naar de overslaghaven te transporteren. Op enkele plaatsen zijn de stenen platen en houten bielzen waarop de rails werden geplaatst nog duidelijk te zien.

We steken de toegangsweg naar de parking over en komen zo op de 'wandelende' duin.
De wandeling door de duin is best wel pittig (dichte schoenen wegens de hitte aan te raden!) in grote serpentines steek ik de duin over naar de uitzichttoren. De ontgoocheling bij die zogenaamde uitzichttoren (vervallen en niet meer te gebruiken) maakt het een beetje tot een anticlimax. Boven moet het uitzicht over de streek grandioos zijn, maar helaas.
De terugweg via de 'rivier' is wel heel apart. Een beetje een desolaat landschap vanwege de uitwerking van de aanwezige krachtcentrale blijkt uit de waarschuwings-borden. 
Bij de zee aangekomen, pootje baden naar het beginpunt. Omkleden in de camper voor een duik in het water en ijdel als we zijn, ook een beetje bijkleuren.


Dag 16 -za 21 september

     Picinas - Buggerru - 36 km

Door het noodzakelijk vroeg vertrek ben ik al op weg rond 08:00 u.
Onderweg passeren we Ingor-tosu, de restanten van een mijnbouwverleden als stille getuige uit een andere tijd.
Industrieel erfgoed. Misschien spreken we over enkele tien-tallen jaren over industrieel erfgoed in Afrika. Gezond verstand dicteert dat grondstoffen niet oneindig zijn. We gebruiken spijtig genoeg niet altijd ons gezond verstand!

Langs de schilderachtige S 126 op naar Buggerru. 
Het mag ook een beetje vakantie zijn. Om 09:30 u aangekomen op de kustparking Area Sosta San Nicolo (gps N 39.41757; O 08.41138) aan de Spiaggia di San Nicolo. Op deze leuke terrasparking kun je aan € 10,00 24 u blijven staan. Er zouden faciliteiten moeten zijn. 

Een dagje aan zee wordt een beetje door de mistral weggeblazen. Wij bij ons, zijn gewoon aan een 'beetje' wind. Maar windstoten waarbij het opgewaaide zand voor striemen zorgt, is van het goede teveel. Mijn huid is niet geschikt om gezandstraald te worden. Een wandeling naar het 4 km verder gelegen Buggerru is dan een leuk alternatief. Een praktische manier om uit te vinden hoe je daar op de CP geraakt.


Dag 17 - zo  22 september

     Verplaatsen naar CP Buggerru centrum - 4 km

Ik had gisteren Buggerru** verkend en de plaats kan mij wel bekoren. Buggerru is zeer campervriendelijk en met een aangepaste infrastructuur.
Ik verplaats mij dus naar de CP (gps N 39.40240; O 08.40156). Gelegen aan zee en de jachthaven. Alle facili aanwezig, zelfs warme douches, aan een prijs van € 20,00 per nacht. Zeer professionele ontvangst met leuke tips.


Ideaal beginpunt van de kustwandeling # 48*** (gedeelte). Ik loop die in omgekeerde richting en moet als het ware een beetje achterste voren lezen.
De wandeling begint bij een pleintje aan de Via Pietro Nenni. Via grote serpentines gaat het langs een kruisweg voorbij de Galleria Henry (een oude ingang van de mijn) tot we ongeveer een half uur later een klein uitzichtpunt bereiken waar we een prachtig zicht op Buggerru hebben. We komen uit op de hoogvlakte van Is Tres Canabis en volgen aanvankelijk een duidelijk breed pad. Spoedig gaat dit over in macchie en hebben we zo nu en dan een zicht op de kust.
Voor we aan de afdaling beginnen, worden we vergast op een schitterend zicht op de Cayon van Cala Domestica. We dalen af door het uitgedroogde Canale di Domestica en staan plotseling op het strand van Cala Lunga. Het is zondag en de dagjesmensen zijn ook buitengekomen om van zon, zee en strand te genieten. We sluipen door de Traforo per Cala Lunga – een heuse rotstunnel en komen uit bij het mooie, druk bezochte Cala Domestica.
Om de baai van Punta Sciusciau te bereiken vervolgen we onze weg over de bedding van een oud spoorlijntje waarover ooit ertsen werden vervoerd.  
Ik neem vervolgens de al-ternatieve route richting Porto di Masua. Een wegwijzer leert me dat het tot daar nog ongeveer 3 u stappen is. In de wetenschap dat ik het gehele eind ook nog terug moet, buig ik af naar Porto di Canal Grande. Via een uitgedroogd waterwegje met veel losse stenen die de afdaling bijzonder lastig maakt, sta ik dan voor de grillig ongerepte baai met kliffen van 100 m. Helaas weten Sardijnen die op reis zijn ook hun plekjes uit te kiezen. Hier is een wandelgezelschap neergestreken. Van lekker alleen een beetje zonnen en zwemmen kan geen sprake zijn. Wel een schitterende plaats voor een kleine lunch.
Dit is tevens het verste punt van de wandeling.
Ik beslis terug te keren via de variant kustroute (aangegeven met de bekende rood/witte streepjes).
Het gaat aanvankelijk zeer steil omhoog maar eenmaal boven word ik beloond op grandioze zichten.
Enkele stukken zijn door het ondertussen gekende macchie. Maar de toren van Cala Domestica blijkt toch een goed baken te zijn.


Rond de baaitjes gaat het op en af maar het blijft gemakkelijk wandelen.


Bij Cala Domestica blijkt een ruime alternatieve CP te liggen (gps N 39.37189; O 08.38319). Vandaar is de terugweg over bekend terrein. Om de weg niet te verliezen zijn er naast de 'gewone' markeringen ook hier en daar steenmannetjes geplaatst om de wandelaar op het juiste pad te houden. Een inventieve wandelaar geeft aan het begrip een nieuwe dimensie met zijn artistieke interpretatie.  

Eenmaal terug op de hoogvlakte zijn we terug op bekend terrein. Ik ontmoet een echtpaar uit Rennes (Bretagne) en we lopen een tijdje samen op.

Na een wandeling van ongeveer 7 u is het tijd voor een duik in zee om wat af te koelen. Het sluitstuk van een meer dan geslaagde dag.

Dag 18 - ma  23 september

     Buggerru - Tempio Antas - Cagliari - 106 km

Op weg naar de hoofdstad Cagliari, wordt een tussenstop ingelast voor het tempelcomplex te Antas** (gps N 39.39162; O 08.49955). Als basis voor het bezoek wordt wandeling # 50 gebruikt, maar ook het infoblad van de site. Het wordt toch een stevige wandeling van zo'n 10 km.
De tempel van Antas is Carthaags-Romeins. Gebouwd in een gebied dat gekoloniseerd werd door de Carthagers vanwege de ijzer en lood afzettingen.
Het bestaat nu uit een Romeinse tempel, gebouwd op de overblijfselen van de Carthaagse tempel gewijd aan de god Sid Addir. Deze werd overgenomen van de lokale Nuraghi mannelijke god Sardus Pater Babai.

De originele Carthaagse tempel werd rond 500 v. Chr. opgericht over een 'heilige' zandstenen rots en rond 300 v. Chr. hersteld. De Romeinse tempel werd onder Augustus gebouwd en in de 3 de eeuw door Caracalla hersteld.
De overblijfselen werden door generaal Alberto La Marmora ontdekt en in hun huidige toestand weer in 1967 opgericht.
Bewijs van een eerdere aanwezigheid tijdens de Nuraghi periode werd geleverd tijdens de op-gravingen onder leiding van professor Giovani Ugas in 1984. Dierlijke en menselijke resten werden gevonden, naast enkele andere artefacten uit de Bronstijd.
 Dat de tempel uit zandsteen is opgetrokken is niet zo ver-wonderlijk. Ongeveer 900 m verder zijn duidelijke sporen van steenwinning te herkennen in de zogenaamde Romeinse groeve. Met de toen voor handen zijnde werktuigen moet het een zeer geduldig werkje zijn geweest.
Moest er nog enige twijfel bestaan van Nuraghi aanwezigheid in de regio, dan wordt deze volledig weggenomen door de vondst van het dorp op slechts enkele honderden meters van het tempelcomplex.

Duidelijke contouren van de ronde bouw van de huizen uit de Bronstijd zijn te herkennen. 

De wandeling gaat verder over het traject van de met zeer veel bordjes aangegeven Romeinse weg.
Met wat zoeken en een beetje goede wil kan men hier en daar sporen 'ontdekken' die op fre-quent gebruik van wagens zouden kunnen wijzen.  

Om het bezoek aan deze in-teressante site af te sluiten, wandel ik nog naar de hoogbejaarde kurkeik.

Daarmee wordt het bezoek aan Tempio di Antas afgerond. De diversiteit van de te bezichtigen onderdelen maakt dit bezoek meer dan de moeite waard!  

Tot Iglesias – wat ik voorbij rij – is het nog een kleine 18 km draaien en keren op de schilderachtige SS 126. Dan is het nog een 60 km op de SS 160 waarop we goed kunnen doorrijden.
Om 16:00 u kom ik dan aan bij het prijzige (€ 25,00 / nacht) Camper Cagliari Park (gps N 39.21055; O 09.12785). Zeer pro uitgebaat met alle faciliteiten en slechts op een klein half uur wandelen van het historische centrum. Om de hoek is een supermercato (altijd handig). Van campingervaring kan helaas geen sprake zijn. De wagens worden netjes naast elkaar geredigeerd om elke plaats zo economisch mogelijk te benutten. Zeer geschikt voor een bezoek aan de stad, maar gezellig is anders.
De avondverkenning van de omgeving had niet veel bijzonders te bieden. Ik was beter direct naar het historische hart gewandeld.

Dag 19 - di  24 september

     Bezoek Cagliari

Cagliari wordt omschreven als de meest Italiaanse stad van Sardinië en je zou je hier op het vaste land van Italië kunnen wanen. Het oudste deel van het centrum wordt Castello of quartiere di Cagliari genoemd. Cagliari is afgeleid van 'Casteddu' wat kasteel betekent. Dit gedeelte ligt aan de top van een heuvel. In dit middeleeuwse pittoreske stadscentrum liggen heel wat interessante beziens-waardigheden.
We beginnen onze rondwandeling van het historische hart dat op slechts 30 min. wandelen van de CP ligt, bij het impressionante Bastione di Saint Remy. Het dateert uit de 19 de eeuw en werd gebouwd om het middeleeuwse Castello-district met de Marina- en Villanova-wijken te verbinden. De zuilen in klassieke stijl geven het gebouw een imposante uitstraling.
De trap van het bastion leidt naar een overdekte promenade die geopend werd in de 20 ste eeuw. De mindervalide bezoeker kan het terras bereiken via een lift.
Vanaf het Terrazza Umberto I heb je schitterende zichten op de stad en de golf. Het geeft toegang tot de binnenstad.

Ik vervolg mijn bezoek met de Cattedrale di Santa Maria e Santa Cecilia. Oorspronkelijk uit 13 de eeuw, maar in de loop der tijd verbouwd en gewijzigd.
Oorspronkelijk opgetrokken in ro-maans-gotische stijl. Het huidige uitzicht is grotendeels te danken aan Catalaans-Aragonese invloeden. De kathedraal overheerst en domineert zowat de omgeving onder meer dankzij haar koepel die een herkenbaar on-derdeel is van de skyline van de stad. Binnen in de kathedraal kan je kunst-werken bewonderen, zoals het mau-soleum van Martin I en een drieluik van paus Clement VII.

Verder gaat het langs de Via Martini waar ik op de Piazza Independenza de hoogste toren van Cagliari bewonder. De Torre di San Pancrazio. 
Door de poort van het Arsenale kom je bij de Cittadella dei Musei. Architectonisch gezien vertegenwoordigt het gebouw-encomplex een interessante combinatie tussen de oude Spaanse muren, ontworpen door Rocco Capellino en uitgebreid door Giorgio en Jacopo Palearo in de 16 de eeuw, en de huidige moderne rationalistische structuur die perfect past in de charmante buurt van het middeleeuws 'Castello'.

Ik neem een duoticket voor het Museo Archeologico Nazionale*** en de Pinacoteca*.

Het Museo Archeologico Nazionali herbergt voorwerpen uit de rijke geschiedenis van Sardinië. Er is een poging gedaan om je via een tijdlijn door deze geschiedenis te loodsen.

 Hoogtepunten uit de collectie zijn onder andere de bronzen beeldjes uit de Nuraghe tijd.
Rond 1800 v. Chr. arriveerde het Nuraghe volk op Sardinië. Ze kwamen waarschijnlijk uit Spanje en lieten duizenden bouwwerken achter.

Uit de vondsten die we nu hebben blijkt het een krijgshaftig volk te zijn geweest. 

Aardewerk en kleine voorwerpen uit de opgraving te Su Nuraxi.


Gietvorm in basalt voor het vervaardigen van gereedschap.



Diverse reuzekrijgers - alle 2 m groot. Sommige zijn als bokser, als zwaardvechter of als boogschutter afgebeeld.


Veel aandacht is besteed aan de opgravingen uit de Fenicisch -Romeinse stad Nora. De ar-cheologische site is te bezoeken en ligt op een kleine 40 km ten zuiden van Cagliari.

De Nora Stele verdient speciale aandacht. Hierop zou de afkomst van de naam Sardinië te vinden zijn.



Dit stuk zandsteen werd in 1773 gevonden op de archeologische site van Nora.

De stele van Nora wordt beschouwd als het oudste geschreven document van de westerse geschiedenis, gedateerd tussen 850-725 v. Chr. Het bewijst de verspreiding van het Fenicische alfabet in het westelijke bekken van de Middellandse Zee.


Verder zijn er ook een reconstructie van een Fenicische nederzetting, Carthaags goud, Romeins keramiek en Byzantijnse juwelen te bezichtigen.


De Pinacoteca maakt deel uit van het museageheel. Dit kleine museum herbergt een wisselende collectie. Ik ben vlug uitgekeken. Enkele werken van lokale meesters zijn hier het hoogtepunt.



















Na het museumbezoek ben ik toe aan een verademing. Ik wandel richting haven en langs de Via Roma naar het Ufficio del Turismo. Gewapend met nuttige info ga ik op zoek naar het Romeins Cagliari.

De zogenaamde Villa di Tigillio toont de aanwezigheid van particuliere Romeinse bouwwerken in Cagliari aan. Archeologische studies hebben uitgewezen dat het niet om één enkele woning, maar om drie gebouwen gaat. De eerste wordt het Casa del Tablino genoemd vanwege de vele fresco's rondom de receptie; de tweede staat bekend als Casa degli Stucchi, wegens zijn opmerkelijke verfraaiingen.
Naast het Orto Botanico bevindt zich het Anfiteatro Romano di Cagliari dat werd gebouwd in de 1 ste en 2 de eeuw na Chr. De helft van de structuur werd uitgehouwen uit de zuidelijke heuvelkant van de Buoncammino, terwijl de andere helft gebouwd werd met lokale witte kalksteen. Het amfitheater beschikt over een gevel van meer dan 20 meter hoog. Er was ruimte voor ongeveer 10.000 toeschouwers, die er niet alleen kwamen kijken naar gladiatoren, maar ook naar gevechten met dieren en publieke executies.
Het amfitheater werd tot de 5 de eeuw na Chr. gebruikt. Hierna deed het vooral dienst als gratis steengroeve. Momenteel worden er doorheen het jaar nog muziekshows georganiseerd.
Zo kom ik terug in de binnenstad bij de Torre dell' Elefante (Olifantentoren). De toren werd gebouwd tijdens het begin van de 14 de eeuw als uitkijktoren. Je zou hier van-daag ook nog altijd kunnen genieten van een onwaar-schijnlijk uitzicht over de stad, de haven en de Golf van Cagliari ware het niet dat de toren gesloten is wegens restauratiewerken. Aan de zuidkant van de Olifantentoren vind je een klein standbeeld van een olifant, waarnaar de toren vernoemd is.
Ik slenter nog wat rond in de binnenstad om de sfeer op te snuiven en verlaat langs de Porta di San Pancrazio de citadel. Duidelijk zijn de diverse bouwstijlen te her-kennen een interessant amal-gaam. Ik neem een kijkje op de Via San Saturnino, bekend om zijn graffiti kunstwerken. Op de Viale Regina Elena krijg je een mooi beeld van de vesting en de kleurige huizen aan de voet van de heuvel.

Ik zak af naar de camper en doe nog wat inkopen. Ik neem de tijd om een kleinigheid te eten.
Ik kom in de vooravond terug naar de Bastione di Santa Croce, bij de lokale bevolking beter bekend als Santu Juanni het voormalige joodse district van de stad, La Giudaria. Toen de katholieke Ferdinand van Aragon en Isabella van Castillië in 1492 alle onbekeerde Joden uit hun koninkrijk verdreven, werd de bastion uiteindelijk veranderd in een katholieke basiliek. Je hebt hier prachtige panorama-uitzichten over de stad. Ik moet een beetje geduld hebben bij de zonsondergang die wat minder spectaculair is dan ik had gehoopt.

Ondertussen kennen we de weg naar de CP langs de Via San Lucifero, de Via Dante overstekend en vervolgens op de Via de Gioannis de hoek om naar de Via Caboni. De CP staat onder nachttoezicht, maar de bewaker schijnt me al te kennen en kijkt niet op bij mijn binnenkomst.

Cagliari - Olbia

Dag 20 - wo  25 september

     Cagliari - San Sperato - Barumini - Parco Giara di Gesturi - 80 km



Na servicen van mijn wagen om 09:00 u vertrokken.

Een eerste tussenstop na 25 km te Monastir (parking bij Superermercato Euro Spin : gps N 39.38817; O 09.04725) om van daaruit met de fiets het kunstenaarsdorp San Sperato te bezoeken. Fietstocht van 20 km met leuke zichten op het plaatsje. 


Het is prettig fietsen op deze heraangelegde weg. 



Dit rustige dorpje is nog niet aangetast door het massa-toerisme. De lokale bewoners vinden het best wel prettig die toerist met zijn camera in aanslag te zien rondtjolen. Kunst wordt hier zeer ruim geïnterpreteerd. Ik ontdek zelfs enkele werken uit afgedankt plastiek.
Links de uitvoering van 'de Denker' - San Sperato stijl.
Rechts een klein amfitheater. Het is wel wenselijk bij eventuele opvoeringen voldoende kussens mee te brengen. Confortabel zitten is wel iets anders.

Foto gemaakt vanop het podium.

Een leuk plaatsje waar je tot rust kunt komen.


Ik beslis nog 45 km door te rijden naar Barumini voor het bezoek van Su Nuraxi – 'de' nuraghevesting (UNESCO werelderfgoed). P bij site (gps N 39.70543; O 08.99339).
Ik tref het daar. We moeten niet lang wachten voor het geleide bezoek – € 12/persoon. Een aanrader!

De Italiaanse archeoloog Giovanni Lilliu ontdekte een overgroeide stad onder een berg. Hij begon de opgravingen in de jaren 50 van de vorige eeuw.
 De vesting is gecentreerd rond een drie verdiepingen tellende toren. De oorspronkelijke ingang is niet meer toe-gankelijk. Een alternatief is aangelegd. Eerst moet men een verdieping naar boven om vervolgens via een steile trap naar beneden de 'begane' grond te bereiken. Het bijzondere aan deze vesting is dat de stenen los op elkaar gestapeld zijn.
 Wat Su Nuraxi tot een echte vesting maakt is niet alleen de centrale toren, maar ook de versterkingen eromheen. Er zijn nog 4 andere torens of fundamenten daarvan die door versterkingen met elkaar verbonden zijn.

Zeer ingenieus bedacht zijn de ondersteunende kraagstenen die de borstwering dragen.
 Dat kon niet met zandsteen en dus werd er basalt van verder gehaald.
 
Zeer indrukwekkend bouw-werk dat zeker niet mag ontbreken bij de te bezoeken sites. Sardinië telt ongeveer 6.500 nuraghe vestigingen en tijdens een bezoek aan het eiland kun je er bijna niet naast kijken, maar deze is toch zeer speciaal.


Het is ondertussen 14:30 u geworden. De plaats leent zich niet om mij al te installeren voor de avond.   
Ik beslis de resterende 10 km door te rijden naar de parking aan de ingang van het Parco delle Giara di Gesturi (gps N 39.73181; O 08.97458). Graag de plaats geheim houden! Schitterend gelegen bij de ingang van het park (er is een drinkwatertap).
Het park is gelegen op een plateau met steil aflopende wanden.


Na een aanvankelijke eerste verkenning, de wandelschoenen aangetrokken voor een zoek-tocht naar de wilde (of beter gezegd, in het wild levende) paarden.
Met de camera in aanslag volg ik het spoor van geluiden en heb een close encounter met die schitterende dieren. Helaas een beetje het pad uit het oog verloren, maar voortgaande op de ondergaande zon kom ik toch terecht op de parking voor het helemaal donker is.
In mijn haast om 64 te worden, blijk ik mij van dag vergist te hebben. Mijn programma is één dag af. Met veel enthousiasme kondig ik bij mijn medecamperaars aan dat ik morgen jarig ben. Neen dus, alles moet met een dag opgeschoven worden. Entschuldigung dafür bei meine neue Deutsche und Schweizerische Freunde. Aber es war ein schöne Abend. Danke viemals an Severin und Lea und Christina und Marcel.


Dag 21 - do  26 september

     Parco Giara di Gesturi

Ik blijk een dag over te hebben. De beslissing om te blijven is vlug genomen. Dit is beslist een plaats naar mijn hart. Ik kan een ietsje uitslapen.
Mijn nieuwe vrienden zijn reeds aan het ontbijt en ik mag aansluiten. Op het plateau is het nogal frisjes. Op deze reis is het iets nieuws om een dikke trui te moeten aantrekken. 

Na het uitgebreide ontbijt moet er ook nog een beetje afgewassen worden. We hebben nog wat van gisteren staan. Maar veel handen maken werk licht. 

 Vandaag maak ik uitgebreider kennis met het Park. Het meet 14 x 6,5 km en ik gebruik de fiets om dit terrein van 4.300 ha te verkennen. Het is omgeven met 22 overblijfselen uit het Nuraghe tijdperk. Ongetwijfeld ooit opgericht uit veiligheidsoverwegingen maar ook zeer geschikt voor landbouw en veeteelt. 
Het is nu o.a. het leefgebied van de in het wild levende paarden.
Op het plateau wordt nog altijd aan veeteelt gedaan. Kuddes koeien, schapen en geiten kom je dikwijls tegen.
De kurkeik doet het hier uitstekend. Niet te verwonderen dus dat er aan kurkwinning wordt gedaan. Moest je je soms afvragen waar het kurk van je vloerbedekking vandaan komt, het zou wel eens van hier kunnen zijn. Het is een zeer grote aanplanting! 
Ook de flora is zeer interessant. Er zouden 17 soorten orchideeën te bewonderen zijn. Toevallig stuit ik op wat ik vermoed de Ophris speculum is. 

Voor de liefhebbers is er een botanische tuin aangelegd in de buurt van het info centrum.


Bij bepaalde kuddes geiten kun je maar beter uit de buurt blijven. De goed afgerichte honden maken je zeer duidelijk van wie het terrein echt is.

 Her en der tref je ook naast de moderne bouwwerken ook overblijfselen uit lang ver-vlogen tijden. Zo heb je bijvoorbeeld de stenen hut op de Zapparedda (R) met z'n 609 m het hoogste punt van het plateau.

Of langs de kant van de weg de herbouwde hut Salamessi.(L)

We zijn op het einde van de zomer en veel water staat er niet in de talrijke Pauli (poelen). Dat geeft de grassen de gelegenheid om te groeien en dus de ideale plek om paarden te spotten. Wat weer prachtige beelden oplevert van deze schitterende dieren. Ze zijn van oorsprong ingevoerd door de Carthagers en om ze voor uitsterven te behoeden werd in de jaren zestig dit gebied als beschermd natuurpark verklaard.  

 De fietstocht van 35 km heeft me naar alle hoeken van het park gebracht. Terug bij de parking vind ik dan tijd om een beetje aan het reisverhaal te schrijven. Dat mag natuurlijk gepaard gaan met uitgebreid aperitieven, want ik blijf een tweede nacht op dit stukje Sardinië dat mij enorm heeft gecharmeerd.

Dag 22 - vr  27 september

     Parco Giara di Gesturi - Gola e Cascate di Pirincanes - 110 km

Ik vertrek om 09:00 u voor een binnenlands avontuur.
Via de schilderachtige SS 197 en SS 198 gaan we richting Lago del Flumendosa. We stoppen toch even voor een foto. In het dorpje Seui wordt het helemaal spannend. Zowel de wegwijzer als de gps sturen mij een wegje op dat onmogelijk met de camper te doen is. Ik rij dus door het dorp. Op een bepaald moment wordt het millimeterwerk als ik een vrachtwagen moet kruisen in hartje binnenstad. Met vriendelijke hulp en aanwijzingen lukt ook dat.
Daar waar we de SS 198 moeten verlaten om naar de Cascate te rijden, wordt het helemaal landschappelijk.  
De 110 km wordt uiteindelijk in 3:45 u overbrugd. Dat is aan een gemiddelde snelheid van ongeveer 30 km/u. 
Op de voorziene parking is helaas geen plaats meer. Ik rij door en kom op een prachtig plaatsje aan de rand van de weg (gps N 39.93779; O 09.39293). Zeer rustig en schaduwrijk. Buiten een bankje zijn er geen faciliteiten. We staan hier op een hoogte van 667 m.
Ik wandel een deel van parcours # 34. De vallei wordt steeds smaller en fotogenieker. Het is een beetje zoeken naar de Cascate. We zullen het maar op de hoogzomer houden dat we door niet 'warm' voor zijn gelopen. De 'waterval' valt dus tegen.  
Ik keer terug naar de Riu Calaresu en kom in de Gola di Pirincanes die steeds smaller wordt.
Links en rechts zijn de granietrotsen steeds prominenter aanwezig.
 De eerste poelen zijn nog te doen. Bij de derde beslis ik toch maar terug te keren. Ik sta inmiddels tot de hals in het water. Verder gaat het alleen zwemmend. Het is hier zeer rustig. Ik ben de enige in de Gola en kan na het spelen in de poelen lekker zonnen op een grote rots midden in de rivier. Met het wegvallen van de zon wordt het tijd om de camper op te zoeken. Ook hier heeft de zon de vallei verlaten en van buiten zitten komt niets in huis.  

's Avonds doe ik nog een wandeling langs de Riu Calarescu. Soms kan ik de bedding volgen meestal wordt het het wandelpad. Het mooiste gedeelte van de wandeling ligt toch in de Gola.  

Dag 23 - za 28 september

     Gola e Cascate di Pirincanes - Arbatax - SM Navarrese - 61 km

Ik wil de toestroom van weekendgasten voor zijn. Op het smalle niet altijd even goede wegdek is het geen pretje tegenliggers te moeten kruisen. Ik ben op pad om 08:00 u en de enige tegenliggers die ik tegenkom zijn herders in 4x4 wagens die vriendelijk uit de weg gaan. De schilderachtige SS 198 gaat over in de S 125 Dir richting Arbatax.
47 km oostelijker en 1 uur later brengt me bij de schilderachtige gemengde parking aan de Piazzale Rocce Rosse te Arbatax (gps N 39.93898; O 09.70921). Er zijn geen faciliteiten. Ik sta hier naast een 'grote broer' uit Duitsland. Een vriendelijk koppel die mij wat nuttige tips geeft over de omgeving.
Wat een zicht!


 Dit gedeelte van Arbatax staat bekend om de karakteristieke Rocce Rosse – roze rotsen – en de massa's porfyrie graniet die vlakbij de haven liggen. Het schitterende contrast van kleuren tussen de rotsen en de zee is adembenemend! Zo'n plaats trekt natuurlijk massa's mensen – en terecht.

Ik besluit tot een fietsverkenning van de omgeving. Ik beland aan de overkant van de baai aan een mooi strand. Er is geen plaats om de camper kwijt te raken en ik rij door naar Santa Maria Navarrese, een rustig kustplaatsje en ontdek een prachtige parkeergelegenheid. Vierklauwens – allee op twee wielen dan toch, terug naar Arbatax om de camper op te halen. Het wordt toch een tochtje van 40 km. 
Om 14:45 u kom ik aan op de leuk gelegen gemengde parking aan de Lungomare Monte Santo (gps N 39.99009; O 09.69038). Er staan enkele andere campers en ik plaats mij tegenover het sportveld. De aanwezige bomen geven een beetje schaduw. Verder zijn er geen facili. Maar het is er rustig en stil.

 
 De korte sightseeing van de plaats brengt me o.a. bij de jachthaven. De enkele strandjes die er zijn, zijn goed bezet wegens het weekend.

In de vooravond ontdek ik een leuk sportcafé waar ze een goede lasagne hebben. Aanvankelijk op het terras, verplaats ik mij naar binnen om de Champions-league match tussen Napoli (met onze Dries Mertens) en Liverpool te volgen. Onze Dries opent de score vrij laat in de wedstrijd. Het wordt 2-0. De aanwezige Italianen vonden het wel cool om de naam van hun favoriete speler correct te leren uitspreken. 
Dat maakt het ook voor mij tot een leuke afsluiter van de dag.

Dag  24 - zo  29 september

     Santa Maria Navarrese - CP Goloritzé - 29 km

Vandaag heb ik een afspraak met de Monte Oro. Om dat doel te bereiken vertrouw ik op mijn wandelgids. Wandeling # 29 heeft een voorziene looptijd van 5:45 u. 

Ik vertrek om 08:00 u deels om de hitte van de dag voor te zijn tijdens de stevig bergop in de beginfase.
Van de verkenning van gisteren weet ik precies waar de wandeling begint. Zoals beloofd gaat het stevig bergop op de Via Pedra Longa. 
Ik loop eerst naar het uitzichtplatform dat uitkijkt over Santa Maria Navarrese en keer op mijn stappen terug om op het beschreven pad uit te komen.
De zijweg die na 300 m bereikt wordt, voert over een asfaltweg die uitkomt bij een splitsing. Enkele meters het onverharde pad volgen brengt ons bij het hek waar het pad dan 'echt' begint. Het is goed de instructies uit de gids te volgen.
Het pad voert door dichte macchie langs het rotsmassief van de Monte Alacarta. Hier moeten we de blauw-rode stippen volgen en na enige tijd hebben we een prachtig zicht op Baunei. Een goed begaanbaar pad voert tot de parking aan de voet van de Monte Oro. Tot nu ging alles goed. Op de licht omhooglopende route loop ik te ver. Ook anderen zijn de niet gemarkeerde afslag naar de Monte Oro voorbij gelopen. Ik ontmoet Tom uit Zwitserland die hier tijdens de zomer verblijft. Hij gebruikt dezelfde wandelgids maar dan in een versie van enkele jaren terug. Een sportief jong koppel uit Duitsland, dat samen met ons aan de voet van de Monte Oro staat – de bergbeklimmers route – gebruiken, naast de gids ook de nieuwste elektronische hulpmiddelen. De twee zestigers kunnen niet anders dan toegeven dat de jeugd daardoor het 'juiste' pad gevonden heeft.
Inderdaad is er een wandelpad te onderscheiden dat aftakt van de brede route. Helaas is het steenmannetje in elkaar gevallen en zijn we het dus voorbij gelopen. Enfin ein-delijk op de goede weg. Het steile pad omhoog, deels over losse stenen is met rode stippen gemarkeerd. We worden voor al deze moeite beloond met een grandioos weids uitzicht op een hoogte van 669 m. Hier gebruiken we ook een lichte maaltijd.
Tom en ik vervolgen de route dan samen. We moeten beiden naar Santa Maria Navarrese. Tijdens de afdaling van de Monte Oro is het goed opletten. Verraderlijke rolstenen maken het moeilijk om een egaal tempo aan te houden. Eenmaal bij de afslag van de SS 125 volgt dan een noodzakelijk stuk op de asfaltweg naar Pedra Longa. Al pratend is de 3 km vlug overbrugd.

We lopen niet helemaal naar de onderste parking maar vinden deze keer wel het pad dat ons terugbrengt naar Santa Maria Navarrese. Voor we onze schreden naar het zuiden richten, blikken we nog even terug op de indrukwekkende Pedra Longa. Tom fantaseert hier over het installeren van een restaurant op de top, ik vind het best goed zo. Gelukkig zijn er nog enkele ongerepte stukjes natuur.

Het is goed uitkijken dat we op de 'rechte weg' blijven door de blauwe stippen niet uit het oog te verliezen. Geen sinecure met de dichte macchie!

Af en toe opent het macchie zich en krijgen we mooie beelden op het helderblauwe water. We zijn nu reeds enkele uren onderweg en zouden zo een duik willen nemen.
We blijven min of meer op gelijke hoogte langs de kust verder wandelen tot we bij Ostello Bellavista uitkomen.

 Voor de laatste km naar de parking mag ik achter op de motorfiets van Tom. Bij de camper is het dan tijd voor een welverdiend wit wijntje en wisselen we contactgegevens uit. Tom war ein gute Campanion de route. Ich habe mich sehr gefreut, ihn kennenzulernen. Ich hoffe, ihn in Zukunft zu treffen. Viel glück mit dem Motorradladen!


Ik beslis door te rijden. Het is maar een kleine 29 km naar de CP te Goloritzé. Aanvankelijk op de SP 63 maar na enkele km op de schitterende SS 125. 

Even voorbij Baunei word ik dan door mijn gps op het verkeerde been gezet en het bos ingestuurd over een schier onmogelijke weg. Een boswachter brengt me gelukkig op de juiste weg. Resultaat, een folterende omweg van 10 km.

Google maps is nog niet aangepast aan de nieuwe situatie. Enkele km de SS 125 volgen en dan een verharde weg naar de schitterend gelegen Area di Sosta camper Su Sinniperu (gps N 40.08542; O 09.67777). Goed uitkijken dat je de juiste afslag naar rechts neemt.

Deze schitterende plaats is een voorziening van de gemeente Brunei. Vlak bij het wandelpad naar Goloritzé. Ik heb hier gratis gestaan en kreeg daar ook nog de douchefaciliteiten (enkel voor camperaars) bij. Ik ben hier om 18:30 u aangekomen en ben vergeten een foto te nemen. Veel vans met een iets jonger trekkerspubliek doen deze plaats aan.


Dag 25- ma  30 september

     CP Goloritzé - CP Gorrupu - 36 km

Ik wil het uitzicht op Goloritze beleven vanaf de Punta Salinas en hou dus mijn wandelgids dicht bij de hand. Wandeling # 28 moet me daar brengen.
We vertrekken van een hoogte van 397 m aan het ticketoffice recht tegenover de ingang van de parking. Een ticketje kost € 6,00 en is vooral het toegangsbewijs tot het rotsstrand beneden.

We laten de slagboom achter ons en betreden een redelijk gemakkelijk te belopen pad afwisselend tussen macchie en steeneiken. Goed opletten dat we het zadel Arcu Annidai niet missen want hier moeten we afslaan richting Punta Salinas.  

We passeren de Cuille Erbidozzili, een gehucht bestaande uit veekralen en stallen. Hier verliezen we de rode markeringen en ik kies voor de verharde weg gebruikt door de boeren. Deze weg volgen we ongeveer 45 min. De herdershut Cuile Su Runcu gebouwd uit jeneverbesplanken is het volgende ijkpunt.  

De Punta Salinas ziet er wel zeer uitdagend uit en smeekt erom om bedwongen te worden. Hier wijzen steenmannetjes de weg naar de top. Op deze hoogte van 466 m is het uitzicht overweldigend. Vooral de grijze rotsnaalden van Punta Goloritze die in de diepte liggen zijn in-drukwekkend. Het is heerlijk hier in stilte alleen van te kunnen genieten.


Wat een zicht! Alle inspanningen meer dan waard.

De afdaling naar de Bacu Canale is best wel pittig. Losliggend gesteente, rolstenen en een vrij steil pad vormen hier de uitdaging. Eenmaal op het kolenbranderspad wordt het net geen wandeling in het park. Aan de stemmen te horen is het hoofdpad niet ver weg meer. Dat brengt ons een half uur later bij de Cala Goloritze. Het is er vrij druk. 
Het klein strandje is best gezellig. Na een korte afkoeling met pootjebaden - spijtig dat ik geen zwemkleren bijheb en de naturalist uithangen is hier geen optie - zoek ik een plekje om een kleinigheidje te eten. Daarna beginnen we aan de twee uren durende terugweg naar boven.

Van 0 naar 462 m is best wel inspannend. Een blik over de schouder bewijst dat het allemaal de moeite loont. Mede door de lastigheidsgraad en sportieve uitdaging, krijgt deze wandeling 3 sterren.  

Na de wandeling rij ik om 15:00 u door naar de CP te Gorrepu, via de SS 125.
Officieel de Strada Statale 125 Orientale Sarda. Het is een belangrijke hoofdader langs de oostelijke kust. Het verbindt de havenstad Arbatax met de kuststad Budoni.

Om een snellere doorstroom te verzekeren werden er op dit traject halfopen tunnels aangelegd. Het is er prettig rijden.
Aangekomen om 16:00 u op de kleine CP (gps N 40.15318; O 09.51115) vind ik er reeds enkele campers. Alle voor-zieningen zijn voor handen. Ik krijg hier zelfs korting omdat ik alleen reis. Een leuke plek met een open zicht op het omliggende landschap.



Ik maak nog een kleine wandeling ter verkenning voor morgen. Het wordt vrij vlug duidelijk dat dit een toeristische trekpleister is.

Hier op de pas op een hoogte van 1017 m wordt het frisjes na het ondergaan van de zon.

Bij de camper kunnen we nog een beetje buitenzitten (met trui!) en wat bijpraten met de andere gasten.


   

Dag 31 - di  1 oktober

     CP Gorrupu - CP Cala Gonone - 47 km

Het bezoek aan de Gola di Gorropu loopt over het lokaal pad 505 of wandeling # 18 uit mijn gids.
Tot aan het infobord van de eigenlijke start bij de Cantoniera di Genna Silana heb ik een inloop van 900 m. Ik ben om 08:00 u vertrokken om de tocht op mijn tempo te kunnen doen.
Bij het infobordje Gola Gorrupu (1:30 u) en het overzichtsbord (Canyon di Gorrupu) heb je de keuze tussen het brede pad of het herderspad. Ik kies voor het aangenamere herderspad.
De afdaling in de kloof voert grotendeels over dit steile bergpad. We moeten enkele puinhellingen oversteken die toch goed zijn aangelegd. Het routeverloop is zeer duidelijk en verschillende infoborden houden je van de looptijd op de hoogte.
Bij een klein rotsplateau Cuile 'e or Sedas sta je oog in oog met de rotswand van de Punta Cucuttos.
Voor de entree in de Gola di Gorrupu moet ik een ticket van € 5,00 aanschaffen. Het is rond 09:30 u en ik ben de eerste die de kloof betreed, na de introductiespeech door de lokale gids. Het bezoek aan de Gola is opgedeeld in drie fasen. Bij het eerste gedeelte wordt je begeleid met groene stippen. Het is klauterwerk en we kunnen ongeveer 200 m in de kloof doordringen. Het is droog weer en dus zijn er geen poelen die moeten doorwaad worden. Het middenstuk wordt gemarkeerd met een oranje stip. Het klauteren wordt iets sportiever tot ik op de rode stip van het sluitstuk stoot. Het mooiste gedeelte ligt dan al achter mij en ik besluit niet verder te klimmen.
Als je door deze kloof loopt, voel je je erg nietig. De wanden zijn op sommige plaatsen meer dan 300 meter hoog en er liggen (soms metershoge) witte zwerfkeien. Hier moet je overheen. De witte keien in combinatie met de kleuren van de wanden geven een prachtig effect.
Dit is moeilijk op foto vast te leggen – misschien moet ik eens experimenteren met filmbeelden.
Het is prettig de kloof voor mij alleen te hebben. Ik geniet hier echt. In de kloof groeit er ook een unieke boomsoort – enkele tientallen. Helaas moet ik de naam schuldig blijven.  
Nagenietend wandel ik terug naar de ingang en tref daar een klein groepje aan dat aan-dachtig luistert naar de info door de gids.  
Ik maak me op voor de moeizame terugtocht omhoog naar Genna Silana. Tijdens die terugtocht moet er 629 m hoogteverschil overwonnen worden. Niet te verwonderen dat slechts de 'echten' die de kloof willen bezoeken de tocht maken. Onderweg kom ik enkele iets oudere echtparen tegen die waarschijnlijk een beetje afgeschrikt worden door mijn getekende gezicht. Ik moet verschillende keren mensen ervan overtuigen dat het echt de moeite loont.

Terug bij de camper moet ik toch wel even bekomen van de inspanning. Ik maak mezelf wijs meer door de hitte – het ondertussen 33° – dan door de moeilijkheid. Een klein hapje geeft me weer de nodige energie. Voor de zekerheid toch maar de wagen geserviced.

Het is de bedoeling door te rijden naar de Curtiga de Tiscali. Daarvoor moet ik de gemakkelijke SS 125 inruilen voor een zeer bochtig, smal straatje. Bij de zeer prijzige parking (€25,00 per nacht, zonder voorzieningen en geen enkel vlak stukje) is er geen plaats meer. Er is geen alternatief en dus beslis ik door te rijden naar Cala Gononé.

Om 14:30 u vertrokken en 47 km verder om 16:30 u aangekomen op de praktische CP Palmasera (gps N 40.27955; O 09.62996). 

Deze terrasvormige CP biedt uitzicht op de tuin, een restaurant, een excursiebalie, een bar en een barbecue. Zowel WiFi als sanitair zijn beschikbaar. Alles zeer pro! Met uitzonderlijk vriendelijk en behulpzaam personeel. 
Ik krijg een beschutte plaats, helaas zonder wind en schaduw dus wil ik graag mijn airco laten draaien. Er zijn enkele 15 A aansluitingen en zo kan ik de ergste hitte uit de camper verdrijven. 
Tafeltje en stoeltje worden bovengehaald en met het gezicht naar de zon wordt het heerlijk zalig genieten. 


Dag 32 - wo  2 oktober

     Cala Gonone

Vandaag mag het iets rustiger. Beetje uitslapen. Uitgebreid ontbijten. Boodschappen doen.

De voormiddag aan het strand. Om het Spiaggia di Palmasera te bereiken, moet je enkel de straat oversteken en de weg aflopen. 600 m verder ben je op het uitgestrekte witte zandstrand.

Het zonnebaden en lezen wordt afgewisseld met zwem-partijtjes in zee. Hoera, hoera ik heb dat toch een dikke twee uur volgehouden.


Na een uitgebreide lunch trekken we dan richting 'centrum' voor een sightseeing van Cala Gononé. Er is/wordt moeite gedaan om de plaats aantrekkelijk te maken. Onderweg blijkt het tourist office open te zijn. Gewapend met een pak suggesties en andere nuttige info trek ik dan richting haven.
Zeggen dat Cala Gonone een gezellig stad is, zou sterk overdreven zijn. Daarvoor mist het authenticiteit en staat het teveel in het teken van het massatoerisme. Alles draait hier rond diverse excursiemogelijkheden per boot. Ik maak een reservatie voor een taxiboot voor de wandeling van morgen.

Het wordt een rustige avond op de camping. Zalig!

Dag 33 - do  3 oktober

     Cala Gonone

De afspraak voor het vervoer met de taxiboot gaat door. Ik word om 08:00 u in de haven verwacht.
 We gaan aan boord van een dinghy waarbij we onze schoenen moeten uitdoen.
In gestrekte vaart gaat het richting Spiaggia di Cala Sisine met onderweg een klein om-metje naar Grotte del Bue Marino voor een snelle blik. 
Ik zit van achter in de dinghy en moet mijn camera af en toe beschermen tegen het opspattend buiswater. Dat belet me niet prachtige beeldjes te schieten.
Een half uur later worden we dan met bijna droge voeten afgezet op het strand van Cala Sisine. De afsluitende wandeling op Sardinië kan beginnen. Met mijn wandelgids met een bladwijzer bij wandeling # 21 bij de hand, begin ik met frisse moed. Ik ben het groepje Fransen voor. Bij de eerste splitsing beslis ik voor het meer sportieve pad rechtstreeks naar de top te gaan.
Ik word daarbij geholpen door grijze stippen. Die zijn niet altijd even duidelijk te onderscheiden. Af en toe wordt het echt klimwerk. Op een steenplateau met prachtig uitzicht verlies ik het pad. Later zal blijken dat het reguliere pad op minder dan 50 meter ligt. Het zekere voor het onzekere genomen, beslis ik op mijn stappen terug te keren en beland natuurlijk op een ander pad. Op een moeilijke passage struikel ik over een verraderlijke rolsteen. Een val is onvermijdelijk – resultaat een meer dan geschonden knie en een bloedende hoofdwonde. Ik heb gelukkig mijn EHBO tasje bij en kan de wonden min of meer verzorgen. Alleen, ik moet wel verder en kan het bloeden wel een beetje stelpen maar niet volledig stoppen. Ik ben heel even het noorden kwijt, allee het had het zuiden moeten zijn. Ik loop een tijdje noordwaarts tot een gemotoriseerde jonge Duitser mij er attent op maakt dat het zuiden de andere kant op is. Hij stelt voor de hulpdiensten te bellen, maar dat lijkt mij wat overdreven. Hij staat erop dat ik water aanneem. Danke dafür. In gestrekte draf geraak ik terug bij het beginpunt. Hier is alles dicht en ik kan mij niet bevoorraden. Braafjes neem ik nu het gemakkelijk te lopen hoofdpad. Dit voert langzaam en gemakkelijk begaanbaar omhoog naar de top waar ik reeds eerder was. 
Het kaartje in mijn gidsje is natuurlijk niet geschikt en ook niet bedoeld als topografisch hulpmiddel. Enfin we zijn wel op de goede weg, zij het met enkele uren vertraging op het oorspronkelijke schema.
Op weg naar Punta Onamarra word ik voorbijgestoken door een groepje mountainbikers. Ze zijn niet allemaal even behendig, een achterblijver doet de meer spectaculaire stukken met de fiets aan de hand – zij het dan wel lopend.
We naderen weer de kust en komen bij één van de mooiste natuurwonderen van deze omgeving. Bij S'Arcada S'Architieddu mag het beloofde adembenemende zicht er inderdaad zijn. Een uniek enorm ovaal venster om op Cala Gonone neer te kijken.

Door alle doorstane emoties geraak ik stilaan door mijn watervoorraad. Bij Cala di Luna ligt de afspanning Bar Su Neulagi. Op weg er naar toe droom ik van een frisse pint en aangekomen, wordt daar ook aan voldaan. Ik had natuurlijk beter mijn verstand gebruikt en een fles water gekocht, tja de mens is nu eenmaal niet alleen maar rede.

Op het laatste stukje naar Cala Gonone wordt het nog pittig klimmen. Het begint zowaar te regenen, Sardijnse stijl. In feite aanhoudend spetteren. Net genoeg om de stenen partijen op het pad gevaarlijk glad te maken. Extra uitkijken dus. Gelukkig houdt het miezeren even snel op als het begonnen is. Ik word voorbijgestoken door een koppel uit Sint-Petersburg. De vrouw heeft compassie met de onder het bloed zittende Belg. De ont-smettingsmiddelen worden bovengehaald en ik word een beetje gefatsoeneerd. спасибо за это. Ze blijken ervaren wandelaars te zijn die al overal gezeten hebben. Met enige professionele afgunst zie ik hen zeer gezwind uit mijn gezichtsveld verdwijnen.
Door de regelval zijn er echt gevaarlijke stukken ontstaan. Ik kan nu op mijn beurt anderen helpen de moeilijke passages te overbruggen.
Het laatste stukje pad bestaat uit een vrij steile trap naar de parking Caletta Fulli. Vandaar is het nog een kleine 3 km naar de camper camping. Eerst op een asfaltweg die vervolgens overgaat in de promenade. Door de aanvangsperikelen is het een heel avontuur van bijna 11 uur en 33 km geworden. Ik ben om 18:15 u toegekomen. Ik moet er toch een beetje verfomfaaid uitgezien hebben, want de beheerder vraagt als er een ambulance moet komen.

Om me weer toonbaar onder de mensen te kunnen vervoegen trek ik mij in de douche terug met een stuk ontsmettende zeep. Het is een beetje op de tanden bijten, maar al bij al blijkt de schade mee te vallen. Na het wegwassen van wat geronnen bloed blijft er van de kleine hoofdwond niets over. Ook het bloeden aan de knie is gestopt. Ik breng wat ontsmettende zalf en een pleister aan en ben gereed voor een deugddoende maaltijd. Een slaapmutsje moet me door de nacht heen helpen.

Dag 34 - vr  4 oktober

     Cala Gonone - Olbia - overzet Civitavecchia - 121 km

Een beetje opzoekwerk leert dat het geplande bezoek aan de Oase Bibberosa geen flamingo’s zal opleveren. Dus wordt dat geschrapt en vervangen door iets langer op de camping rondhangen. Mijn knie voelt wat stijf aan. Zonnewarmte en rust doen wonderen.
Na de afwas word ik uitgenodigd door de familie van de opzichter. Hij heeft hen uitgebreid vertelt hoe hij mij de vorige avond heeft aangetroffen en ik moet bij hen aansluiten voor wat er als een familiefeestje uitziet. Alle specialiteiten, lekkernijen en ander snoep worden bovengehaald. Ik moet er op staan dat ik geen alcohol kan gebruiken met het oog op de komende rit naar Olbia. Die lokale sterke dranken kunnen nogal koppig zijn. Een klein glaasje plaatselijke witte wijn bij een hapje kan nog wel.

Het wordt stilaan tijd om de wagen te servicen. Om 16:30 u vertrek ik dan voor het laatste luik op Sardijnse bodem. De 120 km richting Olbia verloopt zonder incidenten. Het is vrijdagavond en vele truckers willen blijkbaar naar huis. Bij het Stazione Maritima kan ik geen passage naar Livorno vinden. Een alternatief naar Civitavecchia (de haven van Rome) wordt me voorgesteld. Als ik geen twee dagen wil wachten zit er niets anders op. Voor een extra € 15,00 en in dezelfde tijd kan ik de overtocht maken. De inscheping begint rond 22:30 u en het vertrek is gepland om 23:30 u.

Dag 35 - za  5 oktober

     Civitavecchia - Susa - 643 km

Ik neem wat te lezen mee om de tijd te overbruggen maar het wordt een beetje slapen. Ik doe zoals de anderen en installeer me op de grond. Sommigen hebben een luchtmatras en slaapzak mee – de vooruitzienden. Om 05:30 u worden we gewekt en een half uurtje later leggen we aan. Iets voor 06:30 u begint de ontscheping en zijn we op weg naar het noorden.

We blijven langs de kust rijden op de tolvrije Via Aurelia. De extra 245 km is zo afgelegd en ter hoogte van Livorno vinden we aansluiting op de autostrade E 80 richting Genua. Vandaar de E 70 richting Turijn en Susa.

De route via Susa is niet alleen uit jeugdsentiment gekozen. Ik ben hier ooit als jonge twintiger met de fiets geweest. Ik wil dit Oud Romeins garnizoensstadje wel eens beter leren kennen.

Na een rit van 643 km kom ik om 14:45 u u aan. De stad Susa heeft een leuke CP voorzien waar een tiental wagens op terecht kunnen (gps N 45.13889; O 07.05383). Er zijn voorzieningen. Gelegen aan de achterkant van het station, waar je geen overlast van hebt.
Na een beetje zonnen en aperitieven met de buren maak ik me op voor een verkenning van de binnenstad.
Het historisch centrum bevindt zich op  10 min. wandelafstand van de CP. In het kleine charmante stadje met z’n 9000 inwoners en zijn smalle straatjes met goed onder-houden huizen, is het prettig flaneren.
Susa was in de vroege keizertijd een garnizoens-stad. De Romeinse over-blijfselen liggen op de rand van de stad en zijn vrij te bezichtigen.
De Augustuspoort in de buurt van het castrum is zeer goed bewaard ge-bleven. Augustus wilde hiermee de eenheid tussen de Romeinen en de omringende stammen benadrukken. Susa bleef al die tijd een poort naar Gallië.
Een beetje Romeinse stad met aanzien moest natuurlijk zijn eigen amfitheater hebben. Deze is zo goed bewaard dat je elk moment verwacht een gladiator of een wild dier te zien ver-schijnen.

Ik wandel terug via het mooi aangelegd park. Bij de meeneem pizzazaak ga ik voor de lokale specialiteit – mozzarella met uien. Een smakelijke Italiaanse afsluiter. 

Dag 36 - zo  6 oktober

     Susa - Richardménil - 650 km

Om 08:00 u vertrokken voor de traverse door Frankrijk.
Ik wel één keer in mijn leven door de Fréjustunnel gereden hebben. Aan dat traject van 12,9 km hangt wel een stevig prijskaartje vast voor campergebruikers - € 61,40 of € 4,75/km. Een knap staaltje van ingenieurskunst en tevens de langste tunnel van Frankrijk.
In Saint-Jean-de-Maurienne 81,78 l à € 1,399 getankt voor € 114,41. Dat scheelt toch € 0,25/l met Italië. Ik zou met een volle tank in Luxemburg moeten kunnen geraken.

Goed kunnen doorrijden. Zalig niet aan de tolpoortjes te moeten stoppen. Ik ben zeer tevreden over Bip&Go. 
In Noord-Frankrijk in de regen terechtgekomen. Het heeft niet meer opgehouden.
Om 17:30 u aangekomen op de leuke kleine CP te Richardménil (gps N 48.59457; O 06.16078).
Deze gratis CP wordt ter be-schikking gesteld door de gemeente. Wie wil kan een bijdrage schenken aan de lokale basisschool. Alle voorzieningen zijn voorhanden.
Rond 20:00 u is het opgehouden met regenen. Ondertussen zijn alle plaatsen bezet. Ik maak nog een wandeling naar het dorp, maar daar is niets te beleven.
Deze plaats is zeer geschikt voor een bezoek aan Nancy (slechts op 10 km) als men over een fiets beschikt.

Uitgebreid geaperitiefd en gekookt.

Dag 37ma  7 oktober

     Richardménil - Oostende - 466 km


Voor de laatste etappe huiswaarts moet ik niet te vroeg vertrekken. Ervaring heeft me geleerd dat als ik voor 16:30 u thuiskom er geen parkeerplaats voor de deur is. Alles wordt ingenomen door de school.
Ik kan dus rustig ontbijten, servicen en de wagen wat opruimen.

Om 10:45 u vertrokken via Capellen (Luxemburg) om te tanken. Tot Namur in de regen gereden en toen kwam de zon er door. Om 17:00 u probleemloos en voldaan thuis aangekomen.



Dankbetuiging :

Michelin : voor de de prachtig ideeën en suggesties. De beoordeling van de plaatsen.
Google Maps : Heeft me bijna overal gebracht waar ik wilde zijn.
Waze : voor de nuttige informatie onderweg.
Rother Wandelgidsen door Walther Iwersen en Elisabeth van de Wetering – uitgave 2015 : zeer handig bij de gemaakte wandelingen.
Campercontact : een grote hulp bij het uitzoeken van overnachtingsplaatsen.
Wikipedia : voor de nauwkeurige achtergrond informatie.
De Sardijnen : voor hun vriendelijke, niet opdringerige instelling en hulpvaardigheid.
Europ Assistance : Als eerste aan uw zijde – is geen loze slogan. Het heeft een geruststellend gevoel te weten dat er hulp voorhanden is wanneer nodig.
Autoficina Nuvoli Serafino : de zaakvoerder en het deskundige personeel voor het verhelpen van mijn startprobleem en vervangen van de batterij.
De vele toevallige ontmoetingen : voor de gezellige babbels, nuttige tips en het gezelschap onderweg.


Reacties

  1. Heel mooie afwisselende reis met woeste natuur, historische sites en een vleugje humor. 👍😊Ontspannend om te lezen!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten